Besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerenveen tot wijziging van zijn Besluit van 15 maart 2022 houdende een aanwijzing van een dienst van algemeen economisch belang laatstelijk gewijzigd op 27 september 2022

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerenveen,

 

Gelet op het bepaalde in:

 

Artikel 160 lid 1 onderdeel a van de Gemeentewet;

 

De artikelen 14 en 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie;

 

Besluit 2012/21/EU van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, Pb EU 2012, L 7/3;

 

Overwegende dat:

 

De besloten vennootschap Thialf OG B.V., waarvan de gemeente Heerenveen een derde van de aandelen houdt en de provincie Fryslân twee derde, eigenaar is van IJsstadion Thialf en haar volle dochteronderneming Thialf B.V. het IJsstadion Thialf exploiteert;

 

Hierna ter onderscheiding van de vennootschappen Thialf OG B.V. en Thialf B.V., die gezamenlijk Thialf zullen worden genoemd, verder gesproken wordt van IJsstadion Thialf, indien over het stadion – de infrastructuur – als zodanig gesproken wordt;

 

Thialf de in het Thialf-complex gevestigde ijshockeyhal van de gemeente Heerenveen beheert en exploiteert en aldus een bijdrage levert aan de sport en sportbeleving in Heerenveen;

 

IJsstadion Thialf voorts al jarenlang internationaal erkend is als het icoon van de schaatssport en een wereldmerk vormt en aldus een grote bijdrage levert aan de nationale en internationale uitstraling en bekendheid van Heerenveen;

 

IJsstadion Thialf een onmisbare infrastructuur biedt voor de beoefening van de topschaatssport, gezien de voor topsportactiviteiten benodigde trainings- en wedstrijdfaciliteiten, maar ook de hiermee verband houdende voorzieningen voor toeschouwers, media en sponsoren enzovoorts;

 

IJsstadion Thialf tegelijkertijd een belangrijke voorziening is voor recreatieve schaatsers uit Heerenveen, de regio en zelfs landelijk en aldus ook een rol speelt in het bevorderen van sport en beweging in Heerenveen en de regio, individueel, maar ook in club- en schoolverband;

 

De gemeente het daarom van belang acht dat Thialf voldoende toegang blijft geven aan het recreatieve schaatsen;

 

De gemeente het in het algemeen belang acht als Thialf de ijshockeyhal blijft beheren en exploiteren en IJsstadion Thialf een voorziening blijft waarin zowel topsport kan worden bedreven (inclusief de trainingsfaciliteiten daarvoor) als ruimte blijft voor recreatiesport;

 

De gemeente voorziet dat Thialf de kosten van het uitvoeren van de dienst van algemeen economisch belang, welke aan Thialf is opgedragen bij besluit van het College van 15 maart 2022, niet zal kunnen dragen wanneer haar niet tijdig een uitkering kan worden verstrekt op grond van de Regeling specifieke uitkering zwembaden en ijsbanen COVID-19 (SPUK IJZ);

 

De gemeente daarom in overleg met het Rijk door het Rijk beschikbare gestelde middelen wil gebruiken om, in afwachting van de mogelijkheid om gelden uit de SPUK IJZ aan Thialf uit te keren, Thialf bij wijze van voorschot een compensatie te geven voor gemaakte en te maken kosten ter uitvoering van de opgedragen dienst van algemeen economisch belang, ten einde de continuïteit van de uitvoering van de dienst van algemeen economisch belang te waarborgen;

 

De gemeente vaststelt dat jaarlijks in meer of mindere mate sprake is van geldontwaarding en dat het noodzakelijk is om Thialf daarvoor te compenseren, zodat Thialf de kosten zal kunnen blijven dragen van het uitvoeren van de dienst van algemeen economisch belang, welke aan Thialf is opgedragen bij besluit van het College van 15 maart 2022, laatstelijk gewijzigd op 27 september 2022;

 

De gemeente het thans wenselijk acht duidelijkheid te verschaffen over het in aanmerking nemen van kosten voor voorzieningen ten behoeve van groot onderhoud en vervangingsinvesteringen ten laste van de winst ter bepaling van de in aanmerking te nemen redelijke winst;

 

De gemeente het eveneens wenselijk acht de bepaling van de redelijke winst aan te passen aan de huidige swaprente en de tekst aldus te formuleren dat een dergelijke aanpassing kan plaatsvinden zonder dat het besluit gewijzigd wordt.

