Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling volwasseneneducatie Den Haag 2022

Toelichting 

 

​​Deze wijzigingsregeling voorziet in het verlengen van de looptijd van de regeling met 1 jaar. Ook de subsidieplafonds zijn aangepast. Zo is onder de post "versterking van basisvaardigheden van laaggeletterde volwassenen" een betere verdeling toegepast tussen subsidies voor directe activiteiten, zoals opleidingstrajecten, en die voor ondersteunende activiteiten, zoals bijvoorbeeld het verzorgen van taalstages en online oefenmateriaal. Verder is onder deze post een extra, meerjarige, uitkering van het Rijk komen te vervallen voor het organiseren van Volwasseneneducatie in arbeidsmarktregio-verband. Deze uitkering kende een looptijd van 2021 tot 2024. Binnen de post 'taal voor specifieke doelgroepen volwassenen’ is een andere verdeling toegepast om een impuls te geven aan het (laten) organiseren van taallessen door werkgevers. Het subsidieplafond voor 'specifieke, laagdrempelige activiteiten' is verhoogd om een ruimer en meer divers aanbod voor specifieke doelgroepen mogelijk te maken, vooral op wijkniveau. Ook de subsidie voor de 'Haagse taalketenaanpak’ is verhoogd met als doel de samenwerking en infrastructuur van de Haagse taalketen tenminste op gelijk niveau te houden en zo mogelijk verder te intensiveren en versterken.

 

Besluitvorming 

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, 

 

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020; 

 

besluit vast te stellen de Regeling tot wijziging van de Subsidieregeling volwasseneneducatie Den Haag 2022: 

 

Artikel I

De Subsidieregeling volwasseneneducatie Den Haag 2022 wordt als volgt gewijzigd:

  • A

    In artikel 1.1 wordt de begripsomschrijving “regio: regio Haaglanden, zoals vastgelegd in de Regeling regio’s en contactgemeenten educatie;” vervangen door: regio: regio Haaglanden, zoals vastgelegd in de Regeling regio’s en contactgemeenten educatie, en bestaande uit de gemeenten Delft, Midden-Delfland, Rijswijk, Den Haag en Westland.

  • B

    Artikel 1.4 komt als volgt te luiden:

    Artikel 1.4 Subsidieaanvraag

    1. Een aanvraag om een subsidie wordt digitaal ingediend via het Onderwijsloket met behulp van het bijbehorend digitaal aanvraagformulier.

    2. In afwijking van artikel 9, eerste en tweede lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend:

    a. van 1 juni tot en met 30 september in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden;

    b. op 1 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft tot en met 31 oktober van het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • C

    Artikel 1.5 komt als volgt te luiden:

    1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de voorbereiding, coördinatie, uitvoering, evaluatie of kwaliteitsverhoging en uitvoering van de activiteiten, genoemd in deze regeling.

    2. Niet voor subsidie in aanmerking komen kosten voor overhead die meer bedragen dan 20% van de directe kosten van de subsidiabele activiteiten onder artikel 2.2.2, 2.3.2 en 2.4.2.

  • D

    In artikel 1.7 wordt “aanvraagtermijn” vervangen door: aanvraagtermijnen.

  • E

    Artikel 2.1.2 komt als volgt te luiden:

    Artikel 2.1.2 Activiteiten

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

    a. activiteiten die vallen onder artikel 2.3.1, eerste lid van de WEB, mits deze activiteiten voldoende verspreid over de regio plaatsvinden;

    b. opleidingen en trajecten taal en rekenen met inbegrip van digitale vaardigheden, die bevorderen dat laaggeletterde en laagopgeleide volwassen inwoners in Den Haag met een onderwijsachterstand zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving;

    c. activiteiten die ondersteunend of aanvullend zijn aan de activiteiten genoemd onder a en b, zoals online oefenmateriaal en het organiseren van taalstages voor de regio Haaglanden.

  • F

    Artikel 2.1.4 komt als volgt te luiden:

    Artikel 2.1.4 Hoogte van de subsidie

    1. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder a, bedraagt voor het kalenderjaar 2024 maximaal € 6.217.987,- per aanvrager. 

    2. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder b, bedraagt voor het kalenderjaar 2024 maximaal € 2.416.000,- per aanvrager. 

    3. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder c, bedraagt voor het kalenderjaar 2024 maximaal € 155.000,- per aanvrager. 

    4. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder a, bedraagt voor het kalenderjaar 2025 maximaal € 6.252.539,- per aanvrager. 

    5. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder b, bedraagt voor het kalenderjaar 2025 maximaal € 1.800.000,- per aanvrager. 

    6. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder c, bedraagt voor het kalenderjaar 2025 maximaal € 800.000,- per aanvrager.

