Gemeenteblad van Nissewaard
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nissewaard | Gemeenteblad 2024, 21733 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nissewaard | Gemeenteblad 2024, 21733 | ander besluit van algemene strekking |
Wijziging Bodemkwaliteitskaart De Elementen
Aldus vastgesteld in vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 12 september 2023.
De wnd secretaris,
S. Elseman
De burgemeester,
F. van Oosten
Bijlage 1 Bodemkwaliteitskaart 2023, Plangebied “De Elementen’’ te Spijkenisse en bijbehorende bijlagen.
Plangebied ‘De Elementen’ te Spijkenisse
Sweco Nederland B.V. heeft van gemeente Nissewaard de opdracht gekregen voor het integreren van het plangebied ‘De Elementen’ in de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart (BKK).
Gemeente Nissewaard ontwikkelt het plangebied ‘De Elementen’. Deze ontwikkeling strekt zich uit over een langere tijd. Al in 2007 is begonnen met de eerste deelgebieden. Inmiddels zijn grote delen van het plangebied bebouwd met een mix van grondgebonden woningen en appartementencomplexen. De ontwikkeling wordt naar verwachting dit decennium afgerond.
Tijdens de bouw van deze woonwijk vindt grondverzet plaats. Indachtig de ambitie van de gemeente op het gebied van circulariteit, zoals vastgelegd in het Programmaplan Duurzaamheid, streeft de gemeente ernaar om binnen het plangebied zo veel mogelijk met een gesloten grondbalans te werken. Het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) vormt het beleids-kader waarbinnen hergebruik van grond is geregeld. De BKK kan hierbij gebruikt worden als milieuhygiënische verklaring.
1.2 Aanleiding en doelstelling
In 2009 is voor plangebied De Elementen een BKK met bijbehorende Nota bodembeheer (Nota) vastgesteld. Dit met als doel om bij de ontwikkelingen van De Elementen zoveel mogelijk gebiedseigen grond binnen het plangebied te kunnen hergebruiken. Mede in verband met de uitbreiding van het beheergebied zijn in 2016 een herziene BKK en Nota vastgesteld. In verband met het verlopen van de geldigheidsduur van de BKK in 2022, is – na uitgebreid overleg met de DCMR – besloten de BKK De Elementen niet te verlengen maar deze te integreren in het gemeentelijk bodemkwaliteitskaart.
In onderhavige rapportage zijn werkzaamheden die zijn uitgevoerd voor het integreren van de BKK van het plangebied ‘De Elementen’ in het gemeentelijke bodem-kwaliteitskaart vastgelegd.
2.1 Richtlijn bodemkwaliteitskaarten
In het kader van het Bbk is de RichtlijnBodemkwaliteitskaarten opgesteld (Ministerie van VROM, 3 september 2007 en het Wijzigingsblad (1 januari 2019). Hierin is de methode beschreven die moet worden gehanteerd om een bodemkwaliteitskaart op te stellen. De methode bevat een aantal randvoorwaarden waaraan de kaart moet voldoen. Aspecten waarover de bodemkwaliteitskaart minimaal duidelijkheid moet verschaffen, zijn:
De eerste vier aspecten worden in dit hoofdstuk besproken, de overige aspecten komen in het volgende hoofdstuk aan de orde.
2.2 Definitie van het beheergebied
De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor het plangebied ‘De Elementen’ in Spijkenisse. De locatie wordt aan de noordwestzijde begrensd door de Veerweg, aan de zuidwestzijde door de Schenkelweg, aan de noordoostzijde door de rivier de Oude Maas en aan de zuidoostzijde door de Groenoordweg. Het oppervlak van het beheergebied bedraagt circa 59 hectare. De topografische ligging van het beheergebied is weergegeven in bijlage 1.
Bij het maken van de bodemkwaliteitskaart is uitgegaan van het dieptetraject 0,0 – 1,0 m –mv (bovengrond) en het dieptetraject 1,0 – 2,0 m -mv (ondergrond).
De bodemkwaliteitskaart is opgesteld voor de stoffen uit het standaardpakket, zoals vermeld in de NEN 5740. Dit pakket bestaat uit barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel, zink, polycyclische chloorbifenylen (PCB), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK, 10 van VROM) en minerale olie.
