Wijziging van de Nadere regels deelmobiliteit

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van Stadsontwikkeling van 4 juni 2024, kenmerk 24bo005265;

 

gelet op artikel 5:12a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012;

 

overwegende, dat het in het kader van de vergunningverlening voor deelmobiliteit wenselijk is om een maximum te stellen aan het aantal voertuigen dat een aanbieder mag exploiteren per deelvoertuigcategorie, het tevens wenselijk is om de toetsingscriteria aan te scherpen en enkele andere wijzigingen door te voeren;

 

besluit:

Artikel I  

De Nadere regels deelmobiliteit worden als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 2.

      Een aanvraag om een vergunning wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de vergunning het voertuigenplafond zou worden overschreden.

B.

Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 2a Maximumaantal voertuigen per aanvrager

Aan een aanbieder kan per deelvoertuigcategorie ten hoogste 55% van het van toepassing zijnde voertuigenplafond, als bedoeld in artikel 2, worden vergund.

 

C.

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt in de onderdelen c en d ‘de aanvraag is’ vervangen door ‘de aanvraag wordt’.

  • 2.

    In het eerste lid vervalt onderdeel e, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt.

D.

Artikel 5 komt te luiden:

 

Artikel 5 Verdelingsprocedure vergunningen

  • 1.

    Vergunningen worden met inachtneming van de artikelen 2 en 2a verleend op volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voertuigenplafond dan wel het aantal te vergunnen deelvoertuigen in het openstellingsbesluit voor de betreffende deelvoertuigcategorie is bereikt. De aanvraag met het hoogste aantal punten krijgt de hoogste plaats in de rangschikking.

  • 2.

    Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de toetsingscriteria en de daaraan gekoppelde wegingsfactoren, genoemd in bijlage 2.

  • 3.

    Indien aan twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten is toegekend, wordt met een loting door de notaris bepaald welke aanvraag een hogere positie in de rangschikking krijgt toegekend.

  • 4.

    Indien na de verdeling een deel van het voertuigenplafond resteert, kan het college voor het overgebleven aantal deelvoertuigen een nieuw aanvraagtijdvak openstellen.

E.

In artikel 6 wordt ‘Het college kan’ vervangen door ‘In afwijking van de artikelen 2 en 2a kan het college’.

 

F.

Bijlage 1 komt te luiden:

 

Bijlage 1: Aanvraagformulier

 

* = verplicht veld

 

Uw gegevens

Nummer KvK / Ondernemingsnummer: *

 

Naam organisatie: *

 

Voorletter(s): *

 

Tussenvoegsel(s):

 

Achternaam: *

 

Postadres: *

 

Postcode

 

Huisnummer

 

Plaats

 

Straatnaam

 

Vestigingsnummer: *

 

Rechtsvorm: *

 

 

Aanvullende gegevens

Telefoonnummer: *

 

E-mailadres: *

 

Herhaal e-mailadres: *

 

 

Aanvraaginformatie

Bent u zelf directeur of Vennoot? *

o Ja

o Nee

Indien nee, graag machtiging als bijlage toevoegen waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid namens de onderneming blijkt.

Welke type deelvoertuig wilt u exploiteren?*

o (Elektrische) fietsen

o Elektrische scooters

o Bakfietsen

Hoeveel deelvoertuigen wilt u exploiteren?*

 

Gaat het om voertuigen die voorzien zijn van een verbrandingsmotor?*

o Ja

o Nee

Voldoen de voertuigen aan de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde eisen?*

o Ja

o Nee

 

Contactpersonen

Geef minstens twee contactpersonen aan waarvan minimaal een directeur of vennoot.

 

Directeur en/of vennoot

Voorletter(s): *

 

Tussenvoegsel(s):

 

Achternaam: *

 

Telefoonnummer: *

 

E-mailadres: *

 

 

Contactpersoon

Voorletter(s): *

 

Tussenvoegsel(s):

 

Achternaam: *

 

Telefoonnummer: *

 

E-mailadres: *

 

 

Wilt u extra contactpersonen opgeven?

- Kies een waarde -

 

Aansprakelijkheidsverzekering

Voor de exploitatie heeft u een aansprakelijkheidsverzekering nodig die zowel materiële als letselschade dekt die voortvloeit uit de exploitatie. U bent in staat om uiterlijk twee weken voor aanvang exploitatie een afschrift van het polisblad aan het college te verstrekken.

