Beleidsplan Sociaal Domein 2024 – 2027

De raad van de gemeente Bloemendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 december 2023

 

b e s l u i t:

 

het beleidsplan Sociaal Domein 2024 – 2027 vast te stellen;

 

Beleidsplan Sociaal Domein Gemeente Bloemendaal 2024 – 2027

 

1. Voorwoord

1. Voorwoord door wethouder Attiya Gamri

Met veel enthousiasme en grote ambitie presenteer ik het beleidsplan Sociaal Domein van de gemeente Bloemendaal voor de periode 2024-2027. Dit is tot stand gekomen in samenwerking met inwoners en maatschappelijke organisaties.

We streven naar een inclusievere gemeente, waarin we omkijken naar elkaar en het ontmoeten stimuleren. We hebben de komende periode extra aandacht voor inclusie, preventie, vroegtijdig signaleren en het versterken van de sociale cohesie.

 

We faciliteren ontmoetingen en het goede gesprek met onze inwoners en zetten ons extra in om jongeren te betrekken bij het beleidsproces. Daarbij nodigen we jongeren actief uit hun stem te laten horen. Ook is meer aandacht voor inwoners die het financieel moeilijk hebben en daardoor niet volwaardig mee kunnen doen in de samenleving.

 

Dit beleidsplan vormt de leidraad voor de komende jaren, waarin we ons inzetten om het Sociaal Domein te verbeteren en te versterken. Daarbij hebben we aandacht voor wat goed gaat en waar we ons beleid kunnen verbeteren of aanscherpen. Bij de vertaling van beleid naar praktijk zien we de gemeente niet alleen als geheel, maar hebben we individuele aandacht voor onze vijf dorpskernen. Elke kern kent haar eigen kracht én uitdagingen. Daar maken we gebruik van. We willen leefbare en toekomstbestendige kernen, waarin de sociale infrastructuur op peil is.

 

We kijken uit naar de samenwerking met onze partners om onze doelen te vertalen naar een effectieve aanpak. Ook roep ik inwoners op zich te melden met ideeën en initiatieven die bijdragen aan het behalen van onze doelen.

Laten we samen werken aan een gemeenschap waar iedere inwoner zich onderdeel van voelt. Zo zetten we samen stappen vooruit.

2. Inleiding

Dit beleidsplan zet de koers uit voor de komende jaren. Het Sociaal Domein omvat de ondersteuning en inzet die geleverd worden onder andere vanuit de Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: Wmo), Participatiewet en de Wet publieke gezondheid. Het Sociaal Domein bestaat verder uit de volgende beleidsterreinen: sport en bewegen, kunst en cultuur, passend wonen, (passend onderwijs, leerplicht, onderwijshuisvesting, welzijn, diversiteit, inburgering, mantelzorg en vrijwilligers). Het Sociaal Domein is divers en heeft ook raakvlakken met het fysieke domein. We bekijken onderwerpen vanuit een brede en integrale blik.

 

In het Sociaal Domein werken we samen met maatschappelijke organisaties, zorgaanbieders, sportverenigingen, vrijwilligers, onderwijs, kinderopvang en woningbouwcorporaties, om onze (gemeenschappelijke) ambities en doelstellingen voor de komende jaren te realiseren. We werken eraan om van de gemeente Bloemendaal een toegankelijke gemeente te maken waarin we gezond opgroeien, vitaal oud worden en oog hebben voor elkaar. Hierin betrekken we onze inwoners.

 

Samenwerking met de platformen voor inwonerparticipatie, zoals de Cliëntenraad Werk en Inkomen, Wmo-raad, Toegankelijk Bloemendaal, de Kinderburgemeester, speelt een grote rol in het verzekeren van een integrale en inclusieve aanpak in de uitvoering van dit beleidsplan. Jongerenparticipatie gaan we de komende periode verder vormgeven.

 

We benadrukken dat het streven naar een positieve verandering niet noodzakelijkerwijs betekent dat we met dit beleidsplan een volledig nieuwe koers inslaan. Effectief beleid, dat in de voorgaande beleidsperiode is opgezet en uitgevoerd, wordt voortgezet en waar nodig verbeterd, aangepast of verder ontwikkeld. Daarbij houden we oog voor eventuele verandering in omstandigheden, behoeften en/of specifieke kenmerken per dorpskern.

 

Totstandkoming

In de aanloop naar het huidige beleidsplan zijn we gestart met een evaluatie van het vorige beleidsplan. Dit is een essentiële stap om na te gaan waar we ons beleid kunnen aanscherpen en waar nodig verbeteren. Daarnaast hebben onze partners, waaronder de Wmo-raad, met ons meegedacht over onze uitgangspunten en in te zetten maatregelen voor de komende beleidsperiode. Ook hebben we tijdens twee participatieavonden geluisterd naar de perspectieven en ervaringen van onze inwoners en is een bijeenkomst speciaal voor vrijwilligers georganiseerd. De input is meegenomen in dit beleidsplan.

 

In gesprekken met diverse partners over de koers voor de komende jaren kwam een aantal onderwerpen aan de orde. Vanuit het onderwijs wordt aandacht gevraagd voor preventie, kansengelijkheid, prestatiedruk en uitsluiting. Partijen voor welzijn, jeugd en de Wmo-raad benadrukken dat we extra aandacht aan de jeugd moeten schenken, het aanbod in de sociale basis beter moeten afstemmen op de behoeften van de inwoners en dat specificeren aan de aandachtsgebieden binnen de kernen. Daarnaast moet de informele hulp en zichtbaarheid van het aanbod versterkt worden.

 

Tot slot hebben we naar kwantitatieve data gekeken, zoals: CBS-data, Gezondheidsmonitoren van GGD Kennemerland, het cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugd, om onze prioriteiten te bepalen. Deze data zijn verzameld en toegevoegd als bijlage.

 

Het beleidsplan in de praktijk

We benadrukken dat het beleidsplan een dynamisch document is waardoor we kunnen acteren op nieuwe ontwikkelingen en inzichten. De afgelopen beleidsperiode kregen we te maken met de coronapandemie en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Hierdoor realiseren we ons dat het wenselijk is ruimte te houden voor onvoorziene omstandigheden en ontwikkelingen. We blijven in verbinding met onze partners en inwoners (door voortgangsgesprekken, enquêtes, de inzet van dorpscoördinatoren en/of inwonersavonden) om steeds een vinger aan de pols te houden van wat leeft in de gemeente. Zo toetsen we of de ideeën op papier de verwachte uitwerking hebben. Zo nodig wijzigen we onze koers, in nauwe samenwerking met onze partners. Daarnaast zetten we instrumenten in zoals het cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugd, de Gezondheidsmonitoren van GGD Kennemerland en het gemeentelijke inwonerpanel bij beleidsmatige keuzes en het succesvol realiseren van deze keuzes.

 

We verstrekken subsidies als instrument om ambities en doelstellingen uit dit beleidsplan te realiseren. Dit stelt ons ook in staat lokale organisaties en gemeenschapsinitiatieven te ondersteunen, wat de maatschappelijke betrokkenheid binnen de gemeente vergroot. Dit beleidsplan zal, naast de subsidieverordening, het afwegingskader zijn bij de subsidieverstrekking.

3. Leeswijzer

Dit beleidsplan is als volgt opgebouwd:

  • de uitgangspunten voor het beleid zijn omschreven in een vijftal ambities;

  • we verdelen het Sociaal Domein onder in drie centrale thema’s, waarin de ambities terugkomen;

  • per thema stellen we onszelf een aantal doelen, de plannen voor de komende jaren (wat gaan we doen) komen voort uit deze doelen.

Ambities

De basis van ons beleid voor de komende jaren is gevat in vijf ambities, alle voornemens in dit beleidsplan passen hierin.

 

  • 1.

    Bloemendaal is gezond

  • We maken voor alle Bloemendalers een gezonde, toegankelijke, fysieke omgeving die uitnodigt tot een gezonde leefstijl, tot bewegen en elkaar ontmoeten.

  • 2.

    De Bloemendaalse jeugd groeit gezond, veilig en kansrijk op

  • We willen onze jeugd beschermen en gezond houden, we richten ons op een gezond leven in een gezonde leefomgeving, op afnemende prestatiedruk en meer aandacht voor elkaar.

  • 3.

    Bloemendaal is inclusief

  • We willen dat Bloemendaal een inclusieve gemeente is, op het gebied van toegankelijkheid en diversiteit.

  • 4.

    Bloemendalers zijn zelfstandig en betrokken

  • We nodigen alle inwoners uit volledig, maar naar vermogen, deel te nemen aan de samenleving. Bloemendalers geven om elkaar en om hun buurt. Participatie wordt versterkt, is kerngericht, inwoners wordt gevraagd bij te dragen aan oplossingen in hun directe omgeving.

  • 5.

    We bieden passende ondersteuning

  • Inwoners in een (tijdelijke) kwetsbare positie krijgen passende ondersteuning, zo dichtbij mogelijk. Bloemendalers houden zo lang mogelijk regie over hun eigen leven. Verstrekte hulp en ondersteuning is zoveel mogelijk aanvullend aan wat een persoon zelf kan.

     

    Deze ambities zijn in hoofdstuk 5 tot en met 7, per thema, uitgewerkt.

Thema’s

Het beleidsplan is opgebouwd rond drie centrale thema’s:

  • 1.

    Gezondheid

  • 2.

    Sociale Basis

  • 3.

    Zorg en Ondersteuning

Het thema Gezondheid heeft vooral betrekking op de leefomgeving en geldt voor alle inwoners van gemeente Bloemendaal, op dezelfde manier.

Onderwerpen uit het tweede thema Sociale Basis zijn weliswaar ook voor iedereen beschikbaar, maar dit betreft de inzet van de gemeente waar inwoners zelf besluiten een beroep op te doen of aan deel te nemen. Het derde thema Zorg en Ondersteuning betreft geïndiceerde zorg en ondersteuning.

 

Doelen

Per thema formuleren we concrete doelstellingen en geven we aan wat we gaan doen (maatregelen) om dit in de komende beleidsperiode te realiseren. Bij ‘wat gaan we doen’ gaan we enkel in op nieuw of doorontwikkeld beleid, niet op bestaand beleid.

 

Tot slot besteden we aandacht aan de evaluatie van de voortgang en wanneer en op welke manier de gemeenteraad op de hoogte wordt gehouden.

4. Inleidende onderwerpen

Veel gaat goed in Bloemendaal. Veel voorwaarden zijn gunstig, waardoor een gelukkig en 1gezond leven voor de meeste Bloemendalers bereikbaar is.

De 2sociaaleconomische status is in Bloemendaal een van de hoogste van het land, de 3(ervaren) gezondheid over het algemeen goed.

