Gemeenteblad van Gooise Meren
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gooise Meren | Gemeenteblad 2024, 223388 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gooise Meren | Gemeenteblad 2024, 223388 | beleidsregel |
Omgevingsprogramma Horeca Gooise Meren 2024
Deel A Omgevingsprogramma Horeca
Sinds 2016 vormen Muiden, Naarden en Bussum één gemeente. De naam Gooise Meren verwijst naar een veelzijdig landschap. Zo zijn Bussum en Naarden onderdeel van het Gooi en kent de gemeente een groen karakter in een waterrijk gebied met veelzijdige kernen. Bussum is een groot (tuin)dorp met een centrum met een uitgebreid voorzieningenaanbod. Naarden is één van de best bewaarde vestingsteden aan het Gooimeer. Muiderberg is een brinkdorp en een badplaats. Muiden is een vestingstad met een zeesluis middenin het centrum, het Muiderslot (Amsterdam Castle), de Haven aan het IJmeer en het Forteiland Pampus.
Binnen dit diverse landschap speelt horeca een belangrijke rol. Voor de eigen inwoners en die van de regio, maar ook voor haar bezoekers. In economisch opzicht verlengt de horeca de verblijfsduur van consumenten, met in deze gebieden vaak hogere bestedingen tot gevolg. De sector biedt laagdrempelige én specialistische werkgelegenheid. Veel jongeren hebben hun eerste baantje in de horeca.
Goede horeca draagt bij aan de levendigheid en het voorzieningenniveau van een gebied. Ze heeft een belangrijke sociale functie voor ontmoeting, vermaak en het genieten van het leven, maar ook als plek om te werken of voor een snelle consumptie. De horeca geeft gebieden smaak en kleur en verdient daarmee aandacht in het belang van haar toekomst. Daarbij blijft aandacht nodig voor de balans met de leefbaarheid in verband met mogelijke hinder.
Het Omgevingsprogramma Horeca Gooise Meren 2024 vormt het beleidskader voor de horeca in de gemeente. Het is een actualisatie ter vervanging van het ‘Horecabeleid Gooise Meren 2019-2023’. De actualisatie is in de loop van 2023 opgestart. Het praktische beleid is zoveel mogelijk in stand gehouden, in lijn met de ervaringen met het vorige beleid. Dat bleek uit het overleg met de Kerngroep Horecabeleid medio 2023 en diverse andere overleggen om input op te halen voor het nieuwe beleid. In die periode zijn ook andere horecaondernemers uit de kernen geconsulteerd. De looptijd is vanaf 2024. Aanpassingen zijn noodzakelijk vanwege veranderende wet- en regelgeving zoals de Alcoholwet (voormalige Drank- en Horecawet). Ook de verordenende, gemeentelijke bevoegdheid in het kader van gezondheid en alcoholmatiging speelt een rol. Het omgevingsbeleid en -recht zijn veranderd door invoering van de Omgevingswet. Delen van het beleidskader voor de horeca vallen hieronder en die zijn gerelateerd aan de gemeentelijke Omgevingsvisie. Ze maken onderdeel uit van dit uitvoeringsgerichte Omgevingsprogramma. De gemeente regelt hierin de sectorale inbreng voor de horecaregels in het omgevingsplan. Het programma bepaalt waar in Gooise Meren welk soort horeca is toegestaan en vormt een toetsingskader voor nieuwe initiatieven. Horecabedrijven vallen op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) onder het vergunningstelsel. Dat is aanvullend op het omgevingsrecht en dat deel valt buiten de Omgevingswet.
De nota is als volgt opgebouwd:
In de beleidshoofdstukken 4 en 5 worden verschillende wet- en regelgevingen behandeld. Dit gebeurt doorgaans aan de hand van een korte inleiding (waar hebben we het over), de rode lijn (met de voorwaarden of indieningsvereisten) en indien van toepassing de actualisatie (als er iets verandert).
Tot slot hoort bij deze beleidsnota een zogenaamde ‘hand-out’ waarin de belangrijkste informatie overzichtelijk is samengevat. Heeft u vragen over het Omgevingsprogramma Horeca? Neem dan contact met ons op via vergunningen@gooisemeren.nl.
De trends schetsen de (veranderende) behoeften van de horeca-gasten: inwoners en overige bezoekers. Trends en ontwikkelingen die zijn beschreven tijdens de actualisatie van het horecabeleid uit 2019 zijn opnieuw onderzocht. Ze spelen gedurende de actualisatie van het beleid in 2023/2024 een belangrijke rol.
Gemak: Door drukte en haast is gemak een pre. Overal is horeca te vinden: om consumenten te ‘ontzorgen’ of om te flexwerken bijvoorbeeld. Dit laatste vraagt om mogelijkheden om te ontmoeten, formeel en informeel. Dit hangt samen met de technologische ontwikkelingen/ mogelijkheden en de behoefte om samen te zijn.
Beleving: Beleving staat centraal, bij voorkeur persoonlijk afgestemd. Dit sluit aan bij de belevingseconomie en authenticiteit. Het toevoegen van een verhaal aan een product of plek draagt sterk bij aan de beleving ervan, maar ook de sfeer van de locatie speelt een grote rol (denk aan op een terras zitten in de vesting van Naarden, bij de sluis in Muiden). Dit vraagt om afstemming en samenwerking. In de praktijk spelen voor het overbrengen van de beleving het design van het interieur en terras een belangrijke rol. Het interieur kan de totaalbeleving versterken (denk ook aan transparante concepten zoals open keukens) en het terras is zowel een visitekaartje als een trekker. Naast commerciële waarde heeft authenticiteit ook sociale waarde voor inwoners.
Pandemie en inflatie: Tussen 2019 en 2024 heeft de horecasector een bijzondere periode doorgemaakt, mede door de wereldwijde pandemie. De adoptie van digitale diensten, contactloos betalen en technologische verbeteringen is versterkt. Daarnaast is er meer nadruk op duurzaam en gezond. Lokale en duurzaam geproduceerde producten krijgen, zoals voorspeld in 2019, grotere aandacht. Vervolgens leidde de Oekraïne- oorlog tot hoge energielasten, stijging van de inflatie en van overige kosten.
Duurzaamheid en gezondheid. Gezondheid en duurzaamheid spelen in de horeca een steeds belangrijkere rol. Zo zijn er steeds meer horecaondernemingen die de kaart specifiek inrichten op duurzaamheid. Ook de keuze voor plantaardige opties groeit. Zo staan er steeds meer soorten plantaardige melk op de kaart en kan de consument vaker kiezen voor lokaal geproduceerde producten.
Kantoorfunctie. Door de pandemie werden we geforceerd om thuis te werken. Sinds deze tijd is dit in de horeca versterkt, namelijk die van werkplek. Veel horecazaken zorgen daarom voor goede faciliteiten om co-working spaces te faciliteren. Ook ontbijten, lunchen en koffiedrinken is daarom populairder geworden.
Online visitekaartje. De consument gebruikt in hoge mate gebruik van de mobiele telefoon om digitaal horecazaken thuis of onderweg op te zoeken. Daarom is een goede website of App, goed ingerichte bedrijfspagina en een gedigitaliseerde menukaart meer van belang dan ooit. Het is het online visitekaartje van het bedrijf.
Digitalisering. In 2024 is technologie niet meer weg te denken uit de horecasector. Zo werd er tijdens de coronapandemie veel gebruik gemaakt van online bestelsystemen. Technologische assistentie doet ook een intrede in de horecasector. Denk bijvoorbeeld aan chatbots, online reserveringssystemen en in sommige horecazaken worden robots of artificial intelligence ingezet.
Welke visie heeft de gemeente Gooise Meren op toekomstige ontwikkelingen? En hoe verhoudt zich dit tot de horecasector in de verschillende kernen? Deze vragen komen hieronder aan de orde. De uitgangspunten staan beschreven in paragraaf 3.4.
Tot slot blikt paragraaf 3.5 vooruit naar toekomstige wijzigingen die relevant zijn voor het Omgevingsprogramma Horeca van de gemeente.
Omgevingsvisie Gooise Meren 2023
Het algemene kader voor het Omgevingsprogramma Horeca vormt de Omgevingsvisie Gooise Meren 2023. De Omgevingsvisie geeft richting aan de vestiging van horeca en de mogelijke ontwikkelingen en kansen. Dit wordt uiteindelijk uitgewerkt in het omgevingsplan.
De Economische Visie vormt het belangrijkste sectorale kader voor de horeca. In de Economische Visie Gooise Meren 2040 – Ruimte voor ondernemerschap, heeft de gemeente haar visie en ambities voor de komende jaren geformuleerd. De visie is tot stand gekomen in samenspraak met ondernemers en inwoners. Hieruit volgen een vijftal speerpunten en belangrijke uitgangspunten voor ruimte voor ondernemerschap.
Horeca speelt een rol in deze speerpunten. Zo draagt horeca bij aan aantrekkelijke bestemmingen (incl. waterfront), is horeca onderdeel van een goede balans in voorzieningen, is het een (informele) werk- én ontmoetingsplek en is horeca bij uitstek een sector waar duurzaamheid een rol kan spelen – niet alleen als uitgangspunt, maar ook als onderdeel van het horecaconcept.
In de Economische Visie heeft de gemeente tien uitgangspunten voor ruimte voor ondernemerschap vastgesteld. Ruimte voor ondernemerschap is ook één van de beoogde doelen van het Omgevingsprogramma. Eén van de belangrijkste uitgangspunten is dat de gemeente ondernemers verwelkomt met een sociaal en/of duurzaamheidsprofiel. Denk hierbij aan ondernemers die bijdragen aan een circulaire economie, aan een inclusieve arbeidsmarkt en pionieren op het snijvlak van natuur en economie en sociaal verantwoord ondernemen. Uitgangspunt is dat de gemeente faciliteert, verbindt en stimuleert.
Onder andere door bestaande bedrijven tegemoet te komen in hun behoeften en waar mogelijk knelpunten weg te nemen. Door aandacht te hebben voor alle spelers, ook nieuwe initiatiefnemers en door nieuwe vormen van bedrijvigheid aan te moedigen.
De gemeente Gooise Meren werkt aan een duurzame toekomst. De gemeente streeft hiermee naar een inclusieve samenleving, waaraan iedere inwoner op alle terreinen kan deelnemen. Inclusie is een kernwaarde van de gemeente Gooise Meren. Zie hoofdstuk 4.4 voor meer over inclusiviteit in de gemeente Gooise Meren.
Gezelligheid in het winkelgebied van Bussum. In Bussum ligt de nadruk op de economische en kwalitatieve versterking van het centrum1 en de horeca, de koppeling van de deelgebieden binnen het centrum en het verhogen van de verblijfskwaliteit (in het verlengde van de centrumvisie).
De zonering en categorisering zoals vastgelegd in het omgevingsplan van Bussum vormen het kader waarin toekomstige ontwikkelingen van de horecasector kan plaatsvinden (zie H4.2).
