Besluit tot wijziging van de BLVC-regeling Nieuwegein 2021

Het college van de gemeente Nieuwegein;

 

gelet op artikel 2:13 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening

 

besluit vast te stellen

 

Het besluit tot wijziging van: de BLVC-regeling Nieuwegein 2021

 

 

Deze regeling wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I

De Regeling BLVC Nieuwegein 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In de intitulé van de regeling wordt de zinsnede “2:10 lid 2 onder f en artikel 4:5b lid 5” vervangen door: 2:13.

 

B.

Artikel 1 komt te luiden:

 

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Bouwproject: het geheel van activiteiten ter realisatie van één of meerdere bouwwerk(en), waaronder in ieder geval ook voorbereidende werkzaamheden zoals in ieder geval het bouwrijp maken en het inrichten van de bouwplaats vallen;

  • b.

    BLVC-plan: een plan waarin aspecten ten aanzien van bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie ten behoeve van inwoners is beschreven, met name hoe het bouwproject uitgevoerd gaat worden, de fasering en bereikbaarheid, welke vormen van overlast (geluid, trillingen, licht, verkeer etc.) te verwachten zijn en welke maatregelen genomen worden om deze overlast zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te beperken. Ook een beschrijving van communicatie met de nabijgelegen omgeving van het bouwproject behoort tot dit plan;

  • c.

    Bouw-/sloopveiligheidsplan: een plan waarin de maatregelen zijn beschreven die de veiligheid voor de omgeving moeten waarborgen. Een Bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 7.8 van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving of het sloopveiligheidsplan is bedoeld in artikel 7.13 van het Besluit Bouwwerken Leefomgeving;

  • d.

    Sloopproject: het geheel van activiteiten dat leidt tot het slopen van één of meerdere bouwwerk(en). Hieronder vallen ook voorbereidende werkzaamheden zoals in ieder geval het inrichten van het projectterrein;

  • e.

    Uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden: deze activiteiten zoals bedoeld in het omgevingsplan Nieuwegein;

  • f.

    Openbare ruimte: ruimten die voor eenieder toegankelijk is. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: straten, pleinen en parken;

  • g.

    Gemeente Nieuwegein als opdrachtgever: het college van burgemeester en wethouders geeft een opdracht tot het uitvoeren van werkzaamheden aan een derde partij middels een dienstverleningsovereenkomst.

C.

Artikel 2 komt te luiden:

 

Artikel 2 toepassingsbereik

  • 1.

    Deze regeling is van toepassing op de volgende activiteiten binnen het grondgebied van de Gemeente Nieuwegein:

    • a.

      Bouwprojecten en -werkzaamheden;

    • b.

      Het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;

    • c.

      Sloopwerkzaamheden; en

    • d.

      Het plaatsen van voorwerpen in de openbare ruimte.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is deze regeling niet van toepassing voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden in de openbare ruimte indien:

    • a.

      De Gemeente Nieuwegein de werkzaamheden zelf uitvoert; dan wel

    • b.

      De Gemeente Nieuwegein opdrachtgever is; en

    • c.

      Voor het uitvoeren van de werken, geen bouwwerk zijnde, of voor die werkzaamheden geen omgevingsvergunning is vereist.

D.

Artikel 3 komt te luiden:

 

Artikel 3 Plicht tot schrijven van en inhoud van het BLVC-plan

  • 1.

    Degene die voornemens is een activiteit als bedoeld in artikel 2 eerste lid te gaan uitvoeren dient een concept BLVC-plan in voor zover:

    • a.

      Het doen van een melding voor die activiteit is vereist, bij het doen van de melding;

    • b.

      Een ontheffing voor die activiteit is vereist, bij het indienen van de aanvraag voor de ontheffing; of

    • c.

      Een omgevingsvergunning voor die activiteit is vereist, bij het indienen van de aanvraag voor een omgevingsvergunning.

  • 2.

    Het college kan besluiten om de verplichting als bedoeld in het eerste lid buiten toepassing te laten indien:

    • a.

      De initiatiefnemer kan aantonen dat de activiteit geen overlast oplevert; of

    • b.

      Er sprake is van calamiteiten.

  • 3.

    Een activiteit als bedoeld in artikel 2 eerste lid mag worden uitgevoerd, mits het BLVC-plan is goedgekeurd door het college van B&W.

  • 4.

    Een BLVC-plan is concreet en haalbaar.

  • 5.

    De vorm en inhoud van het BLVC-plan wordt bepaald door het format zoals beschreven in bijlagen 1 en 2 van deze regeling.