 

Heeft u op dit moment een aansprakelijkheidsverzekering? *

o Ja

o Nee

 

Exploitatieplan (maximaal 25 bladzijden)

U dient te beschikken over een exploitatieplan waarin de volgende onderdelen goed onderbouwd worden beschreven:

  • een algemene omschrijving van de deelmobiliteitsdienst en de te gebruiken deelvoertuigen;

  • klachten;

  • onderhoud;

  • overlast;

  • traceerbaarheid;

  • interoperabiliteit, samenwerking met andere mobiliteitsaanbieders en MaaS;

  • data en persoonsgegevens;

  • aansluiting op ambities van Rotterdam;

  • marketing en aanbod.

Het exploitatieplan bevat maximaal 25 bladzijden inclusief bijlagen in lettertype Arial 11.

 

Het exploitatieplan wordt beoordeeld op grond van de toetsingscriteria vergunningsaanvragen artikel 5.12a APV zoals opgenomen als bijlage 2 van de Nadere regels deelmobiliteit.

 

Heeft u een exploitatieplan *

o Ja

o Nee

 

□ Ik verklaar dat bovenstaande gegevens juist zijn en naar waarheid zijn ingevuld.*

 

Benodigde bijlagen

Voeg hieronder de gevraagde bijlagen toe:

  • Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel dat niet ouder is dan drie maanden;

  • Indien van toepassing een machtiging waaruit de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de aanvrager blijkt;

  • De statuten van de onderneming;

  • Privacyverklaring in de Nederlandse taal;

  • Indien van toepassing: een kopie van de verwerkersovereenkomst;

  • Indien van toepassing het polisblad van uw aansprakelijkheidsverzekering;

  • Het exploitatieplan.

G.

Bijlage 2 komt te luiden:

 

Bijlage 2: Toetsingscriteria vergunningsaanvragen 5:12a APV

 

Tabel 1

Beschrijving puntenaantal

Aantal punten

Definitie

Beschrijving

0

Niet genoemd

De aanvrager geeft geen beschrijving hoe voldaan wordt aan het toetsingscriterium.

1

Onvoldoende

De aanvrager heeft beschreven hoe er wordt voldaan aan het toetsingscriterium, de beschrijving voldoet aan één van de vier C's.

2

Voldoende

De aanvrager heeft beschreven hoe er wordt voldaan aan het toetsingscriterium, de beschrijving voldoet aan twee van de vier C's.

3

Ruim voldoende

De aanvrager heeft beschreven hoe er wordt voldaan aan het toetsingscriterium, de beschrijving voldoet aan drie van de vier C's.

4

Goed

De aanvrager heeft beschreven hoe er wordt voldaan aan het toetsingscriterium, de beschrijving voldoet aan elk van de vier C's.

 

Tabel 2

Toetsingscriteria en wegingsfactor per toetsingscriterium.

 

De antwoorden worden beoordeeld aan de hand van vier C’s:

  • Compleet - alle aspecten zijn inhoudelijk uitgewerkt;

  • Correct - de uitwerking is verifieerbaar en SMART geformuleerd;

  • Consistent - de uitwerking heeft een duidelijke samenhang, is onderling niet tegenstrijdig en sluit aan op de vraag;

  • Convincing (Overtuigend) - De uitwerking dat de aanpak leidt tot het bereiken van de doelstelling is zeer overtuigend voor de beoordelingscommissie.

Klachtenparagraaf

Deze paragraaf heeft als doelstelling om klachten veroorzaakt door deelmobiliteit te voorkomen, evenals het tijdig en correct oplossen van klachten en meldingen.

 

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

Compleet

Correct

Consistent

Convincing

a.

De aanvrager beschrijft hoe hij in het Nederlands voor klanten 24 uur per dag online bereikbaar en telefonisch bereikbaar is op werkdagen tussen 07.00 en 19.00 u. Hij beschrijft hoe en binnen welke termijn de afhandeling van klachten en meldingen wordt teruggekoppeld aan de indiener.

3

b.

De aanvrager beschrijft hoe hij een klachten- en meldingenregister bijhoudt met een omschrijving van de klacht of melding, de opvolging hiervan, de wijze waarop de klacht feitelijk op straat is opgelost en de afhandelingstijd. Dit kan worden opgevraagd door de gemeente of de politie, met inachtneming van de wetgeving over bescherming persoonsgegevens.

3

c.

De aanvrager is te allen tijde verantwoordelijk voor het correct stallen van de deelvoertuigen.

