Verkeersbesluit voor het invoeren van een nul-emissiezone voor brom- en snorfietsen per 1 januari 2025 te Amsterdam

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

• gelet op artikel artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994);

• het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

• het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW);

• de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Awb;

• het ontwerpverkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam over het invoeren van een nul-emissiezone voor brom- en snorfietsen per 1 januari 2025 (Ontwerpverkeersbesluit nul-emissiezone brom- en snorfietsen Amsterdam 2025

heeft besloten om bij verkeersbesluit een nul-emissiezone voor brom- en snorfietsen met overgangsregeling in te voeren, zodat de in het Actieplan Schone Lucht en de in de Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit 2023-2026 genoemde doelstellingen voor luchtkwaliteit (reductie van de uitstoot van fijnstof- en stikstofoxiden) en klimaat (CO2-reductie) worden behaald. Onder nul-emissie wordt verstaan een brom- of snorfiets zonder uitlaatemissie van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes.  

Overwegingen ten aanzien van dit besluit

Wettelijke basis

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wvw 1994 moet een verkeersbesluit genomen worden voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd. 

Aanleiding

De uitstoot van stikstofoxiden (NOx) en fijnstof (PM10 en PM2,5) vormt nog steeds een groot gezondheidsrisico. Deze stoffen veroorzaken luchtwegklachten en hart- en vaatziekten. Vooral kinderen, ouderen of mensen die al een luchtwegaandoening of hart- en vaatziekte hebben, lopen meer risico op het krijgen van gezondheidsklachten. Ook kunnen ongeboren kinderen gezondheidsklachten krijgen door de lucht die hun moeder inademt.¹  Volgens berekeningen van de GGD leeft de gemiddelde Amsterdammer ongeveer 11 maanden korter en rookt deze gemiddeld 4,4 sigaretten per dag mee door de luchtverontreiniging in de stad.² Dit onderstreept de noodzaak om de lucht in Amsterdam nog schoner te maken. In het Actieplan Schone Lucht (vastgesteld op 1 oktober 2019) heeft het college beschreven hoe tot 2030 wordt toegewerkt naar een emissievrij Amsterdam. De ambitie uit het Actieplan richt zich op het halen van de advieswaarden van 2005 van de World Health Organization (WHO) in 2030. Amsterdam ligt op schema om deze ambitie waar te maken. Echter op 22 september 2021 heeft de WHO de advieswaarden uit 2005 stevig aangescherpt. De gemeente ziet dit als een reden om de komende jaren te blijven inzetten op een verdere verbetering van de luchtkwaliteit.

In het Actieplan Geluid 2020-2023 zijn verschillende maatregelen opgenomen om het geluid van het verkeer in de stad terug te dringen. De grootste winst wordt verwacht van de invoering van de nul-emissiezone voor brom- en snorfietsen. Volgens de berekening in het Actieplan Geluid vormen die vervoersmiddelen met 20,5% ernstige hinder nog de grootste bron van geluidshinder in Amsterdam. De verwachting is dat die hinder dan voor een groot deel zal wegvallen.

De Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit (Bijlage 1) zoals vastgesteld op 6 juni 2023 geeft een overzicht van de maatregelen die in de huidige bestuursperiode tot en met 2026 worden genomen om de ambities uit het Actieplan Schone Lucht te realiseren. Het college wil de CO2-uitstoot (koolstofdioxide) met 60% terugdringen in 2030 ten opzichte van peiljaar 199o. Voor wat betreft PM2.5 wordt in 2030 gestreefd naar 10 ug/m3, voor wat betreft PM10 naar 20 ug/m3 en voor wat betreft NO2 wordt gestreefd naar 40 ug/m3. Naast het invoeren van een nul-emissiezone voor brom- en snorfietsen, wil het college vanaf 2025 ook de milieuzone voor dieselpersonenauto´s aanscherpen naar emissieklasse 5 – waar taxi´s die geregistreerd staan als personenauto vanaf 1 januari 2025 ook onder vallen – en een nul-emissiezone invoeren voor bedrijfs- en vrachtauto´s, pleziervaart, passagiersvaart en transport over water. Ook ten aanzien van touringcars heeft het college de ambitie om een nul-emissiezone in te voeren. Om de transitie naar uitstootvrij touringcarvervoer te versnellen heeft Amsterdam op 30 oktober 2023 een landelijk convenant ondertekend met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV), de Koninklijke RAI Vereniging en de gemeenten Den Haag, Eindhoven en Utrecht. Verder liggen de bussen van het openbaar vervoer op koers om in 2025 volledig uitstootvrij te rijden. Daarnaast wil het college de uitstoot van houtstook en mobiele werktuigen beperken. Voor houtstook wordt in samenwerking met de GGD aan een beleidskader gewerkt. Voor mobiele werktuigen wordt in 2024 de Amsterdamse Aanpak gepresenteerd in samenwerking met de branche. Naar verwachting wordt deze in het derde kwartaal van 2024 vastgesteld. Nul-emissiezones en milieuzones maken het – als regulerende maatregelen – mogelijk om vervuilende voertuigen te weren uit delen van de stad met onder meer als doel het verbeteren van de luchtkwaliteit in de stad. Deze maatregelen dragen gezamenlijk bij aan een verlaging van de concentraties van luchtverontreinigende stoffen en dus aan een vermindering van de hierboven beschreven gezondheidsrisico’s. Deze maatregelen dragen ook bij aan vermindering van geluidsoverlast door verkeer. Ook levert de transitie van fossiel naar emissievrij wegverkeer een bijdrage aan het verminderen van de CO2-uitstoot in Amsterdam. Hiermee worden de effecten van de klimaatverandering die in Amsterdam zichtbaar zijn op termijn verminderd. Daarmee vormen bovengenoemde zones een belangrijke stap om Amsterdam klimaatneutraal te maken. Het gemotoriseerd verkeer (met varen en mobiele werktuigen) zorgt voor ongeveer 11 procent van de totale CO2-uitstoot in Amsterdam.³

Effecten luchtkwaliteit en klimaat

TNO heeft de effecten van het invoeren van een nul-emissiezone voor brom- en snorfietsen met overgangsregeling zoals vastgelegd in de Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit 2023 –2026 berekend. Dit is opgenomen in het TNO-rapport ´Luchtkwaliteitseffecten van maatregelen brom- en snorfietsen Amsterdam´(TNO 2024 R10638). Dit rapport is als Bijlage 2 bij dit besluit opgenomen. In het rapport is uitgegaan van een bandbreedte tussen twee uitgangspunten. Bij uitgangspunt A wordt ervan uitgegaan dat geweerde brom- en snorfietsen worden vervangen door brom- en snorfietsen die op dat moment wel zijn toegestaan, daarbij is rekening gehouden met de overgangsregeling. Bij uitgangspunt B wordt ervan uitgegaan dat geweerde brom- en snorfietsen in 50% van de gevallen worden vervangen door brom- en snorfietsen die wel zijn toegestaan en in 50% door elektrische brom- en snorfietsen. Uitgangspunt B is meegenomen, omdat het aandeel elektrische brom- en snorfietsen in de nieuwverkoop in Amsterdam de afgelopen jaren sterk is toegenomen. Uitgaande van deze uitgangspunten ontstaat een bandbreedte van het zogenoemde reductiepotentieel. Omdat het gedrag van consumenten onzeker is, is het niet mogelijk om het exacte vervangingsgedrag in te schatten.   

Onderstaande tabellen laten de reductie in emissies zien bij uitgangspunt A en B, zowel in tonnen als percentage.

Uit de tabellen bij uitgangspunt A volgt dat in 2030 95% van de emissies zijn gereduceerd voor wat betreft stikstofoxiden (Nox), roet, koolstofdioxide (Co2), en HC (koolwaterstoffen). De overige 5% is niet weergegeven, omdat de verwachting is dat 5% een ontheffing heeft of in overtreding is. Ten aanzien van fijnstof (PM 10 en PM 2,5) is het reductiepotentieel laag, dit komt doordat deze emissies vooral van remmen, banden- of wegdekslijtage komen. Het grote verschil met de tabellen bij uitgangspunt B is het verloop van verschoning voor CO2 en HC. Deze verschoning verloopt bij uitgangspunt B iets sneller.

Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de nul-emissiezone voor brom- en snorfietsen met overgangsregeling de vloot van brom- en snorfietsen in Amsterdam verschoont. In 2030 wordt een reductie van 95% verwacht ten aanzien van Co2, Nox, roet en HC.

Vermindering van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade en de gevolgen voor het milieu

Zoals uit de aanleiding blijkt, is de nul-emissiezone voor brom- en snorfietsen onderdeel van een breder en samenhangend pakket aan maatregelen. De maatregelen tezamen leveren een bijdrage aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in de stad, hetgeen in het belang is van de gezondheid van alle bewoners en bezoekers van Amsterdam. Daarnaast dragen de maatregelen bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot in de stad, hetgeen ten goede komt aan de klimaatambitie van Amsterdam. Gelet op het bovenstaande wordt naar het oordeel van het college de door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, voorkomen of beperkt als bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet.

Omvang van de zone

Om helderheid aan bewoners en bezoekers te bieden over de grenzen van de nul-emissiezone, is het aanhouden van de grenzen van de reeds bestaande milieuzone (het gebied binnen de bebouwde kom) van groot belang.

Zoals aangegeven in het Actieplan Schone Lucht en de Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit heeft het college ervoor gekozen om de omvang van de nul-emissiezone gelijk te houden aan de huidige grenzen van de milieuzone voor brom- en snorfietsen. De begrenzing van de nul-emissiezone betreft de bebouwde kom, met uitzondering van de dorpen in Landelijk Noord (Durgerdam, Holysloot, Ransdorp en Zunderdorp). In aanvulling op het ontwerpverkeersbesluit merkt het college verder op dat Schellingwoude ook buiten de nul-emissiezone blijft vallen. Ook Weesp is uitgezonderd.

Het gebied van de nul-emissiezone is weergegeven op de kaart die als Bijlage 3 aan dit besluit is gehecht.   

Overgangsregeling

Voor zowel brom- als snorfietsen geldt de volgende overgangsregeling:

• tot 1 januari 2028 blijven op fossiele brandstof rijdende brom- en snorfietsen met een Datum Eerste Toelating vanaf 1 januari 2011 tot en met 31 december 2024 toegang behouden tot de nul-emissiezone;

• tot 1 januari 2030 blijven op fossiele brandstof rijdende brom- en snorfietsen met een Datum Eerste Toelating vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2024 toegang behouden tot de nul-emissiezone;

• vanaf 1 januari 2030 hebben alleen uitstootvrije brom- en snorfietsen toegang tot de nul-emissiezone.

Voor voertuigen die vallen onder de overgangsregeling hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd.  

Ontheffingenbeleid

In het ontheffingenbeleid dat separaat is vastgesteld door het college zijn de volgende ontheffingen opgenomen:

• Een weekendontheffing voor oldtimers, dit betreft voertuigen van 30 jaar en ouder;

• Een ontheffing vanwege medische omstandigheden;

• In uitzonderlijke situaties waarbij toepassing van het beleid tot onevenredige gevolgen leidt, blijft het mogelijk om een beroep te doen op de hardheidsclausule.

Het beleid ten aanzien van oldtimers blijft ongewijzigd. Ten aanzien van de ontheffing in verband met medische redenen merkt het college op dat deze met ingang van 1 januari 2028 kan worden verleend voor fossiele brom- en snorfietsen met een Datum Eerste Toelating tussen 1 januari 2011 en 1 januari 2018. Deze voertuigen hebben immers tot 1 januari 2028 toegang tot de nul-emissiezone op grond van de overgangsregeling en daardoor voor 1 januari 2028 geen ontheffing nodig. Voor fossiele brom- en snorfietsen met een Datum Eerste Toelating tussen 1 januari 2018 en 1 januari 2025, kan met ingang van 1 januari 2030 ontheffing worden verleend. Om voor deze ontheffing in aanmerking te komen moet iemand vanwege medische redenen afhankelijk zijn van een specifieke brom- of snorfiets en daardoor niet kunnen overstappen op een elektrisch voertuig of een andere vorm van vervoer. Verder blijven brommobielen en gehandicaptenvoertuigen toegang houden tot de nul-emissiezone voor brom- en snorfietsen. Voor brommobielen is, in tegenstelling tot wat in het ontwerpverkeersbesluit is opgenomen, geen ontheffing nodig. Gehandicaptenvoertuigen hebben geen kentekenplaat, waardoor op het gebruik van deze voertuigen niet zal worden gehandhaafd. Tot slot staan elektrische brom- en snorfietsen (al dan niet omgebouwd) als zodanig geregistreerd bij de RDW, waardoor deze voertuigen toegang hebben tot de nul-emissiezone. Een ontheffing voor het inbouwen van een elektrische motor is, in tegenstelling tot wat in het ontwerpverkeersbesluit stond vermeld, dan ook niet nodig.   In hetgeen naar voren is gebracht in de zienswijzen heeft het college geen aanleiding gezien aanvullende ontheffingen op te nemen.