E.

Artikel 5 komt te luiden:

 

Artikel 5 Handhavingsbepaling

Indien een activiteit als bedoeld in artikel 2 eerste lid wordt uitgevoerd in strijd met het BLVC-plan en tevens geen ontheffing voor het afwijken van het BLVC-plan is verleend, kan het college de activiteit stilleggen tot het moment dat de activiteit conform het BLVC-plan of de goedgekeurde afwijking als bedoeld in artikel 4 uitgevoerd kan worden.

 

F.

In artikel 6 wordt na het derde lid een nieuw lid toegevoegd dat als volgt luidt:

 

  • 4.

    De verplichting om een BLVC-plan in te dienen als bedoeld in artikel 3 eerste lid geldt niet voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 eerste lid onder b en d indien een melding is gedaan of een ontheffing of omgevingsvergunning is verkregen voor 1 juni 2024.

G.

De tekst onder het kopje van Algemene toelichting komt te luiden:

 

Algemene toelichting

Bij grote bouw- en sloopprojecten is de kans op een grote belasting op de omgeving groot. Dit kan zowel gelden voor personen als voor bouwwerken. Zo kan er sprake zijn van veel bouwverkeer en worden de werkzaamheden niet altijd uitsluitend uitgevoerd op het perceel waar de bouw of sloop plaatsvindt. Dit kan leiden tot een grote belasting op de omgeving rondom het bouwterrein.

Vormen van belasting zijn: geluid, trillingen, stof en puin, schade aan omliggende panden, verminderde bereikbaarheid etc. In de regeling BLVC Nieuwegein 2021 is vastgelegd dat initiatiefnemers middels een BLVC-plan inzicht geven in de vormen van overlast die ten gevolge van de bouw- en sloopwerkzaamheden kunnen voorkomen. Uit het BLVC-plan moet blijken dat de bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid van weggebruikers en omwonenden wordt gewaarborgd in relatie tot de uitvoeringswijze en hoe dit naar weggebruikers en omwonenden wordt gecommuniceerd. Met de eerste wijziging van deze regeling in 2024 vallen werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden en het plaatsen van objecten in de openbare ruimte ook onder de werking van de BLVC-regeling.

 

Door het verplicht stellen van BLVC-plan (en onderliggende plannen) wordt bereikt dat maatregelen voor de bereikbaarheid, leefbaarheid, (bouw) veiligheid en communicatie al vroeg in de planvorming ter sprake komen en daardoor integraal deel uitmaken van het project.

 

H.

De artikelsgewijze toelichting van artikel 2 tot en met artikel 6 wordt als volgt aangepast:

 

Artikel 2

Deze regeling is van toepassing op het gehele grondgebied van de Gemeente Nieuwegein. In het eerste lid wordt aangegeven welke activiteiten vallen onder de werkingssfeer van deze regeling. In het tweede lid worden werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden onder bepaalde gevallen uitgesloten van de werking van deze regeling. Het gaat om die gevallen waarin de gemeente Nieuwegein de werkzaamheden zelf uitvoert en waarvoor tevens geen omgevingsvergunning nodig is. Deze voorwaarden gelden cumulatief.

 

Artikel 3

Het indienen van het concept BLVC-plan wordt op grond van het eerste lid gekoppeld aan het doen van de melding of het indienen van de aanvraag voor een ontheffing of een omgevingsvergunning. Hoewel dit de formele procedure betreft, wil de Gemeente Nieuwegein ernaar streven om met de initiatiefnemer al in de voorfase met elkaar in overleg te gaan over de verwachte activiteiten en overlast en wat dit voor gevolgen kan hebben voor de omgeving waarmee in de voorfase al met de initiatiefnemer een inschatting kan worden gemaakt voor wat betreft de inhoud van het BLVC-plan.

 

Op grond van het tweede lid kan de initiatiefnemer aantonen dat er geen sprake zal zijn van overlast. Heeft de initiatiefnemer dat aangetoond, dan kan worden afgezien van de plicht om een BLVC-plan te maken. Ook in geval van calamiteiten waarbij snel gehandeld dient te worden om schade of acuut gevaar te voorkomen dan wel te beperken, kan worden afgezien van het vereiste van een BLVC-plan. Hoewel in geval van calamiteiten kan worden afgezien van het vereiste van een BLVC-plan, dient wel contact te worden gezocht met de Gemeente Nieuwegein en een terugkoppeling te worden gegeven zodra de calamiteit verholpen is.