 

Besluit als volgt:

Artikel I  

Het besluit van 15 maart 2022 wordt als volgt gewijzigd/aangevuld:

 

“Artikel III

 

De gemeente betaalt Thialf een jaarlijkse compensatie voor de kosten die Thialf moet maken om de in artikel I genoemde opdracht uit te voeren, welke compensatie maximaal EUR € 271.000,-- bedraagt (jaarlijks te indexeren), maar nooit meer dan de nettokosten, rekening houdend met een redelijke winst van maximaal een percentage van het totaal van het gestorte kapitaal vermeerderd met het gestorte agio dat overeenkomt met de EURO 10-jaars swaprente plus 100 basispunten (hierna: ‘redelijke winst’). Voor de vaststelling van de redelijke winst in het kader van dit besluit mogen kosten voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen worden aangemerkt als kosten die ten laste komen van de winst. Indien uit de jaarlijkse verantwoording blijkt dat de compensatie meer heeft bedragen dan de nettokosten, rekening houdend met een redelijke winst, wordt het meerdere verrekend met de compensatie van het daaropvolgende jaar.

 

Daarnaast betaalt de gemeente Thialf in 2022/2023/2024/2025 een compensatie van maximaal EUR 3.500.000,- als voorschot op te maken kosten voor het uitvoeren van de in artikel I genoemde opdracht, indien en voor zover en naar gelang de gemeente ten behoeve van dit voorschot middelen ontvangt van het Rijk (of eventueel een andere instantie),welke compensatie wordt terugbetaald c.q. (boekhoudkundig) verrekend indien en voor zover de gemeente Thialf op grond van de Regeling specifieke uitkering zwembaden en ijsbanen COVID-19 (SPUK IJZ) een subsidie uitbetaalt”.

 

Zo lang de opdracht genoemd in artikel I van kracht is, wordt de compensatie vastgesteld op ten minste de nettokosten die Thialf in verband met die opdracht maakt. Indien uit de jaarlijkse verantwoording blijkt dat in het laatste jaar van de in artikel II genoemde periode de compensatie hoger is geweest dan de nettokosten, rekening houdend met een redelijke winst, is Thialf verplicht dat meerdere terstond na de vaststelling daarvan door de gemeente, aan de gemeente terug te betalen”.

Artikel II  

Inwerkingtreding

 

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2024.

Burgemeester en wethouders van Heerenveen.

de locogemeentesecretaris,

M. Mulder

de burgemeester,

M.A. Fokkens – Kelder

Bezwaarclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden gedurende zes weken na de datum van bekendmaking van dit besluit schriftelijk bezwaar indienen bij het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerenveen, Postbus 15.000, 8440 GA Heerenveen.

 

Toelichting

In deze toelichting wordt de term ‘Thialf’ zowel gebruikt voor de in het besluit genoemde vennootschappen, die de opdracht ontvangen om de genoemde dienst van algemeen economisch belang uit te voeren, als voor het IJsstadion zelf, op de instandhouding en het gebruik waarvan het besluit zich richt.

 

Op 15 maart 2022 heeft het College van Burgemeester en Wethouders een besluit vastgesteld waarbij aan Thialf voor een periode van 10 jaar de uitvoering van de volgende dienst van algemeen economisch belang is opgelegd:

 

De besloten vennootschap Thialf O.G. B.V., statutair gevestigd te Heerenveen, kantoorhoudend aan de Pim Mulierlaan 1 (8443 DA) te Heerenveen wordt opgedragen

 

  • a.

    De IJshockeyhal, gelegen aan de Pim Mulierlaan 1 te Heerenveen, te onderhouden, te beheren en te exploiteren, waaronder mede wordt verstaan het beschikbaar stellen aan jeugd- en recreatieve ijshockeyteams en de topijshockeyclub UNIS Flyers;

  • b.

    IJsstadion Thialf voor zover het niet gebruikt wordt voor topsport wedstrijden en toernooien en trainingen, beschikbaar te stellen en te houden voor recreatief gebruik, gedurende zes maanden per jaar, met (reguliere) openingstijden en tegen tarieven die jaarlijks aan de Gemeente worden voorgelegd, een en ander volgens een exploitatieplan dat jaarlijks door de aandeelhouders van Thialf OG B.V., wordt goedgekeurd.

In de toelichting op het besluit van 15 maart 2022 is reeds aangegeven waarom wij de hierboven vermelde activiteiten als een dienst van algemeen economisch belang beschouwen en waarom de gemeente daar een jaarlijkse bijdrage van maximaal EUR 271.000 voor ter beschikking wil stellen.

