Gemeenteblad van Dronten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dronten | Gemeenteblad 2024, 249890 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dronten | Gemeenteblad 2024, 249890 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Inleiding verordening sociaal domein Dronten
In deze verordening vindt u de regels en afspraken die zijn gemaakt binnen het sociaal domein. U kunt lezen wat u van de gemeente Dronten kunt verwachten, maar u leest ook wat wij van u verwachten. In deze inleiding vindt u informatie over onze uitgangspunten en doelen.
Wij vinden het belangrijk dat alle inwoners van de gemeente Dronten:
Het is de taak van de gemeente om inwoners hierbij te helpen. De volgende wetten helpen hierbij:
De regels in deze verordening vullen de wettelijke regels aan. Deze regels zijn vastgesteld door de gemeenteraad. De begrippen en afkortingen die wij gebruiken, leggen wij uit in hoofdstuk 11.
Als u ondersteuning nodig heeft, kunt u de vraag stellen bij uw huisarts, de gemeente, het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), of bijvoorbeeld op school. Waar de vraag ook binnenkomt, deze wordt altijd op dezelfde manier behandeld. Dit noemen wij de Dronter Koers. Het voordeel van deze manier van werken is dat uw vraag altijd op de juiste plek terecht komt en u sneller te horen krijgt of u ondersteuning kunt krijgen.
De gemeente Dronten is verdeeld in verschillende wijknetwerken. Elk wijknetwerk heeft gidsen. Een gids werkt voor de gemeente en gaat met u in gesprek. Hij of zij is uw contactpersoon en overlegt / stemt af met mensen en organisaties die u (kunnen) begeleiden of helpen. Er zijn gidsen voor de verschillende terreinen: Participatie, Jeugd en Wmo. Wanneer er meerdere gidsen betrokken zijn, stemmen zij af, met uw goedkeuring, wie de regiehouder wordt.
Samen bouwen aan samen leven, zo heet de strategie voor het brede sociaal domein 2019-2022. In de strategie staat hoe wij samen met de maatschappelijke partners, de gemeenteraad en wijknetwerken onze doelen willen halen. We vragen de ASD hierbij om advies.
Wij willen dat iedereen kan meedoen en gelijkwaardig is. Dat u in een wijk woont waar u zich niet alleen veilig, maar ook prettig voelt. Waar u op een gezonde manier kunt wonen en kinderen gezond kunnen opgroeien.
De strategie is opgedeeld in vijf themaplannen:
Hoofdstuk 1. Verzoek om ondersteuning
Wij kunnen u op verschillende manieren ondersteunen. Zo kan het zijn dat u een hulpmiddel, zoals een rolstoel nodig heeft, dat u een aanpassing in uw woning wilt of thuis behoefte heeft aan jeugdhulp. U leest in dit hoofdstuk hoe u bij ons ondersteuning aanvraagt en hoe de gemeente besluit of u hier recht op heeft.
Wij willen het voor iedereen duidelijk en overzichtelijk houden. Daarom is er één manier waarop we aanvragen behandelen. Alleen bij spoed wijken wij hiervan af.
1.2.1. Ondersteuning aanvragen [Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs]
Heeft u ondersteuning nodig? Dit kunt u bij ons aangeven. Het is ook mogelijk dat iemand anders dit namens u doet. Een verzoek voor ondersteuning kan op de volgende manier worden ingediend:
1.2.2. Verzoek tot ondersteuning ingediend… en dan? [Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs]
Zodra wij uw verzoek hebben gekregen, sturen wij u per post of e-mail een bevestiging. Zo weet u dat uw verzoek voor ondersteuning goed is ontvangen.
Het kan zijn dat wij u een aantal aanvullende vragen willen stellen. Dan nodigen wij u uit voor een gesprek.
Vindt u het moeilijk om uw verzoek goed te verwoorden of toe te lichten? U kunt gratis gebruik maken van een cliëntondersteuner.
Als uw verzoek duidelijk is, wordt deze ingediend. Meer informatie hierover vindt u onder het kopje ‘werkwijze verzoek’. Omdat u als inwoner uw situatie zelf het best kunt beoordelen en vaak weet wat u kan helpen, is het ook mogelijk om zelf een plan op te stellen. In dit plan schrijft u over uw persoonlijke situatie en wat u wilt bereiken met uw verzoek.
1.3.1. Wij nemen contact met u op [Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs]
Nadat wij uw verzoek hebben ontvangen, nemen wij contact met u op. Wij kunnen u bellen, een brief of e-mail sturen of wij brengen u persoonlijk op de hoogte. Het kan zijn dat wij u een aantal aanvullende vragen willen stellen. Dan nodigen wij u uit voor een gesprek. Wij sturen u hiervoor een uitnodiging met daarin waar en wanneer wij met u willen afspreken. Ook geven wij aan over welke onderwerpen wij met u willen spreken.
1.3.2. Persoonlijk gesprek [Jeugdwet, Wmo]
Binnen 10 werkdagen (tenzij u hier iets anders over heeft afgesproken) na uw verzoek heeft u een persoonlijk gesprek met een medewerker van de gemeente. Tijdens dit persoonlijke gesprek willen wij een goed beeld krijgen van wat uw persoonlijke situatie is en waar u behoefte aan heeft.
Wij vragen u om uw geldige legitimatiebewijs mee te nemen (let op: geen rijbewijs). U mag het gesprek alleen voeren, maar het is ook mogelijk om iemand mee te nemen bijvoorbeeld een partner, familielid, vriend of cliëntondersteuner. Als u zelf een persoonlijk plan heeft gemaakt, bespreken wij dit plan met u.
1.3.6 Deskundig advies [Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs]
Wij zorgen ervoor dat de medewerker die uw verzoek behandelt deskundig is. Hebben wij niet de juiste kennis in huis? Dan zorgen wij ervoor dat een deskundige een advies uitbrengt. Dit advies wordt meegenomen in de beoordeling van uw verzoek.
