Besluit van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn op grond van artikel 15 Wegenverkeerswet inhoudende het aanwijzen tot bromfiets-/fietspad van een gedeelte van de Ziendeweg, uitgezonderd landbouwverkeer en brommobielen, te Aarlanderveen en Zwammerdam.

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ALPHEN AAN DEN RIJN;

Overwegende:

  • dat de gemeente als wegbeheerder een verkeersbesluit moet nemen bij het plaatsen of verwijderen van sommige verkeerstekens en dat in het verkeersbesluit wordt afgewogen waarom verkeerstekens worden geplaatst of verwijderd;

  • dat het college in haar vergadering van 11 januari 2022 heeft besloten een proefafsluiting op de Ziendeweg voor doorgaande motorvoertuigen met uitzondering van landbouwvoertuigen en brommobielen in te stellen voor de periode van 9 maanden, om de effecten van deze afsluiting te beoordelen aan de hand van metingen en meningen;

  • dat een verkeersbesluit hiertoe is gepubliceerd in het Gemeenteblad op 17 februari 2022, nr. 71121;

  • dat de Ziendeweg van 8 april 2022 tot 5 januari 2023 over een afstand van 140 meter afgesloten is geweest voor gemotoriseerd verkeer, uitgezonderd landbouwvoertuigen en brommobielen, tussen De Slingerkamp (kano oversteekplaats) en Achtermiddenweg;

  • dat uit de proef is gebleken dat het verkeersbeeld in overeenstemming komt met het type weg (erftoegangsweg type 2 buiten de bebouwde kom), de leefbaarheid en verkeersveiligheid op de Ziendeweg en aansluitende routes verbetert, dat er een positief effect was op de fauna langs de Ziendeweg doordat er minder dieren werden doodgereden en dat er geen extra stagnatie of verkeersonveiligheid op is getreden op de alternatieve routes;

  • dat tijdens de proef is gebleken dat aanvullende maatregelen op de Lindenhovestraat en Kortsteekterweg wenselijk zijn om het verkeer beter te geleiden en de maximum snelheid na te leven en de gemeente deze maatregelen al in voorbereiding heeft;

  • dat het college absolute prioriteit wil geven aan de fietser en overig langzaam verkeer en het daarom van belang vindt de verkeerssituatie blijvend in overeenstemming te brengen passend bij het type weg;

  • dat het college er daarom voor kiest om een gedeelte van de Ziendeweg definitief af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer, uitgezonderd landbouwvoertuigen en brommobielen (te knippen) door middel van het aanwijzen van dat gedeelte van de Ziendeweg als bromfiets-/fietspad;

  • dat het college kiest voor een bromfiets-/fietspad omdat tijdens de proef bleek dat de borden geslotenverklaring het gemotoriseerd verkeer onvoldoende prikkelt om niet door te rijden;

  • dat het college beoogt met het aanwijzen tot bromfiets-/fietspad dat gemotoriseerd verkeer niet toch het risico neemt om door te rijden en het betreffende weggedeelte zodanig ingericht kan worden dat dit ook duidelijk de uitstraling van fietspad heeft;

  • dat tijdens de proef ook bleek dat fietsers automobilisten gebaren niet op de Ziendeweg te mogen rijden, terwijl dat autoverkeer op het gedeelte reed waar wel gereden mocht worden. Door het aanwijzen tot bromfiets-/fietspad beoogt het college dat het voor alle weggebruikers duidelijker is waar gemotoriseerd verkeer wel en niet mag rijden;

  • dat landbouwverkeer en brommobielen worden uitgezonderd, omdat voor hen geen goed en realistisch alternatief aanwezig is;

  • dat de eerdere onderzoeksrapporten integraal onderdeel uitmaken van de afwegingen die ten grondslag liggen aan dit besluit;

  • dat het college een uitgebreide belangenafweging heeft gedaan die is vastgelegd in een aparte notitie die integraal onderdeel uitmaakt van dit besluit;

  • dat het college het belang van de fietser en overig langzaam verkeer en bewoners zwaarder weegt dan de belangen van gemotoriseerd verkeer om van de Ziendeweg gebruik te moeten maken;

  • dat het college het belang van fietsers, overig langzaam verkeer en bewoners zwaarder weegt dan economische en sociale belangen, omdat het college stelt dat de economische en sociale belangen beperkt geraakt worden;

  • dat het college hiermee de leefbaarheid en verkeersveiligheid op de Ziendeweg én aansluitende routes door Zwammerdam (en Nieuwkoop) beoogt te verbeteren;

  • dat door deze maatregel alle bestemmingen aan de Ziendeweg bereikbaar blijven, maar dat afhankelijk van de bestemming de juiste route moet worden gekozen;

  • dat dit kan leiden tot keerbewegingen of achteruit rijden op de Ziendeweg en dat daarom meerdere vooraankondigingsborden worden geplaatst om het verkeer op plekken waar een andere keuze kan worden gemaakt te wijzen op de verkeersmaatregel;

  • dat het college erkent dat sommige groepen weggebruikers onredelijk in hun belang worden geraakt en dat zij in aanmerking kunnen komen voor een ontheffing en hiertoe ontheffingenbeleid wordt opgesteld;

  • dat voor de handhaving van deze maatregel ANPR camera’s kunnen worden ingezet;

  • dat de in artikel 2, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten behoeve van het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan ten grondslag liggen aan dit besluit;

  • dat ook de in artikel 2, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen ten behoeve van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade, alsmede de gevolgen voor het milieu ten grondslag liggen aan dit besluit;

  • dat er conform artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) overleg plaatsgevonden heeft met de door de korpschef van de nationale politie daartoe gemachtigde verkeersadviseur. Deze adviseert positief;

  • dat het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor de rekening van de betrokkenen behoren te blijven;

  • dat er is gelet op de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer,

 

besluiten

tot het plaatsen van bord G12a (bromfiets-/fietspad) met onderbord “landbouwvoertuigen, brommobielen en ontheffinghouders toegestaan” op de Ziendeweg:

  • 1.

    ter hoogte van de aansluiting met de Achtermiddenweg in zuidelijke richting;

  • 2.

    ter hoogte van De Slingerkamp (kano oversteekplaats) in noordelijke richting.

 

Een en ander volgens de bijgevoegde tekeningen.

  •  

De in dit besluit genoemde borden zijn opgenomen in bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

 

Zaaknummer: 3113712

Bezwaar- of beroepsclausule

Dit besluit zal door publicatie in het Gemeenteblad, zie www.officielebekendmakingen.nl, bekend worden gemaakt. Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit volgens de artikelen 7:1 en 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de openbare bekendmaking van dit besluit een beroepschrift tegen dit besluit indienen bij de Rechtbank ‘s-Gravenhage, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH ‘s-Gravenhage.

Het indienen van een beroepschrift schorst niet automatisch de werking van het bestreden besluit. Hiervoor kan ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een verzoek om voorlopige voorziening ingediend worden bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank, sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH ‘s-Gravenhage.

Voor zowel het indienen van een beroepschrift, alsook voor het indienen van een voorlopige voorziening bent u griffierechten verschuldigd aan de bovengenoemde Rechtbank.

Alphen aan den Rijn, 28 mei 2024,

burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn,

de secretaris, de burgemeester,

drs. M.H.J. van Kruijsbergen MBA mr. drs. J.W.E. Spies

Naar boven