In Muiden, Muiderberg en Naarden ligt de nadruk op het behoud van het evenwicht tussen leefbaarheid en levendigheid, en de kansen die er zijn vanuit historische kwaliteiten en nieuwe impulsen zoals het waterfront. In tegenstelling tot Bussum zijn in Muiden, Muiderberg en Naarden geen formele kaders vastgelegd. Het economisch haltermodel in Naarden vormt in principe het uitgangspunt voor toekomstige ontwikkelingen in de horecasector.
Een gebiedsgerichte aanpak biedt de mogelijkheid om ondernemers optimaal te laten inspelen op de behoeften van bezoekers, recreanten en toeristen, naast die van inwoners. Vandaar dat de ondernemers uitgebreid zijn betrokken bij het tot stand komen van het Omgevingsprogramma Horeca. Zij zijn de belangrijkste schakel naar de consument en ervaren dagelijks wat de (veranderende) behoeften zijn van de klanten.
Vertrekpunt is dat er op hoofdlijnen wordt vastgehouden aan het bestaande beleidskader voor de horeca. Dit is gericht op beheer en horeca-consolidatie, op de landelijke en lokale wet- en regelgeving, en de verordeningen die zijn vastgesteld. Er is ruim aandacht voor de leefbaarheid én behoud van vigerende rechten van de horeca.
Externe ontwikkelingen zullen niet stil staan. Zoals deze nota een actualisatie betreft, worden doorlopend wetten, nota’s, stappenplannen en beleidsdocumenten van andere beleidsvelden geactualiseerd, alsmede documenten zoals horecaconvenanten. In dit Omgevingsprogramma Horeca wordt naar verschillende beleidsstukken verwezen. Voor al deze verwijzingen geldt dat te allen tijde de meest actuele versie geldend is. Actuele beleidsdocumenten worden gepubliceerd op www.gooisemeren.nl en op www.overheid.nl.
Naast lokale regelgeving heeft de horecasector te maken met diverse landelijke regelgeving (zoals de Alcoholwet of Drugswet). Ook hiervoor geldt dat te allen tijde de meest recente regelgeving geldend is.
Bij het starten van een horecabedrijf of bij wijzigingen in bestaande horecabedrijven gelden bepaalde landelijke en lokale wet- en regelgeving. Dit hoofdstuk behandelt allereerst het vestigingsbeleid van de gemeente Gooise Meren en het toetsingskader dat de gemeente hierbij hanteert. Vervolgens wordt ingegaan op benodigde vergunningen en bijbehorende voorwaarden. Tot slot wordt het gemeentelijk beleid op toegankelijkheid en paracommercie toegelicht.
De opbouw van dit hoofdstuk is als volgt:
Voor de beoordeling van de vraag of een (nieuwe) vestiging van een horecabedrijf of een karakterverzwaring van een bestaand horecabedrijf mogelijk is, wordt er in eerste instantie gekeken naar het vigerende omgevingsplan. Als de vestiging of wijziging mogelijk is volgens het omgevingsplan wordt getoetst aan het Omgevingsprogramma Horeca.
Het ruimtelijk plan biedt het kader waarbinnen de wenselijke groei van de horeca gereguleerd wordt en de belangen van de overige functies gewaarborgd zijn. Tot op zekere hoogte en binnen bepaalde regels, is er flexibiliteit in de ruimtelijke plannen om binnen de gestelde voorwaarden in te spelen op gesignaleerde of nieuwe marktontwikkelingen. De randvoorwaarden hiervoor moeten waarborgen dat het belang van de horeca, bewoners en andere partijen niet wordt geschaad. Dit in combinatie met flankerende wet- en regelgeving (zie hoofdstukken 4 en 5).
Tweede toets: Omgevingsprogramma Horeca
Bij toetsing aan het Omgevingsprogramma Horeca wordt onderzocht of de beoogde vestiging al dan niet leidt tot een overconcentratie van horecabedrijven of een ontoelaatbare aantasting van het woon- en leefklimaat. Deze toetsing is een uitwerking van de weigeringsgronden uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van aantasting van het woon- en leefklimaat moet rekening worden gehouden met de aard van het horecabedrijf, de doelgroep, de ligging ten opzichte van de dichtstbij gelegen woningen, bewoningsdichtheid woonomgeving etc.
In het horeca vestigingsbeleid van Bussum wordt daarom gewerkt met zonering en categorisering. De bebouwde kom van Bussum is onderverdeeld in een aantal zones (zone A – B – C), variërend van gebieden met overwegende woonfunctie tot centrumgebieden met lage tot hoge woonconcentratie. De categorisering gaat in op de aard van horecabedrijven (categorie 1 – 5), variërend van lichte tot zware horeca. Niet alle horeca-categorieën mogen zich in elke zone vestigen (zie bijlage 1).
Naarden, Muiden en Muiderberg kennen eveneens een categorisering van de horeca, zie hiervoor bijlagen 2 en 3.
Vestiging van nieuwe horeca buiten bestaande structuren
Mogelijk willen nieuwe horeca-initiatieven zich buiten de bestaande structuur van centrum- en winkelconcentratiegebieden vestigen. Nieuwe horeca-initiatieven in Bussum moeten passen in de zonering als weergegeven in bijlage 1. Gebieden in de gemeente met een overwegende woonfunctie zijn uitgesloten. Wel mogelijk zijn initiatieven op bijzondere locaties zoals:
Met de Omgevingswet vervangt het omgevingsplan de geldende bestemmingsplannen. Vanwege deze wetswijziging gaat de gemeente Gooise Meren de bestemmingsplannen van Bussum, Naarden, Muiden Muiderberg harmoniseren in het omgevingsplan. Na het omgevingsplan wordt een vestigingsaanvraag getoetst aan het Omgevingsprogramma Horeca.
De Alcoholwet is één van de belangrijkste wetten voor de horeca. De wet schept randvoorwaarden voor een verantwoorde distributie van alcohol (denk hierbij aan de aanwezigheid van een leidinggevende, voldoende kennis en inzicht in sociale hygiëne en het toepassen van de leeftijdsgrenzen). Als een ondernemer alcohol wil schenken is, naast een exploitatievergunning horeca, een Alcoholwetvergunning verplicht. Horecaondernemingen die geen alcoholhoudende dranken verkopen voor het gebruik ter plaatse, hebben alleen een exploitatievergunning horeca nodig. De exploitatievergunning wordt verstrekt op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening. Zie bijlage 4 voor een uitgebreide toelichting op de aanvraag van deze vergunningen. Hieronder staan de belangrijkste voorwaarden van de Alcoholwet genoemd.
Indien de ondernemer en leidinggevende voldoen aan de gestelde eisen uit de wetgeving met betrekking tot vakbekwaamheid, betrouwbaarheid en de (inrichtings)eisen aan het pand, dan verleent de gemeente een alcoholwetvergunning.
Deze vergunning is persoonsgebonden en niet overdraagbaar. Dat betekent ook dat de vergunninghouder de plicht heeft om wijzigingen door te geven, bijvoorbeeld wanneer een leidinggevende wordt vervangen.
Bij aanvraag of wijziging van de benodigde vergunningen kan de gemeente een ontvankelijkheidsverklaring afgeven. Met deze ontvankelijkheidverklaring kan een ondernemer voor eigen risico en eigen kosten open tijdens de beslisperiode over het wel/niet toekennen van de aangevraagde vergunning(en). Aan deze ontvankelijkheidsverklaring zijn nadere voorschriften verbonden en de verklaring kan alleen afgegeven worden indien horeca op de betreffende locatie mogelijk is (omgevingsplan) en de aanvraag volledig is. Zie bijlage 4 voor meer details.
Er is een ontheffingsmogelijkheid. Hierdoor kan de burgemeester op aanvraag ontheffing verlenen voor de verstrekking van zwak- alcoholhoudende dranken tijdens bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard (bijvoorbeeld een festival, evenement voor een aaneengesloten periode van maximaal twaalf dagen per jaar). Voor evenementen in de openbare ruimte geldt overigens een afzonderlijk beleid, te weten vinden op www.gooisemeren.nl.
De Alcoholwet en de alcoholwetvergunning vervangen de Drank- en Horecawet en de Drank- en horecawetvergunning.
De Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Bibob) is bedoeld om te voorkomen dat de vergunning die een overheid afgeeft wordt misbruikt voor criminele activiteiten. Overheden kunnen vergunningen, subsidies, vastgoedtransacties en overheidsopdrachten weigeren of intrekken als deze gebruikt worden voor het plegen van strafbare feiten of het witwassen van geld. De wet Bibob geeft overheden een mogelijkheid om de integriteit van bedrijven en personen met wie zij zaken doen, te controleren.
Alle aanvragers van horeca gerelateerde vergunningen en/of ontheffingen zijn verplicht een zogenaamde Bibob-vragenlijst in te vullen. Dit betekent dat de aanvrager inzicht moet geven in de financiële administratie, de eigendomsverhoudingen in het bedrijf, het personeelsbeleid en de herkomst van het vermogen. Naar aanleiding van de aangeleverde informatie voert de gemeente een eigen onderzoek uit om de mate van gevaar dat een vergunning en/of een ontheffing wordt gebruikt voor criminele doeleinden te bepalen. Indien de gemeente na het eigen onderzoek nog twijfels heeft dan wordt het Landelijk Bureau Bibob en/of het Regionaal Informatie en Expertise Centrum ingeschakeld voor nadere advisering. In bepaalde gevallen zijn ook vergunninghouders verplicht om een Bibob-vragenlijst in te vullen.
De Wet milieubeheer beoogt gevaar, schade en hinder te voorkomen en milieubelasting te beperken door een regulering per activiteit vanuit een inrichting. Ook horecabedrijven vallen hieronder. De wet gaat in op zaken als geluid, afvalstoffen, afvalwater, lucht (stankoverlast), energieverbruik, leefbaarheid en duurzaamheid.
Bij het starten of wijzigen van een horecabedrijf moet van de activiteiten een melding gedaan worden. Dit kan via het digitale Omgevingsloket waarmee een vergunningscheck uitgevoerd kan worden. In sommige gevallen hebben horecabedrijven een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit nodig. In de meeste gevallen volstaat echter het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en moet het horecabedrijf voldoen aan de regels van dit besluit.
De Omgevingsdienst Flevoland en Gooi en Vechtstreek (OFGV) handelt namens de gemeente Gooise Meren de meldingen en vergunningaanvragen af en houdt toezicht.
Het VN-verdrag Handicap geldt sinds juli 2016 en heeft als doel het verbeteren van de positie van mensen met een beperking. Een belangrijke stap om dit doel te behalen, is het zoveel mogelijk wegnemen van drempels voor personen met een beperking zodat zij volledig kunnen deelnemen aan de samenleving, letterlijk en figuurlijk. Toegankelijkheid is de norm, ook in vrijetijds- en uitgaansgebieden. De gemeente streeft naar een inclusieve samenleving, waaraan iedere inwoner op alle terreinen kan deelnemen. Inclusie is een kernwaarde van de gemeente Gooise Meren.