  • G

    Artikel 2.1.5 komt als volgt te luiden:

    Artikel 2.1.5 Subsidieplafond

    1. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder a, geldt een subsidieplafond van € 6.217.987,- voor het kalenderjaar 2024. Dit bedrag kan wijzigen afhankelijk van het bedrag dat het Rijk beschikbaar stelt op grond van artikel 2.3.1 van de WEB.

    2. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder b, geldt een subsidieplafond van € 2.416.000,- voor het kalenderjaar 2024.

    3. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.1.2, onder c, geldt een subsidieplafond van € 155.000,- voor het kalenderjaar 2024.

    4. Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.1.2, onder a, geldt een subsidieplafond van € 6.252.539,- voor het kalenderjaar 2025. Dit bedrag kan wijzigen afhankelijk van het bedrag dat het Rijk beschikbaar stelt op grond van artikel 2.3.1 van de WEB.

    5. Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.1.2, onder b, geldt een subsidieplafond van € 1.800.000,- voor het kalenderjaar 2025.

    6. Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.1.2, onder c, geldt een subsidieplafond van € 800.000,- voor het kalenderjaar 2025.

    7. Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

  • H

    Na artikel 2.1.6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

    Artikel 2.1.7 Aanvraagtermijn

    Een aanvraag voor een subsidie onder artikel 2.1.2 wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.4, tweede lid, onder a.

  • I

    Aan artikel 2.2.2 wordt een nieuw onderdeel toegevoegd dat luidt:

    c. het uitvoeren van een activiteitenplan, uitgevoerd door professionele docenten of getrainde vrijwilligers, gericht op taallessen op diverse niveaus in opdracht van werkgevers voor hun medewerkers.

  • J

    Artikel 2.2.4 komt als volgt te luiden:

    Artikel 2.2.4 Hoogte van de subsidie

    1. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder a, bedraagt voor het kalenderjaar 2024 maximaal € 775.500,- per aanvrager.

    2. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder b, bedraagt voor het kalenderjaar 2024 maximaal € 275.000,- per aanvrager.

    3. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder a, bedraagt voor het kalenderjaar 2025 maximaal € 725.500,- per aanvrager.

    4. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder b, bedraagt voor het kalenderjaar 2025 maximaal € 175.000,- per aanvrager.

    5. Een subsidie voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder c, bedraagt voor het kalenderjaar 2025 maximaal € 150.000,- per aanvrager.

  • K

    Artikel 2.2.5 komt als volgt te luiden:

    Artikel 2.2.5 Subsidieplafond

    1. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder a, geldt een subsidieplafond van € 775.500,- voor het kalenderjaar 2024.

    2. Voor subsidieverlening voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.2.2, onder b, geldt een subsidieplafond van € 275.000,- voor het kalenderjaar 2024.

    3. Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.2.2, onder a, geldt een subsidieplafond van € 725.500,- voor het kalenderjaar 2025.

    4. Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.2.2, onder b, geldt een subsidieplafond van € 175.000,- voor het kalenderjaar 2025.

    5. Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.2.2, onder c, geldt een subsidieplafond van € 150.000,- voor het kalenderjaar 2025.

    6. Het college kan een subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

  • L

    Na artikel 2.2.6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

    Artikel 2.2.7 Aanvraagtermijn

    1. Een aanvraag voor een subsidie onder artikel 2.2.2, onder a, wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.4, tweede lid, onder a.

    2. Een aanvraag voor een subsidie onder artikel 2.2.2, onder b en c, wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.4, tweede lid, onder b.

  • M

    Artikel 2.3.5 komt als volgt te luiden:

    Artikel 2.3.5 Subsidieplafond

    1. Voor subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2 geldt een subsidieplafond van € 412.500,- voor het kalenderjaar 2024.

    2. Voor subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.3.2 geldt een subsidieplafond van € 720.000,- voor het kalenderjaar 2025.

    3. Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

  • N

    Na artikel 2.3.6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

    Artikel 2.3.7 Aanvraagtermijn

    Een aanvraag voor een subsidie onder artikel 2.3.2 wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.4, tweede lid, onder b.

  • O

    In artikel 2.4.4 wordt “€ 1.800.000,-” vervangen door: € 1.918.500,-.

  • P

    Artikel 2.4.5 komt als volgt te luiden:

    Artikel 2.4.5 Subsidieplafond

    1. Voor subsidieverlening voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.4.2 geldt een subsidieplafond van € 1.800.000,- voor het kalenderjaar 2024.

    2. Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.4.2 geldt een subsidieplafond van € 1.918.500,- voor het kalenderjaar 2025.

    3. Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

  • Q

    Na artikel 2.4.6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, dat luidt:

    Artikel 2.4.7 Aanvraagtermijn

    Een aanvraag voor een subsidie onder artikel 2.4.2 wordt ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.4, tweede lid, onder a.

 

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat de bepalingen die op grond van deze regeling worden gewijzigd van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden.

 

Den Haag, 14 mei 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen

 

 

Naar boven