Gemeenteblad van Zoetermeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zoetermeer | Gemeenteblad 2024, 241781 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zoetermeer | Gemeenteblad 2024, 241781 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling 2025 Gemeente Zoetermeer beoordeling van subsidieaanvragen sociaal domein
Burgemeester en wethouders van Zoetermeer,
Overwegende dat het gewenst is overeenkomstig artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 nadere regels te stellen ter uitwerking van artikel 2.3.2 van de Subsidieregeling 2016 gemeente Zoetermeer; om voor de jaarsubsidies 2025 vast te leggen welke aspecten betrokken worden bij de beoordeling van het belang van activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid: stellen vast de ‘Subsidieregeling 2025 Gemeente Zoetermeer beoordeling van subsidieaanvragen sociaal domein’.
De gemeente Zoetermeer verstrekt subsidies voor onderwijs, arbeidsparticipatie en maatschappelijke ondersteuning. Daarmee ondersteunt de gemeente bewoners, verenigingen of organisaties die activiteiten willen aanbieden die bijdragen aan het realiseren van de gemeentelijke beleidsdoelen op het gebied van onderwijs, arbeidsparticipatie en maatschappelijke ondersteuning.
De Algemene Subsidieverordening 2016
De Algemene Subsidieverordening (Asv) bevat de algemene regels van het subsidieproces. In de Asv staan de aanvraagprocedure, de termijnen voor aanvraag, behandeling en beslissing, de betaling, de gronden voor weigering, de verantwoording en de vaststelling.
U vindt de Asv op onze website. (Klik hier voor Asv).
De ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2025’.
In de ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2025’ is aangegeven welke aspecten in 2025 worden betrokken bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag. Hoe beter u in uw aanvraag rekening houdt met de beoordelingscriteria, hoe groter de kans op een subsidie. Het is belangrijk in uw aanvraag in te gaan op deze aspecten. Op deze wijze krijgen wij goed inzicht in de bijdrage die uw subsidieverzoek levert aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de gemeente.
De ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2025’ 2025 wordt jaarlijks opgesteld op basis van recente ontwikkelingen.
De handleiding voor het aanvragen van subsidie vindt u op onze website. Daar wordt uitgelegd hoe u subsidies aanvraagt en welke formulieren u daarvoor dient te gebruiken: (link naar subsidiepagina).
De periode waarin u subsidie voor 2025 kunt aanvragen loopt van 1 juni 2024 tot en met 31 augustus 2024.
Uiterlijk 30 november 2024 neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit over de subsidieaanvragen die zijn ingediend. U weet dan op tijd waar u aan toe bent.
Hoe en hoeveel uw activiteit bijdraagt aan de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen is belangrijk bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag. De gemeente gebruikt een puntensysteem. Totaal zijn er per aanvraag honderd punten te behalen. De meeste punten zijn te behalen voor de mate waarin de activiteit(en) bijdraagt aan de realisatie van gemeentelijke doelstellingen. Een aanvraag komt in aanmerking voor behandeling als minimaal 70 punten worden behaald.
De vragen die wij stellen en de verdeling van te behalen punten ziet u hieronder. Zoals u ziet wegen wij het belang van uw activiteiten voor de uitvoering van ons beleid het zwaarst bij de beoordeling van uw subsidieaanvraag.
Een onderdeel van de ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2025’ is de bekendmaking van het budget dat maximaal beschikbaar is. Wij noemen dit het subsidieplafond. Subsidieaanvragen kunnen worden afgewezen als het maximum (het plafond) is bereikt.
De gemeente streeft na dat meerdere aanvragen van één instelling in samenhang worden beoordeeld. Daarom vragen wij instellingen deze in een enkelvoudige aanvraag te bundelen. Bij een gebundelde aanvraag van meer dan € 100.000 moet aan het eind van het subsidiejaar een controleverklaring van een accountant bij uw financiële verantwoording gevoegd worden. Dit brengt extra kosten met zich mee. Deze kunnen in uw begroting opgenomen worden en zijn subsidiabel.