De uitgangspunten hiervoor zijn: iedereen kan meedoen op ieder terrein, iedereen mag er zijn, een inclusieve samenleving is toegankelijk, de toegankelijkheid is bekend, een inclusieve samenleving is uitnodigend, een inclusieve samenleving is goed voor iedereen, inclusie is preventie en inclusie is een gedeelde verantwoordelijkheid.
Zie voor tips, inspiratie en ervaringen over het verbeteren van de toegankelijkheid van horecabedrijven www.mkbtoegankelijk.nl en https://www.khn.nl/tips-voor-een-toegankelijke-horecazaak. Bij vergunningaanvragen informeert de gemeente naar de plannen van de horecaondernemer op gebied van toegankelijkheid.
Paracommercie is de verzamelterm voor horeca-activiteiten die plaatsvinden in paracommerciële inrichtingen. Sportkantines, dorps- en buurthuizen, kerkelijke centra en studentenverenigingen zijn voorbeelden van paracommerciële horeca. Dit volgt uit de volgende definitie: een paracommerciële rechtspersoon is een rechtspersoon (geen NV of BV zijnde) die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf.
In de Alcoholwet is een afwijkende regeling opgenomen over paracommercie. Deze regels gelden bij het verstrekken van alcoholhoudende drank en hebben als doel het voorkomen van oneerlijke concurrentie ofwel een ongelijk speelveld.
Volgens de Alcoholwet moeten gemeenten specifieke regels voor paracommercie vaststellen in een verordening. Voor gemeente Gooise Meren zijn deze regels vastgelegd in de Alcoholwetverordening.
In deze verordening is bijvoorbeeld vastgesteld dat paracommerciële inrichtingen met jeugdleden geen sterke drank mogen verstrekken (zonder ontheffing van de burgemeester). Ook staan in de verordening de schenktijden waarbinnen het voor paracommerciële horeca is toegestaan om alcoholhoudende dranken te schenken. Voor bepaalde typen paracommerciële inrichtingen gelden afwijkende schenktijden, zoals voor gemeenschapshuizen, verzorgingstehuizen of tennisverenigingen.
Met het oog op oneerlijke concurrentie is het paracommerciële inrichtingen niet toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken (zie verordening, de burgemeester kan zes keer per jaar ontheffing verlenen):
Indien een stichting/vereniging ervoor kiest de exploitatie van de kantine te verpachten of in een BV (of NV) onder te brengen, gelden echter de gebruikelijke regels voor de reguliere horeca.
Zie Alcoholwetverordening op www.gooisemeren.nl.
Naast landelijke wet- en regelgeving zijn er ook verschillende regels vastgelegd in lokaal beleid. Denk hierbij aan de sluitingstijden van horeca en de terrassen, de regelgeving omtrent ondergeschikte horeca, maar ook aan maatregelen ter bevordering van de veiligheid en gezondheid en het handhavingsbeleid. Dit hoofdstuk gaat in op de volgende onderwerpen:
Zoals al vaker aangestipt in deze nota, brengt horeca levendigheid met zich mee. Vaak is dit positief, maar het kan ook zorgen voor overlast in de openbare ruimte of voor omwonenden. Om deze negatieve gevolgen integraal aan te pakken, is publiek-private samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen van groot belang.
Convenant Bussum Centrum II veilig uitgaan 2022
In Bussum centrum vindt samenwerking plaats in de vorm van een horeca convenant: zie Convenant Bussum Centrum II Veilig Uitgaan 2022 (gooisemeren.nl). Ondernemers, bewoners, gemeente en politie hebben samen afspraken gemaakt over verschillende onderwerpen. Het doel van dit convenant is dat horecagebieden in de kern Bussum gezellige en bovenal veilige uitgaansgebieden zijn, waarin aantasting van de openbare orde en het woon- en leefklimaat tot een minimum wordt beperkt. Met de ondertekening van het convenant verplichten de deelnemende partijen zich tot het naleven en het uitvoeren van de overeengekomen afspraken. Deze afspraken hebben betrekking op onderwerpen als matiging van alcoholconsumptie, toezicht, toelatingsbeleid en drugsgebruik.
Mocht hiertoe aanleiding zijn, dan zal de gemeente initiatief nemen om ook voor de andere kernen convenanten te sluiten. Dit zal uiteraard in overleg met de lokale bewoners, horecaondernemers en de politie gebeuren.
Afhankelijk van de aard van het horecabedrijf, de locatie waar de horeca gevestigd is en de dag in de week, gelden verschillende sluitingstijden. De geldende sluitingstijden zijn geregeld in artikel 2.29 van de APV. Zie voor de sluitingstijden van terrassen paragraaf 5.4. en de schenktijden van paracommerciële inrichtingen de Alcoholwet- verordening.
Voor Bussum zijn de sluitingstijden afhankelijk van de zone en de categorie waarin het horecabedrijf valt. Zie bijlage 6 voor het complete overzicht (volgens de APV).
Voor bepaalde cafébedrijven gelden aanvullende regels zoals de flexibele sluitingstijden. De flexibele sluitingstijden houden in dat de deelnemende bedrijven in het weekend om 04:00 uur gesloten moeten zijn in plaats van 02:00. Vanaf 02:00 uur mogen echter geen nieuwe bezoekers worden toegelaten. Zo wordt het nachtelijk cafébezoek geleidelijk afgebouwd. Zie bijlage 6 voor het complete overzicht van de aanvullende regels.
Voor Naarden gelden de volgende sluitingstijden:
Zie bijlage 6 voor een compleet overzicht van de geldende regels.
Werkwijze voor Muiden en Muiderberg
Voor Muiden en Muiderberg gelden de volgende sluitingstijden:
In de APV wordt in artikel 2:29 van de verordening de mogelijkheid geboden om een ontheffing te verlenen van de sluitingstijden. Vanuit de horecaondernemers bestaat de behoefte om permanent andere sluitingstijden toe te passen. Uit de rechtspraak komt naar voren dat op individuele basis een permanente ontheffing van de sluitingstijden mogelijk is. Categoriale ontheffingen zijn niet toegestaan. Hieronder zal worden aangegeven aan welke minimale criteria een ontheffing tot permanente ontheffing getoetst zal worden.
De uitbater die een permanente ontheffing van het Sluitingsuur wenst dient dit schriftelijk bij de burgemeester aan te vragen. In de aanvraag wordt naast de dagen en tijden waarop de permanente ontheffing moet gelden ook aandacht besteed aan de wijze waarop de uitbater het draagvlak in de woonomgeving heeft onderzocht. Daarnaast dient de uitbater aan te geven welke eventuele extra maatregelen er genomen worden om de kans op openbare orde verstoringen tot een minimum te beperken. Ook dient ingegaan te worden op welke omwonenden eventuele klachten kenbaar kunnen maken. Ook dient de uitbater minimaal twee keer per jaar een bijeenkomst te organiseren voor omwonenden om te evalueren en afspraken te maken.
Na ontvangst van de aanvraag wordt tenminste bij onderstaande vak- afdelingen advies ingewonnen. Onderstaande is niet limitatief wanneer daar aanleiding voor bestaat kan de kring van adviseurs worden uitgebreid:
Aan de hand van de adviezen zal een belangenafweging plaatsvinden. Waarbij de burgemeester zich het recht voorbehoudt om naast de voorschriften uit de exploitatievergunning als bedoeld in 2:28 van de APV nadere voorschriften op te leggen. Het voorgaande geldt ook voor wat betreft de duur van de ontheffing.
Terrassen bepalen in grote mate de kwaliteit en de sfeer van het straatbeeld. Wanneer op een juiste manier toegepast, kan een terras een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de kernen in de gemeente Gooise Meren. Het versterkt de attractiviteit van winkelgebieden en verlevendigt het straatbeeld.
Terrassen leveren hiermee een positieve bijdrage aan de kwaliteit van de openbare ruimte. De richtlijnen ten aanzien van het uiterlijk van de terrasinrichting zijn opgenomen in de Welstandsnota Gooise Meren. Tegelijkertijd is het mogelijk dat juist omdat terrassen zich meestal in de openbare ruimte bevinden, dit enige mate van hinder met zich meebrengt. Daarom zijn er duidelijke regels omtrent de openstelling en de omvang van terrassen. Zie bijlage 7 voor het volledige terrassenbeleid, inclusief meer informatie over welke vergunningen nodig zijn.
Bussum kent een terrassenseizoen:
De openingstijden van terrassen in Bussum zijn als volgt:
Voorwaarden voor Naarden, Muiden en Muiderberg
Naarden, Muiden en Muiderberg kennen geen terrassenseizoen zoals Bussum. De openingstijden van terrassen in Naarden zijn als volgt:
In Muiden en Muiderberg is de sluitingstijd van de terrassen 23:00 uur. Dit tijdstip geldt voor alle dagen van de week.
Tijdelijke terrasverruiming 2022-2023-2024
In voorjaar 2020 werd de horecasector getroffen door de coronapandemie. Om die reden konden horecaondernemers in 2020 en 2021 een vergunning aanvragen voor een tijdelijk groter terras. In oktober 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders te kennen gegeven de horecaondernemers meerjarig perspectief te willen bieden. Omzetverlies, opgebouwde en uitgestelde schulden en de onzekerheid waren voor het college aanleiding tijdelijk verruiming van de terrassen te faciliteren. Deze verruiming is tot en met 31 dec 2024 geldend. Na deze periode kan op basis van dit beleid een terrasvergunning worden aangevraagd voor het grotere terras. De ervaringen met het “Corona-terras” worden bij de vergunningaanvraag meegewogen.
Bij ondergeschikte horeca (vaak ‘blurring’ genoemd) is sprake van vermenging van functies. Retail, dienstverleners, maatschappelijke voorzieningen en culturele instellingen maken een combinatie met horeca. Het doel hiervan is om de aantrekkingskracht op het publiek en/of de verblijfsduur te vergroten met ondergeschikte horeca (een koffiehoek in de bibliotheek, een klein terras bij de koffie- en theewinkel en dergelijke). Echter, moet de balans in het oog worden gehouden. Horeca dat start als ondergeschikte activiteit aan de hoofdfunctie, dient ondergeschikt aan de hoofdfunctie te blijven. Indien horeca de hoofdfunctie overneemt is er namelijk geen sprake meer van een mengformule en gelden andere wet- en regelgeving, waaronder de Alcoholwet, en is een exploitatievergunning horeca vereist. De gemeente handhaaft hierop, om misbruik te voorkomen en om een gelijk speelveld voor horecaondernemers te behouden.
