Gemeenteblad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Gemeenteblad 2024, 243211 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Gemeenteblad 2024, 243211 | beleidsregel |
Nota integraal drugsbeleid 2024
In deze drugsnota bundelen we de verschillende handhavingsprotocollen en brengen hierin één handhavingsrichtlijn aan, waarbij de mogelijkheid om maatwerk toe te passen ook formeel is vastgelegd. Beleidsuitgangspunt is een harde aanpak waar nodig en de mogelijkheid om een lichtere maatregel of een zwaardere maatregel op te leggen als de situatie daarom vraagt.
Drugsbeleid is meer dan het handhaven van regels rond de verkoop softdrugs vanuit coffeeshops of het sluiten van woningen op grond van het Damoclesbeleid. Drugsbeleid gaat ook over preventie, met name bij jongeren. Wij focussen daarbij op het versterken van de weerbaarheid van jongeren. In deze drugsnota zetten we op een rij welke preventiemaatregelen wij samen met onze ketenpartners toepassen in Groningen.
Voor elk thema waar het drugsbeleid betrekking op heeft, geldt dat de samenwerking in de keten een doorslaggevende factor is voor een succesvolle aanpak. Bij de aanpak van illegale hennepkwekerijen zijn politie, OM, woningbouwcorporaties en netbeheerders belangrijke ketenpartners. In Noord Nederland krijgt dat vorm met het ‘Hennepconvenant Noord Nederland’, waarin we afspraken hebben gemaakt over de actieve informatie-uitwisseling.
Bij preventie wordt de keten met name gevormd door gemeente, GGD, WIJ teams, politie, Halt en VNN. De gemeente heeft een regierol om de ketens waar nodig aan elkaar te verbinden.
Al langere tijd speelt landelijk en lokaal de discussie rond het gedoogbeleid van coffeeshops. In het regeerakkoord 2017 is afgesproken dat er een experiment komt met de teelt en verkoop van hennep en hasjiesj voor recreatief gebruik. Doel van het experiment is om te kijken of een gesloten coffeeshopketen, vrij van criminaliteit, mogelijk is. En er wordt onderzocht wat de effecten van het experiment zijn op de criminaliteit, veiligheid, overlast en de volksgezondheid.
Gemeente Groningen is een van tien gemeenten die is aangewezen als deelnemende gemeente. Tijdens het experiment wordt het in deelnemende gemeenten mogelijk om in de coffeeshops gereguleerd geproduceerde hennep te verkopen. De hennep en hasjiesj wordt gecontroleerd op kwaliteit, en geproduceerd door maximaal tien telers. De duur van het experiment zal maximaal vier jaar zijn, met een mogelijkheid om het maximaal anderhalf jaar te verlengen. Binnen deze periode zal een evaluatie plaatsvinden en het dan zittende kabinet zal dan een besluit nemen over de toekomst van het coffeeshopbeleid.
2.1 Landelijk kader Wet experiment gesloten coffeeshopketen en Besluit experiment gesloten coffeeshopketen
Groningen doet mee aan het experiment gesloten coffeeshopketen. Dit betreft een landelijke experiment waarin voor de duur van het experiment wordt afgeweken van de bestaande wet- en regelgeving. Dit betekent dat voor handelingen ten aanzien van teelt, levering, aanvoer van de hennep en de verkoop daarvan in een coffeeshop strafrechtelijke vervolging is uitgesloten, uitsluitend en voor zover die handelingen worden verricht in het kader van het experiment en overeenkomstig de eisen die daaraan worden gesteld in de wet- en regelgeving.
Het experiment is tijdelijk. Na het experiment kan worden teruggekeerd naar de situatie voor het experiment, of de wetgever kan besluiten tot een nieuwe wet.
Groningen is op grond van artikel 6 eerste lid van de Wet gesloten coffeeshopketen en artikel 2 van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen aangewezen als een van de deelnemende gemeenten. Dit betekent dat alle coffeeshophouders in de gemeente Groningen onder de reikwijdte van de wet vallen en zich aan de landelijke experimentregelgeving moeten houden. Ook staat in de landelijke regelgeving op welke onderdelen er ruimte is om lokaal regels te stellen.