 

De wijziging van het besluit van 15 maart 2022 bij besluit van 27 september 2022 met een extra compensatie van maximaal EUR 3.500.000 is ingegeven door het volgende.

 

Thialf heeft twee aanvragen ingediend op grond van de Regeling specifieke uitkering zwembaden en ijsbanen COVID-19 (SPUK IJZ), namelijk voor de periode 2020 en de eerste twee kwartalen van 2021. Totaal gaat het om een bedrag van EUR 1.990.765.

 

De SPUK IJZ is door het Rijk aldus ingericht dat het Rijk een uitkering doet aan gemeenten indien aan de eisen is voldaan. De uitkering van het Rijk aan de gemeente behoeft geen staatssteunrechtelijke beoordeling, omdat de gemeente niet als onderneming de eindontvanger van de uitkering is. De gemeente dient echter de uitkering die zij doet aan de eindontvanger te toetsen aan de staatssteunregels. Bij veel ontvangers in de sector zal de uitkering zonder voorafgaande goedkeuring door de Europese Commissie hebben kunnen plaatsvinden. Voor de uitkering aan Thialf is echter voorafgaande toestemming van de Europese Commissie nodig omdat Thialf nog in een herstructurering zit en vanwege dat feit de uitzonderingen die gelden op het vereiste van voorafgaande goedkeuring door de Europese Commissie niet opgaan. Daar de goedkeuringsprocedure bij de Europese Commissie langer duurt dan verwacht, dreigt voor Thialf een situatie te ontstaan waarin zij lopende uitgaven niet kan voldoen. Daardoor ontstaat het gevaar dat Thialf niet de kosten kan dekken die nodig zijn om de dienst van algemeen economisch belang uit te voeren.

 

Voorts was van 15 augustus 2022 tot en met 18 september 2022 een SPUK IJZ aanvraagronde opengesteld voor de periode van 1 november 2021 tot en met 31 december 2021 en januari 2022.

Thialf en gemeente Heerenveen hebben ook hiervoor een aanvraag ingediend. Dit gaat in totaal om ca. EUR 0,2 miljoen. Het bedrag van 0,2 miljoen is door het Rijk aan de gemeente Heerenveen beschikt, maar door gemeente Heerenveen nog niet aan Thialf uitbetaald. In dit besluit wordt ruimte gecreëerd indien nodig ook hier gebruik te maken van de DAEB-aanwijzing en de toekenning van een compensatie voor het uitvoeren van die DAEB.

 

Door de wijziging van het besluit van 15 maart 2022 bij besluit van 27 september 2022 is een incidenteel hoger plafond vastgesteld voor het verstrekken van een compensatie aan Thialf ten einde Thialf daadwerkelijk in staat te stellen de benodigde kosten voor het uitoefenen van haar taak te maken en te betalen. Deze compensatie is niet bedoeld om door corona veroorzaakte schade te compenseren, maar ter dekking van de kosten van de dienst van algemeen economisch belang. Nu Thialf mogelijk niet in staat is die kosten te voldoen vanwege een liquiditeitsprobleem, is het van belang aan Thialf een voorschot te verstrekken zodat die kosten wel kunnen worden voldaan.

 

Zodra de Europese Commissie toestemming heeft gegeven voor het verstrekken van de compensatie voor de corona-schade, zal de compensatie voor de kosten voor de DAEB kunnen worden teruggevorderd en kan een (boekhoudkundige) verrekening plaatsvinden. Daarmee ontvangt Thialf dus geen extra uitkeringen.

 

Het genoemde bedrag van EUR 3.500.000 betreft een maximumbedrag. De compensatie voor de kosten van de DAEB wordt alleen toegekend voor zover de kosten door Thialf gemaakt (gaan) worden en voor zover de gemeente van het Rijk (of eventueel een andere instantie) ter zake een uitkering ontvangt. Bovendien zal de compensatie worden verstrekt in het tempo waarin de gemeente de bedragen van het Rijk of een andere instantie ontvangt. Wanneer de gemeente ter zake een compensatie verstrekt aan Thialf vormt dit dus geen extra last voor de gemeente.

 

Het ministerie van VWS heeft te kennen gegeven geen reden te zien om de uitkering aan de gemeente op basis van de SPUK IJZ over de periode 2020 en de eerste twee kwartalen van 2021 terug te vorderen indien de gemeente de beschikbaar gestelde gelden als compensatie voor de kosten van een DAEB aan Thialf verstrekt, indien de conform de SPUK IJZ te berekenen schade van Thialf wordt aangetoond.