  • De aanvrager beschrijft hoe hij ervoor zorgt dat klachten of meldingen over een defect, onjuist of hinderlijk geparkeerd voertuig binnen 24 uur feitelijk op straat worden afgehandeld, ook in weekenden en feestdagen;

  • De aanvrager beschrijft hoe in noodgevallen zoals brand, (mogelijk) letsel, parkeren op de openbare weg en blokkeren van nood- en hulpdiensten een melding over een voertuig onmiddellijk wordt opgelost.

3

 

Onderhoudsparagraaf

Deze paragraaf heeft als doelstelling om met een gedegen onderhoudsproces veilige deelvoertuigen op straat te hebben staan die gereed zijn voor verhuur.

 

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

Compleet

Correct

Consistent

Convincing

a.

De aanvrager beschrijft hoe hij ervoor zorgt dat deelvoertuigen die niet meer voldoen aan de eisen die via de Wegenverkeerswet aan voertuigen zijn gesteld of anderszins defect of onbruikbaar zijn (waaronder in ieder geval defecten worden begrepen die een comfortabel en veilig gebruik in de weg staan en defecten aan het GPS tracking systeem), binnen 24 uur nadat de aanvrager redelijkerwijs bekend kon zijn met het defect of de onbruikbaarheid van straat worden gehaald of ter plaatse gerepareerd (zonder hinder of overlast ter plaatse).

3

 

 

 

 

b.

De aanvrager beschrijft hoe hij de onderhoudsprocessen van de deelvoertuigen organiseert waaruit blijkt dat de aanvrager zijn deelvoertuigen preventief controleert op wettelijke conformiteit, andere mogelijke defecten of onbruikbaarheid (waaronder in ieder geval defecten worden begrepen die een comfortabel en veilig gebruik in de weg staan en defecten aan het GPS-tracking systeem).

De aanvrager geeft aan op welke gebreken en hoe vaak deelvoertuigen preventief worden gecontroleerd, en hoe – indien van toepassing - deze voertuigen van straat worden gehaald voor de controles.

3

c.

De aanvrager beschrijft hoe hij alleen emissievrije voertuigen gebruikt om deelvoertuigen van straat te halen en controles/reparaties ter plaatse uit te voeren of hoe hij deze handelingen uitvoert zonder dat hierbij emissie plaatsvindt. Hierbij gaat het om werkzaamheden zoals het verwijderen van voertuigen die niet meer voldoen aan de eisen die bij of krachtens de Wegenverkeerswet aan voertuigen zijn gesteld of anderszins defect of onbruikbaar zijn, het herverdelen van voertuigen, of het verwisselen van accu’s.

3

d.

Indien het voertuig een accu heeft, beschrijft de aanvrager hoe hij ervoor zorgt dat:

  • De accu’s veilig en duurzaam worden opgeladen;

  • De aanvrager voorkomt dat voertuigen met (bijna) lege accu's op straat staan. Onder bijna lege accu’s wordt verstaan accu's met een bereik van minder dan 7,5 km;

  • Gebruikers kunnen zien hoeveel kilometer zij met het voertuig kunnen afleggen.

Voor de voertuigcategorie fiets/e-bike is dit toetsingscriterium niet van toepassing.

1

e.

De aanvrager beschrijft hoe hij met een automatisch systeem op afstand kan zien of er een defect is en om welk defect het gaat.

1

f.

De aanvrager beschrijft hoe hij de deelvoertuigen voor wat betreft al hun onderdelen voldoende beveiligt tegen grof gebruik, vandalisme en diefstal. Dit houdt onder meer in dat deelvoertuigen zijn voorzien van een slot of systeem dat het deelvoertuig onbruikbaar maakt voor verplaatsingen wanneer het staat gestald, en dat onderdelen niet zonder meer afneembaar zijn.

1

g.

Indien een helmplicht geldt voor het voertuig, beschrijft de aanvrager:

  • Hoe het voertuig wordt voorzien van evenveel helmen als mogelijke gebruikers (bestuurder en passagier);

  • Hoe de aanvrager ervoor zorgt dat gebruikers de helm ook dragen;

  • Hoe de helmen juist opgeborgen worden zodat deze niet in de buitenruimte terecht komen.

1

 

Overlastparagraaf

Deze paragraaf heeft als doelstelling om overlast te voorkomen en op te lossen via preventieve en reactieve maatregelen.