De lokale regelgeving dient hierop aangepast te worden. Aangezien het experiment tijdelijk is zien de lokale regels ook nadrukkelijk alleen voor de duur van het experiment.
Voor het einde van de experiment zal het dan zittende kabinet een besluit nemen over het toekomstig coffeeshopbeleid. Als na het experiment het regime van gedogen wederom gaat gelden, zal het lokale beleid daarop aangepast moeten worden. Als na afloop van het experiment door het kabinet wordt besloten de experimentregels om te zetten in algemeen geldende wetgeving, dan zal dan worden bepaald wat dat dan precies betekent voor de lokale regelgeving.
Voorwaarden in landelijke experimentregelgeving
Op basis van landelijke experimentregelgeving moet een coffeeshophouder zich aan voorwaarden houden. Hieronder samengevat de voorwaarden:
In het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen (hierna: Besluit) is opgenomen dat de burgemeester van een deelnemende gemeente voor de duur van het experiment nadere regels kan stellen over:
Op onderdelen zijn deze nadere regels ook opgesteld. Deze nadere regels staan in de bijlage 1.
Zoals hierboven aangegeven kan de burgemeester nadere regels vaststellen voor de coffeeshops. Verder kan de burgemeester op grond van de Wet Experiment gesloten coffeeshopketen, het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen en de wet Damocles (artikel 13b van de Opiumwet) bestuursrechtelijk optreden tegen coffeeshops die de voorwaarden overtreden. De burgemeester is daarnaast bevoegd op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: wet Bibob) coffeeshophouders te laten screenen bij de aanvraag voor een exploitatievergunning. Ook bij bestaande coffeeshop kan een Bibob toets uitgevoerd worden.
2.2 Expliciete verklaring, maximum en procedure
In Groningen zijn er maximaal 14 coffeeshops toegestaan. Het is een maximum en dus geen verplichting om 14 coffeeshops toe te staan. Het is aan de burgemeester om te bepalen om -in geval van ruimte- een open plek in te vullen en de procedure voor een expliciete verklaring te starten.
Een coffeeshop geldt als toegestaan, in de zin van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen, als de verkoop van hennep en hasjiesj mag plaatsvinden op grond van een expliciete verklaring of bestendige gedragslijn van de burgemeester. De bestaande coffeeshops op de huidige locaties hebben een gedoogverklaring en zijn daarmee de toegestane coffeeshops in het kader van het experiment.
Coffeeshops kunnen alleen door natuurlijke personen worden geëxploiteerd. De reden hiervoor is zoveel mogelijke transparantie in de zeggenschap in de onderneming. De enige uitzondering geldt voor een coffeeshop die ten tijde van inwerkingtreding van de nota integraal drugsbeleid 2016 geëxploiteerd werd door een stichting. Voorwaarde is dat de stichting eenvoudig herleidbaar moet zijn tot een persoon die ook feitelijk verantwoordelijk is voor de exploitatie. De stichting kan de verklaring alleen overdragen aan een natuurlijk persoon vanwege de gewenste transparantie. Hierop is geen uitzondering mogelijk.
Nieuwe Expliciete verklaring procedure
In geval van een open plek kan door de burgemeester besloten worden om de procedure te starten om een nieuwe verklaring te gunnen.
Bij een (op)nieuw af te geven verklaring zal een openbare inschrijving plaatsvinden. Elke belangstellende kan dan meedingen naar een verklaring voor het exploiteren van een coffeeshop.
Belangstellenden kunnen vervolgens binnen een bepaalde termijn een aanvraag indienen voor een door hen aangedragen locatie.
Meer informatie over de procedure is te vinden in bijlage 1.
Jaarlijks zal aan de coffeeshophouder gevraagd worden een aantal gegevens aan te leveren op grond waarvan wordt getoetst of voor het daarop volgende jaar de verklaring in stand kan blijven. Dit gaat om te beoordelen of de exploitatie nog hetzelfde is en de coffeeshophouder dient een verklaring omtrent gedrag te verstrekken.
