Ontwerp-aanwijzingsbesluit ondergrondse containers voor restafval fase 2.2

Het college van de gemeente Tholen, in zijn vergadering van d.d. 21 mei 2024

gelet op:

 

  • 1.

    Het bepaalde in artikel 10:23 Wet milieubeheer op grond waarvan de Raad een Afvalstoffenverordening heeft vastgesteld;

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 10:26 Wet milieubeheer op grond waarvan gemeente, in het belang van doelmatigheid, huishoudelijke afvalstoffen mogen inzamelen nabij elk perceel;

  • 3.

    Het bepaalde in artikel 10 van de Afvalstoffenverordening waarin is bepaald dat het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt;

  • 4.

    de door de raad vastgestelde VANG (Van Afval Naar Grondstof) doelstellingen, opgenomen in het Landelijke Afvalstoffen Plan 3;

  • 5.

    de door de raad vastgestelde notitie – Realisatie VANG – fase C – Kiezen op Hoofdlijnen d.d. 20 april 2023;

  • 6.

    de d.d. 29 november 2022 door het college vastgestelde criteria voor locatiekeuze voor ondergrondse containers.

Criteria voor locatie Ondergrondse afvalcontainer(-s) in Gemeente Tholen

Bij het aanwijzen van een nieuwe locatie voor ondergrondse afvalcontainer(-s) moet aan de onderstaande criteria worden voldaan. Daarnaast is het van belang dat voor de plaatsing van ondergrondse afvalcontainer(-s) een maatvoering toets wordt uitgevoerd.

Bestaande afvalcontainerlocaties zijn eerder aangewezen en worden niet opnieuw aan deze criteria getoetst. Indien vervanging noodzakelijk is kan dat zonder plaatsingsbesluit.

De plaatsingscriteria voor een ondergrondse container houden rekening met verschillende aspecten uit de openbare ruimte zoals: bereikbaarheid, verkeersveiligheid, ondergrondse infrastructuur, parkeerplaatsen, bomen en groenvoorzieningen.

Bereikbaarheid

De container moet zowel voor de inzameldienst als voor de gebruikers voldoende bereikbaar en toegankelijk zijn. Vanuit de kant van de inzameldienst houdt dit minimaal in dat de toegangswegen naar de container toegankelijk zijn voor het inzamelvoertuig, de containers zo gesitueerd dienen te zijn dat het technisch mogelijk is de container te legen en dat de inzameldienst bij het legen geen objecten in de openbare ruimte (zoals bomen, lantaarnpalen, auto’s e.d.) of gebouwen (bijvoorbeeld muren, balkons, uitsteeksels aan gebouwen e.d.) kan raken en de kans op schade wordt beperkt.

Vanuit de kant van de gebruikers dienen de containers makkelijk bereikbaar, toegankelijk en veilig gesitueerd te zijn. In het bijzonder ook voor ouderen en mindervaliden.

Verkeersveiligheid

De container moet zowel voor de inzameldienst als voor de gebruiker op een veilige wijze te bereiken zijn. Vanuit de kant van de inzameldienst houdt dit minimaal in dat de container geleegd moet kunnen worden zonder dat hierdoor een gevaarlijke verkeerssituatie ontstaat. Vanuit de kant van de gebruiker betekent dit dat zij hun afval kwijt moeten kunnen, zonder hiervoor verkeersonveilige handelingen te moeten verrichten. De container mag nooit zo worden geplaatst dat gebruikers van de openbare ruimte hierdoor in een gevaarlijke verkeersituatie terecht komen.

Op grond hiervan is het niet wenselijk dat containers worden gesitueerd:

  • 1.

    op een zodanige wijze dat de doorgang voor voetgangersverkeer (in het bijzonder rolstoelers, winkel- en kinderwagens) wordt belemmerd;

  • 2.

    zodanig dat het uitzicht op kruisingen wordt belemmerd;(

  • 3.

    in situaties van eenrichtingsverkeer / doodlopende straten (in verband met achteruit rijdend verkeer);

  • 4.