Ondergeschikte horeca is toegestaan, mits er aan de volgende criteria wordt voldaan:
De ondergeschikte horeca-activiteiten inclusief zitgelegenheid of terras worden uitgeoefend op een vloer- of grondoppervlakte dat niet meer bedraagt dan maximaal 25% van de netto vloeroppervlakte (de publieksruimte) van de inrichting waarin de hoofdactiviteit wordt uitgeoefend. Dit met een maximum van 35 m2.
Van de bovengenoemde criteria kan géén ontheffing worden verleend.
Toestemming (vergunning in ‘Light-variant’)
Indien een ondernemer voornemens is een ondergeschikte horeca- activiteit te beginnen, vraagt hij/zij dat aan bij de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH). Bij de aanvraag dient de ondernemer een op schaal ingetekende plattegrond en planbeschrijving in. De aanvraag kan per e-mail ingediend worden via vergunningen@gooisemeren.nl.
In de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus zijn de waarborgen opgenomen voor de betrouwbaarheid van het personeel van beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. De beveiligingsorganisaties zijn verplicht om de werkzaamheden af te stemmen met de politie en te zorgen voor een duidelijke presentatie van de activiteiten aan opdrachtgevers en burgers. Ook de horecaportier valt onder deze wetgeving. Het naleven van de wet moet de veiligheid bevorderen in de horeca. Zowel voor de bezoekers, de horeca- exploitanten als hun medewerkers.
De Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus stelt de volgende eisen aan horecaportiers in de gemeente Gooise Meren:
De burgemeester heeft op grond van de voorwaarden in de exploitatievergunning de bevoegdheid om een horecabedrijf te verplichten een portier in te zetten welke voldoet aan de eisen van de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus. Dit gebeurt altijd na overleg met de politie.
In Bussum wordt in het horeca-concentratiegebied gewerkt met mobiele hosts. Deze hosts verzorgen op zaterdagavond en -nacht of vrijdagavond en -nacht tussen 23:30 uur en 04:30 uur het toezicht in de horeca. Op grond van het horecaconvenant kan de burgemeester, na overleg met de politie, de exploitant van een horecabedrijf in Bussum verplichten om de mobiele hosts deels mee te financieren.
In de gemeente Gooise Meren wordt gewerkt met de zogenoemde Horecatelefoon. De ervaringen met deze telefoon zijn positief. Horecaondernemers weten dat zij op vrijdag- en zaterdagavond en/of bij evenementen direct met een taakaccenthouder horeca van de politie in contact komen wanneer zij de politie bellen. Deze taakaccenthouder is ter plaatse bekend en weet vanuit zijn kennis en vaardigheden meldingen in te schatten en daarnaar te handelen. In het weekend zijn ook mobiele hosts aanwezig in het horecagebied. Ook zij hebben een horecatelefoon voor zowel politie als horecaondernemers.
Horecabezoekers die zich in gemeente Gooise Meren schuldig maken aan verstoring van de openbare orde lopen het risico door de burgemeester op de “zwarte lijst” te worden geplaatst. Gevolg daarvan is dat deze horecabezoekers niet meer worden toegelaten in de door de burgemeester aangegeven horecabedrijven. De procedure met betrekking tot de zwarte lijst is geregeld in artikel 2:31A van de APV. Voordat iemand op de zwarte lijst wordt geplaatst gaat daaraan doorgaans één officiële schriftelijke voorwaarschuwing vooraf. Vervolgens kunnen daar zienswijzen tegen worden ingediend. Indien sprake is van een zeer ernstig vergrijp kan de voorwaarschuwing achterwege blijven en wordt iemand onmiddellijk op de zwarte lijst geplaatst.
Naast een plaatsing op de zwarte lijst kan aan horecabezoekers die voor een structurele verstoring van de openbare orde zorgen door de burgemeester een gebiedsverbod worden opgelegd. Het uitvaardigen van een gebiedsverbod is geregeld in artikel 172 a Gemeentewet.
Bij gezondheid gaat het om diverse aspecten:
In de Alcoholwet is een bepaling (artikel 43a) opgenomen dat gemeenten een Preventie en Handhavingsplan (PHP) opstellen, voor een integrale aanpak van alcoholgebruik door jongeren.
Het Preventie en Handhavingsplan is te vinden op de site van de gemeente. www.gooisemeren.nl.
Alcoholmatiging en happy hours
Happy hours zijn doorgaans afgebakende tijden waarop alcohol tegen een gereduceerd tarief wordt aangeboden. Hiermee wordt de consumptie van alcohol direct en actief gestimuleerd. Dit staat haaks op de doelstelling tot alcoholmatiging. Daarom heeft de gemeente Gooise Meren in de Alcoholwetverordening opgenomen dat het niet is toegestaan om alcoholhoudende dranken aan te bieden tegen gereduceerde prijzen. Meer informatie is te vinden op de site van de gemeente. www.gooisemeren.nl.
In Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen harddrugs en softdrugs zoals vastgelegd in de Opiumwet. Deze wet verbiedt het bezit van bepaalde middelen die staan vermeld op lijst I en ll van de Opiumwet.
Het vervaardigen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van deze middelen is ook verboden. Op lijst I van de Opiumwet staan de harddrugs. Dit zijn middelen die volgens de overheid een onaanvaardbaar groot risico met zich meebrengen voor de gezondheid. Dit zijn bijvoorbeeld heroïne, cocaïne, amfetamine, LSD en GHB. Op lijst II staan softdrugs. Dit zijn drugs die volgens de overheid minder risico’s voor de gezondheid hebben dan de middelen op lijst I. Dit zijn bijvoorbeeld cannabisproducten (hasj en wiet), paddenstoelen, slaapmiddelen, 3-MMC (sinds 2021), qat (sinds 2022) en lachgas (sinds 2023) (zie de volgende paragraaf voor het softdrugsbeleid). Horecaondernemers die te maken hebben met handel, gebruik of bezit van harddrugs onder hun gasten, dienen dit te melden bij de politie.
Het softdrugsbeleid van de gemeente Gooise Meren is gericht op ontmoediging van het gebruik. Dit betekent dat bezoekers die voor het eerst bij het lokale verkooppunt aankloppen, eerst worden gewezen op de nadelige effecten van het gebruik van softdrugs. De gemeente gedoogt de verkoop van softdrugs op één locatie, waarbij moet worden voldaan aan een aantal criteria (ook wel bekend als de AHOJG-criteria). Er mag geen sprake zijn van affichering, er mogen geen harddrugs worden verkocht, er mag geen alcohol worden geschonken, er mag geen overlast worden veroorzaakt, er mag niet worden verkocht aan jongeren onder de 18 jaar, minderjarigen mogen niet worden binnengelaten, de handelsvoorraad mag niet meer dan 500 gram zijn en er mogen geen grote hoeveelheden worden verkocht (landelijk maximaal 5 gram per klant; in Gooise Meren geldt maximaal 3 gram per dag). De winkel is dagelijks geopend van 12.00 tot 22.00 uur. De overheid wil overlast en criminaliteit die verband houden met coffeeshops en de handel in drugs tegengaan. Daarom mogen alleen ingezetenen van Nederland in een coffeeshop komen en er cannabis kopen.
Een ingezetene is iemand die zijn (woon)adres heeft in een Nederlandse gemeente en er dus staat ingeschreven. De coffeeshophouder moet zelf controleren dat hij alleen ingezetenen van Nederland van 18 jaar en ouder toelaat. Hiervoor moet hij/zij vragen naar een geldig identiteitsbewijs of verblijfsvergunning en een uittreksel van de Basisregistratie Personen (BRP).Om te kunnen voorkomen dat er specifiek vanuit een woning of lokaal drugs verhandeld worden, heeft de burgemeester de bevoegdheid om deze de sluiten.
De regelgeving verandert mogelijk. Vanwege de inhoud is die hier vermeld. Eind 2023 lag er een landelijk wetsvoorstel voor wijziging van de Opiumwet met het toevoegen van een derde lijst (IA). Het doel is tegengaan van productie en handel in nieuwe psychoactieve stoffen (designerdrugs) en enkele andere wijzigingen. In dezelfde periode is het 'Experiment gesloten coffeeshopketen’ in de praktijk ingevoerd bij coffeeshops in Tilburg en Breda. Het doel van het experiment is om te kijken of en hoe telers op kwaliteit gecontroleerde cannabis gedecriminaliseerd aan coffeeshops kunnen leveren. Decriminaliseren houdt in dat wetgeving zodanig is aangepast dat productie, distributie en verkoop binnen het experiment niet langer strafbaar zijn. Daarnaast wordt bekeken wat de effecten van het experiment zijn op de problemen die sommige gemeenten ervaren. Zoals paragraaf 3.5 aangeeft geldt voor Gooise Meren altijd de meest recente landelijke drugsregelgeving.
De Tabaks- en rookwarenwet is sinds 1988 van kracht. Roken en meeroken is schadelijk voor de gezondheid. Daarom voert de overheid een niet-rokenbeleid uit. Het doel daarvan is om:
Om deze doelstellingen te behalen scherpt de overheid het beleid rond roken regelmatig aan: van tabaksproducten naar e-sigaretten (met of zonder nicotine zoals de shisha-pen), naar anders dan roken (zoals pruim- of snuiftabak). Op dezelfde wijze is sinds 2020 in de horeca het rookverbod verbreed naar al deze producten. Sinds 2014 geldt een leeftijdsgrens voor de verkoop van tabak van 18 jaar. Dit is gevolgd door een reclameverbod en een leeftijdsgrens voor de verkoop van e- sigaretten. Ook de verpakkingen van tabaksproducten zien er anders uit, met waarschuwende teksten en afschrikwekkende foto’s. Er zijn maatregelen getroffen om sigaretten en andere rookwaren uit het zicht te halen middels een uitstalverbod (denk aan supermarkten en tankstations): zelfbedieningsautomaten in de horeca zijn sinds 2020 niet meer toegestaan. Verkoop op afstand is inmiddels ook verboden. Vanaf 2024 is de verkoop van vapes en e-liquids met een smaakje verboden en er volgt een registratieplicht voor verkooppunten van tabak. Het doel is vanaf 2032 alleen nog tabak te verkopen via tabaksspeciaalzaken.
Voor de aanwezigheid van een speelautomaat in een horecagelegenheid is een kansspelautomatenvergunning vereist. Het aantal en soort speelautomaten dat in een inrichting geplaatst mag worden, is afhankelijk van het soort inrichting. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen laagdrempelige inrichtingen (snackbars, kantines, lunchrooms en ijssalons) en hoogdrempelige inrichtingen (cafés, bars, restaurants en nachtclubs). In de Wet op de kansspelen (Wok) en het daarbij behorende Speelautomatenbesluit is bepaald dat de burgemeester voor hoogdrempelige inrichtingen voor maximaal twee kansspelautomaten een vergunning kan afgeven. Voor laagdrempelige inrichtingen mag géén vergunning voor kansspelautomaten worden afgegeven. Daar mogen uitsluitend maximaal twee behendigheidsautomaten worden opgesteld.