1.3.7 Het besluit [Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs]
De gemeente neemt een besluit. Hierover krijgt u een bericht. Het kan zijn dat u een uitkering, zorg in natura of persoonsgebonden budget (pgb) ontvangt. Zorg in natura is begeleiding, zorg, hulp of een voorziening die u krijgt via een instelling of leverancier die een contract heeft met de gemeente. Pgb is een budget waarmee u zelf de zorg kunt inkopen die u nodig heeft.
1.3.8 Wanneer vervalt uw recht? [Jeugdwet, Wmo]
Uw recht op ondersteuning vervalt, wanneer u binnen 3 maanden na het besluit nog geen gebruik heeft gemaakt van de ondersteuning. Als u kunt laten zien dat u niks te verwijten valt, geldt deze regel niet.
1.4. Afstemmen met andere vormen van ondersteuning [Jeugdwet, Wmo PW, IOAW, IOAZ Wgs]
Wij zorgen ervoor dat de ondersteuning aansluit bij andere vormen van ondersteuning die u krijgt. Daarom maken wij afspraken met onderwijsinstanties, hulpverleners, instellingen, zorgverzekeraars en andere personen of organisaties. Die afspraken gaan over:
De afspraken worden vastgelegd in een protocol of in een andere geschikte vorm.
Hoofdstuk 2. Participatie en inkomen
Dit hoofdstuk gaat over participatie, tegenprestatie, minimaregelingen en schuldhulpverlening. Wij vinden het belangrijk inwoners die geen werk hebben, te helpen bij het vinden van werk. In dit hoofdstuk leest u voor wie dit geldt, hoe wij u hierbij kunnen helpen en wat wij van u verwachten als u een uitkering ontvangt.
Ook geven wij u informatie over regelingen voor mensen met een laag inkomen. Voorbeelden zijn bijzondere bijstand, de individuele inkomenstoeslag en de toegankelijkheidsbijdrage. Aan het einde van dit hoofdstuk leest u meer over hulp bij schulden.
2.3. Algemene regels over ondersteuning op weg naar werk [PW, IOAW, IOAZ]
De gemeente probeert altijd de meest geschikte en goedkope ondersteuning aan te bieden. Wij houden daarbij rekening met andere vormen van ondersteuning die beschikbaar zijn binnen het Sociaal Domein en stemmen het aanbod intern af. Dit doen we voor een optimale en integrale ondersteuning. Ook kijken we naar vormen van ondersteuning op basis van andere wetten. Dit nemen we op in het plan van aanpak/routeplan.
2.5 . Voorzieningen gericht op het krijgen en houden van werk [PW, IOAW, IOAZ, Wsw]
Ons doel is dat u werk vindt (of behoudt) dat goed bij u past. We kunnen u hierbij helpen met verschillende vormen van ondersteuning, ook wel voorzieningen genoemd:
Het kan zijn dat de gemeente het voorgeschreven aantal beschutte werkplekken voor dat jaar al heeft bereikt. Als dat zo is, kunt u op een wachtlijst komen. Op het moment dat er een beschutte werkplek beschikbaar is, nemen wij contact op met de eerste op de wachtlijst. Het kan zijn dat de beschikbare werkplek niet bij diegene past. Dan nemen wij contact op met de tweede wachtende op de lijst.
2.5.9. Hulp bij het leren van de Nederlandse taal [PW, IOAW, IOAZ]
Voor het vinden en behouden van werk is het belangrijk om de Nederlandse taal te beheersen. Als u de taal nog niet goed genoeg kent, kan de gemeente u helpen door een voorziening aan te bieden waarmee u de taal beter kunt leren. Soms is het verplicht om hiervoor een opleiding te volgen. De gemeente heeft regels opgesteld, genaamd 'Beleidsregels taaleis Dronten 2021’ die u kunt vinden op www.overheid.nl.
2.5.12. Innovatie [PW, IOAZ, IOAW]
Binnen de kaders van de uitgangspunten van deze verordening kunnen wij, als gemeente, als experiment andere voorzieningen inzetten als dat nodig is om de kans op werk te vergroten
Het doel van het experiment is om in het belang van de inwoners, nieuwe voorzieningen en werkwijzen te onderzoeken.
Een experiment duurt niet langer dan drie jaar.
Als de uitkomst van het experiment reden geeft om de verordening aan te passen, kan de periode van het experiment verlengd worden tot het moment dat de nieuwe verordening van kracht is.
2.6. Persoonlijke ondersteuning bij werk en andere voorzieningen voor inwoners met een arbeidsbeperking
2.6.1. Aanvraag persoonlijke ondersteuning bij werk[PW, IOAW, IOAZ]
de voorziening komt niet in aanmerking voor vergoeding vanuit de UWV-werkvoorzieningen (Externe link: www.uwv.nl/particulieren/voorzieningen);
3. Overige Voorzieningen [PW, IOAW, IOAZ, Wsw]
2.7.1. Ondersteuning bij een motorische beperking [PW, IOAW, IOAZ, Wsw]
Als u moeite met bewegen heeft, dan kunt u bij ons hulp of begeleiding aanvragen voor bepaalde taken die u door uw handicap niet goed zelf kunt doen. Deze hulp of begeleiding noemen wij ‘intermediaire diensten’. Denk hierbij aan aanpassing van het toilet of een automatische deuropener.
2.7.2. Ondersteuning door de inzet van een meeneembare voorziening [PW, IOAW, IOAZ, Wsw]
Als u iets nodig heeft om te kunnen werken, kan de gemeente u een meeneembare voorziening geven. Meeneembare voorzieningen zijn hulpmiddelen die gemeenten aan mensen met een arbeidsbeperking moeten aanbieden als die nodig zijn om aan het werk te komen of te blijven. Het kan bijvoorbeeld gaan om speciale werkstoelen of orthopedisch schoeisel.