Bij het verstrekken van subsidies staat het publieke belang voorop en is integriteit een belangrijke voorwaarde. Daarbij gaat het om zaken als onafhankelijkheid, betrouwbaarheid, dienstbaarheid en zorgvuldigheid. Wij letten bij de verstrekking van subsidies op eventuele dubbele belangen en toetsen of de onafhankelijkheid van de gemeente in het geding kan komen. Ook mogen doelen en/of activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd uiteraard niet in strijd zijn met de wet, de openbare orde of het algemene belang.
Heeft u vragen over het aanvragen van subsidie en heeft u hulp nodig? Neem dan contact op met het Subsidiebureau van de gemeente. Het Subsidiebureau is te bereiken via de mail: subsidiebureau@zoetermeer.nl of algemene nummer van de gemeente (14079). Wij helpen u graag.
2 Programma ‘Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie’.
Dit programma geeft de inspanningen weer die eraan bijdragen dat elke Zoetermeerder werkt, leert en of meedoet naar vermogen.
Bij dit programma zijn in de programmabegroting drie doelstellingen beschreven waarvoor subsidies worden verstrekt:
2.1 ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’ en ‘Beperken uitval in het onderwijs’.
Ieder kind en (jong)volwassene moet zich in een stimulerende (leer)omgeving optimaal kunnen ontplooien tot een zelfstandig en sociaal individu, doordat de gemeente met partners investeert in bestaanszekerheid, kansengelijkheid en gezondheid. Onderwijs is cruciaal voor de persoonlijke ontwikkeling en bereidt kinderen en jongeren voor op het leveren van een positieve bijdrage aan de gemeenschap, zodat de huidige leerlingen in de toekomst zelfstandige burgers zijn die kunnen voorzien in hun bestaan, kansen hebben gekregen en in staat zijn hun gezondheid positief vorm te geven. Een optimale ontwikkeling is het doel en dit bereiken we door leerlingen vroegtijdig te begeleiden en door onderwijs en naschoolse activiteiten op maat te bieden. Kwetsbare groepen, zoals jongeren met een onderwijsachterstand of met een afstand tot de arbeidsmarkt, kunnen rekenen op een extra steuntje in de rug. Dit vergt vernieuwing, samenwerking en verbinding tussen alle betrokken partijen. Opvoeding, onderwijs en werk lopen immers door elkaar. Kinderopvang, scholen, ouders, (jeugd)zorgaanbieders, werkgevers en gemeente werken samen om uitdagingen vroeg te signaleren, passende oplossingen te vinden en iedere jeugdige op te leiden tot een waardevolle professional. De gezamenlijke ambities zijn vastgelegd in de Lokale Educatieve Agenda 2021-2030.
De belangrijkste uitgangspunten voor 2025 zijn:
Doelen van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’
Voor ieder kind, iedere jongere of volwassene wordt gezocht naar een passende speel- of leeromgeving, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De subsidies onder deze doelstelling worden met name preventief ingezet. Een deel van het subsidiebudget is bestemd voor het uitvoeren van wettelijke taken waar de gemeente een Rijksbijdrage voor ontvangt. Dit subsidiebudget kan alleen besteed worden aan activiteiten die voldoen aan de wettelijke criteria. Het gaat hierbij om activiteiten voor het bestrijden van onderwijsachterstanden en het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie.
Effecten van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren’
Doelen van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’
Voor ieder kind en iedere jongere kan begeleiding ingezet worden, zodat voorkomen wordt dat leerlingen thuiszitten of het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie. Hierbij geven wij de voorkeur aan groepsgerichte begeleiding waar mogelijk, en maatwerk waar nodig. Dit gebeurt in samenwerking en samenspraak met de scholen. De focus ligt hierbij op de scholen waar de uitval het grootst is, zoals het voorbereidend- en middelbaar beroepsonderwijs. Een deel van het subsidiebudget is bestemd voor het uitvoeren van wettelijke taken waar de gemeente een Rijksbijdrage voor ontvangt. Het gaat hierbij om activiteiten voor de uitvoering van leerplicht en RMC, die moeten voldoen aan de wettelijke criteria.
