Aanwijzingsbesluit bindend advies en verplichte participatie buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en participatiebeleid Omgevingswet gemeente Goirle

De raad van de gemeente Goirle;

 

overwegende dat,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 07-05-2024;

 

gelet op de Gemeentewet en op artikel 16.15a en 16.15b en 16.55, zevende lid, Omgevingswet en artikel 4.21, 10.2, 10.7 en 10.8 Omgevingsbesluit;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen het:

 

Aanwijzingsbesluit bindend advies en verplichte participatie buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en participatiebeleid Omgevingswet gemeente Goirle

 

 

Artikel 1. Bindend advies buitenplanse omgevingsplanactiviteit

 

1. De gemeenteraad wordt in de navolgende gevallen aangewezen als adviseur als bedoeld in artikel 16.15a, onder b Omgevingswet bij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

a. indien de activiteiten in strijd zijn met de omgevingsvisie als bedoeld in artikel 3.1

Omgevingswet;

b. ten behoeve van ontwikkelingen die zijn genoemd in artikel 10.24 Omgevingsbesluit;

c. ten behoeve van de energietransitie, voor de opwekking van (duurzame) energie

door:

- een of meer windturbines met een bouwhoogte vanaf 25 meter, gemeten vanaf de bovenkant van de fundering tot aan de wiekenas;

- een biomassacentrale met een vermogen vanaf 15 MW; of,

- een zonnepark (grondopstelling), groter dan 1,5 hectare netto oppervlak.

d. ten behoeve van wonen: het bouwen van 20 of meer woningen binnenstedelijk (binnen de bebouwde kom), of 5 of meer woningen in het buitengebied (buiten de bebouwde kom);

e. voor het oprichten van een nieuw gebouw voor of transformatie van een bestaand gebouw naar een woonfunctie anders dan zelfstandige woningen, met meer dan 5 kamers/onzelfstandige wooneenheden en/of meer dan 5 studio’s, bijvoorbeeld woon-zorg, logiesgebouw, asielzoekers/statushouders, studenten, arbeidsmigranten, en dergelijke;

f. voor het bouwen, uitbreiden of verbouwen ten behoeve van maatschappelijke, sport, toeristisch-recreatieve, horecadoeleinden, bedrijfs- en kantoordoeleinden en detailhandel van meer dan 500 m² of een wijziging van het gebruik van gronden naar een van deze doeleinden van meer dan 500 m²;

g. ten behoeve van het realiseren van een installatie hoger dan 40 meter bestaande uit één of meerdere antennes, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

2. Het eerste lid is niet van toepassing:

a. als het college van burgemeester en wethouders voornemens is de aanvraag om een buitenplanse omgevingsplanactiviteit te weigeren of buiten behandeling te laten;

b. als de gemeenteraad eerder ingestemd heeft met een conceptaanvraag dan wel heeft ingestemd met een ruimtelijk ontwerp, project of programma, en daarbij heeft aangegeven dat er voor de aanvraag geen bindend advies benodigd is binnen een bepaalde termijn, zoals bedoeld in het raadsbesluit, en binnen de daarbij gestelde termijn ingediende aanvraag past binnen een dergelijk ruimtelijk ontwerp, project, programma of de conceptaanvraag.

Artikel 2. Verplichte participatie buitenplanse omgevingsplanactiviteit

 

1. Participatie wordt op grond van artikel 16.55, lid 7, Omgevingswet verplicht gesteld bij aanvragen om buitenplanse omgevingsplanactiviteiten in de in artikel 1 van dit aanwijzingsbesluit aangewezen categorieën van gevallen.

2. De wijze waarop participatie kan worden vormgegeven is opgenomen in de Participatieleidraad van burgemeester en wethouders.

Artikel 3. Participatie bij het wijzigen of vaststellen van het omgevingsplan

 

1. Burgemeester en wethouders leggen het concept-ontwerpomgevingsplan, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het concept-ontwerpomgevingsplan, ter inzage.

2. Voorafgaand aan de terinzagelegging als bedoeld onder lid 1, geven burgemeester en wethouders in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huis-bladen of op een andere geschikte wijze kennis van het concept-ontwerpomgevingsplan. Volstaan kan worden met het vermelden van de zakelijke inhoud.

3. In de kennisgeving als bedoeld onder lid 2, wordt vermeld:

a. waar en wanneer de stukken ter inzage liggen;

b. wie in de gelegenheid wordt gesteld om te reageren op het concept-ontwerpomgevingsplan; en

c. op welke wijze dit kan geschieden.

4. Eenieder kan bij burgemeester en wethouders schriftelijk reageren op het concept-ontwerpomgevingsplan.

5. De termijn voor het indienen van een reactie bedraagt 3 weken. De termijn vangt aan op de dag waarop het concept-ontwerpomgevingsplan ter inzage is gelegd. De artikelen 6:9 en 6:10 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.

6. De resultaten van de procedure uit lid 1 tot en met 5 van dit artikel worden op grond van artikel 10.2 Omgevingsbesluit betrokken bij het vaststellen van het omgevingsplan.

7. Bij het wijzigen van het omgevingsplan op verzoek van een initiatiefnemer, wordt participatie toegepast op grond van artikel 2 lid 2 van dit aanwijzingsbesluit, alvorens de procedure uit de lid 1 tot en met 6 van dit artikel wordt doorlopen.

Artikel 4. Participatie bij het wijzigen of vaststellen van de omgevingsvisie

 

1. Bij de voorbereiding van een omgevingsvisie, wordt de procedure uit artikel 3, lid 1 tot en met 5 van dit aanwijzingsbesluit doorlopen, waarbij concept-ontwerpomgevingsvisie wordt gelezen in plaats van concept-ontwerpomgevingsplan.

2. De resultaten van de procedure uit lid 1 van dit artikel worden op grond van artikel 10.7 Omgevingsbesluit betrokken bij het vaststellen van de omgevingsvisie.

Artikel 5. Participatie bij het wijzigen of vaststellen van een programma

 

1. Bij de voorbereiding van een programma, wordt de procedure uit artikel 3, lid 1 tot en met 5 van dit aanwijzingsbesluit doorlopen, waarbij concept-ontwerpprogramma wordt gelezen in plaats van concept-ontwerpomgevingsplan.

2. De resultaten van de procedure uit lid 1 van dit artikel worden op grond van artikel 10.8 Omgevingsbesluit betrokken bij het vaststellen van het programma.

Artikel 6.  

 

Twee jaar na het tijdstip van de inwerkintreding van dit aanwijzingsbesluit, worden de ervaringen met dit aanwijzingsbesluit en de Participatieleidraad geëvalueerd.

Artikel 7.  

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 8.  

 

Dit besluit wordt aangehaald als “Aanwijzingsbesluit bindend advies buitenplanse omgevingsplanactiviteiten en participatiebeleid Omgevingswet gemeente Goirle”.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Goirle in zijn vergadering van 21 mei 2024.

de raadsgriffier, de voorzitter,

Frits Harteveld Mark van Stappershoef

Naar boven