Bij de vervaardiging van een bodemkwaliteitskaart is het alleen toegestaan om gegevens te gebruiken die afkomstig zijn van onverdachte locaties. Onverdachte locaties zijn locaties waar geen bodemverontreiniging is aangetoond of wordt verwacht. Locaties waar een min of meer diffuse belasting van de bodem is aangetoond of wordt verwacht, worden ook gezien als onverdachte locaties. Dit omdat een diffuse belasting van de bodem onderdeel uitmaakt van het bodemkwaliteitsbeeld. Voorbeelden van diffuse belastingen zijn ophooglagen (antropogene invloed) en verhoogde gehalten aan arseen in ijzerrijke kwelgebieden (natuurlijk verhoogde gehalten).
Voor het plangebied ‘De Elementen’ geldt dat alle gevallen van (ernstige) bodem-verontreiniging het kader van de Wet bodembescherming (Wbb) worden (zijn) gesaneerd voordat de uitvoering van de herontwikkeling aanvangt. Deze gevallen zijn dus niet meegenomen in de bepaling van de bodemkwaliteit.
Bij twee binnen het gebied uitgevoerde saneringen is gekozen voor een sanering middels een leeflaag/deklaag. Hierbij gaat het om een zinkverontreiniging (afgedekt met een leeflaag) en een voormalige stortplaats (afgedekt met een aaneengesloten verharding). Deze gevallen zijn ook niet meegenomen in de bepaling van de bodemkwaliteit.
In dit hoofdstuk worden de uitgevoerde werkzaamheden beschreven voor het opstellen van de bodemkwaliteitskaart. Conform de RichtlijnBodemkwaliteitskaarten zijn de volgende stappen doorlopen:
Stap 1 is in het voorgaand hoofdstuk toegelicht. In dit hoofdstuk komen de overige stappen aan de orde.
3.2 Stap 2 en 3: vaststellen onderscheidende kenmerken en indeling in homogene deelgebieden
De indeling in homogene deelgebieden is gebaseerd op de gebruikshistorie en de bodem-opbouw. Deze worden in de volgende paragrafen nader toegelicht.
Het plangebied ‘De Elementen’ ligt gedeeltelijk in de polder Oud Hongerland en gedeeltelijk in de polder Nieuw Hongerland. Polder Oud Hongerland, met als oeverbescherming de Oud Hongerlandsche dijk, lag vroeger langs de Oude Maas. Hierbuiten bevond zich een moerassig getijde-afhankelijk gebied, wat later omdijkt is met de Nieuw Hongerlandsedijk. Het aldus ontstane gebied heet polder Nieuw Hongerland.
Het plangebied had tot begin jaren ’60 een agrarische bestemming, daarna is een begin gemaakt met de inrichting van het gebied als bedrijventerrein. Het gebied tussen de Haven en de Elementenweg (bekend als baggerspecieloswal nr. 140) is tussen 1964 en 1965 opgespoten met baggerspecie en vervolgens opgehoogd met grond, vrijgekomen bij de verbreding van de Spijkenisserhaven. De strook grond tussen de Nieuw Hongerlandsedijk en de zomerkade langs de Oude Maas (bekend als baggerspecieloswal nr. 131) is tussen 1962 en 1981 opgespoten met slib, afkomstig uit de voorhavens van het Hartelsluiscomplex en vervolgens afgedekt met 0,8 meter schone grond. Het gebied ten zuiden van Elementenweg (bekend als het Baristerrein) is ten behoeve van de bedrijvigheid eind jaren ’60 opgehoogd met circa 1 meter schoon zand.
Sinds 2007 is het bedrijventerrein in fases ontmanteld en zijn grote delen van het plangebied bebouwd met een mix van grondgebonden woningen en appartementen. Momenteel zijn langs de Nieuw Hongerlandsedijk, de Veerkade en de Elementenweg woningen en appartementen in aanbouw. Er wordt gewerkt aan plannen voor de bouw van een basisschool aan de Nieuw Hongerlandsedijk. De bouwactiviteiten worden naar verwachting dit decennium afgerond.
De bodemopbouw is afgeleid van de Bodemkaart van Alterra. Hieruit blijkt dat de bodem hoofdzakelijk bestaat uit kalkrijke poldervaaggrond (Mn35A-V). De eerste 20 meter vanaf maaiveld vormt een scheidende laag, waaronder het eerste watervoerende pakket aanwezig is. Het gebied ligt van oorsprong op NAP -0,5 m (Polder Oud Hongerland) tot +0,4 m (Polder Nieuw Hongerland), met een hoge rug van NAP +1,6 m ter plaatse van de huidige Elementenweg.
Het gebied tussen de Haven en de Elementenweg ligt in de huidige situatie globaal op
NAP +3,0 m. Het dijklichaam van de Nieuw Hongerlandsedijk heeft een kruinhoogte van circa NAP +8,5 m. Het voormalige Baristerrein ligt globaal op NAP +0,50 m.