 

Dat geldt zeker niet voor alle Bloemendalers. Ook in onze gemeente is een groep mensen die het zwaarder heeft. Voor deze inwoners is de inzet van de gemeente cruciaal. Vanzelfsprekend bieden wij Bloemendalers die het goed gaat ook graag een goed voorzieningsniveau. Wij richten het Sociaal Domein zo in dat preventieve inzet op zeker moment kan voorkomen dat in een situatie alleen een zwaardere maatwerkoplossing volstaat.

 

Onze ambities bereiken we niet vanzelf, de komende jaren worden de uitdagingen groter. De groep die ondersteuning nodig heeft groeit naar verwachting. De benodigde groei van middelen om die ondersteuning te bieden neemt niet evenredig toe. Voordat we de drie centrale thema’s van dit beleidsplan beschrijven benoemen we in dit hoofdstuk belangrijke ontwikkelingen en uitdagingen en geven we relevante achtergrondinformatie, als verklaring voor de gemaakte beleidskeuzes.

 

Demografische gegevens

Opvallend in de samenstelling van de Bloemendaalse bevolking t.o.v. landelijke gemiddelden is:

  • het inwonersaantal neemt tot 2024 alleen licht toe tot ongeveer 25.000;

  • de 4vergrijzing behoort tot de hoogste van Nederland, neemt nog verder toe;

  • er zijn relatief veel 5jongeren van 0 tot 19 jaar;

  • de 6‘middengroep’ (20 – 65 jaar) is aanzienlijk kleiner dan gemiddeld, neemt nog verder af.

Dit laat zien dat de groep Bloemendalers tussen de 20 – 65 jaar die op een of andere manier een zorgende taak heeft (zorgen voor kinderen, mantelzorg, etc.) klein is. Vergrijzing heeft een grote impact op welzijn, ondersteuning vanuit de Wmo en volksgezondheid. Sociale problemen, zoals eenzaamheid en de druk op (in)formele zorg nemen toe. In tegenstelling tot deze toename neemt het mantelzorgpotentieel af. Wij anticiperen hierop door sterker in te zetten op mantelzorg en eenzaamheidsbeleid.

 

Daarnaast verwelkomt Bloemendaal nieuwkomers, net als alle andere gemeenten in Nederland. We willen dat nieuwe Bloemendalers, vooral ook vluchtelingen of migranten, zich direct welkom voelen en snel en volwaardig meedoen in onze samenleving. Dat betekent dat wij actief de nieuwe Bloemendalers informeren over voor hen relevante inzet van de gemeente. Vooral op het gebied van huisvesting, arbeid en onderwijs. We maken deze gemeentelijke inzet duidelijk en goed vindbaar, zodat iedereen zelfstandig de weg daarnaartoe kan vinden.

 

Sociaaleconomische gegevens

De inwoners van de gemeente Bloemendaal beschikken over de 7hoogst besteedbare inkomens van het land. Het opleidingsniveau is veel hoger dan landelijk gemiddeld. Het percentage inwoners dat leeft op of onder het 8sociaal minimum is relatief laag. Dit geldt ook voor het aantal geregistreerde problematische schulden. 9Laaggeletterdheid komt weinig voor.

 

Onze uitdaging is met name voor deze laatste groepen inwoners de juiste ondersteuning te bepalen en te bieden, waarmee ook zij volledig en volwaardig onderdeel van de samenleving kunnen zijn. Tot slot merken we op dat alle vijf dorpskernen een (zeer) hoge SES-WOA score hebben. De Gemeente Bloemendaal kent geen ‘kwetsbare’ wijken, wel kwetsbare individuen.

 

Ontwikkelingen

Hieronder lichten we een aantal belangrijke ontwikkelingen toe die van invloed zijn op de opgaven binnen het Sociaal Domein.

 

1. De beweging van zorg naar gezondheid

Gemeenten hebben met de Rijksoverheid, zorgverzekeraars, zorgpartijen en GGD’en twee akkoorden gesloten: het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Integraal Zorgakkoord (IZA). Het primaire doel is om de zorg voor de toekomst toegankelijk en beheersbaar te houden. Om dit te bereiken is op zowel regionaal- als lokaal niveau meer aandacht nodig voor preventie, een sterkere samenwerking tussen het sociaal- en het medisch domein en een betere zichtbaarheid en verbinding van het aanbod.

 

2. Personele tekorten

Er zijn groeiende personele tekorten in de formele en informele zorg, het onderwijs en binnen de kinderopvang. In combinatie met de vergrijzing en toenemende zorgvragen zorgt dit voor een grote uitdaging voor gemeenten en de partijen die in het Sociaal Domein werkzaam zijn.

 

3. Financiële ontwikkelingen

De komende jaren wordt de financiële ruimte om alle taken en ambities binnen het Sociaal Domein uit te voeren krapper. Er is sprake van een 10dubbele vergrijzing (relatief meer ouderen, steeds hogere gemiddelde leeftijd); de druk op de budgetten Wmo en Jeugdhulp wordt groter; de Cao’s in verschillende sectoren rakend aan het Sociaal Domein stijgen hard en sneller dan voorheen; de wens vanuit de samenleving naar meer voorzieningen groeit; er komen meer nieuwe asielzoekers en statushouders. Dit alles zorgt voor stijgende kosten in het Sociaal Domein.

 

Hiertegenover staat een aangekondigde herverdeling vanuit het gemeentefonds, waarvan de verwachting is dat die nadelig uitpakt voor kleinere gemeenten. Als wij voor de Bloemendalers die onze inzet het hardst nodig hebben onze ondersteuning op peil willen houden, moeten we scherp op de kosten letten en keuzes maken. We proberen nog effectiever onze middelen in te zetten, waar mogelijk combineren of bundelen we voorzieningen. Steeds vragen we ons af of een bestaande voorziening werkelijk nog nodig of effectief is. Zo niet, dan overwegen we deze te beëindigen, aan te passen of te vervangen.

 

4. Armoede

Bestaanszekerheid is een sociaal grondrecht. Het bestrijden van 11armoede is dan ook een landelijk én lokaal speerpunt. Met de oplopende inflatie worden inwoners die minder te besteden hebben extra geraakt. Dit kan leiden tot oplopende armoedeproblematiek. Daarnaast zien we, gelijk aan de landelijke trend, dat mensen in de bijstand minder snel bemiddeld kunnen worden naar (regulier) betaald werk en daarmee kunnen uitstromen. Lang op, of rond het bestaansminimum leven is van grote invloed op andere levensgebieden.

 

Denk aan de mate waarin mensen kunnen meedoen in de samenleving, het hebben van een gezonde leefstijl, werk en een kansrijke start voor kinderen. Het aanpakken van armoede heeft daarmee ook een preventieve werking op andere leefgebieden.

 

Kernenbeleid

De gemeente Bloemendaal telt vijf dorpskernen: Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Bennebroek en Vogelenzang. Iedere kern heeft een eigen karakter, eigen uitdagingen en mogelijkheden. Daarom kijken we bij het realiseren van onze doelen in het beleidsplan nadrukkelijk naar welke kern welke inzet nodig heeft. De uitvoering van dit beleidsplan doen we de komende jaren met de partijen waarmee de gemeente samenwerkt en met organisaties die in de gemeente actief zijn. Met hen bepalen we welke aanpak nodig is en hoe we die effectief kunnen uitvoeren. Elke kern heeft zijn eigen ‘dorpskernwethouder’.

 

Een effectieve aanpak die bijdraagt aan het kernenbeleid van de gemeente Bloemendaal is de aanpak Gezonde gemeente. Gezonde gemeente is gericht op het versterken van gezondheid en welzijn van inwoners in een wijk, buurt of dorp. Inwoners en professionals werken hierbij vanaf het begin samen. De aanpak bestaat uit drie fasen: voorbereiding, uitvoering en evaluatie.

In de voorbereidingsfase wordt per dorpskern een gezond- en welzijnsprofiel gemaakt. Op basis daarvan worden doelen en prioriteiten gekozen. Deze kunnen verschillen per dorpskern. In de voorbereidingsfase is betrokkenheid van de inwoners en professionals essentieel. Herkennen zij het gezond- en welzijnsprofiel en staan ze achter de gekozen doelen en prioriteiten? En wat is volgens hen de juiste mix van interventies? Door de input van de inwoners in de voorbereidingsfase sluit het beleid beter aan op de behoeften van inwoners en de mogelijkheden van professionals en voelen inwoners en professionals zich medeverantwoordelijk voor het resultaat van de inspanningen. Tot slot zijn mensen eerder bereid om zelf iets aan hun eigen gezondheid en de leefbaarheid van hun wijk te doen.

 

Ondanks de genoemde drie fasen van de aanpak Gezonde gemeente is er geen strikt begin of eind. Het is een continu proces. Uit een tussentijdse evaluatie kan blijken dat de doelen en prioriteiten of de mix van interventies moeten worden aangepast. Om volgens de aanpak Gezonde gemeente te kunnen werken is het noodzakelijk dat het beleidsplan Sociaal Domein ruimte biedt voor verschillen in de aanpak per dorpskern. Hiermee kan ook worden ingespeeld op de dynamiek in onze gemeente.

 

Bloemendaal heeft over het algemeen betrokken inwoners die hun buurt en buurtgenoten erg goed kennen. Bloemendalers zetten zich graag in voor hun omgeving, melden zich aan voor gemeentelijke participatie.

 

Deze kennis en kracht willen we beter benutten, deze inzet willen we versterken. Als we kernen iets nader beschouwen valt het volgende op:

 

Bloemendaal

Dorpskern Bloemendaal is de kern met het grootste aantal inwoners van de gemeente, telt het hoogste percentage van de totale leeftijdsgroep 15–25 jaar en 0–15 jaar. Ook het aandeel 1265-plussers is in de dorpskern Bloemendaal sterk bovengemiddeld, dorpskern Bloemendaal heeft daarnaast het hoogste percentage 75-plussers.

 

Dorpskern Bloemendaal telt procentueel de meeste eenpersoons huishoudens. Bloemendaal kent het grootste aantal sociale huurwoningen (ongeveer 700, dat is ongeveer 23% van de totale woningvoorraad in de dorpskern) en het hoogste percentage inwoners levend op of rond het sociaal minimum van de gemeente.

 

13Inwoners uit de kern Bloemendaal zijn tevreden over het voorzieningen- aanbod, waaronder: sportvoorzieningen, welzijnsvoorzieningen en culturele voorzieningen. Daarentegen zijn inwoners minder tevreden over het aanbod speelvoorzieningen.

 

Inwoners in Bloemendaal geven vaker aan eenzaam te zijn en minder tevreden te zijn over de mate waarin contact is met andere mensen.

Tot slot heeft dorpskern Bloemendaal een actieve ondernemersvereniging en kerkgenootschap.