Naast de verklaring dient de coffeeshophouder ook over een (horeca)exploitatievergunning te beschikken. Een coffeeshop wordt gezien als een horecabedrijf (waar geen alcohol mag worden geschonken) in de zin van artikel 2:25, lid 1 van de APVG. Bij vestiging van de coffeeshop wordt onder meer getoetst of de exploitatie van de coffeeshop past in het bestemmingsplan en vindt een Bibob toets plaats.
De handhaving van het coffeeshopbeleid is de verantwoordelijkheid van gemeente. Deze vindt plaats door middel van onaangekondigde controles bij coffeeshops. Als we een overtreding constateren kan worden overgegaan tot het opleggen van een maatregel. De burgemeester is bevoegd om deze bestuursrechtelijke maatregelen op te leggen. Als een strafrechtelijke overtreding wordt geconstateerd is de strafrechtelijke vervolging uiteraard voorbehouden aan het OM.
De bestuursrechtelijke maatregelen die kunnen worden genomen bij overtredingen zijn uitgewerkt in het ‘Handhavingsprotocol drugs’ in bijlage 2. Afhankelijk van de omstandigheden kan een zwaardere of lichtere maatregel worden opgelegd.
Net als andere Nederlandse gemeenten worden we in Groningen geconfronteerd met drugscriminaliteit die plaatsvindt of wordt georganiseerd vanuit woningen of (niet-) openbare gelegenheden. In de directe omgeving van dergelijke panden kan er sprake zijn van onveilige situaties (o.a. brandgevaar), overlast en criminaliteit. Dit tast het woon- en leefklimaat en de sociale en fysieke veiligheid van omwonenden aan.
3.1 Bevoegdheid burgemeester en beleidsuitgangspunten
Op grond van artikel 13b van de Opiumwet, ook bekend als de Wet Damocles, is de burgemeester bevoegd om drugspanden en hennepkwekerijen te sluiten als daar soft- of harddrugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn. De bestuurlijke maatregel van sluiten van een pand is een last onder bestuursdwang.
De doelen van artikel 13b van de Opiumwet zijn preventie en beheersing van de uit het drugsgebruik voortvloeiende risico’s voor de volksgezondheid en het voorkomen van nadelige effecten van de handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden. Bij het vaststellen van de sluitingsduur is de noodzaak om de bekendheid van de inrichting als drugsadres te niet te doen en het doen wederkeren van de rust in de directe omgeving in overweging genomen. Ook is het voorkomen van herhaling van de verstoring van de openbare orde alsmede het voorkomen van een verdere aantasting van het woon- en leefklimaat meegewogen.
Specifiek kan ten aanzien van hennepteelt en drugslaboratoria worden gesteld dat deze productie een negatieve invloed heeft op het openbare leven en het woon- en leefklimaat en zorgt voor overlast, verloedering en verhoogd brandrisico door overbelasting van het energienetwerk. Bovendien gaat het veelal gepaard met uitkeringsfraude, belastingontduiking en energiediefstal.
Beleidsuitgangspunt is een harde aanpak waar nodig en een lichtere of zwaardere maatregel indien daartoe aanleiding bestaat.
Dit omdat in geval van aantreffen van een handelshoeveelheid hennep (inclusief toppen, stekken etcetera), een hennepkwekerij, handelshoeveelheid drugs of voorbereidingshandelingen om hennep te telen of drugs te maken, in beginsel een of meerdere van onderstaande factoren aanwezig zullen zijn. De factoren zijn:
het bestaan van een vermoeden dat de bewoner(s)/betrokkene(n) verkeert/verkeren in kringen van personen met antecedenten (hierbij moet met name gedacht worden aan antecedenten ten aanzien van de Opiumwet of de Wet Wapens en Munitie, maar ook antecedenten op het gebied van geweld jegens personen of zaken, zoals mishandeling, bedreiging, vernieling of diefstal e.d. kunnen een rol spelen).
In bijlage 2 staat de maatregel die in beginsel zal worden opgelegd. Het is afhankelijk van de specifieke omstandigheden, of een zwaardere of lichtere maatregel dan de maatregel uit de bijlage moet worden toegepast.