Op het moment dat u een uitkering van de gemeente ontvangt, kunnen wij u een verplichting geven om een tegenprestatie te doen. Dit kan naast of in aanvulling op uw (parttime) werk. Het mag niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.
2.8.1. Waarom een tegenprestatie ? [PW, IOAW, IOAZ]
Het doel van een tegenprestatie is het vergroten van uw zelfredzaamheid en/of het vergroten van uw kansen werk. Zelfredzaamheid is het vermogen om voor uzelf te zorgen.
2.8.4. Hoe lang en voor hoeveel uur doet u een tegenprestatie ? [PW, IOAW, IOAZ]
Minimaregelingen [PW, Gemeentewet]
De gemeente Dronten biedt verschillende regelingen voor inwoners met een laag inkomen. Wanneer u hier recht op heeft, kunt u vergoedingen ontvangen voor verschillende kosten die u maakt.
In dit hoofdstuk leest u hier meer over. Binnen deze regelingen werken wij met uitkeringsnormen en vermogensgrenzen. Er zijn verschillende normen, denk aan normen voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden/ samenwonenden.
2.10. Individuele inkomenstoeslag
Als uw partner geen recht heeft op individuele inkomenstoeslag (volgens artikel 11 of 13 Participatiewet), kan het zijn dat u er wel recht op heeft. De hoogte van de individuele inkomenstoeslag is dan 50 procent van het bedrag voor gehuwden of samenwonenden (volgens artikel 2.7.1, lid 1, onderdeel c en d).
2.13. Schuldhulpverlening [Wgs]
Wij hebben de taak om inwoners met schulden te helpen. Schuldhulpverlening is toegankelijk voor natuurlijke personen, voor zowel privé schulden als voor zakelijke schulden. Het gaat hierbij om het voorkomen van problematische schulden, het helpen bij het vinden van een oplossing voor (de problematische) schulden en/of het voorkomen van terugval. Voor gezinnen met minderjarige kinderen stellen wij aanvullende regels vast.
Hoofdstuk 3. Opgroeien en opvoeden
Wij willen dat kinderen en jongeren zo gezond en veilig mogelijk kunnen opgroeien. Gezond en veilig opgroeien is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van kinderen en jongeren zelf, hun ouders en hun (sociale) netwerk. Het kan zijn dat u/je hier ondersteuning bij nodig heeft. Hiervoor kun je bij een gids van de gemeente terecht.
Wij bieden zo vroeg mogelijk ondersteuning aan. Hoe eerder wij erbij zijn, hoe minder groot de kans is dat dure, gespecialiseerde ondersteuning ingeschakeld hoeft te worden. Het versterken van iemands eigen kracht staat centraal. Ook stimuleren wij dat gezinnen en de mensen om gezinnen heen zelf hun problemen kunnen oplossen. Dit noemen wij ook wel probleemoplossend vermogen.
Met kinderen en jongeren bedoelen wij kinderen en jongeren tot 18 jaar en jongvolwassenen van 18 tot 23 die al jeugdhulp kregen toen zij 18 jaar oud waren en die deze ondersteuning vanaf hun 18e nog nodig hebben. Dit zijn de jeugdigen, zoals beschreven in artikel 1.1 van de Jeugdwet. Wij spreken kinderen en jongeren graag aan met je en jij, vandaar dat wij dit in deze verordening ook doen.
In dit hoofdstuk lees je wat je eigen verantwoordelijkheden zijn en wat de rol van de gemeente is. Ook vind je hier onder andere informatie over maatwerk-voorzieningen en voorzieningen die vrij toegankelijk zijn.
3.1. Wanneer bieden wij ondersteuning [Jeugdwet]
Bij het bepalen van welke ondersteuning noodzakelijk is, betrekken wij jouw wensen en die van je ouders. Bij het onderzoeken van eventuele opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen of stoornissen is de gemeente niet gebonden aan de ondersteuningsvraag van jou en je ouders. Dat betekent dat wij niet alleen kijken naar wat jij en jouw ouders ons gevraagd hebben, maar onderzoek gaan doen naar alles wat van belang is om te bepalen welke ondersteuning noodzakelijk is.
Kun je je doel niet zelf of met je omgeving oplossen en kun je ook niet gebruik maken van een voorliggende voorziening? Dan kan het zijn dat wij ondersteuning inzetten die vrij toegankelijk is. Het gaat dan bijvoorbeeld om ondersteuning door de gids zelf, door een jeugdwelzijnsorganisatie of via een stichting.
3.4. Overgang van 18- naar 18+ [Jeugdwet, Wmo]
Het kan zijn dat je voor je 18e onder toezicht bent gesteld. Als de rechter een ondertoezichtstelling uitspreekt, wordt er een gezinsvoogd toegewezen. De gezinsvoogd begeleidt je en helpt je bij het oplossen van problemen. Deze hulp is verplicht. Als de gezinsvoogd bepaalt dat pleegzorg nodig is, zorgen wij dat je pleegzorg krijgt. Wij geven deze hulp dan af tot het einde van de ondertoezichtstelling. Een ondertoezichtstelling eindigt uiterlijk als je 18 jaar wordt. Als je daarna nog gebruik wilt blijven maken van pleegzorg, dan kan dat in vrijwillig kader tot je 23 jaar wordt.
Als er een voogdij-maatregel is uitgesproken en blijkt dat pleegzorg nodig is, dan zorgen wij dat die pleegzorg wordt verstrekt tot je 18 jaar wordt. Deze hulp is ook verplicht. Wanneer de voogdij-maatregel afloopt en je gebruik blijft maken van pleegzorg, dan kan dat in vrijwillig kader tot je 23 jaar wordt.