 

Overveen

Dorpskern Overveen telt het laagste percentage 65-plussers en bestaat relatief uit veel 140-15 jarigen. Dit verklaart dat dorpskern Overveen het minste eenpersoonshuishoudens telt, en relatief de meeste meerpersoonshuishoudens met kinderen. Overveen heeft ongeveer 8% sociale huurwoningen.

 

15Dorpskern Overveen ‘scoort’ goed op sport en bewegen. Ook wordt in deze kern de meeste burenhulp verleend. Inwoners uit Overveen vinden over het algemeen dat buurtbewoners prettig met elkaar omgaan. Ook zijn inwoners, net als in dorpskern Bloemendaal, vaker tevreden over het aanbod welzijnsvoorzieningen, culturele voorzieningen en speelvoorzieningen.

 

Aerdenhout

Net als in Overveen wonen ook in Aerdenhout relatief veel kinderen en jeugdigen. Deze kern telt daarom ook meer meerpersoonshuishoudens. Van de woningen in Aerdenhout behoort ongeveer 4% tot het sociale segment, dit is het kleinste percentage van de gemeente.

 

16Inwoners uit Aerdenhout geven aan zelfredzaam te zijn en beoordelen hun algehele gezondheid hoger dan gemiddeld in de gemeente. Ook op sociaal vlak gaat het goed: inwoners vinden vaker dat zij voldoende contacten hebben en gevoelens van eenzaamheid komen minder vaak voor. Aerdenhout heeft ook een actieve kerkgemeenschap.

 

Daarentegen zijn mensen het minder vaak eens met de stelling ‘buurtbewoners staan voor elkaar klaar’. Ook zijn inwoners t.o.v. de andere kernen minder tevreden over het aanbod van ontmoetingsplekken, speelvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen. In Aerdenhout zijn mensen minder bereid zich in te zetten voor de buurt. Dat verklaart wellicht waarom mensen ook minder steun ervaren van mensen uit de buurt.

 

Bennebroek

In de dorpskern Bennebroek wonen relatief veel 65- en 75-plussers. De doelgroep 25-45 jaar is het sterkst vertegenwoordigd in dorpskern Bennebroek. Dorpskern Bennebroek heeft ongeveer 16% sociale huurwoningen.

 

17Inwoners uit Bennebroek geven vaker aan dat men meer contract met anderen zou willen hebben. Ook gevoel van eenzaamheid komt vaker voor. Inwoners uit Bennebroek zeggen zelf minder makkelijk zelf hulp te organiseren. Ook zijn mensen minder tevreden over het aanbod in ontmoetingsplekken. Wel geven Bennebroekers vaker aan aandacht te hebben voor buren in een zorgwekkende situatie.

 

Daarnaast heeft Bennebroek actieve sportverenigingen en ook een actieve kerkgenootschap. Een groot aantal Oekraïners is in 2022 warm ontvangen door de Bennebroekse gemeenschap, veel vrijwilligers verlenen hulp en begeleiding.

 

Vogelenzang

In dorpskern Vogelenzang is de doelgroep 45-65 jarigen relatief het grootst. Vogelenzang heeft het grootste deel sociale huur woningen van de gemeente, met ongeveer 30%.

 

18Inwoners uit Vogelenzang geven hun algehele gezondheid gemiddeld een lager cijfer. Ook zijn inwoners het minst tevreden over de mate waarin ze contact hebben met anderen en komt eenzaamheid gemiddeld vaker voor. Het percentage dat (bijna) nooit sport of beweegt ligt in Vogelenzang het hoogst. Inwoners uit Vogelenzang geven aan zich zorgen te maken over een achterblijvend aanbod van voorzieningen. Inwoners van Vogelenzang hebben behoefte aan meer regie in de verbinding tussen de aangeboden activiteiten. In Vogelenzang wordt procentueel meer vrijwilligerswerk gedaan. Ook geven inwoners vaker aan aandacht te hebben voor buren ineen zorgelijke situatie. Het dorpshuis is een belangrijke plek voor de Vogelenzangse gemeenschap en functioneert als belangrijke ontmoetingsplek. Vanuit het dorpshuis worden diverse activiteiten georganiseerd.

 

Participatie

Om de ervaringen en adviezen van onze inwoners te kunnen betrekken bij het opstellen en uitvoeren van het beleid binnen het Sociaal Domein, hebben we in het verleden de Wmo-raad en de Cliëntenraad Werk en Inkomen opgericht. Inwonerparticipatie op jeugdbeleid is op dit moment nog onvoldoende aanwezig. Daarom werken we aan een platform voor inwonerparticipatie waarin ook jeugd een plek krijgt. Dit willen we in nauwe samenwerking met de Wmo-raad doen. Zo zetten we de ervaring en vaardigheden van de huidige Wmo-raad in, om ook het perspectief van jongeren en hun ouders te kennen.

 

Nieuwe Bloemendalers, met name statushouders, weten niet altijd makkelijk of vanzelfsprekend de weg naar de gemeente of de toegang tot beschikbare voorzieningen of ondersteuning te vinden. Ook wordt de stem van deze groep inwoners niet zo makkelijk gehoord. We gaan met relevante organisaties en partners onderzoeken hoe we de participatie onder deze groepen kunnen versterken. Dat begint bij goede informatievoorziening, die we beter moeten richten op de groepen waarvoor die van toepassing is.

 

Om de betrokkenheid van de Bloemendaalse kinderen en jeugdigen te vergroten en het aanbod aan te laten sluiten bij de behoeften heeft de gemeente in 2022 een eerste stap gezet door een kinderburgemeester aan te stellen. De komende jaren wordt jongerenparticipatie verder versterkt.

 

Participatie gaat niet alleen over het horen van inwoners waar het gaat om gemeentelijke besluiten. Ook is het belangrijk dat alle inwoners op een of andere manier deelnemen aan de samenleving. Wij proberen daarom zoveel mogelijk Bloemendaalse kracht te mobiliseren, in de uitdagingen op het gebied van bijvoorbeeld eenzaamheid, mantelzorg of de ondersteuning van asielzoekers of statushouders. We gaan op zoek naar het nu nog onbenutte vrijwilligerspotentieel. Deze informele zorg vermindert de druk op de formele zorg. Ook kan informele zorg preventief werken, voorkomt wellicht dat later een beroep moet worden gedaan op formele, geïndiceerde zorg. We gaan ons daarnaast speciaal richten op jongeren. Een van de middelen om die groep te bereiken en in te zetten is het programma Maatschappelijke Diensttijd, speciaal gericht op jongerenparticipatie.

5. Gezondheid

Gezondheid is meer dan alleen afwezigheid van ziekte. Het gaat ook over de mate waarin mensen veerkrachtig zijn en fysieke, emotionele en sociale uitdagingen kunnen opvangen. Veel chronische aandoeningen hangen samen met leefstijl. Door in te zetten op het stimuleren van een gezonde leefstijl kunnen we veel ziekten voorkomen. Onze ambitie is voor alle Bloemendalers een gezonde, toegankelijke, fysieke omgeving te creëren, die uitnodigt tot een gezonde leefstijl, tot bewegen en elkaar ontmoeten. Dit vraagt om een integrale aanpak, waarbij wordt samengewerkt met regiogemeenten, GGD, huisartsen, zorgverzekeraars, welzijnsorganisaties, zorgaanbieders en zorgkantoren. Daarbij hebben we oog voor de gezondheidsverschillen tussen de dorpskernen en wijken binnen de gemeente.

 

GALA en IZA

Er zijn twee akkoorden gesloten (tussen de VNG, zorgverzekeraars en zorgkantoren): (1) het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA); en (2) het Integraal Zorgakkoord (IZA). De komende jaren zetten we naast regionaal ook lokaal in om de doelen uit deze akkoorden te bereiken. Hiermee krijgt gezondheid een prominente plek in ons beleidsplan.

 

Het GALA moet vooral een solide basis leggen voor een gerichte, integrale aanpak op het gebied van preventie, gezondheid en de sociale basis. GALA telt 12 onderdelen die het Sociaal Domein raken. Om lokaal het GALA uit te voeren heeft de gemeente een plan van aanpak opgesteld, dit is verwerkt in dit beleidsplan.

 

Het IZA heeft als doel om de zorg nu en in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden, waarbij de gerichte aanpak vanuit GALA als voorwaarde wordt gezien. Bij IZA ligt de focus op het versterken van de samenwerking met zorgpartijen (samenwerking sociaal- en medisch domein). Dit speelt met name regionaal. Medio 2023 is er in samenwerking met zorgpartijen een regiobeeld opgesteld. Uit het regiobeeld Kennemerland komen drie uitdagingen naar voren:

 

  • 1.

    er is een toename van het aantal mensen (met name ouderen) met meerdere aandoeningen en/of beperkingen;

  • 2.

    de weerbaarheid (mentale gezondheid) van met name jeugd en jongvolwassenen is lager dan voorheen;

  • 3.

    er is sprake van gezondheidsverschillen tussen dorpen en wijken binnen een gemeente.

De lokale situatie op het thema gezondheid

Wat gaat er goed? Het valt op dat Bloemendalers, jong en oud, goed ‘scoren’ op het thema gezondheid. Zo is de ervaren gezondheid onder alle leeftijdsgroepen hoog. Dit komt jaarlijks via de verschillende Gezondheidsmonitors naar voren, dit is een verplicht onderzoek dat wordt uitgevoerd door GGD Kennemerland. In Bloemendaal voelen we ons gelukkig, is er sprake van een 19hoge veerkracht (ook bij ouderen), ligt het 20percentage overgewicht en obesitas onder het landelijk gemiddelde en sporten we graag. Daarnaast hebben we een hechte 21sportgemeenschap, waarvan sommige ook professioneel opereren en zijn veel inwoners actief bij een vereniging.

 

De volgende ambities (zie hoofdstuk 3, leeswijzer) zijn op het thema Gezondheid van toepassing:

 

  • Bloemendaal is gezond

  • De Bloemendaalse jeugd groeit gezond, veilig en kansrijk op

  • Bloemendaal is inclusief

  • Bloemendalers zijn zelfstandig en betrokken

5.1 Doelen Gezondheid

Aandachtspunten zijn er ook. Uit gesprekken met onze partners en onze eigen analyse van beschikbare cijfers constateren wij dat onze mentale gezondheid (stress, angst en prestatiedruk) verslechtert. 22Met name bij de jeugd en jongvolwassenen. Het 23middelengebruik (alcohol en/of drugs) ligt onder alle leeftijdsgroepen relatief 24hoog. Vanzelfsprekend is onze aandacht in dit beleidsplan gericht op deze laatstgenoemde onderwerpen, maar dat is zeker niet het enige. We gaan niet alleen een gezondere leefstijl bevorderen met deze groep in gedachten, we richten ons ook op de bovengenoemde actieve Bloemendaler, zodat die zo lang als mogelijk gezond blijft. Ook zetten we in op het verkleinen van gezondheidsverschillen len in onze gemeenschap en inclusief (sport en beweeg) aanbod.

