Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling isolatie bedrijfspanden Den Haag 2023

Toelichting 

 

Deze wijziging beoogt de Subsidieregeling isolatie bedrijfspanden Den Haag 2023 (RIS314018) aantrekkelijker te maken voor ondernemers door zowel het maximale subsidiebedrag als de subsidie voor specifieke isolatiemaatregelen te verhogen. Ook vervalt het minimumoppervlaktevereiste voor glasisolatie en wordt voor monumentale panden een lagere isolatiewaarde toegestaan indien de aanvrager aantoont dat dit de maximaal haalbare waarde is. Dit brengt de regeling in lijn met de Subsidieregeling verduurzamen gemeentelijke monumenten Den Haag 2024 (RIS318056).

 

Daarnaast zorgt de wijziging ervoor dat de subsidiegelden doelmatiger worden besteed. Geregeld is dat de subsidiebedragen niet hoger kunnen uitvallen dan de daadwerkelijk gemaakte kosten en dat panden die na 1 januari 2012 zijn opgeleverd niet voor subsidie in aanmerking komen. Deze panden moeten namelijk al aan de minimale isolatie-eisen uit de subsidieregeling voldoen. Tot slot is geregeld dat de regeling tot 1 januari 2026 van kracht blijft en dat op reeds ingediende aanvragen waarop nog niet is beslist de gewijzigde regeling van toepassing is als dit voor de aanvrager gunstiger is.

 

Besluitvorming 

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, 

 

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020  

 

besluit vast te stellen de Regeling tot wijziging van de Regeling Subsidieregeling isolatie bedrijfspanden Den Haag 2023: 

 

Artikel I 

De Subsidieregeling isolatie bedrijfspanden Den Haag 2023 wordt als volgt gewijzigd:

  • A

    Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

    1 In de begripsomschrijving van gevelisolatie wordt “geval” vervangen door: gevel;

    2 In de alfabetische volgorde worden de volgende begrippen ingevoegd:

- gemeentelijk monument:

monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister als bedoeld in artikel 3:16, derde lid, van de Erfgoedwet;

- omgevingsvergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 1:1, van de Omgevingswet voor een activiteit met betrekking tot een gemeentelijk monument of een gemeentelijk beschermd stadsgezicht;

 

  • B

    Aan artikel 1:6 wordt, onder vernummering van het tweede tot het derde lid, een lid toegevoegd dat luidt:

    2. In aanvulling op artikel 1:4 komen aanvragen die niet aan de minimaal vereiste isolatiewaarde uit de instructiebladen voldoen, voor subsidie in aanmerking indien het bedrijfspand een gemeentelijk monument is en uit de omgevingsvergunning blijkt dat de vereiste isolatiewaarde wegens behoud van cultuurhistorische onderdelen niet haalbaar is en uit een berekening blijkt dat wel de maximaal haalbare isolatiewaarde wordt gerealiseerd.

 

  • C

    Artikel 1:7, eerste lid komt te luiden:

    1. Een subsidie bedraagt niet meer dan de daadwerkelijk gemaakte kosten, met een maximum van:

    a. € 9.000,00 per aanvraag bij toepassing van de standaardvariant of indien sprake is van een gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 1:6, tweede lid;

    b. € 13.000,00 per aanvraag bij toepassing van de circulaire variant of de plusvariant bij isolatieglas.

 

  • D

    Artikel 1:8 komt te luiden: 

    Artikel 1:8 Berekening van subsidiabele kosten

    1. De subsidie voor isolatieglas bedraagt:

    a. € 80,00 per geïsoleerde m² voor de standaardvariant en € 180,00 per geïsoleerde m² voor de plusvariant bij isolatieglas;

    b. € 20,00 per geïsoleerde m² voor de standaardvariant en € 100,00 per geïsoleerde m² voor de plusvariant bij isolerende buitenpanelen in kozijnpuien;

    c. € 80,00 per deur voor standaardvariant en € 180,00 per deur voor de plusvariant bij isolerende buitendeuren;

    d. € 750,00 voor balansventilatie met een maximum van één ventilatiesysteem.

    2. De subsidie voor dakisolatie bedraagt:

    a. € 30,00 per geïsoleerde m² dakoppervlak in de standaardvariant en € 40,00 per geïsoleerde m² dakoppervlak in de circulaire variant voor een schuin dak;

    b. € 45,00 per geïsoleerde m² dakoppervlak in de standaardvariant en € 60,00 per geïsoleerde m² dakoppervlak in de circulaire variant voor een plat dak.

    3. De subsidie voor begane grondvloerisolatie bedraagt € 10,00 per geïsoleerde m² in de standaardvariant en € 15,00 per geïsoleerde m² in de circulaire variant.

    4. De subsidie voor kruipruimte isolatie bedraagt € 5,00 per geïsoleerde m² in de standaardvariant en € 7,50 per geïsoleerde m² in de circulaire variant.

    5. De subsidie voor gevelisolatie bedraagt:

    a. € 5,00 per geïsoleerde m² spouwmuur;

    b. € 35,00 per geïsoleerde m² geveloppervlak in de standaardvariant en € 50,00 per geïsoleerde m2 geveloppervlak in de circulaire variant.

    6. Indien sprake is van een gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 1:6, tweede lid, is de subsidie gelijk aan de subsidie voor de standaardvarianten.

 

  • E

    In artikel 1:9 wordt “30 juni 2024” vervangen door: 31 december 2025.

 

  • F

    In artikel 2:1, eerste lid, wordt, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot d tot en met een f, een onderdeel ingevoegd, dat luidt:

    c. als de aanvraag ziet op een bedrijfspand dat een gemeentelijk monument is als bedoeld in artikel 1:6, tweede lid: een berekening waaruit blijkt dat de maximaal haalbare isolatiewaarde wordt gerealiseerd;

 

  • G

    Artikel 3:1 wordt gewijzigd als volgt:

    1. In onderdeel c wordt de punt vervangen door een puntkomma.

    2. Na onderdeel c wordt een onderdeel toegevoegd, dat luidt:

    d. de aanvraag ziet op de isolatie van een bedrijfspand dat is opgeleverd na 1 januari 2012.

 

  • H

    In artikel 6:2 wordt “het eerste kwartaal van 2024” vervangen door: het vierde kwartaal van 2025.

 

  • I

    In artikel 6:3 wordt “1 juli 2024” vervangen door: 1 januari 2026.

 

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling is ook van toepassing op aanvragen die vóór inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend en waarvoor geldt dat de subsidie nog niet is vastgesteld, indien toepassing van deze regeling voor de aanvrager gunstiger is.

 

Den Haag, 4 juni 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen

 

 

Naar boven