Hoofdstuk 4. Zelfredzaamheid en eigen mogelijkheden
Wij ondersteunen inwoners (met bijvoorbeeld lichamelijke of psychische problemen) om zo lang en zelfstandig mogelijk in hun eigen omgeving te kunnen blijven wonen en kunt meedoen in de samenleving. Wij kijken hierbij niet alleen naar de korte termijn, maar ook naar de te verwachten ontwikkelingen, de langere termijn dus.
In dit hoofdstuk vindt u de regels over de ondersteuning die de gemeente u kan geven. Deze ondersteuning is voor inwoners van 18 jaar en ouder. Ben je jonger dan 18? Dan verwijzen we je naar hoofdstuk 3.
Wij zetten ons ervoor in dat inwoners met lichamelijke, psychische en/of verstandelijke problemen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. Wij willen dat u in een schoon huis kunt wonen, uw administratie op orde is, inzicht heeft in uw eigen mogelijkheden, dat u zich aan afspraken kan houden en genoeg mensen om u heen heeft. Daarnaast kunnen wij (tijdelijke) ondersteuning inzetten om een mantelzorger te ontlasten.
Heeft u ondersteuning nodig om zelfstandig te kunnen wonen? Dan kunt u ondersteuning bij ons aanvragen. Ondersteuning kan professionele hulp zijn van een hulpverlener of een product zoals een rolstoel of traplift.
Wij kunnen ondersteuning inzetten. Dit gaat via een gids. Een gids werkt voor de gemeente en kan ondersteuning regelen als dat nodig blijkt. Hij of zij heeft de regie en is aanspreekpunt voor zowel u, uw gezin als betrokken professionals. Als ondersteuning nodig is, dan maakt de gids een beschikking waarin staat welke ondersteuning wordt ingezet. De gemeente kan de volgende ondersteuning inzetten:
De gemeente kan niet altijd ondersteuning bieden. De gemeente geeft geen ondersteuning, als:
uw aanvraag gaat over een voorziening die algemeen gebruikelijk is. Een voorziening is algemeen gebruikelijk als:
financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau. Hierbij sluit de gemeente aan bij de regels voor afbetaling van leenbijstand (Beleidsregels debiteuren Dronten). Daarvan is sprake als de gevraagde voorziening binnen een termijn van 5 jaar kan worden terugbetaald bij een maandelijkse reservering van 5 procent van de voor u geldende uitkeringsnorm of inkomensvoorziening per maand, rekening houdend met de beslagvrije voet
u de voorziening zelf al heeft aangeschaft voor of nadat u zich bij de gemeente heeft gemeld voor ondersteuning maar voordat een besluit is genomen. Dit is anders als de gemeente daarvoor toestemming heeft gegeven of als achteraf nog kan worden vastgesteld dat de voorziening of gemaakte kosten noodzakelijk en passend zijn;
4.2. Zelfstandig en veilig wonen
4.2.2. Een schone en leefbare woning [Wmo]
Wij werken met ‘het resultaat schoon en leefbaar huis.’ We gebruiken hierbij het normenkader huishoudelijke ondersteuning van HHM. Dit houdt in dat u hulp krijgt bij bijvoorbeeld, de woonkamer, uw slaapkamer, keuken, badkamer en de gang(en) tussen die ruimten. Ook kunnen wij structuur aanbrengen in het huishouden. Dit doen wij bijvoorbeeld door eten en drinken klaar te zetten of het wassen, drogen en strijken van kleding, bedden- en linnengoed. U krijgt een ondersteuningsplan waarin staat welke taken door de hulp worden gedaan.
Er zijn 4 opties van beschermd wonen mogelijk. Van de zwaarste naar de lichtste vorm zijn de opties:
Beschermd wonen hoog. Bij deze vorm ontvangt u zeer intensieve zorg gericht op het (in de eerste instantie) overnemen van taken op alle levensgebieden zoals financiën en huishouden. Daarnaast leert u waar mogelijk omgaan met uw beperkingen (verstandelijk en/of psychisch), het beheersbaar houden en gaandeweg doen afnemen van gedragsproblematiek. Begeleiding is continu aanwezig;
U kunt u voor beschermd wonen, optie 1 tot en met 3, aanmelden bij ‘Centrale Toegang’ via de website Externe link: www.ggdflevoland.nl. De gemeente Dronten werkt samen met andere gemeenten in Flevoland op het gebied van bescherm wonen. Deze samenwerking staat beschreven in het Regionaal Kompas Flevoland.
U kunt u voor beschermd wonen optie 4 melden bij de gemeente. Een Wmo gids zal dan samen met u onderzoeken of dit een passende maatwerkvoorziening voor u is..
4.3. Meedoen in de samenleving
4.3.1. Individuele begeleiding [Wmo]
Als het u niet lukt om de normale dagelijkse activiteiten te doen, kunt u hier ondersteuning bij krijgen. De begeleider kan u helpen om structuur aan te brengen in uw dag, uw sociale netwerk te vergroten, samen op zoek te gaan naar iemand die u kan helpen bij uw administratie en het beheren van uw financiën. Als u individuele begeleiding wilt, moet u aan de voorwaarden uit deze verordening (zie 1.3.5) voldoen.
Als u moeite heeft bij het invullen van de dag en uzelf niet goed meer kunt redden, kunt u ondersteuning krijgen. Wij kunnen u dagbesteding aanbieden. Dagbesteding biedt activiteiten aan waardoor u een zinvolle dag heeft. Ook kan dagbesteding zorgen voor structuur, u werkt aan uw zelfredzaamheid en het kan uw mantelzorger ontlasten. De activiteiten vinden één of meerdere dagdelen per week (onder begeleiding) plaats in een groep. U krijgt dagbesteding als u voldoet aan de voorwaarden uit deze verordening (zie de artikelen 1.3.5).
