Nadere regels standplaatsen Maasgouw 2020, eerste wijziging

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw,

 

overwegende dat het gezien:

 

  • -

    de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1588);

  • -

    het rapport schaarse vergunningen terugverdientijd in de ambulante handel uitgebracht door SEO Economisch Onderzoek d.d. 21 januari 2021;

  • -

    en andere relevante onderzoeken en jurisprudentie betreffende het opnemen van een maximale vergunningentermijn voor vaste standplaatsen, zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, verankerd in het standplaatsenbeleid of nadere regels standplaatsen.

noodzakelijk is om de “Nadere regels standplaatsen Maasgouw 2020” zoals vastgesteld op 9 februari 2021 te wijzigen,

 

gelet op het bepaalde in artikel 5:17, vierde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Maasgouw 2020;

 

Besluit:

 

De nadere regels standplaatsen Maasgouw 2020, conform het wijzigingsbesluit, te wijzigen.

ARTIKEL I  

De Nadere regels standplaatsen Maasgouw 2020 worden als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4:1 Termijn

  • 1.

    De standplaatsvergunningen voor vaste plaatsen worden verleend voor een periode van maximaal vijf jaar.

Artikel 4:1 Termijn

  • 1.

    De standplaatsvergunningen voor vaste plaatsen worden verleend voor een periode van maximaal 12 jaar.

 

B

 

Artikel 6:3 wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6:3 Overgangsrecht

 

  • 1.

    De op het moment van inwerkingtreding van deze nadere regels nog van kracht zijnde standplaatsvergunningen worden geacht te zijn verleend met inachtneming van bovengenoemde bepalingen.

  • 2.

    Als op een locatie of in een kern reeds meer standplaatsvergunningen zijn verleend dan het maximumstelsel toelaat, wordt niet eerder een nieuwe standplaatsvergunning verleend dan zodra wordt voldaan aan het maximumstelsel (bijvoorbeeld door het vervallen of intrekken van eerdere standplaatsvergunningen).

Artikel 6:3 Overgangsrecht

 

  • 1.

    Standplaatsvergunningen voor vaste standplaatsen die zijn verleend vóór inwerkingtreding van deze nadere regels, en die op het moment van inwerkingtreding van deze nadere regels nog van kracht zijn, blijven gelden.

  • 2.

    De standplaatsvergunningen als bedoeld in het eerste lid, die voor vijf jaar zijn verleend, worden ambtshalve gewijzigd. In deze vergunningen wordt opgenomen dat zij gelden voor een periode van twaalf jaar.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede lid kunnen de standplaatsvergunningen als bedoeld in het eerste lid worden gewijzigd door nieuwe voorschriften toe te voegen en/of de situering van de standplaats te wijzigen, voor zover dit nodig is om aan deze nadere regels te kunnen voldoen.

  • 4.

    Als binnen een gebied reeds meer standplaatsvergunningen zijn verleend dan het maximumstelsel toelaat, wordt niet eerder een nieuwe standplaatsvergunning verleend dan zodra wordt voldaan aan het maximumstelsel (bijvoorbeeld door het vervallen of intrekken van eerdere standplaatsvergunningen).

  • 5.

    Het genoemde in het eerste lid is niet van toepassing als door het college uitvoering wordt gegeven aan artikel 6:2.

 

C

 

De toelichting op artikel 4:1 komt te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4:1 Termijn

In het kader van de deregulering werd de standplaatsvergunning in beginsel voor onbepaalde tijd verleend op grond van artikel 1:7 Apv . Indien toch een termijn aan een standplaatsvergunning werd verbonden moest dit met motivering geschieden, in het belang van onder meer de openbare orde, overlast, verkeersveiligheid en milieu. Op basis van het standplaatsenbeleid Maasgouw 2008 was het uitgangspunt dat een standplaatsvergunning in beginsel voor één jaar werd verleend met een mogelijkheid tot verlenging. Bij de wijziging van de Apv in 2016 is door het college met instemming van de gemeenteraad besloten om de standplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd te verlenen.

 

De standplaatsvergunningen vallen onder de Europese Dienstenrichtlijn, een richtlijn die er op gericht is dat ondernemers makkelijker hun diensten kunnen aanbieden in Europa. Volgens deze Dienstenrichtlijn worden standplaatsvergunningen gezien als schaarse besluiten/vergunningen. Deze schaarse besluiten/vergunningen mogen niet meer voor onbepaalde tijd worden verleend.

 

Schaarse besluiten/vergunningen sluiten bij de vergunningverlening namelijk degenen uit aan wie daardoor geen vergunning kan worden verleend. Hierdoor worden de onderlinge kansen van (potentiële) aanvragers om een vergunning plichtige activiteit te verrichten beperkt. Het speelveld van de mededinging komt dan aan de orde. Volgens de Dienstenrichtlijn mag de looptijd van een vergunning niet meer buitensporig lang zijn. De duur zou volgens de overwegingen in deze Dienstenrichtlijn niet langer mogen zijn dan nodig is met het oog op de afschrijving van investeringen en een billijke vergoeding van het geïnvesteerde kapitaal.