3.2.3 Te onderscheiden homogene deelgebieden
Op basis van gebruikshistorie en bodemopbouw worden voor het plangebied
‘De Elementen’ de volgende drie homogene deelgebieden onderscheiden:
De indeling in homogene deelgebieden is weergegeven op bijlage 2. Tevens is onderscheid gemaakt in bovengrond (0,0 - 1,0 m -mv) en ondergrond (> 1,0 m -mv).
3.3 Stap 4: Gegevensverzameling en gegevensverwerking
3.3.1 Beschikbare gegevens bodemkwaliteit en opstellen databestand
Uitgangspunt voor het samenstellen van de dataset zijn de onderzoeksgegevens van de afgelopen vijf jaar (gegevens 2017 – 2022). Voor de zone ‘Het Land’ zijn de afgelopen vijf jaar geen gegevens beschikbaar. Hiervoor zijn de gegevens gebruikt van de Bodemkwaliteitskaart die in 2016 is opgesteld. Deze gegevens zijn nog actueel, aangezien in deze deelgebieden de afgelopen jaren geen activiteiten hebben plaatsgevonden die invloed hebben gehad op de milieuhygiënische bodemkwaliteit.
Voor de zone ‘De Haven’ (boven- en ondergrond) is, aanvullend op de recente gegevens, gebruik gemaakt van onderzoeksgegevens van de afgelopen 10 jaar (2011 – 2021) om betrouwbare statistiek te berekenen op basis van minimaal 20 waarnemingen. Uit een vergelijkbaarheidstoets tussen de periodes 2009 – 2015 en 2016 – 2021 blijkt dat sprake is van vergelijkbare gehalten.
Voor de zone ‘De Dijk’ (boven- en ondergrond) is, aanvullend op de recente gegevens (2022), ook gebruik gemaakt van onderzoeksgegevens van 2009 om betrouwbare statistiek te berekenen op basis van minimaal 20 waarnemingen. Uit een vergelijkbaarheidstoets tussen de periodes 2004 – 2009 en 2016 – 2023 blijkt dat sprake is van vergelijkbare gehalten.
Uit de beschikbare rapporten (zie bijlage 3) is een dataset samengesteld waarin de volgende gegevens zijn opgenomen:
3.3.2 Voorbehandeling databestand
Voordat de statistische kengetallen zijn bepaald, is het totale gegevensbestand voorbehandeld. Achtereenvolgens zijn de volgende voorbewerkingen verricht:
Omrekening van bepalingsgrenswaarde (gehalten lager dan de detectielimiet van de analyseapparatuur) tot rekengehalten. Om te komen tot rekengehalten, zijn (conform de Richtlijn Bodemkwaliteitskaarten) gehalten beneden de detectielimiet vervangen door de waarde van de detectielimiet vermenigvuldigd met de factor 0,7. Zo kan worden gerekend met een reëel getal dat, statistisch gezien, de meest waarschijnlijke waarde tussen nul en de detectielimiet weergeeft.
De uitbijteranalyse heeft plaatsgevonden aan de hand van de frequentieverdelingen (histogrammen) die per stof per deelgebied zijn opgesteld (zie bijlage 4). Een frequentie-verdeling geeft weer hoe vaak een bepaald gehalte (klasse) van een bepaalde stof in het deelgebied wordt aangetroffen. Uitbijters vallen op, doordat deze gehalten in het frequentie-verdeling ‘ver af liggen’ van de overige gehalten, zie voorbeeld in onderstaande figuur.
Figuur 3.1 Voorbeeld uitbijter
Uit bijlage 4 blijkt dat sprake is van de volgende uitbijters:
Uit een nadere beschouwing van de uitbijters blijkt dat er geen aanwijzingen zijn dat de gehalten gerelateerd zijn aan een lokale bron. Dit betekent dat de uitbijters representatief worden geacht voor de stedelijke bodemkwaliteit en niet uit de dataset zijn verwijderd.
3.4 Stap 5: Evaluatie gebiedsindeling
Voor het opstellen van een bodemkwaliteitskaart met als doel het uitvoeren van grondverzet binnen de werkingssfeer van het Besluit bodemkwaliteit, is het noodzakelijk dat:
Uit tabel 3.2 blijkt dat in elke deelgebied minimaal 20 waarnemingen beschikbaar zijn.
Tabel 3.2 Aantal waarnemingen per deelgebied
In bijlage 5 zijn de waarnemingspunten op kaart weergegeven. Uit de bijlage blijkt dat de waarnemingen voldoende ruimtelijk verspreid over de deelgebieden voorkomen.