Als u uzelf niet of nauwelijks kunt verplaatsen in en om uw woning, kunt u ondersteuning krijgen door middel van een (maatwerk) rolstoel. Deze ondersteuning is voor volwassenen, maar ook voor inwoners jonger dan 18 jaar.
Hoofdstuk 5. De vorm van de ondersteuning
Als wij u ondersteunen, kan dat in verschillende vormen. In dit hoofdstuk vindt u de regels daarvoor.
Wij kunnen ondersteuning bieden in de vorm van een dienst, zoals hulp in de huishouding of individuele begeleiding. Wij kunnen u ook ondersteunen met behulp van een product, zoals bijvoorbeeld een rolstoel. Een uitkering of minimaregeling noemen wij ondersteuning in de vorm van geld.
Onder ondersteuning valt ook het persoonsgebonden budget bieden (pgb). Dit is geld waarmee u zelf de zorg inkoopt die u nodig heeft.
Ondersteuning in natura is ondersteuning die u van een instelling of professional krijgt die een contract heeft met de gemeente. Wij bieden u de ondersteuning die noodzakelijk is om uw situatie te verbeteren. Dit wordt ook wel de goedkoopst passende ondersteuning genoemd.
5.3. Persoonsgebonden budget (pgb)
5.3.1. Voorwaarden [Jeugdwet, Wmo]
Als u een pgb wilt, kunt u of iemand anders het budget beheren. Wij kennen een pgb alleen toe als wij vinden dat deze budgetbeheerder in staat is uw belangen voldoende te behartigen. De budgetbeheerder moet de taken die bij het pgb horen op een verantwoorde manier kunnen uitvoeren. De budgetbeheerder is verplicht om mee te werken aan de beoordeling van zijn pgb-vaardigheden als de gemeente daarom vraagt.
De hulpverlener kan een professional zijn of iemand uit uw sociale netwerk. Een professionele hulpverlener:
als een zzp-er de zorg levert, moet hij of zij een actuele verklaring ‘inkomen uit eigen onderneming’ van de boekhouder aanleveren bij de gemeente. Deze verklaring is maximaal 3 maanden oud. Wanneer de zzp-er geen eigen boekhouder heeft, dan moet een verklaring van de belastingdienst worden aangeleverd, waaruit blijkt dat de financiële verplichtingen worden voldaan.
5.3.2. Hoogte en tarief pgb [Jeugdwet, Wmo]
U maakt een plan voor de besteding van het pgb. Dit is het pgb-uitvoeringsplan. Hiervoor gebruikt u het standaardformulier van de gemeente. In het pgb-uitvoeringsplan schrijft u onder andere welke ondersteuning u met het pgb wilt betalen en door wie de ondersteuning wordt gegeven. De gemeente moet het plan goedkeuren en zal daarna het pgb vaststellen.
Voor behandeling, kortdurend verblijf, begeleiding, schoon en leefbaar huis en dagbesteding geldt het volgende: u bepaalt welk vast bedrag u de hulpverlener uit het pgb gaat betalen. Het pgb is niet hoger dan de volledige kostprijs van het product of de dienst (100%) en is niet hoger dan de goedkoopst passende ondersteuning in te kopen. De kostprijs bestaat o.a. uit loonkosten, verzekering, materiële kosten en reiskosten. Extra kosten voor overhead en innovatie/ontwikkeling (10%) worden alleen vergoed in het Zorg in Natura tarief (110%). Als het bedrag dat u de hulpverlener uit het pgb gaat betalen hoger is dan het maximumbedrag van 100%, of hoger dan de goedkoopst passende ondersteuning, betaalt u dit zelf.
In het pgb voor behandeling, kortdurend verblijf, begeleiding, schoon en leefbaar huis en dagbesteding is vervoer inbegrepen bij het budget. In uw beschikking staat aangegeven hoeveel uur zorg u dient in te kopen. Bijvoorbeeld als u beschikking aangeeft dat er 4 uur zorg nodig is om de resultaten te behalen, dan zijn dit de uren waarin u zorg krijgt van de zorgverlener. De reistijd van de zorgverlener valt buiten deze 4 uur. U maakt zelf of met behulp van uw netwerk afspraken over het vervoer met de aanbieder. Wanneer dit niet lukt, krijgt u niet een hoger Pgb.
Het pgb voor hulpmiddelen wordt als volgt vastgesteld: de hoogte van het pgb is gelijk aan de kosten die gemeente moet maken als zij het hulpmiddel moeten aanschaffen. U kunt gevraagd worden om 2 offertes te op te vragen als wij de kosten niet zelf goed kan vaststellen. Daarbij gaat de gemeente ervan uit dat het hulpmiddel 6 jaar gebruikt wordt en bent u verantwoordelijk voor het onderhoud, reparatie en verzekering van het hulpmiddel. Het pgb vullen wij aan met de kosten van het onderhoud en verzekering en bedraagt 5% per jaar van de kostprijs.
5.4. Wat is de eigen bijdrage? [Wmo]
Zo lang u gebruik maakt van een Wmo-voorziening in natura of in pgb, betaalt u een bijdrage in de kosten. Deze bijdrage betaalt u in de vorm van een abonnementstarief. Als u een product krijgt, dan betaalt u een bijdrage totdat de kostprijs is betaald. De kostprijs voor maatwerk in natura wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder.
Gaat het om de kosten van een woningaanpassing voor een minderjarige inwoner, dan betalen de onderhoudsplichtige ouders of personen die het gezag voeren, de eigen bijdrage. Dat geldt ook voor de ouder tegen wie een vaderschapsactie is ingesteld en de rechter dit verzoek heeft afgewezen (artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek).
Hoofdstuk 6. Afspraken tussen inwoner en gemeente
U leest in dit hoofdstuk over de afspraken tussen inwoners en de gemeente. Wij zijn er voor u en u kunt dingen van ons verwachten. Andersom verwachten wij ook dingen van u. In dit hoofdstuk beschrijven wij wat de consequenties zijn als u zich niet aan uw plichten houdt.