Ondersteuningsmaatregel

Het college werkt aan een ondersteuningsmaatregel voor Amsterdammers met een Stadspas ter stimulering van het laten slopen van een fossiele brom- of snorfiets. Naar verwachting wordt deze regeling opengesteld in de eerste helft van 2025. In de tweede helft van 2024 wordt hierover meer bekend gemaakt, onder andere via amsterdam.nl/uitstootvrijvervoer.

Bebording en handhaving

Ter uitvoering van het definitieve verkeersbesluit dient bijbehorende bebording te worden geplaatst. Er is gekozen voor een zonale toepassing van het C13 bord, welke een geslotenverklaring voor bromfietsen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen, met in werking zijnde motor inhoudt.

Bebording per 1 januari 2025

Onder het zonaal uitgevoerde C13 bord wordt een onderbord geplaatst. Op dat onderbord staat de tekst ´uitgezonderd´, daaronder staat de tekst ´uitstootvrij´ en weer daaronder de tekst ´datum eerste toelating 2011 t/m 2024´. Brom- en snorfietsen die uitstootvrij zijn en fossiele brom- en snorfietsen die een datum eerste toelating van 1 januari 2011 t/m 31 december 2024 hebben, zijn dus uitgezonderd en wel toegestaan in de uitstootvrije zone. Onder bovengenoemd onderbord wordt nog een onderbord geplaatst met daarop het pictogram van een camera en daarachter het logo van de Gemeente Amsterdam.

Bebording per 1 januari 2028 en 1 januari 2030

Per 1 januari 2028 verandert de bebording, waarbij het getal ´2011´ op het onderbord wordt gewijzigd naar het getal´2018’.

Per 1 januari 2030 verandert de bebording wederom, waarbij het onderbord met de teksten ´uitgezonderd´, ´uitstootvrij´ en ´datum eerste toelating 2018 t/m 2024´ wordt vervangen en daarvoor in de plaats een onderbord met daarop de tekst ´uitgezonderd uitstootvrij´ wordt geplaatst. In Bijlage 4 bij dit verkeersbesluit staan de toegepaste borden.

De nul-emissiezone zal worden gehandhaafd door middel van een ANPR-systeem (automatic number plate recognition) en inzet van mobiele ANPR op wisselende locaties in de stad, in combinatie met daartoe bevoegde bijzondere opsporingsambtenaren (boa´s).   Bovenstaande bordencombinatie is tot stand gekomen na afstemming met de politie en het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (Parket CVOM) en is een verkeersteken op grond waarvan het voor iedereen duidelijk is welke toelatingseisen gelden.

Communicatie

Amsterdam communiceert al sinds 2015 over de invoering van een uitstootvrije zone voor brom- en snorfietsen per 2025. In maart 2015 is de Agenda Duurzaamheid vastgesteld waarmee de basis is gelegd voor de koers naar uitstootvrij vervoer in 2025. In juni 2016 is na inspraak het maatregelpakket ´Schone Lucht voor Amsterdam – op weg naar uitstootvrij 2025´ vastgesteld. Dat maatregelpakket is een concrete uitwerking van de milieuzones - waaronder de milieuzone voor brom- en snorfietsen - die in de Agenda Duurzaamheid zijn opgenomen. In het verkeersbesluit tot instelling van de milieuzone voor brom- en snorfietsen is gewezen op de ambitie om per 1 januari 2025 een uitstootvrije zone voor brom- en snorfietsen in te voeren. Op 1 oktober 2019 is het Actieplan Schone Lucht vastgesteld, waarin beschreven staat hoe tot 2030 wordt toegewerkt naar een emissievrij Amsterdam. Een van die maatregelen is de invoering van een uitstootvrije zone voor brom- en snorfietsen per 1 januari 2025. Rondom het Actieplan Schone Lucht heeft in de zomer van 2019 een participatietraject plaatsgevonden met een online community platform en een kennismarkt.