Geconcludeerd wordt dat de dataset voldoet aan bovengenoemde eisen.
3.5 Stap 6: Vaststellen en karakteriseren bodemkwaliteitszones
Conform de Richtlijn Bodemkwaliteitskaarten is de bodemkwaliteit per bodemkwaliteitszone gekarakteriseerd op basis van de volgende kengetallen:
Gemeente Nissewaard heeft besloten om bij het karakteriseren en vaststellen van de bodemkwaliteitszones, aan te sluiten bij het bodembeleid van gemeente Rotterdam. Dit houdt in dat voor het karakteriseren van de bodemkwaliteitszones de 80-percentielwaarde is getoetst aan de Lokale Maximale Waarden van gemeente Rotterdam.
De 95-percentielwaarde wordt gebruikt om te bepalen of invoer van 95-percentielwaarde in de risico-toolbox geen overschrijding van het saneringscriterium oplevert.
Door de indeling in vier kwaliteitsklassen die gebaseerd zijn op de 80-percentielwaarde, wordt naar Rotterdams beleid ongewenst grondverzet met de bodemkwaliteitskaart (in combinatie met een uitgevoerd historisch onderzoek) als bewijsmiddel beperkt. Met deze werkwijze vindt de gemeente het niet nodig om, conform de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten, een controle op het saneringscriterium uit te voeren voor die bodemkwaliteitszones waar de 95-percentiel-waarde de Interventiewaarde overschrijdt.
De statistische kentallen zijn opgenomen in bijlage 6. In deze bijlage zijn per bodemkwaliteits-zone voor de stoffen uit het basispakket de volgende kentallen opgenomen:
Met betrekking tot het hanteren van de toetsingsregels wordt eveneens aangesloten bij het beleid van gemeente Rotterdam. Dit betekent dat de toetsingsregel voor de indeling van de kwaliteitsklasse van de ontvangende bodem niet van toepassing is. De toetsingsregel Achtergrondwaarden is wél toegepast.
3.5.2 Karakteriseren bodemkwaliteitszones
Zoals in voorgaande paragraaf aangegeven, wordt voor het karakteriseren van de bodem-kwaliteitszones de 80-percentielwaarde getoetst aan de Lokale Maximale Waarden van gemeente Rotterdam (zie tabel 3.3).
Tabel 3.3 Lokale Maximale Waarden (standaard bodem) 1)
1) de Lokale Maximale Waarden zijn overgenomen uit het bodembeleid van gemeente Rotterdam
Zoals uit tabel 3.3 blijkt, kunnen de bodemkwaliteitszones op basis van toetsing aan de lokale maximale waarden in vier bodemkwaliteitsklassen vallen: ‘Natuur’, ‘Landbouw’, ‘Wonen’ of ‘Industrie’.
In tabel 3.4 zijn resultaten van de toetsing samengevat weergegeven. Uit deze tabel blijkt dat in de bodemkwaliteitszones ‘De Dijk’ en ‘De Haven’ de klassen ‘Industrie’ en ‘Wonen’ voorkomen en in bodemkwaliteitszone ‘Het Land’ de klasse ‘Landbouw’.
Tabel 3.4 Toetsingsresultaat P80 aan de Lokale Maximale Waarden
3.6 Stap 7: Bodemkwaliteitskaart
De bodemkwaliteitskaart bestaat uit twee kaarten:
In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op deze kaarten.
De ontgravingskaart geeft de te verwachten kwaliteit aan van eventueel te ontgraven grond. Deze kaart kan gebruikt worden als bewijsmiddel voor de kwaliteit van de te ontgraven grond, mits de locatie niet verdacht is op bodemverontreiniging. In bijlage 7 is de bodemkwaliteits-klasse (zie tabel 3.4) per bodemkwaliteitszone op de ontgravingskaart weergegeven.
Om een partij grond te mogen toepassen, moet de partij worden getoetst aan:
Bij deze dubbele toets geldt dat de kwaliteitsklasse van de toe te passen grond moet voldoen aan de strengste norm. In tabel 3.5 is het resultaat van deze toetsing samengevat en in bijlage 8 op de toepassingskaart weergegeven.
Tabel 3.5 Bepaling toepassingseis op basis van bodemfunctieklasse en bodemkwaliteitsklasse
Bijlage 1 – Topografische ligging
Bijlage 2 – Indeling homogene deelgebieden
Bijlage 3 – Beschikbare bodemonderzoeken
Beschikbare bodemonderzoeksrapporten:
Bijlage 4 – Frequentieverdelingen
Bijlage 5 – Kaart met bemonsteringspunten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-21733.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.