 

  • We creëren een toegankelijke, uitnodigende omgeving die een gezonde leefstijl bevordert, waaronder voldoende en toegankelijke speelplaatsen, (culturele) wandel- en fietsroutes en recreatiemogelijkheden.

  • We creëren een inclusieve sportgemeenschap waarin iedereen zich welkom en vertegenwoordigd voelt.

  • De jonge generatie groeit op als een gezonde generatie. Hierbij ligt de aandacht met name op het versterken van de mentale weerbaarheid, het verminderen van prestatiedruk en angst en het terugdringen van alcohol- en middelengebruik. Zodat de Bloemendaalse jeugd kan opgroeien tot veerkrachtige volwassenen.

  • We gaan gezondheidsachterstanden terugdringen. We stellen kansengelijkheid centraal, ongeacht factoren als woonplek, sociaal economische positie, opleidingsniveau of afkomst.

  • Inwoners zijn en blijven vitaal en veerkrachtig.

5.2 Een toegankelijke en uitnodigende omgeving

Bloemendaal is een unieke gemeente als het gaat om de kansen die de leefomgeving biedt. Veel groen, veel ruimte, mogelijkheid tot recreatie en ontmoeten, op fietsafstand van duinen en strand. We moeten ernaar blijven streven dat alle Bloemendalers van deze mogelijkheden gebruik kunnen maken.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We hanteren een integrale benadering tussen fysieke- en sociale beleidsterreinen, m.b.t. aandacht voor inrichting van de openbare ruimte. De leefomgeving moet gezond en veilig zijn en uitnodigen tot bewegen en ontmoeten.

  • We maken onze recreatieplekken zoveel mogelijk toegankelijk en aantrekkelijk voor mensen met een beperking.

5.3 Inclusieve sportgemeenschap

Sport en bewegen speelt een essentiële rol in het bevorderen en behouden van de gezondheid en het welzijn van onze inwoners. Sport is namelijk meer dan alleen bewegen. Het draagt bij aan het behoud van zelfstandigheid en sociale verbondenheid. Wij vinden het daarom van belang dat al onze inwoners, ongeacht leeftijd, achtergrond of fysiek vermogen de mogelijkheid krijgen om hieraan deel te nemen.

In het Sportakkoord II staan onze ambities en doelen voor sport en bewegen voor de komende jaren. De nadruk ligt op het versterken van de samenwerking en het creëren van een inclusief sport- en beweegaanbod. Niet alleen met landelijke, regionale en lokale partijen uit de sport, maar juist ook met partijen uit andere sectoren (zoals zorg- en welzijnspartijen), om zo te komen tot een integrale aanpak. In dit beleidsplan leggen we dan ook de link met aanverwante beleidsterreinen, zoals: toegankelijkheid, valpreventie, vrijwilligers en eenzaamheid.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We nodigen sportverenigingen uit om een centrale, actieve en inclusieve plek te zijn in de buurt en stimuleren hen in de weg hier naartoe. Om met de bewoners jaarlijks activiteiten te organiseren, om daarmee de samenhang in de wijk te vergroten.

  • We ontwikkelen samen met onze partners een inclusief sport- en beweegaanbod, met toegankelijke programma’s op maat, voor groepen (valpreventie).

  • Buurtsportcoaches verder ontwikkelen, SportSupport gaat een kernteam en een coördinator sport en preventie aanstellen. Door een coördinator wordt sport in het hart van het lokaal sociaal beleid geplaatst. Het benoemen van een kernteam en de coördinator zorgt voor een effectievere uitvoering van de ambities.

  • We informeren inwoners actief over de beschikbaarheid van sporthulpmiddelen voor inwoners met een beperking.

  • Bij het verstrekken van hulpmiddelen in het kader van de Wmo houden we rekening met het zo veel mogelijk behouden van een actieve leefstijl.

5.4 Gezond opgroeien

Het landelijk streven is een gezonde generatie in 2040, ook wij zetten ons hiervoor in. De jeugd in Nederland (en ook in Bloemendaal) loopt vermijdbare gezondheidsrisico’s, die leiden tot gezondheidsschade op de korte en lange termijn. De 25mentale druk op jongeren en jongvolwassenen neemt toe, met mogelijke gevolgen voor hun psychische gezondheid.

Het middelengebruik is te hoog. Dat kan zijn weerslag hebben op de fysieke gezondheid, maar komt ook de school- en studiecarrière niet ten goede.

We willen minder prestatiedruk, meer aandacht voor elkaar, meer ruimte om te bewegen, minder roken, alcohol en drugs. Samen met het onderwijs en met jongerenorganisaties gaan we hieraan werken. Nadrukkelijk geven we de jongeren zelf inspraak hierin, we gaan op zoek naar hun perspectief en opvattingen en verwerken die in onze acties.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We zetten, onder verschillende leeftijdsgroepen, actief in op de onderwerpen: mentale gezondheid, eenzaamheid en het terugdringen van middelengebruik. We werken samen met onze partners (in de regio) aan een inhoudelijk programma.

  • Met onze partners, de scholen en de jongeren zelf zetten we in op een veilige 26inclusieve omgeving en het vergroten van veerkracht en weerbaarheid bij jongeren. We organiseren samen met de regiogemeenten startbijeenkomst met onze partners om een inhoudelijk actieplan op te stellen.

  • In samenwerking met partners zetten we een lokale coalitie Kansrijke Start op, om tot een gezamenlijke aanpak te komen rond de eerste 1000 dagen in het leven van kinderen.

5.5 Terugdringen van gezondheidsachterstanden

Mensen met een lage sociaaleconomische positie krijgen vaker te maken met gezondheidsproblemen en hebben een lagere levensverwachting. Gezondheidsproblemen zijn daarbij vaak het gevolg van achterliggende problematiek, zoals schulden, armoede en werkloosheid. We hebben daarom speciale aandacht voor doelgroepen waar een gezonde leefstijl niet vanzelfsprekend is.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We onderzoeken welke interventies en (aanvullende) regelingen we kunnen treffen om de verschillen in de ‘toegang tot een gezonde leefstijl’ te verkleinen.

  • Per dorpskern stellen we een gezondheidsprofiel op met prioriteiten en doelen. Met partners en inwoners kiezen we voor een mix van interventies, met aandacht voor achterliggende problematiek.

  • We betrekken scholen in de signalering van armoede waarbij kinderen betrokken zijn.

5.6 Vitaal en veerkrachtig

Hoe houden we de groeiende groep ouderen zo lang mogelijk vitaal? Ouderen wonen steeds langer zelfstandig thuis en willen regie blijven houden. De toenemende vergrijzing en het langer zelfstandig thuis wonen brengen verschillende uitdagingen met zich mee. Het aantal ouderen met een chronische aandoening neemt toe. Eén op de drie ouderen van 65 jaar en ouder komt minimaal eens per jaar 27ten val. Inzetten op preventie bij ouderen kan ertoe bijdragen dat deze problemen uitblijven of vermin- deren. Een ketenaanpak waarbij het medisch- en het Sociaal Domein goed op elkaar aansluiten is essentieel. Het overleg ‘Welzijn, Wonen & Zorg’ wordt gecombineerd met de Zorgtafel, een overleg dat in 2023 geïnitieerd is door de huisartsen. Bij dit overleg komen de gemeente, huisartsen en zorg- aanbieders samen, om ontwikkelingen op het gebied van zorg en welzijn én aandachtspunten met betrekking tot de samenwerking te bespreken en toe te werken naar een oplossing.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We gaan werken aan een betere regionale samenwerking tussen medisch- en Sociaal Domein, op verschillende relevante onderwerpen, zoals: valpreventie; welzijn op recept; aanpak overgewicht jeugd en volwassenen.

  • We zetten een pilot in een enkele dorpskern op, waarin we het informatieve huisbezoek aan 80 jarigen zoals we dat nu kennen, vervroegen naar 75 jaar.

6. Sociale Basis

Wij geloven in een sterke sociale basis als fundament voor een zelfredzame en betrokken samenleving.

De sociale basis betreft het aanbod aan voorzieningen en activiteiten die voor iedereen vrij toegankelijk zijn. We willen een samenhangend aanbod van ondersteuning en zorg bieden, waarbij we de eigen kracht en zelfredzaamheid van inwoners stimuleren.

 

De lokale situatie op het thema sociale basis

Wat gaat goed? De sociale basis in de gemeente Bloemendaal is sterk, er is met name een sterke en actieve sportgemeenschap. Veel Bloemendalers, ook veel kinderen, zijn lid van een sportvereniging. Sportverenigingen zijn een sociaal middelpunt in een dorpskern. Daardoor groeien kinderen en jongeren gezond op, met veel sociale contacten. Volwassenen hebben een fit leven en een groot netwerk, ouderen kunnen langer actief lid van de samenleving zijn, als sporter én als vrijwilliger. Deze kracht willen wij nog beter gaan benutten.

 

Er is steeds meer vraag naar vrijwilligersinzet en burenhulp dichtbij huis, bijvoorbeeld om mantelzorgers te ontlasten. Uit de lokale peiling komt naar voren dat inwoners best bereid zijn burenhulp te verlenen, bijvoorbeeld door hulp bij boodschappen, vervoer of met de computer.

 

Ook het welzijnswerk is van groot belang voor een sterke sociale basis door haar verbindende kracht. Welzijnswerkers organiseren activiteiten, evenementen en programma’s die sociale interactie bevorderen. Dit wordt in Bloemendaal bereikt onder andere door inzet van dorpscoördinatoren. Ook wordt ingezet op preventie en vroegsignalering. Daarbij is oog voor het ontwikkelen van vaardigheden en het vergroten van de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen. Persoonlijke ondersteuning stelt inwoners in staat om hun eigen leven positief vorm te geven.

 

De volgende ambities (zie hoofdstuk 3, leeswijzer) zijn op het thema Sociale Basis van toepassing:

 

  • Bloemendaal is gezond

  • De Bloemendaalse jeugd groeit gezond, veilig en kansrijk op

  • Bloemendaal is inclusief

  • Bloemendalers zijn zelfstandig en betrokken

6.1 Doelen Sociale Basis

Uit de gesprekken met onze partners en onze eigen analyse en ambities zijn wij gekomen tot onderstaande doelen. We blijven inzetten om het gevoel van eenzaamheid bij inwoners, jong en oud, sterk terug te dringen. Met de toenemende vergrijzing (en verwachte toename van inwoners met dementie) zijn mantelzorg, vroegsignalering en vrijwilligerswerk belangrijke aandachtspunten. In de gemeente Bloemendaal zijn veel vrijwilligers die kleine en kortdurende taken willen of kunnen vervullen. Voor organisaties blijft het vinden en met name behouden van vrijwilligers lastiger.