    4. dicht bij zebrapaden.

Loopafstand

De ondergrondse restafval containers moeten zodanig gesitueerd worden dat de loopafstand – de daadwerkelijk te lopen route dus niet hemelsbreed gemeten – tussen de grens van een op de containerlocatie aan te sluiten perceel en de ondergrondse container maximaal 300 meter bedraagt.

Daarnaast wordt bij de plaatsbepaling zoveel mogelijk rekening gehouden met de locatie van seniorenwoningen.

De (ondergrondse) glascontainers moeten zodanig gesitueerd worden dat er op iedere 500 inwoners van een kern een glasbak aanwezig is en zoveel mogelijk nabij: supermarkten, hotspots en rijroutes. Daarnaast moet gekeken worden naar eventuele witte vlekken binnen een kern.

Ondergrondse infrastructuur

Bij het bepalen van locaties wordt de ondergrond onderzocht op de aanwezigheid van obstakels. Dit aan de hand van een clickmelding. Voor overgang tot plaatsing zal altijd een proefsleuf gemaakt worden. Belangrijkste voorbeeld hiervan is de aanwezigheid van kabels en leidingen.

De richtlijnen in het handboek kabels en leidingen van de gemeente Tholen is van toepassing.

Tot de omlegging van kabels en leidingen gaat de gemeente alleen over indien dit tegen relatief geringe kosten mogelijk is. Hoofd(transport)-leidingen, hoofdriool en glasvezelkabels vallen hier niet onder. Voor overige kabels en leidingen die tot een lokaal netwerk behoren, huisaansluitingen en straatkolken, weegt de gemeente de overlast en kosten voor verleggen af tegen het belang van de locatie. Voor hemelwaterleidingen en vuilwaterleidingen geldt een minimale vrije (werk)ruimte van 2 meter aan weerszijden van de buis.

Parkeerplaatsen

Bij de locatiebepaling houdt de gemeente rekening met de parkeerdruk conform de criteria in het mobiliteitsplan Tholen 2022-2030. Het aantal bestaande parkeerplaatsen dient zoveel als mogelijk in het gebied behouden te blijven.

Bomen en groenvoorziening

Gelet op het belang van het aanwezige groen in de kernen, zullen bomen nooit wijken voor een ondergrondse container of er moet sprake zijn van vergelijkbare compensatie. Ook groenvoorzieningen zullen zoveel mogelijk onaangetast blijven. Echter waar plaatsingsruimte in de verharding onvoldoende is of ontbreekt, zal aanliggend groen benut worden en wordt gezocht naar compensatiemogelijkheden elders, zodat de totale oppervlakte openbaar groen niet afneemt. De verschillende afvalvoorzieningen worden zo mogelijk ingepast in een groene omgeving.

Inpassing in openbare ruimte en overige ruimtelijke aspecten

De situering van de ondergrondse containers moet in beginsel passen binnen het straatbeeld (en vastgesteld beleid). Daartoe wordt elke container(locatie) in lijn met overige objecten of functies in de openbare ruimte geplaatst. De containers worden bijvoorbeeld zoveel mogelijk buiten eventuele zichtlijnen met woningen geplaatst, maar dit zal niet altijd mogelijk zijn. Het algemeen belang gaat ook hier uiteindelijk voor op het individuele belang. Als sprake is van een historische omgeving of een architectonisch belangrijke locatie, zijn de bij die omgeving passende eisen aan de locatie leidend.

De locatie van de container kan een omgevingsvergunning vereisen als het gebied waar deze wordt geplaatst dit vereist. Dat is bijvoorbeeld bij beschermd stadsgezicht en bij plaatsing van een ondergrondse container in of nabij waterwerken/waterlopen.