Effecten van activiteiten die bijdragen aan de doelstelling ‘Beperken uitval in het onderwijs’
De subsidieaanvrager moet aannemelijk maken dat de resultaten van de geboden activiteiten bijdragen aan het bereiken van de genoemde doelstellingen en effecten.
Hiernaast wordt bij de beoordeling van de subsidieaanvragen kritisch gekeken naar de onderbouwing van de kwaliteit en effectiviteit van de activiteiten. Van organisaties wordt verwacht dat zij in hun subsidieaanvraag onderbouwen:
Daarnaast wordt bij de beoordeling van de subsidieaanvragen belang gehecht aan de onderstaande criteria. De subsidieaanvraag moet aan ten minste een van deze criteria voldoen:
Activiteiten dienen bij te dragen aan ten minste 1 van de 3 belangrijkste doelen binnen het sociaal domein: Investeren in bestaanszekerheid, gezondheid en kansengelijkheid (waarbij de focus ligt op gelijke onderwijskansen van kinderen en jongeren). Bij de afweging van de aanvraag wordt ook de samenhang met het bredere Sociaal Domein betrokken;
2.2 ‘Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan’.
De subsidies die in dit programmaonderdeel verstrekt worden dienen bij te dragen aan het voorkomen of oplossen van schulden en problemen als gevolg van armoede. Daarnaast moeten de activiteiten, waar subsidie aan verstrekt wordt, bijdragen aan ten minste 1 van de 3 belangrijkste doelen binnen het sociaal domein: Investeren in bestaanszekerheid, gezondheid en kansengelijkheid.
Binnen dit programmaonderdeel verstrekken we jaarlijks subsidies voor activiteiten gericht op:
Aan het verstrekken van subsidie stellen we als voorwaarde dat er een aantoonbare samenwerking is met relevante maatschappelijke partners en dat er gezorgd wordt voor kwaliteit en continuïteit in de dienstverlening door:
3 Programma ‘Samen leven en ondersteunen’.
Dit programma geeft de inspanningen weer die bijdragen aan de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van alle Zoetermeerders zodat zij sterk in het leven kunnen staan.
Bij dit programma is een aantal doelstellingen beschreven waarvoor subsidies worden verstrekt:
3.1 ‘Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp’.
Onder de doelstelling ‘bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp’ staat ‘Het versterken van het gewone leven’ als visie centraal. Van organisaties wordt verwacht dat zij bijdragen aan het creëren van een leefomgeving waarin jeugdigen kansrijk, gezond en veilig kunnen ontwikkelen en opgroeien. De leefwereld van kinderen en hun ouders vormt hierbij de basis. Juist het benutten en versterken van de kracht van het gezin is het startpunt van de ondersteuning die vanuit deze doelstelling wordt gerealiseerd. Om deze reden wordt de ondersteuning aangeboden op de belangrijkste vindplaatsen, namelijk binnen de kinderopvang, het onderwijs, thuis en in de wijk.
Er wordt ingezet op werken vanuit de bedoeling: van oplossing naar (eigen) oplossend vermogen. Dit betekent dat mét inwoners gekeken wordt welke oplossingen bij hen passen en wat werkt voor de uitdagingen die zij ervaren. Ook verwachten we van de organisaties zelf een lerende houding waarin continu verbeteren binnen de werkwijze ingebed is. Dit betekent dat er een beroep wordt gedaan op organisaties om flexibel en innovatief te werken en verantwoordelijkheid te nemen voor het proces van continu verbeteren, het versterken van onderlinge samenwerking en afstemming.
Doelen van activiteiten die bijdragen aan doelstelling A: ‘Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp’.
Door het snel anticiperen op risico’s worden problemen bij het opvoeden en opgroeien zo veel mogelijk voorkomen of verminderd. Jeugdigen houden hierdoor perspectief op een kansrijke, gezonde en veilige ontwikkeling. Bij jeugdigen die specialistische hulp ontvangen, wordt waar mogelijk genormaliseerd en weer aangesloten bij het gewone leven. Dit doen we door af te schalen naar lichtere vormen van ondersteuning in de directe leefomgeving.