Hierbij gaan wij van het volgende uit:
We zien het sluiten van panden als bestuursrechtelijke maatregel op grond van de Wet Damocles als een herstelsanctie. Dat wil zeggen dat de toepassing van de maatregel er op gericht moet zijn om de situatie te herstellen naar die van voor de vestiging van de hennepkwekerij of het drugspand. Daarmee beogen we de drugshandel vanuit panden te weren, de bekendheid van een pand in het criminele circuit ongedaan te maken en beogen we de leefbaarheid van de omgeving te herstellen.
Bij toepassing van de bestuurlijke maatregel wegen de belangen van kwetsbaren weliswaar zwaar, maar zijn niet per definitie een reden om af te zien van sluiten van het pand. Onder kwetsbaren verstaan we onder andere in het pand woonachtige kinderen. Het Damoclesbeleid biedt voldoende ruimte om de omstandigheid dat kwetsbaren op straat zouden komen te staan, mee te nemen in de belangenafweging. Vaak ligt het in dergelijke situaties voor de hand om in bredere context afstemming te zoeken.
Aanwezigheid handelshoeveelheid drugs
De enkele aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs in een pand, met uitzondering van een pand waarin een aan het experiment deelnemende coffeeshop is gevestigd, geeft de reden tot toepassing van de Wet Damocles. Voor toepassing van dit artikel hoeven we dus geen bewijs voorhanden te hebben dat daadwerkelijk drugs zijn verkocht, afgeleverd of verstrekt is in of vanuit het betreffende pand.
Het toepassen van de bestuursrechtelijke maatregel is pandgebonden en niet persoonsgebonden. Het is dus in beginsel niet van belang of de eigenaar van het pand, huurder, gebruiker of een derde de overtreding heeft begaan.
Omdat het beleid pandgebonden is, is voor het toepassen van een tweede bestuurlijke maatregel bij hetzelfde pand niet vereist dat dezelfde persoon opnieuw een overtreding in dat pand begaat.
Echter, als een persoon zich opnieuw schuldig maakt aan strafbare handelingen in de zin van 13b Opiumwet in een ander pand, dan wegen we die situatie mee.
Hennepconvenant Noord Nederland
Om de ongewenste situatie van illegale hennepkwekerijen en drugshandel in brede zin zo goed mogelijk te kunnen aanpakken is de ketenaanpak met politie, Openbaar Ministerie, woningbouwcorporaties en energieleveranciers noodzakelijk.
Hennepteelt stopt niet bij gemeentegrenzen. Voor een krachtige en integrale aanpak op hennepteelt in Noord Nederland is een samenwerkingsconvenant Noord Nederland ontwikkeld. In dit ‘Hennepconvenant Noord Nederland’ staat de informatie-uitwisseling centraal. Partners in het convenant zijn politie, gemeenten, Openbaar Ministerie, woningbouwcorporaties, netbeheerders, waterbedrijven en uitkeringsinstanties. Vanwege het feit dat gevoelige informatie wordt uitgewisseld, geldt voor alle ketenpartners een geheimhoudingsplicht.
Gelet op de bevoegdheid van de burgemeester om panden te kunnen sluiten, is het voor de gemeente in alle gevallen van belang dat er actief door de ketenpartners wordt geïnformeerd waar hennepkwekerijen en/of drugspanden zijn aangetroffen. In het Hennepconvenant is afgesproken dat de politie de gemeente vroegtijdig informeert. De burgemeester kan door deze werkwijze in een vroeg stadium beoordelen of de bestuursrechtelijke maatregel ‘Sluiting pand’ moet worden opgelegd.
3.3. Procedure bestuursrechtelijke maatregel ‘Sluiten pand’
De politie is verantwoordelijk voor de opsporing van drugspanden en gaat over tot ruiming van de hennepkwekerij in het pand of neemt de handelshoeveelheid drugs in beslag. De politie informeert de burgemeester in alle gevallen over de situatie omtrent het specifieke pand.
Vervolgens besluit de burgemeester - op basis van de door de politie verstrekte informatie - of hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid om het pand te sluiten. Indien dit het geval is, verstuurt de burgemeester een voornemen ‘bestuurlijke maatregel sluiten pand’ naar de eigenaar van het pand en, indien de eigenaar niet de gebruiker is van het pand, ook naar de gebruiker daarvan.