Beschikbare ruimte

Er moet in de omgeving voldoende ruimte aanwezig zijn voor plaatsing van de containers, hiervoor voert de afdeling Openbare Werken van de gemeente Tholen een maatvoering toets uit. Daarnaast is het van belang dat de locatie min of meer vlak moet zijn.

Er wordt in ieder geval rekening gehouden met de volgende afmetingen.

  • 1.

    Per container een graafgat van ongeveer 2,5 x 2,5 meter.

  • 2.

    Per container een bodemplaat van ongeveer 5 m2 die toegankelijk is voor voetgangers en niet voor overig verkeer.

  • 3.

    Onder de grond 3 meter (diep) vrije ruimte.

  • 4.

    Minimaal 3 meter uit de gevel (in verband met verzakking en overlast).

  • 5.

    Plaatsing bij ramen en balkons zoveel mogelijk vermijden, indien niet mogelijk minimaal 6 meter uit de gevel.

Overwegende dat:

de gemeenteraad op d.d 23 januari 2020 de VANG maatregelen heeft vastgesteld waarin het ondergronds brengen van containers als maatregel is opgenomen.

de gemeenteraad op d.d. 20 april 2023 de notitie – Realisatie VANG – fase C – Kiezen op Hoofdlijnen heeft vastgesteld dat invoering van Diftar bij de hoogbouw ook zal gaan plaatsvinden.

het daarvoor noodzakelijk is een besluit te nemen waarin bepaald wordt Cwaar bovengrondse restafvalcontainers worden vervangen door ondergrondse containers als dat niet 1 op 1 op dezelfde locatie mogelijk is.

alle geselcteerde locaties voldoen aan de door het college vastgestelde criteria.

de eerder (in ontwerp) aangewezen alternatieve locaties voor de verplaatsing van de ondergrondse restafvalcontainer behorende bij het Bastion te Tholen niet realiseerbaar zijn omdat de Vve Kruittoren niet instemde met de voorgestelde locatie aan het Bastion ter hoogte van huisnummer 6-8 en op de voorgestelde locatie Eendrachtsdijk geen omgevingsvergunning kan worden afgegeven door het Waterschap Scheldestromen.

 

BESLUIT

vast te stellen het:

ONTWERP AANWIJZINGSBESLUIT ONDERGRONDSE CONTAINERS INVOERING DIFTAR FASE 2.2

Artikel 1 begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder huishoudelijke afvalstoffen (restafval) hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1:1 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Bepalen van wijze van inzameling huishoudelijke restafvalstoffen.

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt bij hoogbouwlocaties ingezameld door middel van ondergrondse verzamelcontainers met pas toegang.

  • 2.

    De containers worden op basis van de vulgraad leeg gemaakt door de Zeeuwse Reinigingsdienst (ZRD).

Artikel 3 aanwijzing plaatsen

De volgende plaatsen worden aangewezen als plaats voor ondergrondse container(s) - conform de bij dit ontwerpbesluit behorende tekening nummers:

  • 1.

    Abraham Crijnssenstraat, Tholen tekeningnummer C10-159-271_1

  • 2.

    Bastion, Tholen tekeningnummer C10-159-29

  • 3.

    Verbrandestraat, Tholen tekeningnummer C10-159-30

  • 4.

    Windsingel, Het Lint, Tholen tekeningnummer C10-159-22_01

  • 5.

    Wilhelminastraat, Sint Maartensdijk tekeningnummer C40-457-12

Daarnaast zijn er twee overzichtstekeningen waarin de ondergrondse containers duidelijk worden weergegeven in hun omgeving per kern. Deze hebben tekeningnummer : C10-159-28 voor Tholen en C40-457-16 voor de kern Sint-Maartensdijk.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Tholen 21 mei 2024

De secretaris en burgemeester van de gemeente Tholen, de heer J.K. Fraanje en mevrouw M.L.P. Sijbers

Naar boven