 

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

Compleet

Correct

Consistent

Convincing

a.

De aanvrager beschrijft de maatregelen die hij neemt om de deelvoertuigen proactief en op een goede wijze verspreid te houden binnen de zone waarin hij exploiteert om te voorkomen dat deelvoertuigen (buiten vervoershubs) te veel clusteren op een locatie en daardoor overlast veroorzaken. Bijvoorbeeld door bij herverdeling een beperkt aantal voertuigen op één locatie te plaatsen wanneer deze buiten vervoershubs worden geplaatst.

Bij het bepalen of deelvoertuigen te veel clusteren worden in ieder geval de klachten die hierover zijn binnengekomen bij de gemeente of de aanvrager meegenomen. De aanvrager beschrijft hoe hij prioriteit geeft aan het oplossen van klachten over locaties waar (buiten vervoershubs) vijf of meer voertuigen van de aanvrager op één locatie staan.

Zie het beleidsstuk “Kansen benutten, overlast voorkomen. De Rotterdamse aanpak voor deelvervoer en vervoershubs“ voor een overzicht van de verschillende typen vervoershubs.

2

b.

De aanvrager beschrijft welke maatregelen hij neemt om de deelvoertuigen te herverdelen wanneer deelvoertuigen langer dan vier dagen hebben stilgestaan. Voor deelfietsen geldt dat de aanvrager beschrijft welke maatregelen hij neemt wanneer deelfietsenlanger dan zeven dagen stil hebben gestaan.

3

c.

De aanvrager beschrijft hoe hij gebruikers proactief in de Nederlandse taal instrueert om te voorkomen dat de voertuigen negatieve externe effecten hebben op de openbare ruimte en de verkeersveiligheid. Hij beschrijft hierbij wanneer, hoe vaak en wat hij naar gebruikers communiceert.

 

Onder voorkomen van negatieve effecten in de openbare ruimte wordt verstaan:

  • Geen gevaar opleveren voor de (verkeers)veiligheid van goederen of (kwetsbare) personen;

  • Geen belemmering vormen voor de toegankelijkheid of de doorstroming voor andere weggebruikers, en nood- en hulpdiensten;

  • Geen hinder of overlast veroorzaken voor het woon- of leefklimaat/milieu in de stad. Hierbij geldt dat er minstens 1,2 meter vrije doorloopruimte dient te zijn indien het voertuig op de stoep is geparkeerd;

  • Geen onevenredig beslag leggen op de openbare ruimte;

  • Geen afbreuk doen aan het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte.

3

d.

De aanvrager beschrijft hoe hij de gebruikers via effectieve (indirecte) beloning en straffuncties vanuit de app het parkeer -en stalgedrag op een positieve manier weet te beïnvloeden om te voorkomen dat de voertuigen negatieve externe effecten hebben op de verkeersveiligheid en openbare ruimte, met name voor kwetsbare doelgroepen (bijv. blinden en slechtzienden; ouderen; ouders met kinderwagens).

2

e.

De aanvrager beschrijft hoe hij medewerking verleent bij het plaatsen en exploiteren van vervoershubs.

2

f.

De aanvrager beschrijft hoe wordt voorkomen dat voertuigen omvallen. De aanvrager beschrijft hoe voertuigen worden gedetecteerd die omgevallen zijn en hoe voertuigen weer zo snel mogelijk overeind worden gezet.

1

 

Traceerbaardheidparagraaf

Deze paragraaf heeft als doelstelling om deelvoertuigen nauwkeurig te kunnen traceren.

 

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

Compleet

Correct

Consistent

Convincing

a.

De aanvrager beschrijft hoe het deelvoertuig voor hem en de gebruiker in real time met een nauwkeurigheid van 10 meter traceerbaar is wanneer het deelvoertuig wordt geparkeerd en geparkeerd is.

3

 

Interoperabiliteit, samenwerking met andere mobiliteitsaanbieders en MaaS paragraaf

Deze paragraaf heeft als doelstelling om ketenreizen met deelmobiliteit makkelijker en toegankelijker te maken.

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

Compleet

Correct

Consistent

Convincing

a.

De aanvrager beschrijft op welke wijze hij het concept MaaS (Mobility as a Service) in Nederland op dit moment faciliteert.

1

b.

De aanvrager beschrijft zijn visie en intentie op de samenwerking met bestaande, toekomstige en in Nederland actief zijnde MaaS-platforms en andere dataplatform aanbieders. Hierbij dient eigenaarschap, techniek, data uitwisseling en een tijdspad te worden toegelicht.