Wij sturen u een brief. Hierin vermelden wij duidelijk wat de consequentie is van uw gedrag, wat dit voor u betekent en wat u ertegen kunt doen. Wij leggen u uit op welke manier u het gedrag kan aanpassen, zodat de relatie hersteld wordt en wij de dienstverlening kunnen voortzetten (als die is stopgezet).
6.1. Afspraken en verplichtingen
6.1.3. Ingangsdatum en periode verlaging [PW, IOAW, IOAZ]
Wij kunnen uw uitkering ook met terugwerkende kracht verlagen over de periode waarop de gedraging betrekking heeft gehad of heeft plaatsgevonden. Dit kan op het moment dat lid 1 van dit artikel niet kan worden toegepast, omdat de uitkering is beëindigd of ingetrokken, zo lang wij de uitkering nog niet hebben uitbetaald.
6.1.6. Stoppen verlaging [PW, IOAW, IOAZ]
Wij kunnen de verlaging stoppen als u alsnog de afspraken uit artikel 18, lid 4 Participatiewet nakomt. Is dit het geval? Dan dient u een verzoek tot stoppen van de verlaging bij ons in. Dit kan per brief of e-mail, binnen drie maanden nadat wij het besluit om de uitkering te verlagen hebben genomen.
6.1.7. Niet nakomen andere arbeidsverplichtingen [PW, IOAW, IOAZ]
In tegenstelling tot lid 1, 2, 4 en 5 kunnen wij u een schriftelijke waarschuwing geven. Dit kunnen wij doen als u in de afgelopen 12 maanden niet eerder een schriftelijke waarschuwing of verlaging opgelegd heeft gekregen. Of als wij vinden dat een verlaging gezien uw omstandigheden een te zware sanctie is.
6.1.11. Samenloop van gedragingen [PW, IOAW, IOAZ]
Wij leggen u meerdere verlagingen op, als er sprake is van meerdere gedragingen waarbij u niet voldoet aan de artikelen in dit hoofdstuk of artikel 18, lid 4 Participatiewet in combinatie met artikel 17, lid 1 Participatiewet. Wij doen dit niet als dit niet verantwoord is. Wij houden hierbij rekening met de ernst van de gedraging, of u er iets aan had kunnen doen (mate van verwijtbaarheid) en uw persoonlijke omstandigheden.
6.1.12. Herhaling (recidive) [PW, IOAW, IOAZ]
Wij verlagen uw uitkering met 100 procent gedurende drie maanden als u zich binnen twaalf maanden na de datum van het besluit waarmee een verlaging is opgelegd opnieuw schuldig maakt aan een gedraging zoals bedoeld in artikel 18, lid 4 Participatiewet én er toepassing is gegeven aan lid 1 en 2 van dit artikel.
6.2. Beëindigen en terugvorderen voorziening
6.3.2. Terugvordering voorziening [Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Wgs, Wko, Gw, BW]
Wij kunnen, los van de situaties die in artikel 58 van de Participatiewet staan, de voorziening of de waarde daarvan van u terugvorderen. Dit doen wij als er sprake is van één van de in artikel 6.3.1 opgesomde redenen. Wij kunnen Wmo-voorzieningen alleen terugvorderen als die voorzieningen zijn ingetrokken, omdat u onjuiste of onvolledige gegevens aan ons heeft verstrekt.
6.3 Hoe controleert de gemeente of de afspraken worden nagekomen?
6.4.1. Controle [Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ]
Wij controleren regelmatig of u recht heeft op een uitkering of voorziening en of u de juiste uitkering of voorziening heeft aangevraagd of ontvangen. Wij controleren dit onder andere door huisbezoeken te doen, aanbieders van hulp te bezoeken, gegevens te vergelijken met andere instanties en signalen en tips uit te zoeken.
Hoofdstuk 7. Inwonersparticipatie
Wij zijn er voor onze inwoners. Daarom horen wij graag uw ervaringen, zodat wij ons beleid als het nodig is, kunnen aanpassen en verbeteren. In dit hoofdstuk leest u hoe u invloed kunt uitoefenen op ons beleid. Ook vindt u meer informatie over de Adviesraad Sociaal Domein Dronten (ASD Dronten).
7.1. Inspraak van inwoners [Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ, Gemeentewet]
Wij vinden het belangrijk dat u inspraak heeft in de onderwerpen die in deze verordening worden geregeld. Deze regels vindt u in onze Uitvoeringsnota Inwonersparticipatie. Hierin staat hoe de gemeente inwonersparticipatie inzet. Hieronder geven wij een korte samenvatting van de Uitvoeringsnota Inwonersparticipatie.
7.2. Adviesraad Sociaal Domein Dronten [Jeugdwet, Wmo, PW, IOAW, IOAZ]
Hoofdstuk 8. Klachten en bezwaar
Hoewel wij ons beleid zo goed mogelijk proberen uit te voeren, kan het zijn dat u een klacht of bezwaar heeft. In dit hoofdstuk leest u hoe u een klacht bij ons indient en hoe u bezwaar kunt maken. Daarnaast geven wij meer informatie over wanneer u met onze vertrouwenspersoon kunt praten. Voor klachten sluit de gemeente aan op de visie klachtbehandeling van de Nationale ombudsman. Wij vinden het belangrijk om alert en laagdrempelig te zijn. Wij willen klachten voorkomen en ervan leren.
Wat is een klacht? U dient een klacht in als u het niet eens bent met hoe u of een andere persoon door een medewerker van de gemeente bent behandeld. Het gaat dan om het gedrag van een medewerker, de manier waarop een medewerker een verzoek heeft behandeld of de manier waarop een medewerker een voorziening heeft toegekend of een dienst heeft uitgevoerd.