Thematische prioriteiten in 2025
Bij de beoordeling van de aanvragen zal worden gestuurd op een samenhangend, passend, doelgericht preventief (wijk)aanbod in Zoetermeer.
Binnen de visie is integraliteit een kernopgave. Uitgangspunt is om te kijken naar wat het hele gezin nodig heeft en daarop in te spelen, zodat de impact van de probleemsituatie zo gering mogelijk blijft. Daarbij verwachten wij dat organisaties zich inzetten om het netwerk van de gezinnen zodanig te versterken dat de gezinnen langdurig zelf verder kunnen. Hierbij is het nodig om samen te werken met professionals op andere beleids- en uitvoeringsterreinen. Wij verwachten dat organisaties in 2025 nog meer dan voorheen inzetten op het vernieuwen en afstemmen van aanbod en dat dit ook uit de subsidieaanvraag blijkt.
Van organisaties wordt ook verwacht dat zij gezinnen, jeugdigen en hun sociale omgeving ondersteunen bij het versterken van de eigen mogelijkheden. Om de eigen kracht van jongeren en gezinnen te versterken, verwachten wij dat organisaties in 2025 vernieuwend inzetten op:
Binnen de algemene doelstelling zal in 2025 bij de beoordeling van de subsidieaanvragen extra aandacht gegeven worden aan de volgende vier inhoudelijke thema’s:
Hoe een organisatie bijdraagt aan (één van) deze thema’s moet in de aanvraag aannemelijk worden gemaakt. Daarbij is het belangrijk om de beschermende factoren te versterken en risicofactoren te verkleinen, met de focus op:
In de subsidieaanvraag moet helder zijn beschreven tot welke doelgroep(en) de aanvrager zich richt. Ook wordt verwacht dat de aanvrager een inschatting geeft van de grootte van de doelgroep in Zoetermeer voor de specifieke interventie. Daarbij geeft de aanvrager aan welk percentage van die doelgroep bereikt gaat worden en wat dat betekent in aantallen.
Hierbij wordt onderscheid gemaakt in:
Met universele preventie moeten vooral zo veel mogelijk inwoners worden bereiken. Het gaat hierbij om informatie & advies over opvoeden en opgroeien en het doorgeleiden van jeugdigen en ouders met lichte, beginnende problematiek naar een passende, preventieve maatwerk voorziening (sociale kaart functie). Organisaties moeten in hun subsidieaanvraag onderbouwen hoe zij bijdragen aan het vergroten van de zichtbaarheid en toegankelijkheid van informatie en advies binnen het hele sociale domein;
De selectieve preventie wordt zo georganiseerd dat interventies laagdrempelig beschikbaar zijn, daar waar de meest voorkomende risico’s 1 aanwezig zijn. Interventies zijn gericht op het versterken van beschermende factoren, factoren die positieve ontwikkeling en weerbaarheid van jeugdigen en gezinnen stimuleren, in buurten en op scholen waar jeugdigen en gezinnen hier de meeste behoefte aan hebben. Organisaties moeten in hun subsidieaanvraag nauwkeurig aangeven voor welke doelgroep de interventie bedoeld is, hoe zij die doelgroep gaan bereiken en hoe zij dit monitoren.
Preventieve maatwerk voorzieningen worden zo georganiseerd dat jeugdigen en ouders met beginnende problematiek snel passende ondersteuning kan worden geboden. Organisaties moeten in hun subsidieaanvraag nauwkeurig aangeven voor welke doelgroep de interventie bedoeld is, hoe zij die doelgroep gaan bereiken en hoe zij dit monitoren. Dit vereist o.a. een heldere visie op vroeg-signaleren en probleeminventarisatie.