 

We gaan nog meer Bloemendalers stimuleren te sporten, met name nieuwe Bloemendalers. Hierdoor verloopt de integratie sneller. Fysieke omstandigheid of financiële situatie mag daarin geen beletsel zijn. Samen met de (sport) verenigingen maken we deze zoveel mogelijk toegankelijk. Voor mensen die door financiële problemen belemmerd worden te sporten is er ondersteuning vanuit het minimabeleid.

 

  • We willen meer ontmoeting en samenzijn, waardoor het gevoel van eenzaamheid bij inwoners sterk afneemt.

  • We willen meer waardering voor mantelzorgers, wij proberen mantelzorgers meer te ontlasten.

  • We krijgen vroegtijdig en beter in beeld welke behoeften de oudere Bloemendalers hebben en (zo nodig) welke ondersteuning hierbij nodig is.

  • Bloemendalers die vrijwilliger willen worden weten goed de weg naar de informatievoorziening hierover te vinden. Er is een goed beeld van vraag en aanbod, vrijwilliger en organisatie worden makkelijk bijeen gebracht.

  • Bloemendaal is een toegankelijke en inclusieve gemeente.

  • Bloemendaalse scholen hebben een divers leerlingenbestand.

  • We streven naar een gelijke uitgangspositie voor alle kinderen die starten in groep 1 van het basisonderwijs.

  • Bloemendalers beschikken over een passende (en levensloopbestendige) woning.

  • We zorgen voor divers en toegankelijk cultureel aanbod dat beter verspreid is over de dorpskernen.

  • We proberen het aanbod van welzijnsactiviteiten (jong en oud) toe te snijden op de specifieke behoeften van de individuele dorpskernen en we zorgen ervoor dat dit aanbod en activiteiten goed vindbaar zijn.

6.2 Meer ontmoeten en samenzijn

Eenzaamheid heeft groot effect op iemands welzijn en raakt jong en oud even hard. Het is dan ook één van onze belangrijkste speerpunten de komende periode. We willen ons met nadruk niet alleen richten op de groep ouderen. Ook onder (jong)volwassenen komt 28eenzaamheid veel te vaak voor. We willen eenzaamheid in Bloemendaal bestrijden langs drie actielijnen: signaleren; activiteiten aanbieden; en samenwerking realiseren tussen formele en informele organisaties.

 

We investeren in een lokale en duurzame aanpak tegen eenzaamheid en bouwen voort op wat in de afgelopen beleidsperiode is opgebouwd.

Dit doen we samen met de lokale Coalitie Eenzaamheid en Toegankelijk Bloemendaal. Ook proberen we verbinding te leggen met andere beleidsterreinen als bijvoorbeeld jongerenparticipatie of statushouders. We maken de gemeente over de volle breedte bewust van dit onderwerp.

 

Activiteiten om eenzaamheid tegen te gaan moeten we differentiëren naar verschillende doelgroepen. Aantrekkelijke activiteiten voor ouderen zijn wezenlijk anders dan voor jongvolwassenen. We hebben hierin ook aandacht voor eenzaamheid onder groepen die vanwege hun beperking minder makkelijk sociaal contact leggen. Dat zijn bijvoorbeeld mensen met een (licht) verstandelijke beperking of met autisme. We richten ons ook op 29LHBTQ+ jongvolwassenen.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We faciliteren ontmoeten en samenzijn en sluiten hierbij aan op de specifieke behoeften die aanwezig zijn in een dorpskern, buurt of doelgroep. De dorpscoördinatoren krijgen hierin een prominente rol.

  • We onderzoeken welke bestaande (leegstaande) gebouwen ingezet kunnen worden als laagdrempelige ontmoetingsplek. Dit doen we uitsluitend in de dorpskernen waar meer behoefte is aan dergelijke voorzieningen.

  • We richten een Signaalpunt tegen Eenzaamheid in, waar iedereen die zich zorgen maakt over een inwoner van de gemeente melding kan doen. Niet alleen professionals of buurtgenoten, maar ook de kapper, kassière, apotheker of huisarts.

  • We stimuleren vrijwilligerswerk en burenhulp om eenzaamheid tegen te gaan.

  • We gaan in overleg met kerkgemeenschappen in de dorpskernen, om samen na te gaan wat hun rol kan zijn in ontmoeten en samenzijn.

  • We nodigen sportverenigingen uit om een centrale, actieve en inclusieve plek te zijn in de buurt en stimuleren hen in de weg hier naartoe.

    We vragen verenigingen een kern te “adopteren”, om met de bewoners jaarlijks activiteiten te organiseren, om daarmee de samenhang in de wijk te vergroten.

6.3 Mantelzorg

Mantelzorg is niet-betaalde zorg die iemand krijgt van een bekende uit de omgeving, zoals een partner, ouder, kind, buur of vriend. Door (onder andere de sterke vergrijzing ligt het 30mantelzorgpotentieel in onze regio lager dan gemiddeld in Nederland. De prognose is dat dit de komende jaren nog verder daalt. Daarnaast raken steeds meer mantelzorgers 31overbelast. In samenwerking met welzijnspartijen zetten wij ons in om mantelzorgers sterker te ondersteunen en overbelasting te voorkomen. Bestaand beleid dat hierin voorziet, zoals het organiseren van een inloopspreekuur voor mantelzorgers en het bieden van respijtzorg, wordt voorgezet. We zorgen dat de informatie hierover goed vindbaar is.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We zorgen voor passend en voldoende aanbod van respijtzorg (denk aan logeerzorg en dagbesteding) en zorgen ervoor dat deze ondersteuning flexibel en snel ingezet kan worden. We onderzoeken hierbij ook de mogelijkheid voor het openen van een tweede Odensehuis. Hiermee voorkomen we overbelasting van mantelzorgers en bieden we mantelzorgers een adempauze.

  • We onderzoeken de mogelijkheid om via welzijnspartijen zorgvrijwilligers in te zetten.

  • We organiseren twee keer per jaar een mantelzorgdag, waarbij we onze waardering uitspreken richting mantelzorgers en hen de mogelijkheid bieden andere mantelzorgers te ontmoeten.

  • We onderzoeken of ondersteuning aan jonge mantelzorgers voldoende bekend is en of deze aansluit bij de behoefte van de jongeren.

  • We zorgen ervoor dat informatie en advies, speciaal gericht op mantelzorgers beter vindbaar is.

6.4 Vrijwilligers

Samen met lokale partners werken we de komende beleidsperiode verder aan het versterken van het 32vrijwilligerswerk en gaan we op zoek naar manieren om het vrijwilligerspotentieel te vergroten. Inwoners geven de volgende redenen op om geen vrijwilligerswerk te doen: gebrek aan tijd (wellicht te linken aan mantelzorgtaken) en geen interesse.

Aanvullend zijn er ook inwoners die nergens aan vast willen zitten of niet weten wat voor vrijwilligerswerk zij kunnen doen. Deze laatstgenoemde groep inwoners proberen wij de komende periode te bereiken. Hiermee willen wij een vrijwilligersgemeenschap bevorderen die optimaal tegemoetkomt aan de wensen en behoeften van Bloemendalers en in Bloemendaal werkzame organisaties. Onze dorpscoördinatoren vervullen hierin een prominente rol. Zij zijn de verbindende factor tussen inwoners (al dan niet actief als vrijwilliger) en initiatieven in de buurt.

 

Wat gaan we doen?

 

  • Naast het online vrijwilligersplatform zorgen we dat organisaties en (potentiële) vrijwilligers een ‘echt’, fysiek gesprek kunnen hebben met de dorpscoördinator. Hiermee zorgen we voor een goede match tussen vraag en aanbod en stimuleren we burenhulp.

  • We gaan ervoor zorgen dat het online vrijwilligersplatform en de rol van de dorpscoördinator in de hele gemeente bekend zijn. Daarin gaan we de activiteiten van vrijwilligersorganisaties bundelen en vraag en aanbod van organisaties en vrijwilligers bij elkaar brengen.

  • We verkennen of gemeente Bloemendaal kan aansluiten bij regionale initiatieven op het gebied van Maatschappelijke Diensttijd, waarmee ontmoeting en vrijwillige inzet van jongeren wordt gestimuleerd. Ook gaan we onderzoeken of lokale initiatieven hiermee kunnen worden opgezet.

  • We zorgen ervoor dat de website van BloemendaalSamen grotere bekendheid krijgt.

6.5 Toegankelijkheid en inclusie

We gaan de toegankelijkheid in de fysieke, sociale, economische en culturele omgeving bevorderen, evenals de toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en informatie. We doen dit door een Lokale Inclusie Agenda (LIA) op te stellen. Deze agenda fungeert als een actieplan waarin staat hoe de gemeente werkt aan het stapsgewijs realiseren van algemene toegankelijkheid.

 

Daarnaast worden de onderwerpen regenboog-, diversiteits- en anti- discriminatiebeleid hierin opgenomen. Samen met het onderwijs en met Bloemendaalse verenigingen gaan we werken aan een echt pluriforme samenleving. Meer tolerantie is daarin niet het uitgangspunt, want niemand is afhankelijk van de tolerantie/toestemming van anderen, om te zijn wie hij/zij wil.

 

Belangrijk in het opstellen van de LIA is de nauwe samenwerking met verschillende belanghebbenden, waaronder ‘Toegankelijk Bloemendaal’, een groep betrokken inwoners die zich inzet om de gemeente in de breedste zin van het woord toegankelijker te maken.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We stellen in samenwerking met andere relevante domeinen een Lokale Inclusie Agenda op.

  • Samen met de betreffende organisaties en verenigingen werken we aan meer diversiteit in onderwijs, sport en cultuur.

6.6 Speelruimte

De gemeente Bloemendaal kent door haar ligging, bebouwing en omgeving gelukkig veel informele speelruimte. Daarnaast is er, vooral in de buurten waar wat minder ruimte of minder groen is, formele speelruimte in de vorm van door de gemeente ingerichte speelplaatsen.

 

De komende jaren pakken we per kern deze speelruimte aan.

 

De speelplaatsen moeten vergroend en verduurzaamd worden, maar (vooral) zoveel als mogelijk toegankelijker en aantrekkelijker voor kinderen met een beperking worden gemaakt. Dit doen we ook samen met Toegankelijk Bloemendaal.

 

Er is vooral behoefte aan meer sport-/speelruimte voor de iets oudere jeugd, daarvoor is op dit moment in enkele dorpskernen te weinig aanbod. We gaan samen met de omgeving op zoek naar de juiste locaties. Samen met de jeugd die het betreft, jongerenwerk en onze lokale sportorganisatie, bepalen hoe we deze locaties het beste kunnen inrichten.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We gaan bestaande speelruimte toetsen op toegankelijkheid en daar waar mogelijk aanpassen.

  • Bij het realiseren van nieuwe locaties wordt bij aanvang bepaald hoe deze zo toegankelijk mogelijk worden ingericht. We overwegen steeds of het mogelijk is ook aanbod voor kinderen met een beperking te plaatsen.