 

Vandaar dat een termijn van vijf jaar wordt gehanteerd vanaf de inwerkingtreding van deze nadere regels. Dit betekent dus dat voor standplaatsen waarvoor vanaf inwerkingtreding van deze nadere regels een standplaatsvergunning wordt verleend, vijf jaar geldig zijn.

 

Artikel 4:1 Termijn

De standplaatsvergunningen vallen onder de Europese Dienstenrichtlijn, een richtlijn die er op gericht is dat ondernemers makkelijker hun diensten kunnen aanbieden in Europa. Volgens deze Dienstenrichtlijn worden standplaatsvergunningen gezien als schaarse besluiten/vergunningen. Deze schaarse besluiten/vergunningen mogen niet meer voor onbepaalde tijd worden verleend.

 

Vergunningen worden daarom verleend voor een bepaalde termijn. Ondernemers kunnen binnen deze termijn investeringen terugverdienen. Deze termijn was gesteld op vijf jaar.

 

Op grond van jurisprudentie en onderzoeken is de vergunningstermijn van vijf jaar voor het exploiteren van een standplaats juridisch niet meer houdbaar. Om te onderbouwen waarom de termijn van vijf jaar aangepast moet worden, en waarom een termijn van twaalf jaar redelijk kan worden geacht hebben onderstaande onderdelen meegewogen.

 

Uitspraak van de enkelvoudige kamer bestuursrecht van 25 mei 2022 UTR22/517

Op 25 mei 2022 is er door de rechtbank bepaald dat een standplaatsvergunning voor een langere duur moet worden verleend dan, in dat geval, zes jaar.

 

Uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) van 1 juli 2021 met ECLI:NL:RVS:2021:1588 (Nijmegen)

Op 1 juli 2021 heeft de afdeling bestuursrecht van de Raad van State geoordeeld dat bij het bepalen van een beperkte duur van een beleidsmatig schaarse vergunning (in dat geval een standplaatsvergunning voor de verkoop van vis) de terugverdientijd van noodzakelijke investeringen en de investeringen die lopende de geldigheidsduur van de vergunning moeten worden gedaan als factor moet worden meegenomen. De gemeente Nijmegen heeft, naar aanleiding van deze uitspraak vervolgens gekozen voor een vergunningstermijn van 12 jaar.

 

Rapporten

Daarnaast is bij de beoordeling van een termijn van twaalf jaar gekeken naar het rapport “Rapport schaarse vergunningen en terugverdientijd in de ambulante handel” uitgebracht door SEO Economisch Onderzoek. De conclusie van dit rapport is, dat in economische zin, een vergunningsduur van 12 jaar de meeste ondernemers de mogelijkheid biedt om in alle redelijkheid de investeringen terug te verdienen. De terugverdientijd is volgens dit rapport niet afhankelijk van het type product en andere verschillen in de ambulante handel, zoals de rechtsvorm van de onderneming, het aantal medewerkers dat de onderneming in dienst heeften het aantal dagen dat de onderneming gemiddeld genomen per week actief is. Er lijkt geen verschil te zijn in terugverdientijd tussen verschillende productcategorieën en ook niet tussen handel en voedingsmiddelen en andere type producten. Het rapport is via onderstaande link te downloaden

Schaarse vergunningen en terugverdientijd in de ambulante handel - SEO Economisch Onderzoek

 

Conclusie

De vergunningen voor vaste standplaatsen in de ambulante handel worden voor een periode van twaalf jaar verleend. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar branches.

 

D

 

De toelichting op artikel 6:3, tweede lid (Overgangsrecht) komt te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

 

Artikel 6:3 Overgangsrecht:

Overgangsrecht bestaande vergunningen

In 2020 zijn alle vergunningen voor een vaste standplaats voor onbepaalde tijd automatisch overgegaan naar vergunningen voor bepaalde tijd. Dit betekent dat de desbetreffende ondernemingen een vergunning hebben gekregen voor vijf jaar. Alle huidige geldige standplaatsvergunningen binnen de gemeente Maasgouw, worden ambtshalve gewijzigd. In deze vergunningen wordt opgenomen dat zij geldig zijn voor een periode van twaalf jaar.

 

ARTIKEL II  

  • 1.

    Dit besluit wordt aangehaald als “Nadere regels standplaatsen Maasgouw 2020, eerste wijziging”.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw op 19 december 2023.

Burgemeester en wethouders van Maasgouw,

De secretaris,

C.M. Keersmaekers

De burgemeester,

D.W.J. Schneider

Naar boven