Gemeenteblad van Meierijstad
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Meierijstad | Gemeenteblad 2024, 243099 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Meierijstad | Gemeenteblad 2024, 243099 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Meierijstad (11e wijziging)
Artikel 1:1 de definitie van ‘bebouwde kom’ komt te luiden:
Toelichting: sinds 2017 zijn de verkeerskundige bebouwde kommen van de in de gemeente gelegen kernen op een aantal punten gewijzigd. Uitgangspunt is dat de bebouwde kom, als bedoeld in de APV, zoveel mogelijk aansluit bij de verkeerskundige bebouwde kom. Hierom zijn de bijlagen waarop de bebouwde kommen zijn aangeduid aangepast. Hiervoor verwijzen wij naar de laatste wijziging, zoals aangegeven onder letter J. Omdat de nummering van die bijlagen is gewijzigd is ook dit artikel aangepast. Het betreft hier een louter redactionele wijziging.
Artikel 2:26, derde lid komt te luiden:
3. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor zover het wapens betreft als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie.
Toelichting: het betreft hier een redactionele aanpassing. De verwijzing naar de Wet wapens en munitie is aangepast. Zie ook toelichting hierna bij artikel 2:50a .
Afdeling 7a (Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat) en artikel 2:40a (Verbod exploiteren bedrijf zonder benodigde vergunning) vervallen.
Toelichting: deze bepaling vervalt in verband met het opnemen van de nieuwe modelbepaling Zie toelichting hierna bij artikel 2:81
Artikel 2:40b (Sluiting van een voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte) vervalt.
Toelichting: deze bepaling vervalt in verband met het opnemen van de nieuwe modelbepaling Zie toelichting bij artikel 2:80 van de VNG
Na artikel 2:50 wordt een nieuw artikel 2:50a toegevoegd dat luidt:
Artikel 2:50a Messen en andere voorwerpen als steek- of slagwapen.
Toelichting: deze bepaling is een aanvulling op de Wet wapens en munitie met als doel bescherming te bieden tegen mogelijke aantasting van de openbare orde en veiligheid. De Wet wapens en munitie verbiedt het in de openbare ruimte dragen van voorwerpen waarmee letsel kan worden toegebracht. Daarbij geldt wel dat moet kunnen worden aangenomen dat iemand dit voorwerp bij zich heeft om een ander te bedreigen of letsel toe te brengen. De nieuwe model-APV-bepaling van de VNG verbiedt het 'bij zich hebben van messen' die niet onder een van de andere categorieën vallen, op daartoe aangewezen plaatsen, ongeacht of 'redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zijn bestemd om letsel aan personen toe te brengen of er mee te dreigen’, tenzij het mes/steekwapen is 'verpakt'. Het verbod in deze bepaling geldt alleen binnen de aangewezen gebieden. Artikel 2:26 bevat een vergelijkbaar verbod, dat alleen betrekking heeft op evenementen.
Er is reden om deze modelbepaling uit te breiden met andere voorwerpen die als wapen kunnen dienen, zoals nu ook al is bepaald in artikel 2:26 van de APV. Een mes of ander voorwerp als steekwapen is vaak onzichtbaarder te vervoeren dan een slagwapen. Hoewel de omstandigheden waaronder iemand een slagwapen bij zich heeft waarschijnlijk al wat duidelijker zijn te onderkennen- waardoor er eerder sprake zal zijn van toepassing van de Wwm – is er hier gekozen om, in navolging van artikel 2:26 van de APV, niet alleen messen maar ook knuppels, slagwapens of andere voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt op te nemen. Het moet hier wel gaan om wapens die niet vallen onder de Wwm.
De wetgever heeft een aanpassing van de Wwm in voorbereiding. Het is echter nog geenszins duidelijk wat die wijziging precies inhoudt en wanneer die in werking zal treden.
In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
Toelichting: het betreft hier een louter technische aanpassing conform VNG-model: bij ministeriële regeling wordt bepaald welk vuurwerk aan particulieren beschikbaar mag worden gesteld.
Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten hoogste 48 uur in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een tijdelijk verbod is opgelegd als bedoeld in dat lid en die binnen 6 maanden na een eerder tijdelijk verbod opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een tijdelijk verbod opleggen om gedurende:
in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.
Indien de officier van justitie een persoon een gedragsaanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 509hh, tweede lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering, legt de burgemeester aan deze persoon voor hetzelfde gebied niet een tijdelijk verbod op als bedoeld in het eerste of tweede lid.
