Gemeenteblad van Voorschoten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Voorschoten | Gemeenteblad 2024, 238848 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Voorschoten | Gemeenteblad 2024, 238848 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling Rekenkamer Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg
De regeling behartigt op effectieve en efficiënte wijze de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de uitvoering van de taken van de rekenkamer, zoals genoemd in de Gemeentewet.
Artikel 10 Bijdragen deelnemende gemeenten
De hoogte van het budget is vastgesteld op het bedrag van € 1,22 per inwoner, uitgaande van het totale aantal inwoners van de deelnemende gemeenten per 1 januari van het jaar daarvoor. Dit bedrag wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd volgens de prijsindex van het CBS (genoemd CPI Alle huishoudens).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 13 februari 2024.
de griffier,
R.G.R. Jeene
de voorzitter,
M.W. Vroom
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Voorschoten, gehouden op 7 maart 2024.
de griffier,
Drs. B.J. Urban
de voorzitter,
Drs. N. Stemerdink
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Wassenaar gehouden op dinsdag 26 maart 2024.
de griffier,
drs. J. Kleinhesselink
de voorzitter,
drs. L.A. de Lange
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van Oegstgeest op 25 april 2024.
de griffier,
Fred Kromhout
de voorzitter,
Emile Jaensch
Toelichting bij Gemeenschappelijke regeling Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg
De Gemeentewet biedt via artikel 81l gemeenten die gebruik willen maken van dezelfde rekenkamer de mogelijkheid om een dergelijke samenwerking vorm te geven in een gemeenschappelijke regeling.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Dit artikel geeft definities. De Gemeentewet schrijft voor dat de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) moet worden toegepast voor samenwerking via een gemeenschappelijke rekenkamer. Bij de toepassing hiervan is een aantal artikelen van de Wgr buiten werking verklaard.
Artikel 3 Gemeenschappelijke rekenkamer
Er dient een gemeenschappelijk orgaan te worden opgericht door middel van een gemeenschappelijke regeling, omdat dit zo is voorgeschreven in artikel 81l van de Gemeentewet. De Gemeentewet geeft aan dat onder andere de artikelen 1 en 8, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen toegepast dienen te worden bij het instellen van een gemeenschappelijke rekenkamer.
De Gemeentewet geeft een regeling voor de decentrale rekenkamer. Deze is met name terug te vinden in hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer). De gemeente mag daar bij verordening niet van afwijken. Om te onderstrepen dat dit ook geldt voor de gemeenschappelijke rekenkamer in een gemeenschappelijke regeling, wordt hiernaar in dit artikel verwezen.
Het gemeenschappelijk orgaan is genaamd Rekenkamer Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg maar kan ook worden aangeduid als de Rekenkamer [naam eigen gemeente] of de Rekenkamer met daarachter de naam van één van de andere deelnemende gemeenten.
Een gemeenschappelijk orgaan bezit anders dan een openbaar lichaam geen rechtspersoonlijkheid. Het kan dus niet zelfstandig deelnemen aan het maatschappelijk verkeer en bijvoorbeeld geen arbeidsovereenkomsten sluiten. Personeel dat werkt voor een gemeenschappelijk orgaan moet dus altijd in dienst zijn van één of meer van de deelnemende partijen. Een ander verschil is dat het gemeenschappelijk orgaan maar één bestuur heeft en niet zoals het openbaar lichaam een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.
Artikel 4 Toetreding en uittreding
Bij toetreding van een gemeente zorgen alle deelnemers ervoor dat er zo spoedig mogelijk een gelijkluidend besluit wordt genomen door de raden.
Omdat uittreding tot krimp van de personeelsbezetting kan leiden en ook andere kosten, kunnen de deelnemende gemeenten bepalen dat er kosten zijn verbonden aan de uittreding.
Artikel 5 Wijziging en opheffing
Ook indien deze regeling dient te worden gewijzigd, zorgen de deelnemers ervoor dat dit op zo spoedig mogelijke termijn gebeurt. De griffiers van de deelnemende gemeenten beslissen onderling wie de coördinatie van werkzaamheden voor een wijziging of opheffing op zich neemt.
Volgens artikel 9 lid 1 van de Wgr dienen bij een regeling voor onbepaalde tijd bepalingen te worden opgenomen over wijziging, opheffing, toetreding en de gevolgen van uittreding. Hierin is met dit artikel voorzien. Aangezien het een gemeenschappelijk orgaan betreft en geen rechtspersoonlijkheid bezit, hoeven geen afspraken te worden opgenomen over de gevolgen voor het vermogen van de rechtspersoon.