  • We gaan op zoek naar meer locaties voor sport-/speelvoorzieningen voor de oudere jeugd. En onderzoeken samen met de lokale jeugdigen hoe we deze locaties passend kunnen inrichten.

6.7 Onderwijs en kinderopvang

De goede Bloemendaalse opvang en scholen geven de jongste Bloemendalers de mooiste en de grootste kans om de eerste bepalende stappen voor de rest van hun leven te zetten. Wij willen daaraan bijdragen door samen met opvangorganisaties en onderwijs te streven naar een gelijke uitgangspositie voor alle kinderen die naar groep 1 gaan. Daarom zetten wij voor peuters (2,5 tot 4 jaar) met een risico op een taal- en of ontwikkelingsachterstand Voorschoolse Educatie (VE) in.

 

Daarnaast willen we dat alle nieuwe Bloemendalers zo snel en zo goed mogelijk in het reguliere onderwijs kunnen instromen. We maken daarom de samenwerking tussen de scholen en het nieuwkomersonderwijs (Internationale Taalklas Haarlem) nog sterker. We proberen samen met de scholen voor ieder kind de juiste school te vinden. Met de betreffende school wordt onderzocht welke extra ondersteuning een leerling nodig heeft en hoe we die ondersteuning gaan verzorgen.

 

Voorwaarde voor een goede school is beschikking hebben over een goed gebouw. Een gebouw waarin kinderen het beste uit zichzelf kunnen halen, waarin docenten optimaal kunnen functioneren. Een volwaardig ruim gebouw, constructief goed, duurzaam, met een prettig binnenklimaat, zoveel mogelijk aangepast aan de onderwijseisen van de 21e eeuw. De Bloemendaalse scholen zijn over het algemeen niet meer de jongste, een aanpassing is voor de meeste gebouwen aan de orde. Samen met het onderwijs stellen we een nieuw Integraal Huisvestingsplan Onderwijs op.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We vergroten de kansengelijkheid. We zoeken naar mogelijkheden om het bereik van Voorschoolse Educatie te vergroten en breiden het aanbod voor kinderen 0 - 4 jaar met een taal- en/of ontwikkelingsachterstand uit.

  • We onderzoeken de mogelijkheden om ouderparticipatie te verdiepen, om zo de effectiviteit van het Voorschoolse Educatieprogramma te vergroten.

  • Voor volwassenen werken we verder aan programma’s vanuit de bibliotheek op het gebied van basisvaardigheden, die bijdragen aan het vergroten van kansengelijkheid.

  • In overleg met de Bloemendaalse basisscholen streven we naar een zo naadloos mogelijke overgang van nieuwkomersonderwijs naar reguliere scholen in onze gemeente.

  • We onderzoeken de mogelijkheid om het aanbod ‘Bibliotheek op School’, gericht op diversiteit en inclusie, uit te breiden onder de Bloemendaalse scholen.

  • We analyseren en optimaliseren de overlegstructuur met de scholen en schoolbesturen. We zoeken naar gedeelde betrokkenheid op verschillende beleidsterreinen en stemmen daar de deelnemers aan overleggen op af. Ook maken we hierin meer ruimte voor verschillen tussen de dorpskernen.

  • We onderzoeken samen met de VO-scholen hoe we de onderwerpen veiligheid, uitsluiting, diversiteit en mentale gezondheid meer aandacht gaan geven. Prestatiedruk, de invloed van sociale media en middelengebruik zijn hier onderdeel van.

6.8 Passend wonen

De uitbreiding van de voorraad sociale huurwoningen is een belangrijk gemeentelijk voornemen. Dit is geen onderdeel van het Sociaal Domein, de onlangs vastgestelde woonvisie voorziet hierin. Passend wonen is wel onderdeel van het Sociaal Domein. Ook daarmee kunnen we proberen de 33verdeling van woningen beter in te richten en daarmee meer sociale huurwoningen beschikbaar te krijgen. We willen de doorstroming verbeteren, onder andere door het transformeren van bestaande panden tot woningen, met name tot woningen waaraan nu een tekort is. Als eerste denken we aan appartementen voor ouderen, die na hun verhuizing wellicht een huis achterlaten dat passend is voor een jong gezin. Deze beweging wordt nog noodzakelijker met de komst van meer statushouders.

 

In 2022 heeft Oldenhove haar deuren geopend, als een tussenvoorziening voor urgent woningzoekenden (statushouders, studenten, beschut wonen en jeugdigen met een zorgvraag). Voor de langere termijn is extra inspanning nodig.

6.9 Divers en toegankelijk cultureel aanbod

In de komende periode richten we ons op het behoud van culturele voorzienigen binnen de gemeente en het vergroten van het bereik en de toegankelijkheid daarvan. Vooral proberen we de verbinding met andere terreinen binnen het Sociaal Domein te versterken. Kunst en cultuur kan een grote rol spelen in het realiseren van doelstellingen in het Sociaal Domein, bijvoorbeeld als het gaat om integreren in de samenleving als nieuwe Bloemendaler of in situaties van eenzaamheid.

 

Belangrijke Bloemendaalse culturele organisaties zijn de Gemeentelijke Muziekschool Jaap Prinsen, de Bibliotheek Zuid-Kennemerland en openluchttheater Caprera.

Daarnaast zijn er door de hele gemeente diverse verenigingen en particuliere activiteiten, waar concerten, lezingen of tentoonstellingen worden georganiseerd, of waar door Bloemendalers samen muziek wordt gemaakt. Door de krachten van deze organisaties te bundelen en de samenwerking met organisaties binnen het Sociaal Domein te versterken, door het aanbod gezamenlijk te innoveren en zoveel mogelijk ook op elkaars doelgroep te richten, worden meer Bloemendalers bereikt dan voorheen.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We stellen de bibliotheek (locatie dorpskern Bloemendaal) in staat hun gebouw aan te passen en versterken daarmee het bibliotheeknetwerk, door meerdere functies in één gebouw onder te brengen.

  • We zetten de mogelijkheden van de bibliotheek op het gebied van taal activiteiten in, om de nieuwkomers in Bloemendaal sneller te laten integreren.

  • We onderzoeken of we de bibliotheek op school (Paradijsvogel in Vogelenzang) kunnen omvormen tot een volwaardige vestiging van de bibliotheek.

  • We onderzoeken hoe we kinderen vallend onder de minima meer gebruik kunnen laten maken van het regionale culturele aanbod (zoals: theater, musea, film, festivals en concerten).

6.10 Muziekonderwijs

De Gemeentelijke Muziekschool Jaap Prinsen is een onderdeel van de gemeente waar Bloemendaal trots op is, een cultureel middelpunt in Bloemendaal. Al vele jaren krijgen veel Bloemendaalse kinderen daar de kans in aanraking met muziek te komen. De lessen worden gegeven vanuit een structurele benadering, met de bedoeling leerlingen op te leiden tot zelfstandige musici.

 

We willen dat Bloemendaal niet alleen een sportieve gemeente is, maar ook een muzikale. Muziekles draagt niet alleen bij aan motorische en cognitieve ontwikkeling, samen muziek maken betekent meer dan alleen het concert. Samen muziek maken draagt bij aan het terugdringen van eenzaamheid of prestatiedruk, aan het vergroten van participatie en kansengelijkheid. We willen daarom de kracht van de muziekschool voor meer inzetten dan alleen voor de individuele leerling die zichzelf aanmeldt.

 

We maken van de muziekschool nog meer een organisatie die ook kan inspelen op vragen uit de samenleving. Waar niet alleen structureel muziekles wordt gegeven, maar waar andere muzikale initiatieven gefaciliteerd en eventueel begeleid kunnen worden. Ook gaan we de samenwerking met het onderwijs en met welzijnsorganisaties versterken, zodat samen met hen nagedacht kan worden over het aanbod en de doelgroepen die we willen bereiken.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We innoveren het aanbod van de muziekschool, door ons ook te richten op uitdagingen in het Sociaal Domein en de rol die muziekonderwijs en muziekbeoefening hierin kan hebben.

  • We zetten in op het versterken van de muziekschool als cultureel en sociaal middelpunt van de gemeente, door de muziekschool nog meer samen te laten werken met maatschappelijke organisaties binnen het Sociaal Domein.

  • We realiseren vraaggericht muziekaanbod, ook in de dorpskernen Bennebroek en Vogelenzang.

  • Om het muziekonderwijs toekomstbestendig te houden werken we aan een langetermijnvisie. Het document is begin 2024 gereed.

6.11 Informatievoorziening aan onze inwoners

Effectief (preventie)beleid begint bij begrijpelijke informatie. We streven ernaar dat de beschikbaarheid van ondersteuning, hulp, zorg en activiteiten bekend is bij inwoners die het nodig hebben. We gaan ervoor zorgen dat deze informatie hierover op een logische plek te vinden is en aansluit bij de behoeften van de mensen voor wie die informatie bedoeld is. Daarbij realiseren we ons dat de manier waarop deze informatie beschikbaar moet zijn per doelgroep kan verschillen. Ook de procedures tot hulp en ondersteuning dienen eenvoudig en laagdrempelig te zijn. Onafhankelijk cliëntondersteuners kunnen inwoners hier bij helpen.

 

Wat gaan we doen?

 

  • Informatie over de beschikbare ondersteuning, hulp, zorg en activiteiten wordt op verschillende manieren aangeboden, aansluitend bij de behoeften van onze inwoners.

  • Er komt een (digitaal) overzicht van het brede aanbod in voorzieningen, dat periodiek wordt geactualiseerd. Voor inwoners wordt inzichtelijk welke activiteiten wanneer en waar (per dorpskern, makkelijk vindbaar) plaatsvinden. Onderzocht wordt of het platform van BloemendaalSamen hiervoor geschikt is.

  • We zetten, samen met welzijnsorganisaties en de Wmo-raad, in op het vergroten van het bereik van onafhankelijke clientondersteuning. Er wordt een campagne gestart om informatie over deze dienstverlening breed kenbaar te maken.

6.12 Welzijnswerk (jong en oud)

Onze partner Welzijn Bloemendaal speelt een cruciale rol bij het behalen van de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van welzijn.

De komende periode zetten we verder in op het effectief werken aan het bevorderen van zelfredzaamheid, participatie en welzijn van alle inwoners. Dit draagt bij aan ons streven om mensen in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen en een hechte en betrokken gemeenschap te creëren.

 

Daarnaast voert Welzijn Bloemendaal het jongerenwerk uit. Voor het jongerenwerk willen wij samen met Welzijn Bloemendaal jongeren nog meer betrekken bij het ontwikkelen en organiseren van activiteiten die aansluiten bij hun interesses en behoeften. We hebben speciale aandacht voor de groep jongeren vanaf 16 jaar. We richten ons op talentontwikkeling, persoonlijke groei en weerbaarheid, identiteit en diversiteit, om jongeren een veilige en een gezonde ontwikkeling te bieden.