 

Omdat de compensatie voor het uitvoeren van de dienst van algemeen economisch belang nooit hoger mag zijn dan de netto-kosten van die dienst (kort gezegd: kosten verminderd met de opbrengsten), vermeerderd met een redelijke winst, zal de op grond van dit besluit verstrekte compensatie worden terugbetaald c.q. (boekhoudkundig) verrekend met de subsidie die op grond van de SPUK IJZ aan Thialf zal worden verstrekt.

 

In onderhavig besluit wordt het begrip ‘redelijke winst’ aangepast. De Europese Commissie heeft bepaald dat bij het verstrekken van een compensatie voor de uitvoering van een dienst van algemeen economisch belang (DAEB) een compensatie voor de kosten voor het uitvoeren van die dienst vermeerderd met een redelijke winst is toegestaan. De Europese Commissie beschouwd een winst die niet hoger ligt dan de relevante swaprente, met een opslag van 100 basispunten hoe dan ook als redelijk. De relevante swaprente is de swaprente waarvan de looptijd en de valuta overeenstemmen met de looptijd en de valuta van het besluit waarbij de onderneming met het beheer van een DAEB wordt belast. Aangezien Thialf in 2022 voor de periode van tien jaar met het uitvoeren van de DAEB werd belast is uitgegaan van de toentertijd geldende EURO 10-jaars swaprente die ten tijde van het vaststellen van het oorspronkelijke besluit 0,08% bedroeg. Deze swaprente is inmiddels opgelopen tot 2,6%, zodat de toenmalige 0,08% moet worden aangepast. Om toekomstige wijzigingen van het besluit om redenen van winst te voorkomen, zal geen percentage meer worden opgenomen, maar wordt verwezen naar de betreffende swaprente en de opslag. Bij de berekening van de redelijke winst en ter bepaling of geen sprake is geweest van overcompensatie wordt uitgegaan van het gemiddelde van de EURO 10-jaars swaprente over het jaar waarop de compensatie betrekking heeft.

 

Tevens wordt in onderhavig besluit bepaald dat bij het bepalen van de daadwerkelijke winst in het kader van het besluit tot aanwijzing van een dienst van algemeen economisch belang, kosten voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen mogen worden aangemerkt als kosten die ten laste komen van de winst. De gemeente meent dat deze duidelijkheid geboden is. Wanneer de kosten voor groot onderhoud en de voorzieningen voor vervangingsinvesteringen in het kader van de berekening van de compensatie voor de kosten van de uitvoering van de DAEB niet in mindering zouden worden gebracht op de winst, zou er van jaar tot jaar een te rooskleurig beeld van de (uitkeerbare) winst ontstaan, terwijl dan om de paar jaar de kosten opeens erg zouden oplopen als het groot onderhoud of de vervangingsinvestering zich voordoen. De compensatie voor dat jaar zou dan flink moeten stijgen en vervolgens weer een aantal jaren lager zijn. De gemeente vindt het wenselijk dat de compensatie geëgaliseerd wordt. Er is geen discussie dat de kosten voor het groot onderhoud en vervanging daadwerkelijk gemaakt zullen worden. De regels omtrent het verstrekken van een compensatie voor de kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van een DAEB, schrijven niet voor dat de kosten moeten worden geëgaliseerd op grond van een fiscale boekhouding. De gemeente acht het in acht nemen van de voorzieningen als kosten bij het bepalen van de jaarlijkse winst in het kader van de berekening van de compensatie op zakelijk-financiële gronden dan ook verantwoord.

Verder was in de besluitvorming van het College van burgemeester en wethouders in de vergaderingen van 15 maart 2022 en 27 september 2022 nog geen regeling getroffen om de compensatie in het kader van de DAEB jaarlijks te kunnen indexeren. De mogelijkheid om de compensatie jaarlijks te kunnen indexeren moet inflatoire effecten op de compensatie neutraliseren. Dit wijzigingsvoorstel c.q. -besluit voorziet daarin en beoogt te voorkomen dat ieder jaar een nieuw DAEB-besluit moet worden voorbereid en genomen.

 

Tot slot wordt in dit besluit de termijn voor betaling van compensatie als voorschot van de maximaal € 3.500.000 door de gemeente verlengd van 2022/2023 naar 2022/2023/2024/2025.

 

 

 

Naar boven