Op 6 juni 2023 is de Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit vastgesteld. Deze geeft een overzicht van de maatregelen die in de huidige bestuursperiode tot en met 2026 worden genomen om de ambities uit het Actieplan Schone Lucht te realiseren, waaronder het invoeren van een uitstootvrije zone voor brom- en snorfietsen per 1 januari 2025. Anders dan in het Actieplan Schone Lucht uit 2019, waar nog werd uitgegaan van een uitstootvrije zone voor brom- en snorfietsen per 2025 zonder overgangsregeling, wordt in de Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit uitgegaan van invoering van een uitstootvrije zone mét een overgangsregeling voor bestaande brom- en snorfietsen.   Direct na vaststelling van de Uitvoeringsagenda Uitstootvrije Mobiliteit is er breed gecommuniceerd over de veranderingen vanaf 2025 en de route naar een emissievrij Amsterdam. Amsterdamse brom- en snorfietseigenaren ontvingen een persoonlijke brief waarin de invoering van de nul-emissiezone werd toegelicht. Ook dealers van brom- en snorfietsen in Amsterdam en omgeving hebben een brief gekregen met dezelfde strekking. In de brieven zijn zij gewezen op de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Het indienen kon online, per post of mondeling tijdens een van de tien inloopavonden die tijdens de zienswijzeprocedure zijn georganiseerd.

Om eigenaren en potentiële eigenaren te informeren, zet de gemeente zowel online als offline voorlichtingscampagnes in. Tot slot blijft de gemeente Amsterdam brom- en snorfietsbezitters informeren met diverse (online en offline) communicatiemiddelen en (waarschuwings)brieven tot 2030. Na de invoering van de nul-emissiezone per 2025 en na de aanscherpingen in 2028 en 2030 ontvangen overtreders gedurende de eerste vier maanden een waarschuwingsbrief en worden ze nog niet beboet.  Voor meer informatie over de communicatie rondom de nul-emissiezone voor brom en snorfietsen verwijst het college naar hoofdstuk 9 van de nota van beantwoording. 

Belangenafweging

In het voortraject zijn verschillende partijen geconsulteerd. Het gaat om RAI Vereniging, BOVAG, scooterdealers en onderhoudsbedrijven, FEHAC, Scooterbelang en omliggende gemeenten. De belangen van deze partijen zijn in dat voortraject duidelijk naar voren gekomen en meegewogen.

In overeenstemming met het bepaalde in de Awb heeft het Ontwerpverkeersbesluit nul-emissiezone brom- en snorfietsen Amsterdam 2025 gedurende zes weken ter inzage gelegen van 11 september 2023 tot en met 23 oktober 2023 met de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. In totaal zijn er 165 zienswijzen ontvangen. De ingediende zienswijzen zijn zorgvuldig gelezen. De Nota van Beantwoording bevat een samenvatting van alle zienswijzen die voor en tegen het ontwerpverkeersbesluit zijn gericht op onderwerp. Per onderwerp is door het college op de zienswijzen gereageerd. Aan de hand daarvan heeft het college een afweging gemaakt tussen het algemene luchtkwaliteits- en klimaatbelang dat met dit besluit wordt gediend en de individuele belangen van brom- en snorfietseigenaren.

Het college begrijpt dat de maatregel voor belanghebbenden ingrijpende gevolgen kan hebben, maar is na het lezen van alle zienswijzen nog steeds van oordeel dat de met het verkeersluit gediende belangen zwaarder wegen dan de individuele belangen. Samen met de overgangsregeling, het ontheffingenbeleid en de voorgenomen stimuleringsmaatregel voor Stadspashouders is volgens het college een evenwichtig pakket aan maatregelen tot stand gekomen waarmee niet alleen het algemeen belang is gediend, maar ook voldoende rekening is gehouden met de specifieke belangen.