Om een goede communicatie tussen de rekenkamer en de raden te bevorderen wordt tenminste jaarlijks overleg gevoerd tussen de rekenkamer en vertegenwoordigers van de raden.
Het overleg heeft onder andere de volgende functies: het adviseren over de ontwerpbegroting alvorens deze voor zienswijze aan de raden wordt voorgelegd, het bespreken van de jaarrekening alvorens deze wordt vastgesteld en het bespreken van andere belangrijke bedrijfsvoerings- beslissingen.
De raden stellen een klankbordgroep in die fungeert als een klankbord voor de rekenkamer. De klankbordgroep is een informeel overlegorgaan en kan de rekenkamer gevraagd en ongevraagd van advies voorzien. De klankbordgroep kan met de rekenkamer sparren over thema`s die leven in de raad als mogelijk onderzoeksonderwerp en over lopende onderwerpen.
De klankbordgroep wordt niet betrokken bij:
Ook hebben de leden van de klankbordgroep geen inzage in de documenten en inlichtingen die de rekenkamer in het kader van een specifiek onderzoek heeft vergaard.
Artikel 10 Bijdragen deelnemende gemeenten
Volgens artikel 34 van de Wgr wordt de begroting door het gemeenschappelijk orgaan vastgesteld. Dat is de rekenkamer. Met het vaststellen van de begroting wordt niet de hoogte van de bijdrage van de deelnemers aan de regeling vastgesteld. Met andere woorden: de begroting wordt vastgesteld aan de hand van de door de raden ter beschikking gestelde financiële middelen.
Bij het opstellen van een begroting moet de indexering worden geschat. De werkelijke indexering is pas na afloop van een kalenderjaar bekend. Nacalculatie vindt plaats op basis van de cijfers van het CBS (genoemd CPI Alle huishoudens).
Onderuitputting in enig jaar kan worden gecompenseerd in volgende jaren. Enige reservevorming is mogelijk indien een lopend onderzoek niet afgerond is voor het einde van het kalenderjaar. Het is niet de bedoeling dat de rekenkamer vermogen opbouwt. Indien onderuitputting in volgende jaren niet gecompenseerd kan worden, stort de rekenkamer het overschot naar evenredigheid terug naar de gemeenten.
Na afloop van de wettelijke periode kan het lid van de rekenkamer worden herbenoemd voor een nieuwe periode. De raden herbenoemen het lid van de rekenkamer op voordracht van een vertegenwoordiging van de raden door een gelijkluidend besluit.
Artikel 81o Gemeentewet bepaalt dat de vergoeding die de leden van de rekenkamer voor hun werkzaamheden ontvangen en de tegemoetkoming in de kosten die zij ontvangen, in de gemeenschappelijke regeling worden geregeld.
De vergoeding is sinds 2019 gebaseerd op de gewogen gemiddelde raadsvergoeding van de deelnemende gemeenten volgens de volgende formule:
(aantal inwoners van Wassenaar x raadsvergoeding in Wassenaar) +
(aantal inwoners van Voorschoten x raadsvergoeding in Voorschoten) +
(aantal inwoners van Oegstgeest x raadsvergoeding in Oegstgeest) +
(aantal inwoners van Leidschendam-Voorburg x raadsvergoeding in Leidschendam-Voorburg) /
totaal van aantal inwoners van Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg = € …
Voor de vergoeding voor de leden, plaatsvervangend voorzitter en voorzitter van de Rekenkamer WVOLV is uitgegaan van respectievelijk 25%, 35% en 45% van de gewogen gemiddelde raadsvergoeding in de gemeenten Wassenaar, Voorschoten, Oegstgeest en Leidschendam-Voorburg. De vergoeding voor de leden van de rekenkamer volgt de indexatie van de raadsvergoedingen. Die worden ieder jaar op 1 januari geïndexeerd. De vergoeding voor de leden van de rekenkamer wordt ieder jaar in januari berekend op basis van de geïndexeerde raadsvergoedingen.
W (inw. x €) + V (inw. x €) + O (inw. x €) + LV (inw. x €)
----------------------------------------------------------------= € … (= gewogen gemiddelde)
totaal inwoners W,V, O en LV op 1 januari
Voorzitter: 45% x € … (gewogen gemiddelde)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-238848.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.