Toelichting: het betreft hier aanpassing (grotendeels) conform VNG model. De aanpassing betreft de vervanging van het ‘bevel om zich niet op een openbare plaats op te houden’ door ‘het opleggen van een tijdelijk verbod om op een openbare plaats aanwezig te zijn’. Juridisch gezien is een gebiedsontzegging namelijk niet een bevel waarvan het niet nakomen een misdrijf is (artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht), maar een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waarvan het niet nakomen een overtreding is. Op het besluit van de burgemeester zijn de waarborgen van de Awb van toepassing.
In de ledenbrief geeft de VNG aan dat met een kortdurende periode wordt gedoeld op een periode tot 48 uur. De huidige APV gaat nog uit van 24 uur. In de praktijk blijkt het wenselijk gebruik te kunnen maken van deze ruimere periode. Daarin voorziet dit voorstel. Omdat in de rechtspraak inmiddels een periode van 12 weken aanvaardbaar wordt geacht is die periode als nieuwe maximumperiode opgenomen in het tweede lid. De bepaling over het spreiden van de periode van het maximumaantal weken over meerdere korte perioden van in totaal 12 (was 8) weken, zoals opgenomen in onze huidige APV, is in het tweede lid, aanhef en onder b gehandhaafd. In het nieuwe vierde lid is conform voorstel van de VNG een bepaling opgenomen over de afstemming van het gebiedsverbod op een gedragsaanwijzing van de Officier van justitie. In de praktijk werd daar overigens al rekening mee gehouden. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de ledenbrief 23/041 van de VNG van 7 november 2023.
Na artikel 2:79 wordt een nieuw artikel 2:80 toegevoegd dat luidt:
Artikel 2:80 Sluiting voor publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf
Toelichting: deze nieuwe modelbepaling vervangt de soortgelijke regeling in artikel 2:40b. Inhoudelijk is de regeling niet gewijzigd. Tekstueel is de tekst gelijk aan de modelbepaling van de VNG. Het artikel geeft de burgemeester de mogelijkheid over te gaan tot sluiting van een voor het publiek openstaand gebouw of daarbij behorend erf als overlast, verstoring van de openbare orde of aantasting van het woon- en leefklimaat dreigt. Deze bepaling is niet van toepassing op sluiting van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:30 of sluiting van een pand op grond van artikel 13b van de Opiumwet.
Na artikel 2:80 wordt een nieuw artikel 2:81 toegevoegd dat luidt:
Artikel 2:81 Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
De exploitant is verplicht elke verandering in de uitoefening van zijn bedrijfsmatige activiteit waardoor deze niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning opgenomen gegevens zo spoedig mogelijk aan de burgemeester te melden. De burgemeester verleent een gewijzigde vergunning, als de bedrijfsmatige activiteit aan de vereisten voldoet.
Als de bedrijfsmatige activiteit in strijd met de vergunning en het verbod wordt uitgeoefend of als een van de situaties bedoeld in het negende lid van toepassing is, kan de burgemeester, onverminderd het bepaalde in artikel 2:80, een besluit nemen tot sluiting van het gebouw of erf waar de bedrijfsmatige activiteit wordt uitgeoefend.
In afwijking van het derde lid geldt het verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit al een onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteit verricht, voor die bestaande activiteit op bestaande locaties eerst drie maanden na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit of, als dat eerder is, met ingang van inwerkingtreding van het besluit tot weigering van een door hem aangevraagde of intrekking van een aan hem verleende vergunning.
Toelichting: deze bepaling vervangt het huidige artikel 2:40a dat eveneens betrekking had op de vergunningplicht ter voorkoming van ondermijnende activiteiten. Inhoudelijk beoogt dit artikel hetzelfde te regelen als het voormalige artikel2:40a. Tekstueel is het artikel gelijk aan de nieuwe modelbepaling van de VNG. Het is juridisch-technisch mogelijk om de vergunningplicht bij een onveilig en malafide ondernemersklimaat in te zetten, mits het een gerechtvaardigde beperking van het vrij verrichten van diensten inhoudt, niet-discriminatoir en doelmatig is en het nagestreefde doel niet door een minder beperkende maatregel kan worden bereikt.
Bijlage 1 bij de verordening wordt vervangen door de bijlagen 1.1 tot en met 1.13.
Toelichting: deze wijziging houdt verband met de wijziging van de grenzen van de diverse bebouwde kommen. Die begrenzingen worden aangepast om aan te sluiten bij de wijzigingen van de verkeerskundige bebouwde kommen die sinds 2017 hebben plaatsgevonden.
Besluiten, waaronder vergunningen, genomen op grond van artikel 2:40a en 2:40b van de APV gelden als besluiten op grond van respectievelijk artikel 2:81 en 2:80 van de Algemene plaatselijke verordening Meierijstad.
Toelichting: met deze bepaling wordt bereikt dat besluiten die op grond van de vervallen artikelen zijn genomen worden geacht te zijn gebaseerd op de nieuwe artikelen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-243099.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.