De belanghebbenden (eigenaar, huurder) worden vervolgens in de gelegenheid gesteld om zienswijzen kenbaar te maken.
Mocht de burgemeester het voornemen ‘sluiten pand’ geven, dan hebben woningbouwcorporaties net als particuliere verhuurders de mogelijkheid om in het kader van de zienswijze aan te geven welk pakket aan maatregelen zij hebben genomen om de situatie te herstellen. Op basis hiervan beslist de burgemeester of hij de bestuurlijke maatregel toepast en voor welke termijn de burgemeester het pand sluit. In gevallen van aantreffen van een hennepkwekerij waarbij de woningbouwcorporatie direct maatregelen treft, zal in het algemeen na de formele brief “Voornemen sluiten woning” geen formele sluiting van het pand meer nodig zijn. Dit is in het algemeen anders indien er harddrugs is aangetroffen.
Mogelijke onderdelen van het maatregelenpakket kunnen zijn: het opzeggen en ontbinden van het huurcontract, het controleren van de woning in het kader van de veiligheid en het screenen van de nieuwe huurder.
Op basis van de genomen maatregelen (de zienswijze) beoordeelt de burgemeester of er een bestuurlijke maatregel moet worden toegepast. In het handhavingsprotocol zijn de uitgangspunten opgenomen voor de op te leggen maatregel. In geval van specifieke omstandigheden kan, afhankelijk van deze omstandigheden, een minder zware maatregel worden opgelegd of kan de maatregel worden verzwaard.
De systematiek heeft tot gevolg dat bij het opleggen van de maatregel geen onderscheid wordt gemaakt tussen bewoonde en onbewoonde panden.
Na het sluiten van een pand kunnen belanghebbenden de burgemeester verzoeken te besluiten tot opheffing van de sluiting. Hierbij spelen aspecten als tijdsverloop, genomen maatregelen door betrokkenen en de nog aanwezige risico's op het gebied van openbare orde en veiligheid een rol.
4. Een schets van de preventieaanpak
In dit hoofdstuk geven we een uiteenzetting van de inzet op preventie drugsgebruik binnen onze gemeente. Het uitvoeren van preventieactiviteiten is gericht op uitstel van middelengebruik en op het voorkomen van (problematisch) gebruik.
Daarna benoemen we de preventie eisen die gelden tijdens het experiment gesloten coffeeshopketen. Deze eisen gelden op basis van de landelijke experimentregelgeving.
Binnen de gemeente Groningen hangt preventie nauw samen met aandacht voor jongeren in een kwetsbare situatie en de gevolgen van drugsgebruik. Onze aanpak focust zich daarom overwegend op jongeren. Bovendien speelt bij jongeren naast drugsgebruik veelal ook de combinatie van alcoholgebruik en roken. Deze punten krijgen een vertaalslag naar het thema ‘weerbaarheid’ in het Lokale Preventieakkoord gemeente Groningen. Desalniettemin zal het inzetten van preventie als middel meer effectief zijn als deze samenhangt met repressie en een aanpak van illegale handelingen.
In het Lokaal Preventieakkoord gemeente zijn vier pijlers opgenomen om binnen preventie tot een samenhangende en een evenwichtige mix van uitvoeringsprogramma’s te komen. Deze vier pijlers zijn gebaseerd op het ‘Loket Gezond Leven’ van het RIVM en zijn als volgt:
Samen met lokale en regionale ketenpartners wordt invulling gegeven aan deze vier pijlers: we zetten maatregelen en interventies in op verschillende doelgroepen en hun omgeving. Onderstaand worden enkele ketenpartners benoemd.
- Verslavingszorg Noord-Nederland
Verslavingszorg Noord-Nederland (hierna VNN) is de organisatie die in de gemeente Groningen zowel grotendeels invulling geeft aan de ‘verslavingszorg’ als aan preventie drugsgebruik. Dit heeft zich doorvertaald naar het overkoepelende zorgprogramma ‘Preventie in stad en regio’. De werkzaamheden die VNN uitvoert in relatie tot preventie drugsgebruik zijn voornamelijk vraaggericht. Veelal komen de vragen van instellingen (scholen), professionals en ouders van jongeren. De focus ligt op informatievoorziening, vroegsignalering, deskundigheidsbevordering, opvoedingsondersteuning en het uitvoeren van interventies en voorlichtingsprogramma’s.