In overeenstemming met deze wettelijke voorwaarden, is in de Verordening speelautomaten Gooise Meren geregeld dat in hoogdrempelige inrichtingen drie speelautomaten zijn toegestaan waarvan maximaal twee kansspelautomaten.
In laagdrempelige inrichtingen zijn maximaal twee behendigheids- automaten toegestaan en zijn kansspelautomaten niet toegestaan.
Voor kansspelautomaten is een aanwezigheidsvergunning verplicht en moet er een Alcoholwetvergunning zijn. Voor alle speelautomaten geldt dat er een geldige exploitatievergunning moet zijn.
Daarnaast geldt specifiek voor speelhallen de Verordening speelautomatenhallen Gooise Meren. Op grond van deze verordening is de exploitatie van één speelautomatenhal toegestaan. Deze mag alleen gevestigd zijn in een daarvoor aangewezen gebied (zie bijhorende kaart van de verordening). De vergunning daarvoor is verleend en in gebruik, waardoor aan het maximum is voldaan.
In 2021 is de Wet Kansspelen op afstand ingevoerd, met ook veranderingen voor spelers bij een speelhal middels controle op het Centraal Register Uitsluiting Kansspelen.
Horeca-inrichtingen worden regelmatig gecontroleerd. Bij het toezicht en handhaving bij horeca inrichtingen en hun activiteiten is sprake van meerdere partijen. Welke partij het toezicht uitvoert is afhankelijk van het onderwerp. Niet alleen de Alcoholwet is van toepassing, maar ook andere wetgeving zoals de Wet milieubeheer, de Algemene Plaatselijke Verordening en de Omgevingswet. In alle gevallen geldt wel dat uiteindelijk de gemeente en/of de burgemeester het bevoegd gezag is.
Toezicht en handhaving Alcoholwet
De burgemeester heeft ook het bevoegd gezag als het gaat om toezicht en handhaving van de Alcoholwet. In de regio Gooi en Vechtstreek hebben de gemeenten besloten om de uitvoering van het toezicht regionaal aan te pakken. Dit vanwege het feit dat het gaat om een relatief kleine, maar wel een erg specialistische taak die vraagt om specifieke expertise.
Toezicht en handhaving milieuwetgeving
De uitoefening van taken op milieugebied is door de gemeente Gooise Meren ondergebracht bij de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV). Horeca-inrichtingen worden periodiek gecontroleerd op de naleving van voorschriften uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dat gaat bijvoorbeeld over het regelmatig ledigen van vetputten, het op een juiste manier opslaan en afvoeren van afvalstoffen, het keuren van installaties zoals koel- en verwarmingsinstallaties, airco’s, etc. Ook handelt de OFGV klachten af die kunnen ontstaan ten gevolge van geur- en geluidoverlast.
Bij geconstateerde overtredingen kan de OFGV bestuursrechtelijk optreden namens de gemeente.
Toezicht en handhaving terrassen, sluitingstijden, kansspelen
De buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa’s) van de gemeente zijn aangewezen als toezichthouder als het gaat om terrassen, kansspelautomaten en sluitingstijden. Zij kunnen optreden als een ondernemer een terras exploiteert zonder vergunning of als men zich niet houdt aan de voorwaarden. Dat geldt ook voor de sluitingstijden. Controle kan plaatsvinden tijdens een surveillance of naar aanleiding van klachten. In eerste instantie zal gewaarschuwd worden maar indien dit niet tot een oplossing leidt zal er strafrechtelijk en/of bestuursrechtelijke opgetreden kunnen worden.
Zie H5 voor meer over lokale regelgeving over terrassen, spelautomaten en sluitingstijden.
Toezicht en handhaving brandveiligheid
De regionale brandweer Gooi en Vechtstreek (BGV) voert namens de gemeente de controles uit als het gaat om brandveiligheid. Horeca inrichtingen worden hiervoor regelmatig gecontroleerd. Het kan gaan om het vrij houden van vluchtroutes, het regelmatig laten keuren van brandblusmiddelen tot het in orde moeten zijn van de brandmeldinstallatie. Bij overtredingen volgt een hersteltermijn en bij voortduring, het niet ongedaan maken van de overtredingen, zal de gemeente bestuursrechtelijk handhaven.
Toezicht en handhaving Omgevingswet
Als het gaat om naleving van de ruimtelijke regels op basis van het omgevingsplan en het Besluit bouwwerken regelgeving, wordt het toezicht uitgevoerd door de hiervoor aangewezen toezichthouders van de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving. Ook controleren de toezichthouders de inrichtingseisen uit de Alcoholwet. Soms laat het omgevingsplan de vestiging van een horeca-inrichting ter plaatse niet toe. Ook kan het noodzakelijk zijn dat voor verbouw een omgevingsvergunning vereist is. Bij geconstateerde overtredingen kan een handhavingsprocedure gestart worden om ervoor zorg te dragen dat de situatie weer conform de daarvoor gestelde regelgeving is.
Bijlage 1 - Vestigingsbeleid horeca Bussum
In de nota is uitvoerig aandacht geschonken aan het sinds 1986 van kracht zijnde horecavestigingsbeleid. In deze bijlage wordt nader ingegaan op (veranderingen in): de zonering; de categorisering; voorkoming van overconcentratie; overname/vestiging van een horecabedrijf; en exploitatievergunning.
De bebouwde kom van de gemeente Bussum is onderverdeeld in 3 zones, te weten: de A- zone, de B-zone en de C-zone.
De A-zone is het gedeelte van de bebouwde kom dat als woongebied moet worden aangemerkt. In het A-gebied wordt slechts medewerking verleend aan de vestiging van nieuwe horecabedrijven. ondergeschikte horeca-activiteiten binnen winkelconcentraties, de kantine van een sportvereniging, horeca-activiteiten bij een speeltuin die ook buiten het speeltuinseizoen kunnen worden voortgezet, horeca-activiteiten bij verzorgingstehuizen die ook een buurtfunctie hebben, de vestiging van een buurthuis of daaraan gelijk te stellen horeca-activiteiten, maar ook horecavoorzieningen en daaraan verwante activiteiten bij spoorwegstations. Daarnaast kunnen horeca-activiteiten in een A- gebied ook worden gerealiseerd indien sprake is van een gewenste ontwikkeling die in een Ruimtelijk plan wordt geformaliseerd. Voor reeds in de A-zones gevestigde horecabedrijven heeft het beleid géén gevolgen. Alleen als tot karakterverzwaring van het reeds aanwezige horecabedrijf wordt overgegaan kan dit tot problemen leiden en wel in die zin dat daaraan géén medewerking wordt verleend.
De B-zones zijn het gedeelte van de bebouwde kom dat als woongebied is aan te merken doch zich kenmerkt door de aanwezigheid van een of meer winkelconcentratie(s) en binnen welke horeca-activiteit toelaatbaar wordt geacht, voor zover deze activiteit uitsluitend is gericht op de betrokken buurt.
De C-zone is het gedeelte van de bebouwde kom dat door zijn ligging een bovenlokale functie vervult en in het centrumgebied naar gelang van bewoningsgraad en bewoningsdichtheid nader is in te delen in straten met:
Voor de indeling van de Bussumse bebouwde kom op grond van bovenstaande criteria wordt verwezen naar de bij deze nota behorende zoneringskaart. Schematisch kan het bovenstaande als volgt worden weergegeven.
Zoals hierboven reeds is aangegeven is voor de beschrijving van de aard van de horeca-activiteiten aansluiting gezocht bij de terminologie die is gebruikt in de diverse Bussumse bestemmingsplannen: vanaf 2024 te harmoniseren in het omgevingsplan. Het gaat dan vooral over de wijze waarop de verschillende horeca-exploitatievormen in de Staat van Horecabedrijven worden gekwalificeerd.
Voor horeca-exploitatievormen die niet in het omgevingsplan wordt genoemd wordt bezien welke horeca-exploitatiewijze het meest aansluit bij een wel in het omgevingsplan genoemd bedrijf. Het gaat dan om de navolgende categorisering.
Categorie 1. Centrumwinkelgebied ondersteunende horeca, geen hinder veroorzakend
Het betreft de aan detailhandel verwante bedrijven die in beginsel alleen overdag en ’s avonds open behoeven te zijn. En daardoor niet of nauwelijks hinder veroorzaken. Het daarbij om de navolgende horecavormen:
Categorie 2. Voor het centrumgebied neutrale horeca, nauwelijks hinder veroorzakend
Het betreft bedrijven die in beginsel alleen overdag en ’s avonds geopend zijn en daardoor nauwelijks hinder veroorzaken.
Categorie 3. Voor het centrumgebied neutrale horeca, potentieel beperkte hinder veroorzakend
Bedrijven die in beginsel alleen ’s avonds en overdag behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van maaltijden), maar relatief grote verkeersaantrekkende werking en daardoor beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken.
bedrijven genoemd onder 1 en 2 met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250m2
Categorie 4. Niet direct aan het centrum gebonden horeca, potentieel hinder veroorzakend
Bedrijven die normaal gesproken ook ’s nachts geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken.
Categorie 5. Niet direct aan het centrum gebonden horeca, potentieel ernstige hinder veroorzakend
Bedrijven die voor een goed functioneren ook ’s nachts moeten zijn geopend en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen.
Vanaf het moment dat de exploitatie van een gevestigd horecabedrijf wordt overgenomen door een nieuwe ondernemer wordt op basis van de feitelijke exploitatie vastgesteld in welke horeca-categorie het bedrijf moet worden ingedeeld.
3. Voorkoming van overconcentratie
Wanneer het omgevingsplan de vestiging van een horecabedrijf of een karakterverzwaring niet belemmert, komt het al dan niet verlenen van gevraagde vergunningen pas aan de orde. Aan de hand van het van kracht zijnde Omgevingsprogramma Horeca wordt beoordeeld of de nieuwvestiging of de karakterverzwaring leidt tot een overconcentratie van horeca-inrichtingen. Doel van het beleid is om te komen tot objectief kenbare grenzen, die recht doen aan de opgestelde uitgangspunten, te weten in beginsel géén horecavestiging in woongebieden, slechts daghoreca in buurtwinkelcentra en een beperkte uitbreidingsmogelijkheid in het centrumgebied.
Op de vestiging van club- en buurthuizen, kantines van sportverenigingen en verenigingsgebouwen met zaalaccommodatie is het criterium “overconcentratie” niet van toepassing. Tevens is dit toetsingscriterium niet van toepassing op horeca-activiteiten bij een speeltuin die ook buiten het speeltuinseizoen kunnen worden voortgezet, horeca-activiteiten bij verzorgingstehuizen die ook een buurtfunctie hebben of daaraan gelijk te stellen horeca-activiteiten en horeca- activiteiten bij spoorwegstations. Voor het overige kunnen aan de vestiging van nieuwe horecabedrijven (indien het omgevingsplan het toelaat) de navolgende grenzen worden gesteld (zie hierna).