Het college wijst verder op de reeds ingezette marktontwikkeling van elektrische brom- en snorfietsen. Uit gegevens van de RAI Vereniging blijkt dat de elektrificatie van de bromfiets in Nederland in 2022 stevig doorzette. Van de elektrische variant werden er 14.910 verkocht, 85% meer dan in 2021. De benzine variant werd met 18.502 verkochte bromfietsen 15% vaker verkocht dan in 2021. De stijging in het aantal verkochte bromfietsen ging ten koste van de snorfiets, waarvan er in 2022 29.304 werden verkocht, 41,6% minder dan in 2021. Voor Amsterdam geldt dat in heel 2022 74% van de nieuwverkopen elektrisch was en in 2023 55%. Hierbij moet worden opgemerkt dat het totale aantal brom- en snorfietsen dat in 2023 nieuw is aangeschaft, fors is gedaald ten opzichte van 2022, namelijk van 5.591 naar 1.797. Mogelijke aanleidingen hiervoor zouden kunnen zijn: de helmplicht voor snorfietsers en de populariteit van e-bikes. Uit kentekenregistraties bij de RDW en het aantal passages bij de camera´s blijkt dat de trend van verschoning in het Amsterdamse wagenpark doorzet.

Het besluit wordt genomen in de context van deze marktontwikkelingen en sluit daarbij aan. Het college meent dat er voor burgers en ondernemers een groeiend aanbod aan betaalbare elektrische brom- en snorfietsen is en ook voldoende andere uitstootvrije alternatieven. Het college heeft bij de besluitvorming rekening gehouden met deze ontwikkelingen op grond waarvan burgers en ondernemers steeds gemakkelijker de overstap kunnen maken en meent dat de belangen die met het besluit worden gediend aldus in een redelijke verhouding staan tot de gevolgen ervan.

Gevolgde procedure

Dit verkeersbesluit is voorbereid volgens de procedure van afdeling 3.4 van de Awb. Het in artikel 24 van het BABW bedoelde overleg met de vertegenwoordiger van de korpschef van de Nationale politie, regionale eenheid Amsterdam heeft plaatsgevonden en deze is akkoord met dit verkeersbesluit.

BESLUIT

• 1. tot intrekking van het besluit van 9 juni 2017 (Staatscourant 2017, nr. 34281);   

• 2. tot instelling van een geslotenverklaring vanwege een nul-emissiezone voor brom- en snorfietsen:  

  • per 1 januari 2025 krachtens zonale toepassing van verkeerbord C13 met onderbord met daarop de tekst ´uitgezonderd´, daaronder de tekst ´uitstootvrij´ en daaronder de tekst ´´datum eerste toelating 2011 t/m 2024´, daaronder wordt een onderbord geplaatst met een pictogram van een camera en daarachter het logo van Gemeente Amsterdam, en

  • waarbij per 1 januari 2028 het getal ´ 2011´ op het onderbord wordt gewijzigd naar het getal´2018’, en

  • waarbij per 1 januari 2030 het onderbord met de teksten ´uitgezonderd´, ´uitstootvrij´ en ´datum eerste toelating 2018 t/m 2024´ wordt vervangen en daarvoor in de plaats een onderbord met daarop de tekst ´uitgezonderd uitstootvrij´ wordt geplaatst.

• 3. tot toepassing van onder 2 genoemde geslotenverklaringen op alle straten die gelegen zijn in het op de bij dit besluit gevoegde kaart aangegeven gebied; deze kaart (Bijlage 3) maakt integraal onderdeel uit van dit besluit;

• 4. dat dit besluit in werking treedt op 1 januari 2025;

• 5. dat dit besluit wordt aangehaald als “Definitief verkeersbesluit nul-emissiezone brom- en snorfietsen Amsterdam 2025’’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 mei 2024.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Beroep en voorlopige voorziening

Tegen het definitieve verkeersbesluit kunnen belanghebbenden binnen zes weken, ingaande op de dag na bekendmaking van dit besluit, beroep instellen bij de Rechtbank Amsterdam, sector bestuursrecht algemeen, postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Hiervoor moet een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, sector bestuursrecht algemeen. Als de voorzieningenrechter het verzoek toekent, is het besluit opgeschort.