Ook zorgt VNN ervoor dat het preventieaanbod drugs bekend is bij de WIJ-teams. Dit wordt gerealiseerd door het geven van (online) trainingen aan WIJ-medewerkers: basistraining ‘drugs van A tot Z’ en de vervolgtraining ‘Motiveren kun je leren’. Daarnaast biedt VNN in onder andere Groningen een service aan om uitgaansdrugs te laten testen. Regelmatig wordt er drugs op de markt gebracht met een verhoogd risico voor de gezondheid. Bovendien is het een extra moment voor gebruikers om in gesprek te komen met medewerkers van VNN. De service is uitsluitend voor consumenten en de anonimiteit is daarbij gegarandeerd.
De GGD Groningen voert mede namens de gemeente Groningen taken uit op het gebied van collectieve preventie. Daarnaast voorziet de GGD Groningen de gemeente Groningen van advies op complexe vraagstukken relaterend aan (drugs)preventie. Ook wordt er gezamenlijk gewerkt aan concrete programma’s zoals De Gezonde School:
De Gezonde School is een landelijk preventieprogramma voor scholen in het primair en voortgezet onderwijs en het MBO. Scholen kunnen uit een breed aanbod lesprogramma’s kiezen die gezondheid op school bevorderen. Het kan zowel gaan om zorg en aandacht voor de individuele leerling (vroegsignalering) als collectieve preventie om leerlingen te helpen gezondere keuzes te maken. Hierbij is ook aandacht voor drugsgebruik. Partners die scholen binnen de Gezonde School aanpak ondersteunen zijn onder andere Verslavingszorg Noord-Nederland, WIJ-teams, Jongerenwerk en Bureau Halt.
WIJ Groningen adviseert en ondersteunt mensen in de gemeente Groningen om zelf grip te krijgen en te houden op hun leven. WIJ-teams staan voor een gebiedsgerichte aanpak voor hulp- en ondersteuningsvragen. Omdat in bepaalde gebieden in Groningen drugsgebruik deel uitmaakt van de aangetroffen problematiek bij jongeren en in gezinnen wordt in bepaalde teams extra aandacht besteed aan drugsproblematiek. Inhoudelijk betekent dit dat WIJ-medewerkers zowel voorlichting geven op het gebied van preventie drugsgebruik als wel een indicatie kunnen geven voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Jeugdwet. WIJ-medewerkers haken ook aan bij scholen en jongerenwerkers om de juiste doelgroep te bereiken.
Jimmy’s zorgt ervoor dat jongeren op verschillende plaatsen en manieren in Groningen gemakkelijk fysiek, in hun ‘eigen’ omgeving (zoals onderwijs en in de wijk) en online toegang hebben tot betrouwbare informatie. Informatie over gezondheid en drugs hoort hier ook bij. Jimmy’s werkt aan preventie samen met scholen, VNN, de WIJ- teams (jongerenwerkers en jongerenhulpverlening).
Preventie in het kader van het Experiment gesloten coffeeshopketen
Gedurende het experiment wordt er op verschillende manieren aandacht besteed aan preventie. Hierbij wordt nadrukkelijk niet ingezet op publiekscampagnes, vanwege de mogelijkheid dat dit juist ook de nieuwsgierigheid kan prikkelen naar gebruik.
In de regelgeving van het experiment zijn vijf eisen opgenomen die een preventieve werking beogen en stimuleren om problematisch gebruik tijdig te signaleren en naar te handelen. Deze eisen zijn:
Voor de eerste drie eisen zijn de telers verantwoordelijk voor adequate uitvoering. De coffeeshophouders binnen de gemeente zijn verantwoordelijk voor de training van personeel en het aanbieden van voorlichtingsmateriaal in de coffeeshop.