4. Overname/vestiging horecabedrijf
Zodra er in Bussum wordt gestart met de exploitatie van een horecabedrijf zoals genoemd in één van de bovengenoemde horecacategorieën, kunnen zich drie situaties voordoen:
Of er ook feitelijke exploitatie van het bedrijf kan plaatsvinden is veelal afhankelijk van de vraag of de exploitant aan de vereisten voor een exploitatievergunning kan voldoen en aan de vereisten uit de Alcoholwet kan voldoen (dit laatste geldt alleen voor bedrijven waar alcohol wordt geschonken).
Overname van een bestaand horecabedrijf waarbij sprake is van een verzwaring van horecacategorie, wordt primair getoetst aan het vigerende omgevingsplan.
Indien het omgevingsplan de karakterverzwaring mogelijk maakt zal ten behoeve van de te verlenen exploitatievergunning worden getoetst of de beoogde karakterverzwaring niet leidt tot een ontoelaatbare aantasting van het woon- en leefklimaat, waaraan niet door middel van het stellen van voorschriften tegemoet kan worden gekomen. Zo zal een cafébedrijf dat zich met name richt op jeugdigen, meer overlast veroorzaken dan een buurtcafé of een eetcafé. Over de mate van hinder en overlast zal de burgemeester zich uitvoerig door de politie laten informeren.
Overname van een bestaand horecabedrijf waarbij sprake is van een lichtere horecacategorie, is in beginsel mogelijk. De exploitant dient te voldoen aan alle van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
Heeft de beoogde vestiging betrekking op een perceel waarin tot op dat moment nog géén horeca was gevestigd, dan dient allereerst aan het omgevingsplan te worden getoetst. Als het omgevingsplan géén horeca toelaat dan zal niet tot vestiging kunnen worden overgegaan. Op het moment dat het omgevingsplan vrijstellingsmogelijkheden biedt, dan zal in de praktijk de vestiging alleen mogelijk worden indien er van gemeentewege van de vrijstellingsmogelijkheden gebruik wordt gemaakt. Als het omgevingsplan géén vrijstellingsmogelijkheden biedt en de vestiging van een nieuw horecabedrijf (of karakterverzwaring van een bestaand bedrijf) als een wenselijke ontwikkeling wordt beschouwd, kan de vestiging worden gerealiseerd door middel van een wijziging van het omgevingsplan. In de bovenomschreven situatie moet de politie en OFGV positief hebben geadviseerd en moeten belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld zienswijzen in te brengen.
Bijlage 2 - Vestigingsbeleid horeca Naarden
Horecabedrijven, die gelet op de aard en omvang ervan zowel vanuit functionele als uit milieuoverwegingen (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) niet of nauwelijks storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven en waarvan de openingstijden grotendeels overeenkomen met die van detailhandelsvestigingen. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca
Categorie 2. Middelzware horeca
Horecabedrijven, die gelet op de aard en omvang ervan zowel vanuit functionele als uit milieuoverwegingen aanzienlijk storend kunnen werken op de bestaande en/of toekomstige functies van de omgeving van deze horecabedrijven:
Horecabedrijven waar hoofdzakelijk in de avonduren en/of de vroege nacht dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen:
Bijlage 3 - Vestigingsbeleid horeca Muiden en Muiderberg
De bestaande horecalocaties krijgen in het omgevingsplan de bestemming Horeca. De horecafunctie is een diverse functie. Zo is bijvoorbeeld een theesalon horeca, maar ook een hotel of bar/dancing. De aard en ruimtelijke uitstraling van de horecagelegenheden kunnen onderling sterk verschillen. Het gaat hierbij om aspecten als bijvoorbeeld verkeersaantrekkende werking, parkeren, geluid, omvang, bezoekersaantallen en het moment van open zijn. Omdat de verschillende horecagelegenheden van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van het woon- en leefmilieu en dus op de ruimtelijke kwaliteit, is ervoor gekozen om binnen de horecabestemming een differentiatie aan te brengen met onderscheid in een vijftal categorieën, namelijk:
Volledigheidshalve wordt hierbij aangetekend dat het exacte functioneren, waaronder bijvoorbeeld de openingstijden, geregeld wordt via de APV en de Wet milieubeheer en dat dat niet via een omgevingsplan is te regelen. Het omgevingsplan gaat over de functie en niet direct over de openingstijden.
Catering en traiteurs zijn er in velerlei vormen. Indien de catering een vestiging betreft waar alleen voedsel bereid wordt, er geen balie / toonbank aanwezig is om het ter plaatse bereide voedsel te verkopen en het voedsel door de betreffende vestiging naar elders wordt getransporteerd, dan worden dergelijke vestigingen aangemerkt als “Bedrijfsbestemming” en niet als detailhandel. Indien in de vestiging ook verkoop plaats vindt van ter plaatse bereide waren, via balie / toonbank, dan is er ruimtelijk gezien geen verschil met een bakker of slager en wordt een cateraar of traiteur aangemerkt als detailhandel.
Bijlage 4 - Aanvraag Alcoholwetvergunning en exploitatievergunning horeca
Voor het exploiteren van een horecabedrijf is in de gemeente Gooise een exploitatievergunning horeca op grond van het bepaalde in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) vereist en een vergunning op grond van de Alcoholwet voor het schenken van alcoholhoudende dranken. De procedure voor het verlenen van een Alcoholwetvergunning kan op grond van de Alcoholwet 8 weken in beslag nemen. Deze periode kan in geval van een BIBOB-onderzoek langer zijn: indien noodzakelijk kan de beslistermijn verlengd worden (zie Algemene wet bestuursrecht (Awb) artikel 4:14). Voor deze verlenging wordt een termijn van maximaal 8 weken aangehouden. De genoemde termijnen zijn algemene richtlijnen.
Aanvragen om vergunning worden alleen in behandeling genomen indien de aanvraag is voorzien van de vereiste bescheiden. De bescheiden die zijn vereist worden expliciet aangegeven in de checklist die met het vergunningsaanvraagformulier wordt meegestuurd. Op het moment dat deze gegevens zijn aangeleverd, kan in beginsel een ontvankelijkheidsverklaring worden afgegeven, waarin staat vastgelegd dat de ondernemer voor eigen risico en eigen kosten open kan tijdens de beslisperiode over het wel/niet toekennen van de aangevraagde vergunning(en).
Aan de ontvankelijkheidsverklaring worden nadere voorschriften verbonden, zoals voorschriften inhoudende dat de ontvankelijkheidsverklaring kan worden ingetrokken in geval van het verstrekken van onjuiste informatie dan wel andere omstandigheden die vergunningverlening in de weg staan.
De feitelijke exploitatie van een horecabedrijf kan pas worden gestart op het moment dat ontvankelijke vergunningsaanvragen zijn ingediend bij de gemeente. Voor bedrijven waar alcohol wordt geschonken moet in ieder geval een Alcoholwetvergunning worden aangevraagd en een exploitatiewetvergunning op grond van de APV. Voor bedrijven waar alleen alcoholvrije dranken worden geschonken, bijvoorbeeld een snackbar, kan worden volstaan met een exploitatievergunning horeca. De beslistermijn over de vergunningaanvraag is 8 weken. Indien noodzakelijk kan de beslistermijn verlengd worden (artikel 1:2 lid 1 en 2 van de APV). Voor deze verlenging wordt een termijn van maximaal 8 weken aangehouden.
Bijlage 5 - Paracommerciële gelegenheden
De Alcoholwet definieert paracommercie als volgt:
“ Paracommerciële rechtspersoon: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf”.
Voor de regels die betrekking hebben op paracommerciële instellingen wordt verwezen naar de Alcoholwetverordening van de gemeente Gooise Meren.
Bijlage 6 - Sluitingstijden horeca
Sluitingstijdenregeling volgens artikel 2:29 APV.
Voor bepaalde cafébedrijven gelden de navolgende regels:
Openbare inrichtingen zijn gesloten op maandag tot en met vrijdag tussen 01.00 uur en 06.00 uur, en op zaterdag en zondag tussen 02.00 uur en 06.00 uur (sluitingstijd).
Bijlage 7 - Terrassenbeleid Gooise Meren
De grondslag van het terrassenbeleid wordt gevormd door de Alcoholwet en de APV. Hierin wordt de burgemeester aangewezen als bevoegd gezag (artikel 2:28). Een terras kan gelegen zijn op of aan de openbare weg, maar ook op eigen (binnen)-terrein.
Algemene Plaatselijke Verordening: Een exploitatievergunning met onderdeel terras wordt verleend op basis van artikel 2:28 APV. De vergunning is gericht op de inrichting en bij de afweging om al dan niet tot vergunningverlening over te gaan worden ook de mogelijke consequenties voor de directe leefomgeving meegenomen.
Alcoholwet: Omdat het terras deel uit maakt van de horeca-inrichting is het alleen toegestaan om alcoholhoudende dranken op een terras te verstrekken, als dit terras ook expliciet vermeld staat op de Alcoholwetvergunning. Dit betekent o.a. dat: “een Alcoholwetvergunning moet worden ingetrokken als zich feiten en omstandigheden op het terras hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat, indien de vergunning van kracht blijft, dit gevaar oplevert voor de openbare orde en veiligheid”.
Het gaat er om dat aan het publiek sta- en/of zitgelegenheid wordt geboden en dat op het terras tegen vergoeding consumpties kunnen worden genuttigd. Niet relevant is of een terras op eigen terrein of op gemeentegrond is gelegen. Als het terras voor klanten bereikbaar is, en dus voor publiek toegankelijk, dient een vergunning aanwezig te zijn. Slechts voor terrassen in particuliere tuinen geldt het terrassenbeleid niet. In bijzondere gevallen (bijvoorbeeld tijdens evenementen) kan met toestemming van de burgemeester worden afgeweken van deze beleidsregels.
Beleidsregels als bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht.
Een vergunning is zowel persoon- als inrichtingsgebonden en wordt in beginsel voor onbepaalde tijd verleend. Ten behoeve van de vergunning dient een situatietekening (inclusief maatvoering) te worden ingediend. Ook voor terrassen op eigen terrein dient een vergunning te worden aangevraagd.
Artikel 3 Situering van terrassen
Voor vergunning in aanmerking komende terrassen dienen gesitueerd te zijn vóór het eigen horecabedrijf. Alleen in bijzondere situaties kan hiervan worden afgeweken. Dit is ter beoordeling aan de burgemeester. Bij de beoordeling worden tenminste de volgende adviezen ingewonnen.
Aan de hand van een individuele aanvraag wordt aan de politie om advies gevraagd m.b.t. de effecten van ontheffing op het Woon- en leefklimaat.
Aan de Afdeling Openbare Orde- en Veiligheid zal ook een advies worden gevraagd in het kader van het Woon- en leefklimaat.