Vertrouwenspersoon [Jeugdwet, Gemeentewet]
Voor de Jeugdwet kan de vertrouwenspersoon een jongere, ouder of pleegouder ondersteunen. Als u dat wilt kan de vertrouwenspersoon ondersteuning bieden bij problemen en klachten. Ook kunt u bij hem of haar terecht als u vragen heeft over onze hulpverlening of die van een jeugdhulpaanbieder, een gecertificeerde instelling jeugdbescherming, jeugdreclassering, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en/of kindermishandeling (Veilig Thuis).
Hoofdstuk 9 Kwaliteit en aanbesteding
Wij leveren diensten en producten aan inwoners. Een voorbeeld van een dienst is individuele begeleiding en een voorbeeld van een product is een rolstoel. Als u onze diensten of producten afneemt, dan mag u van ons verwachten dat wij kwaliteit bieden. Wij vinden het belangrijk dat onze diensten aansluiten op uw behoeften. Producten moeten degelijk en goed bruikbaar zijn.
Bij de inkoop van deze producten en diensten houden wij ons aan bepaalde regels. Dit hoofdstuk gaat over de kwaliteit, de inkoop en de aanbesteding van producten en diensten. De verschillende vormen van ondersteuning kunt u lezen in hoofdstuk 1 t/m 5.
Hoofdstuk 10. Van oud naar nieuw
Een verordening is nooit af. De inhoud van deze verordening wordt daarom in de toekomst regelmatig beoordeeld. Wij kunnen bepalingen als dat nodig is verder uitwerken of invullen.
U vindt in dit hoofdstuk informatie over de zogenaamde uitvoeringsregels, wanneer wij kunnen afwijken van de verordening en welke oude verordeningen komen te vervallen.
10.1. Afwijken van de verordening (hardheidsclausule) [Gemeentewet]
Als toepassing van deze verordening voor u gevolgen heeft die niet in verhouding staan tot de doelen die met deze verordening worden nagestreefd, kunt u de gemeente vragen de hardheidsclausule toe te passen. Het is niet de bedoeling dat toepassing van deze verordening meer kwaad dan goed doet. Als dat naar het oordeel van de gemeente wel het geval is, zal de gemeente de hardheidsclausule toepassen en afwijken van deze verordening.
10.3. Overgangsrecht [Gemeentewet]
Als u een aanvraag heeft ingediend vóór de ingangsdatum van deze verordening (en waarover wij pas later een besluit nemen) wordt deze aanvraag afgehandeld volgens deze verordening. Aanvragen die u vóór de ingangsdatum van deze verordening indient op grond van de Participatiewet, IOAW en IOAZ vallen nog wel onder de ingetrokken verordening.
In deze verordening worden allerlei begrippen gebruikt. Deze begrippen hebben dezelfde betekenis als in de wetten waarop deze verordening is gebaseerd. Waarom deze begrippenlijst?
Algemene wet bestuursrecht ( Awb ): Deze wet bestaat uit algemene regels voor de verhouding tussen de overheid, en de individuele burgers, bedrijven en overige overheidsinstanties onderling. Hierin staat onder anderen definities van belangrijke bestuursrechtelijke begrippen als aanvraag, belanghebbende en beschikking en bovendien zijn de bezwaar- en beroepsprocedures vastgesteld.
AOW-leeftijd: leeftijd waarop de inwoner de van rechtswege ingestelde pensioengerechtigde leeftijd bereikt en waarop de AOW-uitkering ingaat.
Arbeidsinschakeling: aan het werk (kunnen) gaan.
Arbeidsverplichting: de verplichting om mee te werken aan de arbeidsinschakeling, als bedoeld in artikel 9 van de Participatiewet.
ASD Dronten: Adviesraad Sociaal Domein Dronten.
Beperking: de vermindering van mogelijkheden als gevolg van een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, psychische of psychosociale handicap, die het functioneren op sociaal of maatschappelijk gebied belemmert.
Bijstandsuitkering: de algemene bijstand voor levensonderhoud, bedoeld in artikel 5 van de Participatiewet. Gaat het om een jongere van 18 tot 21 jaar, dan wordt met bijstandsuitkering bedoeld: de algemene bijstand plus de aanvullende bijzondere bijstand op grond van artikel 12 van de Participatiewet.
Cliënt: persoon die gebruik maakt van diensten of voorzieningen die het gemeentebestuur van Dronten aanbiedt bij de uitvoering van de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), de Jeugdwet en/of de Wet sociale werkvoorziening;
Cliëntenparticipatie: het door het gemeentebestuur op gestructureerde wijze betrekken van cliënten en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid aangaande het sociaal domein waaronder de Participatiewet, de Wmo 2015, de Jeugdwet, de Wet sociale werkvoorziening, het armoedebeleid en aanverwante beleidsterreinen;
Cliëntondersteuner: is een onafhankelijke ondersteuner die een inwoner informatie, advies en algemene ondersteuning kan geven voor vragen over het sociaal domein. Een cliëntondersteuner is gratis voor de inwoner.
Collectief taxivervoer: vervoer van deur tot deur, op afroep en met een deeltaxi (ook wel collectief vraagafhankelijk vervoer genoemd).
Dagdeel: een morgen of middag waarin zorg wordt geleverd. Een dagdeel is ongeveer 4 uur.
Doelgroep: groep van cliënten met een gemeenschappelijk kenmerk.
Effect: het resultaat of het doel.
Fraude: het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige gegevens, of het verzwijgen of niet (op tijd) verstrekken van gegevens. Het gaat om gegevens die nodig zijn om te bepalen of er recht op een uitkering of een voorziening is, en om de duur en hoogte van die uitkering of voorziening vast te stellen.
Gebruikelijke hulp: de hulp die over het algemeen mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten. Voor de Jeugdwet wordt met ouders ook andere opvoeders en verzorgers bedoeld.
Gemeente: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten.