2

c.

De aanvrager beschrijft zijn intentie om samen te werken met de RET en andere OV-vervoerders in Rotterdam. De aanvrager levert concrete voorbeelden van contact of projecten aan waarmee samenwerking wordt gezocht binnen het Rotterdamse mobiliteitsecosysteem en hoe deelmobiliteit het OV aanvult en versterkt.

2

 

Data en persoonsgegevens paragraaf

Deze paragraaf heeft als doelstelling om zorgvuldig om te gaan met het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens en data evenals het kunnen traceren van de werkelijke gebruiker van een voertuig.

 

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

Compleet

Correct

Consistent

Convincing

a.

De aanvrager beschrijft de manier waarop hij de wet- en regelgeving op het gebied van dataverwerking en privacy uitvoert. Hierbij gaat hij in op transparantie, verantwoording, eigendom, beheersbaarheid en ethiek.

1

b.

De aanvrager beschrijft hoe hij zorgt voor een registratiesysteem waardoor hij de werkelijke gebruiker van het voertuig te allen tijde kan registreren en identificeren.

1

 

Aansluiting op ambities van Rotterdam paragraaf

Deze paragraaf heeft als doelstelling om deelvoer aan te laten sluiten op de Rotterdamse ambities op het gebied van leefbaarheid en duurzaamheid, bereikbaarheid, en toegankelijkheid. Het criterium over het track-record heeft als doel om het naleven van de vergunningsvoorschriften in het verleden mee te wegen.

 

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

Compleet

Correct

Consistent

Convincing

a.

De aanvrager beschrijft hoe de dienst een positieve bijdrage zal leveren aan de ambities van Rotterdam op het gebied van leefbaarheid en duurzaamheid bijvoorbeeld door circulair te werk te gaan, een emissievrije of klimaat neutrale organisatie, productie, gebruik, transport en afdanking te hebben. De aanvrager beschrijft zijn grondstofgebruik volgens de R-ladder www.rvo.nl/onderwerpen/r-ladder). 

1

b.

De aanvrager beschrijft hoe de dienst een positieve bijdrage zal leveren aan de ambities van Rotterdam op het gebied van bereikbaarheid in een stad die groeit en verdicht.

1

c.

De aanvrager beschrijft hoe de dienst een positieve bijdrage zal leveren aan de ambities van Rotterdam om deelmobiliteit breder toegankelijk te maken (bijvoorbeeld door het vergroten van het gebruiksgemak, het aanbieden van speciale tarieven, het garanderen van aanbod in gebieden waar voertuigbezit lager is of waar minder OV aanwezig is).

1

d.

De aanvrager heeft een positief track-record in Rotterdam. Dit houdt in dat hij zich aan zijn vergunningsvoorschriften heeft gehouden gedurende de looptijd van zijn vergunning. Hierbij gaat het met name om de voorschriften omtrent:

  • Beschikbaarheid van de vloot (minimaal 90% van het vergunde aantal voertuigen op straat is beschikbaar voor verhuur, in gebruik of gereserveerd door een gebruiker);

  • Gebruiksratio;

  • Stilstandtijd.

Als een aanvrager nog geen diensten in Rotterdam heeft geleverd, ontvangt hij een ruim voldoende.

3

 

Marketing en aanbod paragraaf

Deze paragraaf heeft als doelstelling om het stadsbrede gebruik van deelvoertuigen op verantwoorde wijze te vergroten.

 

 

Toetsingscriteria

Wegingsfactor

Compleet

Correct

Consistent

Convincing

a.

De aanvrager beschrijft welke stimuleringsmaatregelen worden genomen om duurzamere verplaatsingen te maken, bijvoorbeeld door het vervangen van autoritten en/of autobezit en te voorkomen dat ritten verplaatsingen te voet, met de fiets of het OV vervangen. Hierbij wordt in ieder geval ingegaan op:

  • Communicatie en marketing;

  • Effectieve maatregelen om gebruik van de deelvoertuigen te vergroten.

2

b

De aanvrager beschrijft de technologische mogelijkheden die de aanvrager gebruikt om te voorkomen dat deelvoertuigen worden gebruikt, aangeboden of geparkeerd op die plekken die de gemeente heeft aangewezen als gebieden waar geen deelvoertuigen mogen worden gebruikt, aangeboden of worden geparkeerd.

1

c.