Artikel 4 Ongehinderde doorgang en veiligheid bezoekers
De doorgang op het trottoir mag niet worden gehinderd. Er dient voldoende vrije loop- en verblijfsruimte te zijn. Voor voetgangers dient de ongehinderde doorgang minimaal 1,50 meter te bedragen. Indien er een stoeprand is, wordt deze afstand gemeten vanaf die stoeprand. Het is daarom niet toegestaan terrasmeubilair dan wel andere objecten in de loopruimte te plaatsen.
Het is niet toegestaan overkappingen aan te brengen op of bij het terras. Uitzondering hierop vormt een parasol of zonnescherm. Hiervoor geldt echter dat deze inklapbaar, dan wel inschuifbaar moet zijn en dat in uitgeklapte dan wel uitgeschoven toestand het laagste punt minimaal 2.20 meter hoog moet zijn. De gehele parasol (dus inclusief doek bij uitgeschoven of uitgeklapte situatie) moet binnen de grenzen van het terras blijven. Bepaalde constructies in dit kader kunnen bouw-vergunningsplichtig zijn.
Artikel 5 Feitelijke markering
De omvang van het vergunde terras moet direct waarneembaar zijn. De manier waarop het terras wordt gemarkeerd behoeft instemming van de gemeente.
De vergunning is alleen van kracht gedurende het terrasseizoen:
Het terrasmeubilair, terrasschermen en andere voorwerpen voorzover behorend bij het terras, dienen buiten dit seizoen verwijderd te zijn.
In incidentele gevallen kan de burgemeester, te zijner beoordeling, overwegen medewerking te verlenen aan het plaatsen van een terras buiten het terrasseizoen; de zogenoemde winterterrassen. Winterterrassen zijn mogelijk indien er sprake is van horecabedrijven die voornamelijk overdag zijn geopend. Dit zijn de horeca-varianten zoals genoemd in categorie 1 en 2: daghoreca gelegen in het centrumgebied. De sluitingstijd van een winterterras is niet later dan 18.00 uur en op vrijdagavonden uiterlijk tot 21.00 uur (winkeltijden).
Op terrassen gelegen in het centrum van Bussum (Brinklaan, Nassaulaan, Nassaustraat en omgeving) zijn richtlijnen ten aanzien van het uiterlijk aanzien van terrasmeubilair opgenomen in de welstandsnota.
Terrassen gevestigd in het horecaconcentratiegebied Stationsweg, Gen. De la Reijlaan e.o. De trottoirs gelegen in dit horecaconcentratiegebied zijn gelet op artikel 4 van dit terrassenbeleid niet breed genoeg voor de exploitatie van een terras.
Aan de horecaondernemers gevestigd in dit concentratiegebied wordt, mits er sprake is van voldoende doorgang (artikel 1, 1.6), de mogelijkheid geboden om tot maximaal 23.30 uur een zitbankje en enige stoeltjes te plaatsen ten behoeve van de horecabezoekers. Indien deze situatie tot hinder /overlast leidt zal de ondernemer worden gesommeerd geen gebruik meer te maken van de weg.
Vestiging van nieuwe terrassen
Het voornemen tot het verlenen van vergunning ten behoeve van nieuw terras (niet eerder vergund) zal worden gepubliceerd in de plaatselijke media.
Artikel 9 Openingstijden van het terras
Het is verboden het terras voor bezoekers geopend te hebben:
Openingstijden van het winterterras: tot uiterlijk 18.00 uur geopend zijn en op vrijdagavonden tot 21.00 uur (winkeltijden).
Na sluitingstijd dient het terrasmeubilair binnen de inrichting te worden opgeslagen. Indien dit niet mogelijk blijkt, moet het meubilair op zijn minst opgestapeld worden en worden voorzien van ketting en slot (m.a.w. onbruikbaar worden gemaakt), ter voorkoming van diefstal en vandalisme. De vergunninghouder wordt verantwoordelijk gehouden voor het onderhoud aan het terras. Daartoe behoort ook de ondergrond. Naast vegen en schoonhouden van de ondergrond, wordt hiermee ook bedoeld het verwijderen van zwerfvuil, afval en onkruid.
Artikel 10 Muziek / tapinstallatie
Hert is niet toegestaan op het terras muziek ten gehore te brengen, tenzij kennisgeving is gedaan op grond van artikel 4.1.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), danwel sprake is van een collectieve festiviteit op grond van artikel 4.1.2. van de APV. Het is niet toegestaan een tapinstallatie op het terras aan te brengen.
De vergunninghouder is gehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om hinder en overlast, veroorzaakt door de op het terras aanwezige bezoekers, te voorkomen of te beperken.
Artikel 12 Beëindigen vergunning
De vergunning wordt in beginsel voor onbepaalde tijd verleend. Wanneer naar het oordeel van de burgemeester de vergunning moet worden ingetrokken dan wel beëindigd, ontvangt de vergunninghouder hiervan gemotiveerd bericht. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn:
Voor het gebruik van gemeentegrond is de vergunninghouder precario verschuldigd. De hoogte daarvan is afhankelijk van het aantal m2 terras dat in gebruik wordt genomen.
Indien een concreet geval dat verlangt, kan de burgemeester besluiten af te wijken van de bepalingen als opgenomen in dit Omgevingsprogramma Horeca. Ook kunnen aangepaste of aanvullende regels worden gesteld. Hogere wetgeving biedt de burgemeester deze afwijkmogelijkheid niet.
Voor de begrenzingen van de zijkanten van het terras is een plantenbak ontwikkeld, die mede gebaseerd is op de vormgeving van de ‘fietsnietjes’. Deze worden toegepast bij alle terrassen. De stalen plantenbakken zijn rechthoekig en de kleur van de bakken en het frame is monumentengroen. De voorkant van het terras wordt begrensd door ‘punaises’, noppen tussen de straatstenen.
Afhankelijk van de ligging van de openbare inrichting en het bepaalde in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), mag een terras in beginsel alleen direct grenzend aan de voor-, zij- en /of achtergevel van de eigen openbare inrichting worden ingenomen. In bijzondere situaties kan hiervan worden afgeweken. Dit ter beoordeling van het daartoe bevoegde bestuursorgaan.
Het terras(meubilair) op of aan de openbare weg moet binnen de afbakeningen in het straatwerk worden geplaatst. Hierbij moet gekeken worden naar de zogenoemde nietjes waarop de plantenbakken worden geplaatst en de RVS punaises die op de weg zijn aangegeven. Het terras wordt begrensd door plantenbakken die door de gemeente zijn geplaatst en door roestvast stalen noppen.
Het verstrekken van alcoholhoudende drank is slechts toegestaan gedurende de tijden dat het horecabedrijf geopend mag zijn, mits het terras is opgenomen in de Alcoholwetvergunning. In Naarden dienen terrassen op grond van de APV om 22:00 uur te sluiten. Na 22.00 uur mag niemand zich meer op het terras bevinden. In de zomer op vrijdag- en zaterdagavond 23:30 uur als sluitingstijd.
Bijlage 8 - Convenant Bussum Centrum || Veilig uitgaan 2022
Convenant Bussum Centrum II 2022
Het Convenant Bussum Centrum II, Veilig Uitgaan is opgesteld door/ in samenwerking met:
Het convenant is te downloaden op: www.gooisemeren.nl/horecaconvenant
Het convenant van toepassing is voor het centrumgebied van Bussum (in ieder geval: de Brinklaan, Generaal de la Reijlaan, Havenstraat, Herenstraat, Huizerweg, Kapelstraat, Karel Doormanlaan, Kerkstraat, Laarderweg, Landstraat, Nassaustraat, Singel, Spiegelstraat, Stationsplein, Stationsweg, St. Janslaan, St. Vitusstraat, Veerplein, Veerstraat, Veldweg, Vlietlaan, Wilhelminaplantsoen), zie onderstaande kaart:
1 De convenantpartners verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
In dit convenant en het bijbehorende uitvoeringsprogramma ‘Veilig Uitgaan 2022’ staan de afspraken beschreven die tussen de Gemeente Gooise Meren, Nationale Politie (team Gooi- en Vechtstreek), de horecaondernemers van Bussum Centrum, bewoners(groepen) en Koninklijke Horeca Nederland Midden-Nederland zijn gemaakt met het doel om gezamenlijke inzet voor een veilig, gezellig en leefbaar uitgaansgebied te realiseren.
Het doel van het convenant Veilig Uitgaan is het verkrijgen en behouden van een prettig, gastvrij, veilig en beheersbaar uitgaansleven, in een leefbare buurt. Een veilig en gastvrij uitgaansleven, waarbij overlast en geweld wordt tegengegaan, draagt bij aan een levendig, maar ook leefbaar centrum voor bezoekers, ondernemers en bewoners. De convenantpartners erkennen dat ze gebaat zijn bij het behalen van deze doelstelling en gaan met dit convenant de samenwerking aan vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid om de doelstelling te behalen.
De verantwoordelijkheid voor veilig uitgaan dragen alle betrokkenen, zoals ondernemers, beveiligingsbedrijven, politie, gemeente, uitgaanspubliek en bewoners samen. Want alleen samen kunnen we Bussum veilig maken en veilig houden.
De regievoering is belegd bij team Openbare Orde en Veiligheid (OOV) van de Gemeente Gooise Meren. De regierol brengt met zich mee dat de gemeente de samenwerking en afstemming met en tussen de partijen stimuleert. Binnen de gemeente zorgt het team OOV voor afstemming met alle betrokken organisatieonderdelen.
1.4 Horecaondernemers en Koninklijke Horeca Nederland (KHN)
De horecaondernemers zijn primair verantwoordelijk voor de gang van zaken in en om het eigen bedrijf, waaronder het toegangsbeleid, het onderhouden van contacten met de buurt, veiligheid, leefbaarheid en sfeer. Koninklijke Horeca Nederland afdeling Midden-Nederland vertegenwoordigt de aangesloten horecaondernemers.
De verantwoordelijkheid van de politie is gericht op het opsporen van strafbare feiten en op het handhaven van de openbare orde (repressief). De politie heeft daarnaast een signalerende, adviserende, preventieve en
De bewonersgroepen (te weten: bewonerscomités, bewonerscommissies en overige groeperingen) treden op voor de belangen van de bewoners uit het gebied. Zij leveren input en geven signalen en waarnemingen door.
Daarnaast verzorgen zij de communicatie richting de inwoners van de gebieden die zij vertegenwoordigen.
Het is het streven om een werkgroep Veilig Uitgaan op te richten, bestaande uit een vertegenwoordiging vanuit de ondernemers, een vertegenwoordiging van de bewonersgroepen, de Gemeente Gooise Meren, de politie en Koninklijke Horeca Nederland afdeling Midden-Nederland ten behoeve van de uitvoering van het convenant. proactieve rol.