 

Maatschappelijk werk

Via het maatschappelijk werk worden inwoners die dat nodig hebben ondersteund op verschillende levensgebieden, zoals familie en sociale relaties, mentale gezondheid, werk, participatie en financiële zaken. Het team ‘Vroeg Eropaf’ neemt proactief contact op met inwoners met betalingsachterstanden.

We verwachten dat de ondersteuningsvragen de komende jaren niet afnemen. De inzet van WijHeemstede wordt onveranderd voortgezet.

 

Inzetten op preventie voor Bloemendaalse Jeugd

Onder preventief jeugdbeleid vallen de algemene voorzieningen die voor alle kinderen en gezinnen vrij toegankelijk en beschikbaar zijn: sportactiviteiten, de GGD, het consultatiebureau (Jeugdgezondheidszorg), het Centrum voor Jeugd & Gezin (CJG), Jongerenwerk, maar ook andere vormen van laagdrempelige opvoedondersteuning in de vorm van webinars en workshops. Het CJG is aanwezig op alle scholen binnen de gemeente, in de vorm van een coach die vragen van leerlingen, ouders, maar ook docenten, beantwoordt en eventueel een vervolg geeft.

 

We blijven streven naar afname van intensieve jeugdzorg en het vergroten van de opvoedkracht in de eigen sociale omgeving. Daarom blijven we het preventieve jeugdbeleid verder ontwikkelen en versterken. Dit gaan wij doen door de komende jaren het bestaande aanbod te evalueren, aan te scherpen en aan te vullen daar waar nodig. Hierbij onderzoeken wij of partijen op efficiënte wijze samenwerken en of het aanbod de behoefte van de ouders en jeugdigen in de gemeente weerspiegelt.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We zorgen voor laagdrempelige ondersteuning in de dorpskernen. Er komen meer ontmoetingsplekken die, met name de kwetsbare, buurtbewoners samenbrengen, met activiteiten gericht op saamhorigheid en het bevorderen van de (mentale) gezondheid.

  • We ontwikkelen de rol van de dorpscoördinatoren verder. Specifiek voor de dorpskernen Bennebroek en Vogelenzang worden de dorpscoördinatoren aanvullend getraind in hun kennis van de sociale kaart. Zodat zij vragen van inwoners uit deze kernen kunnen beantwoorden en kunnen doorverwijzen naar de juiste instanties, partners en onze eigen Wmo-dienstverlening.

    Hierbij komt meer aandacht voor vroegsignalering van problemen, zoals: verwaarlozing, eenzaamheid en onveilige situaties.

  • We ontwikkelen het jongerenwerk verder, met als uitgangspunt een flexibel aanbod met extra aandacht voor jongeren vanaf 16 jaar, dat samen met Bloemendaalse jongeren wordt opgezet en uitgevoerd. De jongerenwerkers zoeken hiervoor actief de jongeren op, gaan samen met hen, samen met de dorpscoördinatoren, met buurtbewoners, scholen en verenigingen de behoefte in kaart brengen.

  • We ontwikkelen het aanbod aan algemene voorzieningen verder en zorgen hierbij voor een passende spreiding over de dorpskernen. We houden rekening met de demografische verschillen per kern.

  • We versterken het preventief jeugdbeleid, waaronder preventie gericht op kinderen in complexe echtscheidingen en zorgen voor een passende dekking over de dorpskernen.

7. Zorg en Ondersteuning

Inwoners kunnen bij de gemeente terecht voor zorg, hulp en ondersteuning die geboden wordt vanuit de Jeugdwet, de Wmo en de Participatiewet. Dit wordt ingezet wanneer iemand niet op eigen kracht, met hulp uit het sociaal netwerk, mantelzorg, gebruikelijke hulp of het basisaanbod aan algemene voorzieningen (zie hoofdstuk 6, Sociale Basis) geholpen kan worden. Onze stelling blijft: zwaar waar nodig en licht waar mogelijk. Dit is nodig om de voorzieningen nu en in de toekomst beschikbaar, betaalbaar en uitvoerbaar te houden.

 

De lokale situatie op het thema Zorg en Ondersteuning

In het uitvoeren van de drie bovengenoemde wetten werken we regionaal samen, bijvoorbeeld bij de inkoop van zorg en ondersteuning. Wat gaat goed? We monitoren continu de tevredenheid van inwoners over de toegang en de kwaliteit van de ingezette zorg of ondersteuning. De kwaliteit van de geleverde zorg of ondersteuning (zowel Wmo als Jeugdwet) wordt door onze inwoners beoordeeld met een 7,9.

Ook over het contact met de toegang zijn de resultaten zeer positief. Hier zijn we enorm trots op en we zetten ons in om dit zo te houden.

 

De volgende ambitie (zie hoofdstuk 3, leeswijzer) is op het thema Zorg en Ondersteuning van toepassing:

 

  • We bieden passende ondersteuning.

7.1 Doelen Zorg en Ondersteuning

We zien het gebruik en de kosten toenemen. De beleidsvrijheid om deze toename te stabiliseren, naast de inzet op preventie en het versterken van de sociale basis, is beperkt.

 

De komende periode hebben we extra aandacht voor het versterken van de samenwerking tussen alle betrokken partijen en het beter grip krijgen op de toegang. Uit de gesprekken met onze partners en onze eigen analyse formuleren wij de volgende doelen voor het thema Zorg en Ondersteuning:

 

  • We bieden ondersteuning zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig, waarbij de ondersteuning ‘zo thuis mogelijk’ plaatsvindt.

  • De toegang tot zorg en ondersteuning is vindbaar en bereikbaar. Hier blijven we in investeren. We behouden onze laagdrempelige en eenvoudige procedures.

  • We gaan de samenwerking tussen instellingen (jeugd)zorg, huisartsen, welzijn en veiligheid verder versterken.

7.2 Doorontwikkeling samenwerking tussen (jeugd)zorg, welzijn en veiligheid

We bouwen de komende jaren voort op de goede samenwerking tussen het CJG, het Wmo-loket en zorg- en veiligheidspartners. Complexe casuïstiek en multiproblematiek bij gezinnen en huishoudens worden integraal benaderd om zo tot een succesvolle en duurzame oplossing te komen. Dit betreft zowel het inzetten van passende zorg en ondersteuning, als in voorkomende gevallen het vermijden van verstoring van de openbare orde. Het Sociaal Team wordt hiervoor ingezet. We blijven informatie uitwisselen en afstemming tussen zorg- en veiligheidspartners faciliteren en bevorderen, als voorwaarde voor de veiligheid en het welzijn van onze inwoners.

7.3 De toegang tot zorg en ondersteuning

Het CJG en het Wmo-loket vormen de toegang tot geïndiceerde zorg of ondersteuning, die geboden wordt vanuit de Jeugdwet of Wmo. Ook huisartsen zijn hierin belangrijke partners. Zij kunnen jeugdigen direct verwijzen naar zorg en ondersteuning vanuit de Jeugdwet. Ons uitgangspunt is om samen met de inwoner of diens ouder(s)/verzorger(s) te kijken naar een passende oplossing.

We bekijken de hulpvraag vanuit een integrale blik. Bij een doorverwijzing zorgen we voor een warme overdracht.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We vereenvoudigen administratieve procedures rondom het indienen van een aanvraag voor een Wmo-voorziening.

  • We gebruiken de Zorgtafel om afspraken te maken met huisartsen (praktijkondersteuners jeugd) over het verwijzen naar jeugdzorg.

7.4 Ondersteuning zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig

Vooruitzicht is dat het aantal inwoners dat een beroep doet op de Wmo de komende jaren toeneemt. Enerzijds door de vergrijzing, anderzijds doordat inwoners langer zelfstandig thuis blijven wonen. Daarbij is met het vervallen van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in 2019, het voor inwoners aantrekkelijker om Wmo-ondersteuning via de gemeente aan te vragen.

Ons uitgangspunt blijft: ondersteuning zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig. Door stevig in te zetten op voorliggende voorzieningen (hoofdstuk 6, Sociale Basis) verminderen we het aantal inwoners dat een beroep moet doen op duurdere maatwerkvoorzieningen. Wanneer de inzet van een maatwerk- voorziening noodzakelijk is, wordt de hoeveelheid en intensiteit van de ondersteuning aangepast aan de individuele behoeften van de inwoner die ondersteuning aanvraagt. De zorg of ondersteuning vormt een aanvulling op wat iemand nog zelf kan.

 

Bovengenoemde ontwikkelingen zorgen de laatste jaren voor langere wachttijden, met name voor de dienst huishoudelijke ondersteuning. Vooruitlopend op het voornemen van het kabinet om de inkomensafhankelijke eigen bijdrage weer in te voeren willen wij een sterk moreel appèl doen op inwoners met een hoger inkomen.

Hiermee houden we voorzieningen beschikbaar voor de meest kwetsbare inwoners en brengen we de wachttijden terug.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We doen een moreel appèl op inwoners met een hoger inkomen om ondersteuning zoveel als mogelijk binnen het eigen netwerk te zoeken, of anders zelf te betalen.

7.5 Veilig Thuis Kennemerland

Veilig Thuis is in diverse wetten verankerd en is er voor iedereen die te maken krijgt met huiselijk geweld of kindermishandeling. Bij henzelf of in hun omgeving. Veilig Thuis biedt een meldpunt, doorbreekt onveilige situaties, zorgt voor afstemming tussen de samenwerkingspartners en biedt perspectief op een betere en veiligere situatie. De taken van Veilig Thuis in onze regio zijn ondergebracht bij de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK).

 

Wat gaan we doen?

 

  • We gaan het gesprek voeren met scholen, kinderopvangorganisaties, welzijnspartijen (waaronder jongerenwerk) en verenigingen over het meldpunt van Veilig Thuis en op welke manier we signalen van onveiligheid effectiever en sneller in beeld kunnen krijgen.

7.6 Jeugdwet

De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdzorg.

We werken regionaal samen in het uitvoeren van de verplichte gemeentelijke taken uit de Jeugdwet. Het gaat hierbij om jeugd- en opvoedhulp met- en zonder verblijf, jeugdbescherming en jeugdreclassering.

De transformatie van de jeugdzorg is een veelbesproken onderwerp in het maatschappelijk debat. De versnippering van het jeugdzorgstelsel heeft gezorgd voor onduidelijkheden in samenwerking en rolverdeling. Daarnaast verhogen de administratieve lasten en de toenemende vraag naar jeugdhulp de druk op de professionals.

 

Halverwege 2023 is de landelijke Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028 vastgesteld. Deze hervormingsagenda moet knelpunten in de jeugdzorg structureel aanpakken en het systeem financieel houdbaar maken voor de toekomst. De gemeente bepaalt de komende beleidsperiode samen met de regio hoe deze hervormingsagenda wordt uitgevoerd.