 

Het derde lid is ervoor bedoeld dat de activiteit niet eerder mag starten dan dat middels de goedkeuring van het college gegarandeerd kan worden dat de activiteit binnen een acceptabele belasting op de nabije omgeving uitgevoerd kan worden.

 

Artikel 4

Afwijken van het BLVC-plan wordt in beginsel verboden. Er kunnen zich situaties voordoen waarbij andersoortige maatregelen dan de maatregelen die in het BLVC-plan zijn opgenomen een gelijkwaardig beschermingsniveau kunnen creëren voor de nabije omgeving. In de gevallen waarbij een gelijkwaardig beschermingsniveau kan worden gegarandeerd, kan het college een ontheffing verlenen aan de initiatiefnemer om te mogen afwijken van de maatregelen zoals die beschreven zijn in het BLVC-plan. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij technische ontwikkelingen. In alle gevallen, BLVC-plannen en afwijkingen daarop, dient voldaan te worden aan de norm van artikel 4:5c APV.

 

Artikel 5

Dit artikel geeft het college de mogelijkheid om de activiteit die uitgevoerd wordt stil te leggen in gevallen waarin in strijd met het goedgekeurde BLVC-plan en artikel 4:5c APV wordt gehandeld en die activiteit leidt tot vormen van overlast die door de in het BLVC-plan opgenomen maatregelen zouden moeten worden voorkomen dan wel gemitigeerd zouden moeten worden. Indien een afwijking van het BLVC-plan wordt goedgekeurd ten tijde van een opgeschorte activiteit, kan de activiteit hervat worden. Het handhaven bij deze overtredingen ligt in het verlengde van artikel 4:5c APV.

De handhavingsbevoegdheid als bedoeld in dit artikel doet niet af aan de bevoegdheid handhavend op te treden op grond van artikel 6:1 en artikel 6:3 van de Algemene plaatselijke verordening en hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 6

De regeling BLVC 2021 gaat gelden voor gebieden waar al voorafgaand aan de werking van de regeling verscheidene activiteiten plaatsvinden en hebben gevonden. Voor de situatie waarbij met de initiatiefnemer bij anterieure overeenkomst is afgesproken dat een BLVC-plan gemaakt zou worden wordt deze regeling vanaf het moment van inwerkingtreding van toepassing op de rest van de uitvoering van de werkzaamheden volgens het vastgestelde BLVC-plan. De handhaving op basis van deze regeling is daarmee ook van toepassing op deze BLVC-plannen.

Voor bouw- en sloopprojecten waar voorafgaand aan deze regeling geen BLVC-plan is gemaakt, noch is afgesproken om een BLVC-plan op te stellen gelden de regels van deze regeling niet. Dit ontslaat de initiatiefnemer echter niet van zijn verantwoordelijkheid om de overlast als gevolg van de bouw- en/of sloopwerkzaamheden te beperken tot een acceptabel niveau voor de omgeving nabij het bouwterrein.

Met de eerste wijziging van de BLVC-regeling in mei 2024 worden de activiteiten werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden en ook het plaatsen van objecten in de openbare ruimte BLVC-plichtig als er een melding, ontheffing of omgevingsvergunning is vereist voor die activiteiten. Voor zover de melding reeds is gedaan of een ontheffing/omgevingsvergunning is verkregen op het moment dat deze wijziging van de BLVC-regeling in werking treedt, zijn deze activiteiten uitgesloten van de werking van de BLVC-regeling.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel III

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit BLVC-regeling 2024

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 14 mei 2024.

Ellie Liebregts

secretaris

Marijke van Beukering

burgemeester

Toelichting

In artikel 1 zijn een aantal begrippen toegevoegd en enkele zijn gewijzigd om beter te doen aansluiten bij de bredere toepassing van de BLVC-regeling.

In artikel 2 worden activiteiten toegevoegd die onder het toepassingsbereik van de BLVC-regeling vallen. Er wordt ook een tweede lid toegevoegd met uitzonderingen op de toepassing van de BLVC- regeling. In artikel 3 lid 1 is het indieningsmoment afhankelijk gesteld van de vorm van toestemming die nodig is voor het uitvoeren van de activiteit. Daarnaast is het format van de BLVC in de bijlage nu leidend, dit volgt uit lid 5. In artikel 5 worden een aantal zinsneden aangepast om beter aan te sluiten bij het totaal aan activiteiten waar de BLVC-regeling voor geldt. In artikel 6 is een nieuw lid toegevoegd waarin het overgangsrecht wordt geregeld voor de activiteiten werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden en voor het plaatsen van objecten in de openbare ruimte.

Naar boven