Gemeentewet (GW): De gemeentewet regelt de samenstelling, inrichting en bevoegdheid van een gemeentebestuur.
Gesprek: gesprek waarin de inwoner zijn hulpvraag, zijn persoonlijke situatie en het effect dat hij wil bereiken bespreekt.
Gids: Een gids werkt voor de gemeente Dronten en kan ondersteuning regelen als dat nodig blijkt. De gids heeft de regie en is aanspreekpunt voor zowel een inwoner/gezin als betrokken professionals.
Hulp: ondersteuning bij de arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7 van de Participatiewet, artikel 36 van de IOAW en artikel 36 van de IOAZ, bijstand als bedoeld in artikel 7 van de Participatiewet, een uitkering als bedoeld in artikel 5 van de IOAW en artikel 5 van de IOAZ, maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wmo, jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet of schuldhulpverlening als bedoeld in artikel 1 van de Wgs.
Hulpvraag: de behoefte aan ondersteuning die de inwoner bij de melding heeft.
Inspraak: inspraak als bedoeld in artikel 150 van de Gemeentewet. Met inspraak wordt in artikel 3.6 van deze verordening ook bedoeld het recht om invloed uit te oefenen en over iets mee te beslissen.
Inwoner: de persoon die zijn woonplaats heeft binnen de gemeente volgens de regels van het Burgerlijk Wetboek (titel 3, Boek 1 BW) en die daar rechtmatig verblijft.
IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.
IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
Jeugdhulp: hulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.
Jongerenwerk: basisaanbod van sociaal-culturele voorzieningen voor jongeren, zoals kinderwerk, tiener- en jongerenwerk, sportbuurtwerk en jongereninformatie. Het basisaanbod bevat ook activiteiten die stimulering van de ontwikkeling of het voorkomen van problemen bij jongeren tot doel heeft.
Levensonderhoud: de dagelijkse bestaanskosten, zoals kosten voor voeding, kleding, huur, energie, water en (zorg)verzekeringen.
Leverancier: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die goederen of diensten levert tegen betaling.
Maatwerk: een op de inwoner afgestemde voorziening.
Mantelzorg: is langdurige (onbetaalde) hulp van familieleden of vrienden aan een hulpbehoevende, vanuit een sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep
Medewerker: de persoon die namens het college van burgemeester en wethouders optreedt.
Niet-professional: iemand die hulp verleent zonder passende opleiding en/of iemand die onderdeel van het huishouden, 1e of, 2de graads familielid is.
Persoonlijke situatie: alle omstandigheden, mogelijkheden en persoonskenmerken van de inwoner die van belang zijn, inclusief de behoefte van de inwoner.
Ondersteuningsplan: een plan van aanpak dat de gemeente opstelt, waarin de knelpunten staan die de inwoner in het maatschappelijk leven ervaart, waarin de gewenste hulp wordt geïnventariseerd en de gemeente mogelijke oplossingen aandraagt.
Ouders: ouders, voogden of verzorgers van de jongere.
Persoonlijk plan: een plan van aanpak dat de inwoner opstelt, waarin de knelpunten staan die de inwoner ervaart en de gewenste hulp wordt geïnventariseerd. Gaat het om jeugdhulp, dan wordt hieronder verstaan: een familiegroepsplan.
Pgb: persoonsgebonden budget, een geldbedrag waarmee iemand zelf hulp(middelen) in kan kopen.
Pgb-plan: een plan van aanpak dat de inwoner opstelt over de hulp die hij nodig heeft en die hij met het pgb wil inkopen. In het plan geeft de inwoner onder andere aan welke hulpverlener op welke manier en op welke momenten de noodzakelijke hulp gaat geven en hoe de kwaliteit en de continuïteit van die hulp gewaarborgd worden.
Professionele hulpverlener: iemand die beroepsmatig hulp verleent en voldoet aan de eisen die daaraan gesteld zijn.
Sociaal Domein: alle inspanningen die de gemeente verricht rond werk, participatie en zelfredzaamheid, zorg en jeugd, op basis van de Wmo 2015, de Participatiewet, Jeugdwet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. In de ruime, integrale zin van het woord vallen onder ‘sociaal domein’ ook alle aanverwante taken. Zoals handhaving bij leerplicht, het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten, passend onderwijs, leerlingenvervoer, de reguliere en bijzondere bijstand, schuldhulpverlening en (jeugd)gezondheidzorg.
Sociaal netwerk: huisgenoten of andere personen met wie de inwoner een sociale relatie onderhoudt (inclusief mantelzorgers).
Uitkering: algemene bijstandsuitkering, bijzondere bijstand (PW), minimaregelingen, de IOAW- of de IOAZ-uitkering.
Uitkeringsnorm: de voor de inwoner in zijn situatie maximale hoogte van een uitkering; dit is de bijstandsnorm uit de Participatiewet of de grondslag bedoeld in de IOAW of IOAZ.
Vermogen: totaal aan bezit in geld en goederen, minus de schulden, zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet.
Voorziening: hulp in de vorm van een dienst, activiteit, product, pgb, geldbedrag of een combinatie daarvan.
Vrij toegankelijke hulp: hulp die beschikbaar is zonder verwijzing van een huisarts, medisch specialist, jeugdarts of besluit van de gemeente.
Vrijwilligerswerk: werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald, wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving.
Wet: de Participatiewet, de IOAW, de IOAZ, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet, de Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet.
Wgs : Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Wmo : Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Wmo -hulp: de maatschappelijke ondersteuning, bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wmo.
Woningaanpassing: Bouwkundige aanpassing aan de woning, zoals een uitbouw, het verbreden van deuren of aanpassing aan keuken. Een woningaanpassing is onderdeel van de woning en kan moeilijk verwijderd worden.
Woningvoorziening: een ‘losse’ voorziening voor in de woning zoals een douchestoel of traplift.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-249890.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.