 

Aanvullend hebben we een Regiovisie jeugdhulp IJmond en Zuid- Kennemerland. Deze regiovisie geeft richting aan de samenwerking tussen gemeenten in de regio en de inhoudelijke opgaven en ambities. In dit document staan de volgende transformatiedoelen:

 

  • De juiste hulp op maat, minder inzet van dure gespecialiseerde hulp.

  • Meer samenhang binnen de jeugdzorg door innovatie en door betere samenwerking.

  • Meer ruimte voor professionals door vermindering van regeldruk en administratieve lasten.

Wat gaan we doen?

 

  • We proberen het aantal pleeggezinnen in de gemeente Bloemendaal te vergroten.

  • We onderzoeken of en waar de mogelijkheden liggen voor kleinschalige woonvoorzieningen in Bloemendaal.

  • We stellen met de regio’s Zuid-Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer een plan van aanpak voor het ‘Toekomst scenario Kind en Gezinsbescherming’, zodat we de jeugd- bescherming de komend jaren effectiever en eenvoudiger kunnen organiseren.

  • We stimuleren jeugdzorgaanbieders (consortia) en scholen om de samenwerking te versterken door innovatie van de Jeugdwet efficiënter uit te voeren.

  • We continueren de extra inzet van het CJG in de Bloemendaalse scholen. Jaarlijks evalueren we de opbrengst van deze inzet, we kijken op dat moment nadrukkelijk naar de verschillen in de behoefte en resultaten per dorpskern.

  • We gaan onderzoeken welke ondersteuning voor kinderen die te maken krijgen met een problematische scheiding voor Bloemendaal het beste is.

7.7 Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang

Op dit moment is centrumgemeente Haarlem verantwoordelijk voor Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang in de Regio Zuid- Kennemerland, IJmond en Haarlemmermeer. Vanaf 1 januari 2025 worden de gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk voor Beschermd Wonen. In het kader van deze ontwikkelingen zijn met de regiogemeenten twee belangrijke uitgangspunten geformuleerd:

 

  • 1.

    we stellen de inwoner centraal;

  • 2.

    we bieden ondersteuning van dichtbij en ‘zo thuis mogelijk’.

We werken de komende jaren samen met de regiogemeenten en zorgaanbieders aan een ontwikkelagenda, waarin we:

  • de beweging naar ‘zo thuis mogelijk’ wonen in gang zetten;

  • het lokale aanbod voor Beschermd- en Beschut Wonen verder ontwikkelen;

  • zorgen voor een zachte landing voor inwoners die uitstromen uit voorzieningen voor Beschermd- en Beschut Wonen.

Daarnaast is er regionaal aandacht voor het groeiend aantal inwoners dat een beroep doet op Maatschappelijke Opvang en voor de toename van complexe problematiek. Lokale preventieve inzet (zoals het tijdig bieden van begeleiding en een dagstructuur) is, zeker na 1 januari 2025, nodig, maar regionale voorzieningen blijven beschikbaar als lokale inzet niet voldoende is.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We werken de komende jaren samen met de regiogemeenten en zorgaanbieders aan een ontwikkelagenda Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang en voeren de acties komend uit het Uitvoeringsprogramma Opvang, Wonen en Herstel uit.

  • We voeren lokaal de transitie door van intramurale Beschermd Wonen voorzieningen naar zelfstandig in de wijk (Beschermd Thuis). Dat betekent dat we de komende periode ook in onze gemeente zoeken naar plekken waar we voorzieningen kunnen realiseren.

7.8 Participatiewet

We dragen er zorg voor dat alle inwoners 34bestaanszekerheid hebben en niemand onder het 35bestaansminimum leeft. Ook ondersteunen we inwoners met een arbeidsbeperking. De gemeente is ook verantwoordelijk voor het bieden van schuldhulpverlening.

 

Werk en inkomen

We ondersteunen de inwoner om naar vermogen deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Het liefst via betaald werk. Hierbij bieden we ondersteuning op maat. Meedoen in de maatschappij, of dit nu door middel van een traject, vrijwilligerswerk of betaald werk is, zorgt voor routine en geeft betekenis en invulling aan het dagelijks leven van inwoners. Betaald werk geeft daarnaast nog de voldoening van minder afhankelijk zijn van regelingen. Voor statushouders is werk een directe vorm van integratie.

 

Inwoners die instromen in de bijstand zijn steeds moeilijker (snel) bemiddelbaar naar (regulier) werk. Het betreft steeds vaker mensen, met name jongeren, met bijkomende problematiek die hen belemmert. Ook gaat de groter wordende groep statushouders een groter beroep doen op bijstandsbeleid. Vooral omdat deze mensen hun aandacht op inburgering moeten richten.

 

Geldzorgen leggen een enorme druk op de positieve gezondheid en de ervaren welvaart van inwoners. Lang op of rond het bestaansminimum leven heeft grote invloed op andere leefgebieden en de mate waarin het mensen lukt mee te doen in de maatschappij. Denk hierbij aan het effect op een gezonde leefstijl, psychische gezondheid, werk, 36schuldenproblematiek, een kansrijke start voor kinderen, de invloed van intergenerationele armoede, enz.

 

Minimabeleid

Het beleidsplan minimabeleid maakt dat ook inwoners die minder te besteden hebben mee kunnen doen in de maatschappij en dezelfde mogelijkheden krijgen als alle andere inwoners. Er is speciale aandacht in het minimabeleid voor de positie van kinderen die opgroeien in gezinnen die minder te besteden hebben, op o.a. de gebieden onderwijs, sport, cultuur, het behalen van een zwemdiploma en mobiliteit.

 

Inburgering

We streven naar een zo snel mogelijke inburgering van statushouders en expats en een actieve houding van deze doelgroep, we leggen daarbij de nadruk op arbeid. En dat is mogelijk, blijkt uit het feit dat Oekraïners snel onderdeel zijn geworden van onze samenleving en (veelal) betaald werk hebben gevonden. Niet meedoen is geen optie.

 

De Wet inburgering geeft de gemeente een actieve en leidende rol.

We zijn verantwoordelijk voor een snelle start van de inburgering, via een traject waarin we taalles, participatie, maatwerk en kwaliteit combineren. Hierbij werken wij samen met onze maatschappelijke partners zoals Welzijn Bloemendaal (activiteiten gericht op integratie), Vluchtelingenwerk (maatschappelijke begeleiding statushouders) en Bibliotheek Zuid-Kennemerland (taalactiviteiten).

 

Daarnaast kunnen sportverenigingen een waardevolle rol vervullen in het inburgeringsproces door nieuwkomers deel te laten uitmaken van de (sport) gemeenschap.

 

We streven ernaar om samen met sportverenigingen te onderzoeken welke acties ingezet kunnen worden (denk aan: een financiële tegemoetkoming in de contributie en/of koppeling van een sportmaatjes) om nieuwkomers deel te laten nemen én te behouden. Dit zal de sociale inclusie en taalvaardigheid bevorderen, terwijl ze tegelijkertijd genieten van de voordelen van sport en beweging.

 

Onder de Inburgeringswet vallen ook mensen die tegelijk met andere aspecten van het gemeentelijke pakket te maken krijgen. Dat kan passend onderwijs zijn, een bijstandsuitkering, een Wmo-voorziening, kinderopvang of schuldhulpverlening. Een integrale benadering is dus noodzakelijk.

 

Wat gaan we doen?

 

  • We zetten sport(verenigingen) in om het integratieproces te versnellen en de sociale inclusie te vergroten.

  • We zetten een jobcoach in, specifiek voor statushouders, om hen te begeleiden naar (betaald) werk, opleiding of vrijwilligerswerk.

  • We maken een nieuw beleidsplan Minimabeleid, waarin de verbinding wordt gelegd met beleid Bijzondere Bijstand. Om daarmee zoveel mogelijk in te spelen op individuele armoedeproblematiek.

8. Prioritering, monitoring en evaluatie

In dit beleidsplan staat een groot aantal doelen en voornemens die we niet allemaal tegelijk kunnen uitvoeren. Er staan voornemens in die met een enkele maatregel uit- gevoerd kunnen worden, andere hebben meer aandacht nodig, of lopen meerdere jaren door. Aan de hand van de actualiteit stelt het college jaarlijks vast welke doelen in dat betreffende jaar centraal staan. Dit bepaalt waar we, samen met onze partners, op inzetten.

 

Om de voortgang en effectiviteit van het beleidsplan te kunnen beoordelen, is monitoring en evaluatie van groot belang. We maken gebruik van kwantitatieve en kwalitatieve methoden om de resultaten en effecten van ons beleid te analyseren. We hanteren de volgende methoden:

 

  • 1.

    We evalueren jaarlijks de bereikte doelstellingen en stellen beleid waar nodig bij. We betrekken inwoners, professionals en andere belanghebbenden bij deze evaluatie om diverse perspectieven te verzamelen (kwalitatief).

  • 2.

    We verzamelen relevante data en indicatoren om de prestaties en resultaten van thema’s en onderwerp te meten (kwantitatief). Dit is niet voor alle thema’s en onderwerpen mogelijk. Ook vertellen cijfers in het Sociaal Domein niet altijd het hele verhaal. Zo zijn de effecten van preventieve maatregelen niet direct zichtbaar en ook niet voor 100% te kwantificeren.

8.1 Rapportage aan de gemeenteraad

De voortgang van het beleidsplan wordt één keer per twee jaar gerapporteerd aan de gemeenteraad. Deze voortgangsrapportage bevat een overzicht van de behaalde resultaten naar aanleiding van de (centraal) gestelde doelen, uitgesplitst per ‘wat gaan we doen’. De gemeenteraad kan zo toezicht houden en blijft geïnformeerd over de uitvoering van het beleidsplan.

9. Financiën

De gemeenteraad stelt jaarlijks de begroting vast. De financiële middelen die nodig zijn om dit beleidsplan uit te voeren komen uit de algemene uitkering van het Rijk en de Brede SPUK-regeling. De verwachting is dat we de beleidsdoelstellingen voor de periode 2024-2027 kunnen realiseren binnen deze genoemde financiële middelen.

 

De afgelopen jaren zien we de vraag naar ondersteuning vanuit de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet (de wettelijke taken) toenemen. De verwachting is dat deze trend de komende jaren wordt voortgezet. Deze verwachting in combinatie met de Cao-ontwikkelingen in de zorgsector leidt ertoe dat de kosten de komende jaren verder toenemen. Wanneer blijkt dat extra financiële middelen nodig zijn om onze wettelijke taken uit te voeren wordt dit voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

De Brede SPUK-regeling is voor alle gemeenten beschikbaar, om de diverse afspraken die zijn vastgelegd in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) te realiseren.

Deze middelen zijn geoormerkt.

De raad voornoemd, d.d.

de voorzitter,

de griffier,

Naar boven