De aanvrager beschrijft hoe handhavingszones en vervoershubs duidelijk zichtbaar zijn in de app.

1

d.

De aanvrager beschrijft hoe in ieder Rotterdams gebied (o.b.v. TIR gebieden www.gis.rotterdam.nl) binnen de gemeente ten minste 3% (gemeten als gemiddeld per maand) van het totaal aantal vergunde voertuigen beschikbaar voor verhuur is. Hierbij gaat de aanvrager in op de wijze waarop de voertuigen worden herverdeeld en in welke frequentie.

De volgende gebieden zijn uitgezonderd van dit criterium:

  • Botlek-Europoort-Maasvlakte;

  • Hoek van Holland;

  • Hoogvliet;

  • Pernis;

  • Rivium;

  • Rotterdam Noord-West;

  • Rozenburg;

  • Spaanse Polder;

  • Vondelingenplaat;

  • Waalhaven-Eemhaven.

1

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 4 juni 2024.

De secretaris,

G.J.D. Wigmans

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Toelichting op het de wijziging van de Nadere regels deelmobiliteit

Algemene toelichting

In de Nadere regels deelmobiliteit wordt vastgelegd hoe de vergunningprocedure voor deelvoertuigen op grond van artikel 5:12a van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012 verloopt.

 

Op grond van de huidige nadere regels is het mogelijk dat één aanbieder alle beschikbare aantallen voertuigen in een deelvoertuigcategorie inneemt. Dit is een onwenselijk scenario. Het is van belang dat er meerdere aanbieders per voertuigcategorie zijn, zodat de continuïteit in het Rotterdamse deelvervoeraanbod voldoende wordt geborgd en beter bestand is tegen kwetsbaarheden in de markt die recentelijk zijn aangewakkerd door een onaantrekkelijker investeringsklimaat. Ook bestaat er met meerdere partijen een blijvende prikkel onder concurrenten om de beste kwaliteit te bieden. Het is wenselijk de verdelingsprocedure in de nadere regels hierop aan te passen. Met deze wijziging wordt een maximum gesteld aan het aantal voertuigen dat een aanbieder mag exploiteren per deelvoertuigcategorie. Daarnaast worden de toetsingscriteria op een aantal onderdelen aangescherpt. Zo wordt track-record als apart criterium meegenomen om goede ervaringen met Rotterdamse deeltweewieler aanbieders te belonen en negatieve ervaringen mee te laten wegen. Ook wordt er per toetsingscriterium een transparante en eenduidige beoordelingswijze geïntroduceerd waarbij de antwoorden worden gewaardeerd op de aspecten Compleet, Correct, Consistent en Convincing.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

Onderdeel B

In artikel 2a wordt een maximumaantal voertuigen per aanbieder geïntroduceerd, waarbij aan een aanbieder per deelvoertuigcategorie voor ten hoogste 55% van het van toepassing zijnde voertuigenplafond kan worden vergund. Dit betreft het totaal aantal aan een aanbieder te vergunnen voertuigen in een deelvoertuigcategorie, ongeacht het aantal vergunningen dat een aanbieder heeft in de betreffende categorie.

 

Onderdeel D

De regie van het artikel over de verdelingsprocedure van vergunningen deelmobiliteit is aangepast. De aanvragen worden nog steeds gerangschikt volgens het aantal punten dat zij scoren. Aan de aanbieder met het hoogste aantal punten, wordt het door hem aangevraagde aantal deelvoertuigen vergund met een maximum van 55% van het totale voertuigenplafond. Indien de betreffende aanbieder reeds een vergunning heeft voor de desbetreffende voertuigcategorie, tellen de reeds vergunde voertuigen hierin mee. Aan de tweede aanbieder in de rangschikking, wordt het door hem aangevraagde aantal deelvoertuigen vergund voor zover dit past binnen het voertuigenplafond, wederom met een maximum van 55% van het totale voertuigenplafond en met inachtneming van eventueel eerder verleende vergunningen. Indien het aantal door hem aangevraagde deelvoertuigen niet past, wordt de aanbieder in de gelegenheid gesteld om het resterende aantal voertuigen te exploiteren. Als een aanbieder dit aanbod weigert, wordt het aanbod voorgelegd aan de daaropvolgende aanbieder in de rangschikking. Deze werkwijze wordt herhaald voor de daaropvolgende aanbieders in de rangschikking totdat het voertuigenplafond bereikt is.

 

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Naar boven