Gemeenteblad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Gemeenteblad 2024, 226771 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Gemeenteblad 2024, 226771 | beleidsregel |
Beleidsregel normaal maatschappelijk risico en vergoeden van schade bij rechtmatig overheidshandelen (horend bij de Verordening nadeelcompensatie gemeente Groningen 2024)
Het college van burgemeester en wethouders van Groningen,
gelet op artikelen 1:3 lid 4 en 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besluit de volgende regeling vast te stellen:
Beleidsregel normaal maatschappelijk risico en vergoeden van schade bij rechtmatig overheidshandelen (horend bij de Verordening nadeelcompensatie gemeente Groningen 2024),
De overheid kan rechtmatig handelen, maar toch schade veroorzaken. Denk aan werkzaamheden aan de weg, waardoor een bedrijf (tijdelijk) minder goed bereikbaar is en inkomsten misloopt. Of waardevermindering van eigendom van een onroerende zaak door het verlenen van een omgevingsvergunning voor de aanleg van een appartementencomplex.
Het gaat in dus niet alleen om schade veroorzaakt door rechtmatige besluiten, maar ook om schade veroorzaakt door rechtmatige feitelijke handelingen.
Deze beleidsregel heeft betrekking op aanvragen om nadeelcompensatie op grond van de Awb en op grond van de Omgevingswet voor zover het directe schade betreft en geeft (onder meer) invulling aan de omvang van het begrip normaal maatschappelijk risico. Normaal maatschappelijk risico bij indirecte schade op grond van de Omgevingswet valt buiten deze beleidsregel, omdat dit al bij wet is geregeld in artikel 15.7 Omgevingswet.
Artikel 4:126 Awb regelt het recht op nadeelcompensatie. Het bepaalt in het eerste lid dat indien een bestuursorgaan in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak schade veroorzaakt die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, de benadeelde desgevraagd een vergoeding wordt toegekend.
Het gaat om schade die uitgaat boven het normaal maatschappelijk risico. Deze beleidsregel geeft invulling aan het begrip normaal maatschappelijk risico. Naast de hierboven genoemde regeling in de Awb is in de Omgevingswet in afdeling 15.1 een specifiek op het omgevingsrecht toegesneden nadeelcompensatieregeling opgenomen, die enkele aanvullende regels bevat ten opzichte van de algemene regeling over nadeelcompensatie van titel 4.5 van de Awb. Er is in artikel 15.1 Omgevingswet sprake van een limitatieve opsomming van schadeoorzaken. Als een schadeoorzaak binnen het omgevingsrecht hier niet onder valt, kan niet alsnog via de Awb om schadevergoeding worden verzocht. In artikel 15.7 is het normaal maatschappelijk risico bij indirecte schade bepaald op 4% van de waarde van de onroerende zaak. Deze regel uit de Omgevingswet heeft voorrang boven de regels uit de Awb.
Artikel 2 Ontvangstbevestiging
Het college stuurt de in artikel 3 Verordening nadeelcompensatie bedoelde aanvrager binnen twee weken na ontvangst van zijn aanvraag een ontvangstbevestiging waarin de aanvrager op de hoogte wordt gesteld van de te volgen procedure en, onder vermelding van het rekeningnummer van de gemeente, van de verplichting het recht als bedoeld in artikel 2 Verordening nadeelcompensatie tijdig over te maken.
Artikel 3 Opdrachtverstrekking
Het college verstrekt onverwijld na het ontvangen van het recht als bedoeld in artikel 2 van de Verordening nadeelcompensatie opdracht aan de adviseur om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzij de aanvraag moet worden aangevuld. In dat geval geschiedt opdrachtverstrekking binnen twee weken nadat de ontbrekende informatie alsnog is ontvangen.
De opdracht aan de adviseur betreft het bepalen of naar zijn mening de aanvrager ten gevolge van een rechtmatig besluit of handeling schade lijdt die redelijkerwijze niet of niet geheel voor zijn rekening behoort te blijven. Hij vermeldt het resultaat van onderzoek met de beweegredenen in een advies.
Artikel 4 Wraking van de adviseur
De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden als bedoeld in artikel 13.3c Omgevingswet kunnen binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en voldoende gemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere leden van de adviseur bij het college indienen.
Artikel 5 Behandeling aanvraag om nadeelcompensatie Awb en infrastructurele maatregelen
De adviseur stelt de aanvrager, het college en eventuele belanghebbenden in de gelegenheid schriftelijk een zienswijze in te dienen over het conceptadvies. De termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen bedraagt vier weken. Deze termijn kan op verzoek van de aanvrager, het college en/of de belanghebbende met maximaal twee weken verlengd worden.
Artikel 5a Behandeling aanvraag nadeelcompensatie Omgevingswet
De adviseur organiseert één of meerdere hoorzittingen, waar de aanvrager en de ambtelijke vertegenwoordiger van het college in de gelegenheid worden gesteld de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de advisering over de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van de gemeente over de aanvraag aan de adviseur kenbaar te maken.
Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur binnen zestien weken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente, aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de belanghebbenden als bedoeld in het tweede lid. De adviseur kan deze termijn onder opgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.
Artikel 6 Normaal maatschappelijk risico
Bij vaststelling van het normaal maatschappelijk risico worden de drempels onder het tweede lid, sub a. en b. toegepast op de gemiddelde omzet en kosten op jaarbasis, zoals vermeld in de jaarrekeningen van de drie jaren voorafgaand aan het schadejaar van de economische en/of juridische eenheid (de moedermaatschappij) waar de onderneming die de schade lijdt deel van uit maakt.
Het is aan het college van burgemeester en wethouders om te bepalen hoe hoog het voorschot is om de noodzakelijke dekking van onvermijdelijke uitgaven te realiseren. Indien (gedeeltelijke) financiering op andere wijze mogelijk is of schadebeperkende handelingen niet voldoende benut zijn, wordt dit betrokken bij de beoordeling van de hoogte van het voorschot. Het verlenen van een voorschot kan onder meer strekken om te voorzien in de kosten die zijn gemoeid met het treffen van maatregelen ter beperking van het nadeel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-226771.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.