2 Inspanningen op de cruciale thema´s voor Veilig Uitgaan
De afspraken ten behoeve van het veilig uitgaan zijn te vatten in vier thema’s welke opgeteld een belangrijke bijdrage leveren aan een veilig uitgaansleven in een leefbare buurt. De maatregelen en verantwoordelijkheden zijn per thema inzichtelijk gemaakt in het uitvoeringsprogramma (zie bijlage), welke onlosmakelijk verbonden is aan dit convenant.
2.1 Veiligheid en bescherming van het publiek en horecapersoneel
Het zorgen voor de veiligheid en de bescherming van bezoekers en personeel zijn cruciaal voor een veilig en gastvrij uitgaansleven. Zowel het terugbrengen van het aantal geweldsincidenten (objectieve veiligheid) als het verhogen van het gevoel van veiligheid (subjectieve veiligheid) dragen bij aan Veilig Uitgaan. Iedereen is welkom in het uitgaansleven van Bussum mits je je aan een aantal vooraf kenbaar gemaakte huisregels houdt. Horecaportiers en horecaeigenaren hebben een uniforme werkwijze: gastvrij voor bezoekers die een gezellige avond willen beleven en streng voor diegenen die het uitgaansleven willen verstoren.
Belangrijke uitvoeringsmaatregelen in dit thema zijn: o.a. kwaliteit en uniformiteit horecaportiers/ -eigenaren, spelregels voor het uitgaansgebied, helder deurbeleid, (collectieve en individuele) horecaontzeggingen, verantwoord schenkbeleid, aanpak drugs, terugdringen diefstal en bejegening van en door uitgaanspubliek.
2.2 Veiligheid en bescherming van de leefomgeving
In het centrum van Bussum zijn verschillende functies aanwezig zoals winkels, bedrijven, kantoren, horeca, woningen en trein- en busstations. Het is onvermijdbaar dat enige overlast wordt ervaren van alle verschillende functies. Overmatige en structurele overlast is echter niet acceptabel. Wederzijds begrip en het elkaar aanspreken bij het ervaren van overlast draagt bij aan het tegengaan van het ervaren van overlast. Van horecaondernemers wordt verwacht dat zij bezoekers aanspreken en aansporen om de overlast voor de directe omgeving te beperken. Van bewoners wordt verwacht dat ze enige mate van overlast accepteren en ondernemers aanspreken als overlast wordt ervaren, zodat gezamenlijk naar oplossingen kan worden gezocht. De kwaliteit en aantrekkelijkheid van het openbaar uitgaansgebied is van invloed op het gedrag en veiligheidsgevoel van mensen. Een schone, goed verlichte en hoogwaardige omgeving draagt bij aan een goed uitgaansklimaat.
2.3 Toezicht, handhaving en sanctionering
De convenantpartners spannen zich in om alle regelgeving op het gebied van uitgaan, zoals de Alcoholwet, de Algemene plaatselijke verordening, het Horecabeleid van de Gemeente Gooise Meren, Opiumwet, Wet op de particuliere beveiliging na te leven. De politie is verantwoordelijk voor de opsporing van strafbare feiten en handhaving van de openbare orde. De gemeente is verantwoordelijk voor de toezicht en handhaving op de Alcoholwet en de exploitatievergunning. Op drukke horeca avonden en nachten (zaterdag en evt. vrijdag) worden zogenaamde mobiele hosts ingezet. Doelstelling van de hosts is het voorkomen van incidenten en het in een vroegtijdig stadium aanspreken van mogelijke incidentplegers, oftewel: de-escalerend optreden. Tot slot worden notoire overlastgevers m.b.v. collectieve horecaontzeggingen aangepakt.
Om de doelstelling voor een veilig en gastvrij uitgaansleven te borgen is overleg en communicatie tussen de partijen belangrijk. Partijen zoeken elkaar op om samen te werken aan veilig uitgaan. Partijen spreken elkaar direct aan op elkaars verantwoordelijkheid. De gemeente organiseert en faciliteert regulier overleg behorende bij het convenant, draagt zorg voor de communicatie namens de convenantpartners en organiseert de evaluatie van het uitvoeringsprogramma.
Deze thema’s zijn veelomvattend. De opzet is om onder deze (hoofd) onderwerpen te benoemen. Deze onderwerpen worden vervolgens concreet vertaald naar specifieke acties, danwel vervolgstappen die ingezet kunnen worden om een bepaald onderwerp aan te pakken. In het uitvoeringsprogramma worden acties geformuleerd voor de komende vijf jaar, waarbij de verwachting is dat het uitgaansgebied aangenaam en veilig wordt/ blijft.
Hieronder worden de acties voor de komende vijf jaar geschetst waarbij het uitgangspunt is dat elke partner op zijn eigen wijze een bijdrage levert aan een veilig uitgaansklimaat. Per thema wordt er een doelstelling geformuleerd die de komende vijf jaar gezamenlijk wordt uitgevoerd. Elk jaar – iedere laatste dinsdag van oktober - wordt het uitvoeringsprogramma geëvalueerd met de partners en indien nodig worden extra speerpunten benoemd voor het komende jaar. Aanleiding voor de extra speerpunten kunnen worden ingegeven door actualiteiten die noodzaken tot extra maatregelen of op basis van geldende actualiteiten.
Partijen spannen zich in om de gemaakte afspraken in dit convenant na te komen en spreken elkaar daarop aan wanneer dit niet gebeurt. De werkgroep Veilig Uitgaan bewaakt de uitvoering van dit convenant. De gemeente fungeert als meldpunt voor vragen en opmerkingen over de inhoud van dit convenant.
Het convenant treedt in werking zodra alle partijen het convenant hebben ondertekend.
Partijen beogen met het convenant niet om juridisch afdwingbare rechten en plichten in het leven te roepen.
Partijen spreken uit dat het convenant ieder jaar geëvalueerd wordt. De gemeente neemt hierin het initiatief.
Partijen spreken uit dat indien een van de partijen van mening is dat dit convenant gewijzigd of aangevuld dient te worden, dit in overleg gebeurt met alle betrokken partijen. Een herziening van dit convenant is van kracht zodra deze door alle partijen is ondertekend.
Partijen spreken af dat het convenant stilzwijgend wordt verlengd, tenzij partners anders afspreken.
Gemeente Gooise Meren, Burgemeester
De Nationale Politie, Basisteam Gooi en Vechtstreek
Bewonerscomité Generaal de la Reijlaan e.o.
Bijlage 1. Uitvoeringsprogramma convenant Veilig Uitgaan 2022
Thema 1: Veiligheid en bescherming van het publiek en horecapersoneel
Veiligheid van het uitgaanspubliek is in ieders belang. Goed gastheerschap en duidelijke huisregels dragen bij aan de veiligheid voor zowel het uitgaanspubliek als voor het horecapersoneel. Zo worden er hosts ingezet op (in principe) de vrijdag- en zaterdagavond. De mobiele hosts de- escaleren, corrigeren en wijzen op (gedrags-)regels.
Hieronder staan de afspraken die gemaakt zijn tussen de deelnemende partners van het actieprogramma, met het doel om de veiligheid en bescherming van het publiek en horecapersoneel te waarborgen:
1. Horecabeveiligers /-portiers
Horecabeveiligers/-portiers voldoen aan de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Daarnaast voldoen zij aan enkele andere eisen:
Toestemming kan door de politie geweigerd worden als op basis van feiten kan worden aangenomen dat de portier 'onvoldoende betrouwbaar' is om voor een beveiligingsorganisatie te werken. Sinds 1 mei 2014 kan toestemming geweigerd worden wanneer er concrete aanwijzigingen zijn dat iemand 'verkeert in (zware) criminele kringen’.
2. Deurbeleid en Huisregels worden gevoerd
3. Horecapersoneel wordt getraind
Het is van belang dat horecapersoneel wordt getraind om ook vanuit hen ervoor te zorgen dat uitgaan in Bussum gezellig, gastvrij en veilig is.
4. Alcoholgebruik onder jongeren wordt tegengegaan
Het aanbieden van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar is strafbaar.
5. Niet schenken aan beschonken personen
Onder het motto ‘genoeg = genoeg’ wordt niet meer geschonken aan aangeschoten of dronken personen. Uitgangspunt is “Aangeschoten of dronken bezoekers worden niet toegelaten of uitgezet”. Hoewel dat ook dit niet 100% eenduidig is, is de regel met deze formulering beter te handhaven dan “onder invloed van alcohol”.
* In deze (gratis) e-learning leren horecamedewerkers meer over de regels voor verantwoorde alcoholverstrekking. De nadruk ligt op de naleving van de leeftijdsgrens, het voorkomen van weder verstrekking en het niet schenken aan dronken personen.
Glaswerk buiten de horecagelegenheid in het concentratiegebied is niet toegestaan, behoudens op de terrassen. Bij constatering van glaswerk in het openbaar gebied zal door handhaving en de politie worden gehandhaafd. Deze actie kan zich vertalen naar verbalisering en inbeslagname van het gevonden item.
De aanwezigheid van harddrugs en/of softdrugs en/of andere stoffen als bedoeld in de Opiumwet zijn per definitie niet toegestaan in horecagelegenheden of openbare ruimtes.
Thema 2: Veiligheid en bescherming van de woonomgeving
In het centrum van Bussum zijn verschillende functies aanwezig zoals winkels, bedrijven, kantoren, horeca, woningen en trein- en busstations. Het is onvermijdbaar dat enige overlast wordt ervaren van alle verschillende functies. Overmatige en structurele overlast is echter niet acceptabel. Van horecaondernemers wordt verwacht dat zij hun uiterste best doen de overlast voor de directe omgeving te voorkomen.
Gezamenlijk wordt hiervoor de volgende aanpak voorgesteld:
De inwoners en (horeca)ondernemer stellen de politie zo snel mogelijk in kennis van vernielingen in of aan zijn inrichting en/of woning of in de onmiddellijke omgeving hiervan. Koninklijk Horeca Nederland (KHN), afdeling Midden-Nederland zal de leden wijzen op het belang van het doen van aangifte. Incidenten en klachten dienen te worden gemeld bij de politie.
Thema 3: Toezicht, handhaving en sancties
De gemeente is verantwoordelijk voor de toezicht en handhaving op de Alcoholwet. Ook heeft de gemeente mobiele hosts die ingezet worden op drukke horecanachten. Doelstelling van de hosts is het voorkomen van incidenten en het in een vroegtijdig stadium aanspreken van mogelijke incidentplegers.
1. Toezicht en Handhaving is geborgd
3. Collectieve Horecaontzegging
4. Notoire overlastgevers worden aangepakt
Thema: 4 Overleg en Communicatie
De gemeente organiseert en faciliteert overleg behorende bij het uitvoeringprogramma en draagt zorg voor de communicatie namens de ondertekenende partners en organiseert de evaluatie van het uitvoeringsprogramma.
Bijlage 9 Overzicht wijzigingen/actualisaties
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-223388.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.