BIJLAGE 1 NADERE REGELS COFFEESHOPS
De burgemeester van gemeente Groningen,
Gelet op artikel 6, derde lid, van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen van 13 november 2019 en de artikelen 12 en 39 van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen van 15 juni 2020
Besluit vast te stellen de navolgende nadere regels:
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Besluit aanwijzing toezichthouders: Besluit van de Minister voor Medische Zorg en de Minister voor Justitie en Veiligheid van 14 mei 2020, houdende aanwijzing van toezichthouders op de naleving van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen en het verleen van mandaat en machtiging voor de uitvoering en handhaving van die wet;
Artikel 2. Toegestane coffeeshops
Artikel 3. Bekendmaking te vergeven expliciete verklaring
Artikel 4. Indieningsvereisten
Artikel 5. Procedure vergeven verklaring
De verlening van de verklaring vindt plaats door middel van het doorlopen van de volgende fasen:
loting door notaris tussen de aanvragers die een volledige en tijdige aanvraag hebben ingediend. Er wordt maximaal een viertal aanvragen geloot. In geval van afvallen van een eerder aanvraag zullen, in de volgorde van trekking, deze aanvragen in aanmerking komen voor inhoudelijke behandeling, gedurende een periode van maximaal 18 maanden;
De verklaring is niet overdraagbaar.
Artikel 7. Weigerings- en intrekkingsgronden
De locatie van een coffeeshop mag niet zijn gelegen:
in een woonwijk. Dat wil zeggen dat een coffeeshop niet gelegen mag zijn in een straat waar de woonfunctie centraal staat, blijkend uit het vigerende bestemmingsplan en de daarbij behorende toelichting. Om te bepalen of de woonfunctie daadwerkelijk centraal staat is niet alleen de letter, maar ook de geest van het bestemmingsplan bepalend. Wanneer uit de toelichting op het bestemmingsplan blijkt dat de woonfunctie moet worden geïntensiveerd, en zich niet verdraagt met andere functies, kan zonder twijfel worden gesteld dat de woonfunctie centraal staat. Indien in een straat meerdere functies zijn toegestaan (bijvoorbeeld winkels, zakelijke dienstverlening, horeca én wonen) kan die conclusie niet worden getrokken.
in een gebied waar sprake is van een concentratie van horecabedrijven. Gebieden waarvoor dat in ieder geval geldt zijn Grote Markt, Poelestraat, Peperstraat, Gelkingestraat en Kromme Elleboog. In deze gebieden is een groter risico op aantasting van de openbare orde en/of het woon- en leefklimaat vanwege de combinatie van hoge alcoholconsumptie en drugsgebruik .
in de directe nabijheid van winkels of bedrijven in bepaalde situaties. De locatie van een te vestigen coffeeshop mag niet gelegen zijn in de directe nabijheid van winkels of bedrijven met een dusdanig andere bezoekersgroep dat de ontmoeting van de betrokken bezoekersgroepen openbare orde problemen tot gevolg heeft of tot gevolg dreigt te hebben. Behalve dat dit criterium door openbare orde motieven is ingegeven, speelt ook een rol dat coffeeshops niet kunnen worden aangemerkt als winkelondersteunende horeca.
Artikel 9. Maximale handelsvoorraad
Artikel 10. Voorkomen of beperken van overlast
Artikel 11. Aanwezigheid en opleiding personeel
Artikel 12. Inrichting van de coffeeshop beveiliging
Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast de op grond van artikel 3 van het Besluit aanwijzing toezichthouders, aangewezen toezichthouders.
Gedurende de periode als bedoeld in artikel 37 eerste lid en 42 van het Besluit verplicht de hennep en hasjiesj van de aangewezen telers gescheiden te houden van de gedoogde voorraad.
BIJLAGE 2 HANDHAVINGSPROTOCOL DRUGS
In dit handhavingsprotocol wordt verstaan onder:
Met uitzondering als het gaat om een gebouw waar een toegestane coffeeshop of teeltbedrijf, zoals bedoeld in de Wet experiment gesloten coffeeshop, is gevestigd.
Artikel 2 Bestuurlijke maatregelen coffeeshops
Bestuurlijke maatregelen coffeeshops
Artikel 3 artikel 13b Opiumwet (woningen en overige lokalen) Damocles
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-243211.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.