Gemeenteblad van Bunnik
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bunnik | Gemeenteblad 2024, 236060 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bunnik | Gemeenteblad 2024, 236060 | beleidsregel |
Nulbeleid coffeeshops gemeente Bunnik
Coffeeshop: een voor het publiek openstaand gebouw als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet dat wordt geschetst als ‘openlijk verkooppunt van cannabis dan wel softdrugs’.
Harddrugs: middelen vermeld op lijst I behorend bij de Opiumwet;
Softdrugs: hasjiesj en hennep (ook stekjes) zoals omschreven in lijst II behorend bij de Opiumwet, ook wel aangeduid als hasj, marihuana, weed, wiet of stuff;
Op grond van artikel 2:28, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Bunnik 2024 is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester een openbare inrichting te exploiteren. In het derde lid is onder andere bepaald dat de exploitatievergunning geheel of gedeeltelijke door de burgemeester geweigerd kan worden als naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
Op grond van artikel 13b van de Opiumwet (Wet Damocles) is de burgemeester bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning of zodanig bij een lokaal of op een daarbij behorende erf (soft)drugs wordt gekocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. Artikel 13b van de Opiumwet geeft de burgemeester de mogelijkheid om een beleidsregel vast te stellen. Dit blijkt uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State naar aanleiding van de sluiting van een coffeeshop door de burgemeester van Naaldwijk wegens strijd met het nulbeleid (uitspraak 22 mei 1997). In deze uitspraak overweegt de Afdeling dat aan de burgemeester in beginsel de vrijheid toekomt om ter bescherming van het woon- en leefklimaat dan wel de openbare orde geen enkele coffeeshop toe te staan.
Op grond van artikel 2 en 3 Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I (harddrugs) en lijst II (softdrugs), dan wel aangewezen op grond van artikel 3a lid 5 Opiumwet, binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren, aanwezig te hebben en te vervaardigen.
3.1. Drugsgebruik door jongeren
De gemeente Bunnik staat voor alcohol- en drugspreventie. Door het voeren van een nulbeleid wordt voorkomen dat jongeren direct of indirect in aanraking kunnen komen met soft- en harddrugs. Drugsgebruik heeft, vooral voor jongeren, verstrekkende gevolgen voor de (geestelijke) gezondheid en het sociale leven. Om de gezondheid van, met name jongeren, te beschermen, wordt met het nulbeleid beoogt een drempel op te werpen. Een coffeeshop kan een risico zijn dat jongeren in aanraking komen met een omgeving waarin soft- en harddrugs gekocht en gebruikt worden en dit wil de gemeente Bunnik voorkomen. Uit de gezondheidsmonitor (2022) van GGD regio Utrecht blijkt dat 27% van de jongeren drugs heeft gebruikt (in de 4 weken voorafgaand aan het onderzoek). Het gemiddelde in de regio Utrecht ligt op 20%, dit is dus 7% lager dan in Bunnik. Met het nulbeleid wil de burgemeester een extra drempel opwerpen om aan soft- en harddrugs te komen.
3.2. Aanzuigende werking op personen buiten de gemeente en criminaliteit
De burgemeester wil voorkomen dat de vestiging van een coffeeshop leidt tot aantasting van het woon- en leefklimaat. Het vestigen van een coffeeshop binnen de gemeente Bunnik kan leiden tot een aantrekkende werking van klanten buiten de gemeente, drugstoerisme en criminaliteit. Gelet op de hiermee mogelijk gepaard gaande overlast en de aanzuigende werking van criminaliteit, kan er al snel sprake van gevoelens van sociale onveiligheid. Ook als deze gevoelens wellicht ten dele een subjectief karakter hebben, blijkt hieruit zondermeer een aantasting van het woon- en leefklimaat.
3.3 Georganiseerde criminaliteit en ondermijning
De afgelopen jaren is er flink geïnvesteerd in de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit binnen de regio Midden-Nederland, maar ook binnen het politie-basisteam Zeist, Bunnik, Leusden, Woudenberg. Ondermijnende criminaliteit tast het vertrouwen in de overheid en de rechtstaat aan. Het beïnvloedt de veiligheid en het veiligheidsgevoel van burgers en verstoort de lokale economie. Een van de thema’s in het Integraal Veiligheidsplan (IVP) is de aanpak van georganiseerde (drugs)criminaliteit en ondermijning.
Veelal is ondermijning en georganiseerde criminaliteit verbonden aan de drugsproductie en –verkoop. Om een coffeeshop te bevoorraadden moet er (soft)drugs worden ingekocht. Dit doen coffeeshophouders vaak door hiervoor zaken te doen met criminelen. Dit heet het zogenoemde ‘’achterdeur problematiek’’.
Het voeren van nulbeleid draagt bij aan het tegengaan van de handel en productie van drugs en het voorkomen van georganiseerd criminaliteit en ondermijning. In het IVP 2014-2018 van de gemeente Bunnik staat al beschreven dat een nulbeleid gevoerd wordt.
4.1 Strafrechtelijke handhaving van het nulbeleid
Behalve bestuursrechtelijk kan ook strafrechtelijk worden opgetreden tegen overtredingen van het nulbeleid. In de Opiumwet zijn bepalingen vastgelegd voor bezit, productie en distributie van drugs. De politie zal overtredingen van deze wet opsporen en het OM kan besluiten te vervolgen. De richtlijnen van het Openbaar Ministerie geven praktische invulling aan het strafrechtelijk optreden op grond van de Opiumwet. Zie hiervoor de ‘Aanwijzing Opiumwet’. Deze aanwijzing heeft betrekking op de opsporing en de vervolging van personen die delicten uit de Opiumwet begaan.
4.2 Bestuurlijke handhaving van het nulbeleid door sluiting
Er kan door de burgemeester bestuursrechtelijk worden opgetreden op basis van het nulbeleid. De burgemeester gaat over tot sluiting van een lokaal, wanneer ondanks het nulbeleid toch een coffeeshop wordt gevestigd, dan wel aanwezig is. De burgemeester gebruikt hiervoor artikel 13b van de Opiumwet. Dit artikel geeft de bevoegdheid om een pand waar drugshandel plaatsvindt voor (on)bepaalde tijd te sluiten. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar het ‘Beleidsregels artikel 13b Opiumwet 2019 gemeente Bunnik’.
4.3. Het weren van een coffeeshop
De burgemeester geeft op basis van dit nul-beleid geen exploitatievergunning af in de zin van artikel 2:28 van de APV en geeft geen gedoogverklaring af in de zin van artikel 13b Opiumwet. De burgemeester beroept zich bij zijn besluit op de overwegingen en doelen die in dit nul-beleid staan gemotiveerd.
De burgemeester besluit, gelet op vorenstaande, ter bescherming van de gezondheid, het woon- en leefklimaat dan wel de openbare orde in de gemeente Bunnik, een nulbeleid te voeren. Dit beleid is gericht op het volledig weren van coffeeshops in de gemeente Bunnik waarvan de exploitatie (ook) is gericht op de verkoop, aflevering of verstrekking dan wel het aanwezig hebben van soft- en/of harddrugs, met name door het weigeren van een exploitatievergunning voor coffeeshops.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-236060.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.