Daar waar jeugdigen en gezinnen met specialistische jeugdhulp ook geholpen kunnen worden met lichtere vormen van ondersteuning binnen het preventieve veld om zo terugval te voorkomen, wordt deze ondersteuning geboden. Organisaties moeten in hun subsidieaanvraag nauwkeurig aangeven hoe zij deze doelgroep met goed resultaat kunnen ondersteunen, daar waar er risico is op terugval, en welke afspraken zij hierover hebben gemaakt met jeugdhulpaanbieders en/of toegangspartners.
Kwaliteit & effectiviteit van de inzet
De subsidieaanvraag moet aannemelijk maken dat de resultaten van de geboden activiteiten bijdragen aan het bereiken van de hierboven genoemde doelstelling en het vinden van oplossingen m.b.t. de thematische prioriteit(en), waar mogelijk gebruik makend van bewezen effectieve interventies. Deze staan vermeld in de databank Effectieve Jeugdinterventies: https://www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies.
Dit betekent ook dat de gemeente waar mogelijk zal investeren in bewezen effectieve interventies ter vervanging van interventies waarvoor onvoldoende aanwijzingen zijn van de effectiviteit.
Hiernaast wordt bij de beoordeling van de subsidieaanvragen onder deze doelstelling kritisch gekeken naar de onderbouwing van de kwaliteit en effectiviteit van alle interventies. Van organisaties wordt verwacht dat zij in hun subsidieaanvraag onderbouwen:
Hoe zij doelgericht samenwerken met andere organisaties om zo de effectiviteit van de inzet te vergroten en hoe er binnen deze samenwerking op dit gebied aandacht is voor leren en verbeteren. Dat betekent dat van organisaties verwacht wordt dat de subsidieaanvraag de onderlinge afspraken en afstemming hierover reflecteert. Indien mogelijk vragen organisaties gezamenlijk een subsidie aan om een overkoepelende doelstelling te bereiken.
Organisaties dienen in hun subsidieaanvraag aan te geven welke methoden gebruikt worden om monitoring en effectmeting vorm te geven. Er wordt hierbij vooral belang gehecht aan erkende methoden die gerichte sturing op basis van opgedane ervaring mogelijk maken.
Om gemeente-breed zo efficiënt en doelmatig mogelijk de algemene doelstelling te bereiken en om vanaf 2025 positieve ontwikkelingen voor te zetten op gebied van de genoemde thema’s kunnen er budgettaire verschuiving plaatsvinden ten opzichte van eerdere jaren. De beoordeling van de subsidieaanvragen en de gesprekken hierover tussen de gemeente en de aanvragers kunnen vanuit dit uitgangspunt per organisatie of met meerdere organisaties samen plaatsvinden.
3.2 ‘Bevorderen meedoen aan de samenleving en zelfstandig wonen’.
Binnen de doelstelling ‘Bevorderen meedoen aan de samenleving en zelfstandig wonen’ worden de volgende maatschappelijke opgaven onderscheiden:
Maatschappelijke opgave 1: Versterken Sociale Basis
Binnen deze opgave worden activiteiten ondersteund die bijdragen aan een sterke(re) sociale basis in wijken en buurten. Netwerkvorming is een belangrijke manier om wijkactivering te stimuleren. Wijk -en buurtverenigingen, maatschappelijke organisaties en (burger)initiatieven spelen hierin een belangrijke rol.
Een grotere mate van sociale samenhang en leefbaarheid in de wijken om zo bij te dragen aan een sterke(re) sociale basis.
Maatschappelijke opgave 2: Een inclusieve en diverse stad.
Zoetermeer is een stad met ruimte voor verschillen. Een stad waar respect, gelijkwaardigheid en compassie kernwaarden zijn en waar discriminatie en sociale uitsluiting geen plek hebben. In Zoetermeer voeren we met elkaar het gesprek, ook als het even moeilijk is en geven we emancipatiebewegingen de ruimte om zichzelf te ontwikkelen. Iedere Zoetermeerder moet zichzelf kunnen zijn en zich vrij en veilig voelen om dat te uiten.
