De raad van de gemeente Gorinchem;
gelezen het voorstel van het college van 25 april 2024;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften gemeente Gorinchem 2024
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
ambtelijk hoorder: door het bestuursorgaan aangewezen persoon die bevoegd is om bezwaarschriften te behandelen;
- b.
ambtelijk horen: horen door een ambtenaar of meerdere ambtenaren namens het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 7:5 van de Algemene wet bestuursrecht;
- c.
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- d.
bestuursorgaan: gemeentelijk orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen: de raad, -burgemeester en wethouders en de burgemeester;
- e.
bezwaarmaker: indiener van een bezwaarschrift;
- f.
commissie: adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb;
- g.
voorzitter: voorzitter van de commissie.
Artikel 2. Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Het bestuursorgaan registreert het ingediende bezwaarschrift met de datum van ontvangst.
- 2.
Daarna wordt zo spoedig mogelijk contact opgenomen met de bezwaarmaker en eventuele andere belanghebbenden. Hierbij geeft het bestuursorgaan een uitleg over het vervolg van de procedure.
Paragraaf 2. Informele afhandeling en ambtelijk horen
Artikel 3. Vooronderzoek en informele behandeling
- 1.
Het bestuursorgaan onderzoekt of het bezwaarschrift informeel kan worden afgehandeld alvorens het verder in behandeling te nemen.
- 2.
De informele aanpak start door kort na binnenkomst van het bezwaarschrift hierover contact op te nemen met de bezwaarmaker en de voorbereider van het primaire besluit.
- 3.
Als het bezwaar in der minne wordt geschikt, legt het bestuursorgaan de gemaakte afspraken schriftelijk vast en neemt het zo nodig een nieuw besluit.
Artikel 4. Ambtelijk horen
- 1.
Het bestuursorgaan kan categorieën van bezwaarschriften aanwijzen waarbij het horen ambtelijk plaatsvindt.
- 2.
De ambtelijk hoorder wordt door het bestuursorgaan aangewezen.
- 3.
Het bestuursorgaan bepaalt de wijze en het tijdstip van het horen.
- 4.
Als de bezwaarmaker of het bestuursorgaan het bezwaarschrift aan de commissie wil voorleggen, kan het bestuursorgaan besluiten dat het horen door de commissie plaatsvindt.
Artikel 5. Proces ambtelijk horen
- 1.
In geval van ambtelijk horen worden alle proceshandelingen vanaf ontvangst van het bezwaarschrift tot en met het uitbrengen van een advies in de vorm van een concept beslissing op bezwaar verricht door de ambtelijk hoorder.
- 2.
De ambtelijk hoorder bepaalt plaats en tijdstip van het hoorgesprek waarin de bezwaarmaker en eventuele andere belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich te laten horen.
- 3.
De ambtelijk hoorder nodigt de belanghebbenden ten minste één week voor het hoorgesprek schriftelijk uit.
- 4.
Het ambtelijk horen inzake bezwaarschriften tegen besluiten met betrekking tot sociale wetgeving die door de gemeente wordt uitgevoerd, vindt achter gesloten deuren plaats.
- 5.
Het ambtelijk horen inzake overige bezwaarschriften is openbaar.
- 6.
Indien naar het oordeel van het bestuursorgaan er redenen zijn die zich tegen ambtelijk horen in de openbaarheid verzetten of als een belanghebbende daarom verzoekt, wordt in afwijking van het vijfde lid gehoord achter gesloten deuren.
Artikel 6. Horen en adviseren door de commissie
- 1.
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.
- 2.
De commissie is belast met het horen en adviseren over de volledige heroverweging van bestreden besluiten.
- 3.
De commissie is niet belast met de behandeling van bezwaarschriften waarvan is bepaald dat de voorbereiding van de beslissing op bezwaar ambtelijk wordt afgedaan en ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:
- a.
een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;
- b.
de sociale zekerheidswetten (waaronder de Wet werk en bijstand en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) en de daarop gebaseerde rijksgroepregelingen en aanverwante uitvoeringsbesluiten;
- c.
- d.
De ambtenarenwet en de daarop gebaseerde Rechtspositieregelingen c.q. de Uitvoering Arbeidsvoorwaardenregelingen (CAR/UWO).
Artikel 7. Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.
- 2.
De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.
- 3.
De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.
Artikel 8. Vergoeding
- 1.
De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor de verrichte werkzaamheden per vergadering.
- 2.
Deze vergoeding bedraagt € 200,-.
- 3.
Daarnaast wordt een reiskostenvergoeding uitgekeerd per bijgewoonde vergadering tot maximaal de onbelaste kilometervergoeding voor dienstreizen of de kosten voor openbaar vervoer tweede klas.
- 4.
Betaling vindt achteraf per kwartaal plaats.
Artikel 9. Secretaris
- 1.
De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.
- 2.
Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.
Artikel 10. Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk twee keer herbenoemd te worden.
- 2.
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.
- 3.
De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 11. Uitoefening bevoegdheden
- 1.
De secretaris van de commissie oefent de volgende bevoegdheden van de hierna genoemde artikelen van de Awb zelfstandig uit:
- a.
verzoeken om een schriftelijke machtiging aan een gemachtigde (artikel 2:1, tweede lid);
- b.
stellen van een termijn aan de bezwaarmaker (artikel 6:6);
- c.
verzenden van stukken tijdens de behandeling door de commissie (artikel 6:17);
- d.
ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken, dan wel toezenden daarvan aan een belanghebbende (artikel 7:4, tweede lid);
- e.
al dan niet op verzoek van een belanghebbende afzien van het op de hoogte stellen van het verhandelde tijdens een hoorzitting van een andere belanghebbende, voor zover geheimhouding om gewichtige reden is geboden (artikel 7:6, vierde lid).
Artikel 12. Voorbereiding hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
- 2.
De secretaris nodigt namens de voorzitter de belanghebbenden en het bestuursorgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.
- 3.
Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het bestuursorgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 4.
De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan meegedeeld.
- 5.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het tweede tot en met het vierde lid.
- 6.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Als daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.
- 7.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb, met uitzondering van die gevallen waarin ambtelijk horen zoals bedoeld in artikel 4 en 5 van deze verordening van toepassing is
- 8.
Indien de voorzitter op grond van het zevende lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan.
Artikel 13. Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.
Artikel 14. Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 15. Openbaarheid zitting
- 1.
De zitting van de commissie is openbaar.
- 2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.
Artikel 16. Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.
Artikel 17. Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie, het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 18. Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.
- 2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
- 3.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
- 4.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.
- 5.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.
- 6.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.
Artikel 19. Uitbrengen advies en verdaging
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 17 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.
- 3.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.
Artikel 20. Jaarverslag
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.
Paragraaf 4. Slotbepalingen
Artikel 21. Intrekking oude regeling
De Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Gorinchem 2019 wordt ingetrokken.
Artikel 22. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking na bekendmaking.
Artikel 23. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften gemeente Gorinchem 2024.