Maatschappelijke opgave 3: Elkaar Helpen en ondersteunen van vrijwilligers
Inwoners die elkaar helpen (ofwel informele hulp) zijn essentieel voor het functioneren van de Zoetermeerse samenleving op de terreinen welzijn en zorg. Gemeente Zoetermeer wil stimuleren dat inwoners ‘samen redzaam’ worden. Dit houdt in dat mensen die minder zelfredzaam zijn worden geholpen door zelfredzame inwoners. Veel inwoners in Zoetermeer willen wat voor een ander betekenen. Soms is een inspanning nodig om de verbinding tussen inwoners te leggen die kunnen helpen en die hulp nodig hebben. Binnen deze opgave worden voorzieningen ondersteund die deze verbinding tussen inwoners stimuleren en faciliteren.
Doel: Een samenleving waar mensen elkaar helpen en een infrastructuur die inwoners daartoe stimuleert en faciliteert.
Aparte Subsidieregeling Vrijwilligersondersteuning
Voor de ontwikkeling en implementatie van nieuwe ideeën van vrijwilligers(organisaties) heeft de gemeente een Subsidieregeling Vrijwilligersondersteuning opgesteld. Het gaat om activiteiten, producten, diensten en trainingen die ervoor zorgen dat vrijwilligers hun werk beter kunnen doen en zorgen voor een betere samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties. (Vrijwilligers)organisaties kunnen een subsidieaanvraag doen, passend bij de criteria uit deze subsidieregeling. U vindt deze op onze website.
Maatschappelijke opgave 4: Aanpak Eenzaamheid
Voor de aanpak van eenzaamheid zet de gemeente in op een lokale aanpak langs de vijf pijlers, zoals in het landelijke programma één tegen eenzaamheid staan geformuleerd: bestuurlijk commitment, een sterk netwerk creëren, mensen met gevoelens van eenzaamheid zelf betrekken, aan een duurzame aanpak werken en monitoring en evaluatie organiseren. De aanpak eenzaamheid van Zoetermeer richt zich op preventie en het verminderen van eenzaamheid onder alle inwoners met extra aandacht voor jongeren.
Doel: Eenzaamheid onder inwoners van Zoetermeer is verminderd.
Maatschappelijke opgave 5: Organiseren van Maatschappelijke Zorg
Binnen deze opgave worden vooral voorzieningen ondersteund die een vangnetfunctie voor de doelgroep OGGZ/GGZ vervullen. Inwoners die zorg of ondersteuning nodig hebben en hier niet om (willen) vragen wordt een veilig vangnet geboden waarmee zij toch hulp kunnen krijgen.
3.3 ‘Bevorderen Gezondheid en Welbevinden’.
Een goede gezondheid is belangrijk voor iedereen. De gemeente beschouwt gezondheid op een positieve manier: ‘gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te (blijven) voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven’.
Binnen de opgave gezond leven makkelijker maken ondersteunt de gemeente activiteiten die bijdragen aan:
Versterken van de verbinding van gezondheid met de sociale basis2 ;
Het Subsidieregeling valt binnen de kaders van de meerjarenbegroting. Om te sturen op de inzet van middelen en voor de transparantie wordt gewerkt met subsidieplafonds. Het bedrag aan te verlenen subsidies kan per programma niet hoger zijn dan het plafond dat voor dat programma is vastgesteld.
De vaststelling van de plafonds vindt bij de vaststelling van het Subsidieregeling plaats. Dat is ruim voordat de gemeenteraad de meerjarenbegroting vaststelt. Daarom maken burgemeester en wethouders op basis van artikel 3 een begrotingsvoorbehoud: als de behandeling van de meerjarenbegroting daartoe aanleiding geeft, dan mogen burgemeester en wethouders de plafonds aanpassen.
Het subsidieplafond voor de ‘Subsidieregeling beoordeling subsidies 2025’ sociaal domein 2025 is gesplitst in drie deelplafonds, te weten voor de subsidies die vallen onder programma 1: Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie en programma 2: Samenleven en ondersteunen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-241781.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.