Beleidsregels gemeentelijke schuldhulpverlening

Het college van burgemeester en wethouders van Huizen, gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb); besluit:

 

De volgende ‘Beleidsregels gemeentelijke schuldhulpverlening’ vast te stellen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: de schriftelijke of mondelinge hulpvraag van de inwoner of een namens de inwoner gemandateerde derde;

    • b.

      BKR: Bureau Krediet Registratie;

    • c.

      cliënt: persoon aan wie schuldhulpverlening wordt gegeven op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • d.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Huizen;

    • e.

      crisis: een situatie waarin sprake is van gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit, stadsverwarming of water;

    • f.

      fraude: het opzettelijk handelen of nalaten waarbij misleiding wordt gebruikt om een wederrechtelijk voordeel te behalen ten koste van een bestuursorgaan, waarbij dit heeft geleid tot het opleggen van een onherroepelijk bestuurlijke sanctie dan wel een onherroepelijk strafrechtelijke veroordeling met als doel leed toe te voegen;

    • g.

      inwoner: ingezetene die op grond van de Wet basisregistratie personen in de gemeente Huizen, Blaricum, Eemnes en Laren staat ingeschreven;

    • h.

      minnelijke schuldregeling: regeling tussen cliënt en schuldeisers gericht op aflossing van schulden gedurende 18 maanden waarbij een deel van de vorderingen wordt kwijtgescholden en waarbij de schuldhulpverlener optreedt als intermediair tussen cliënt en schuldeisers;

    • i.

      NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet

    • j.

      preventie: door middel van het overdragen van informatie en kennis voorkomen dat (nieuwe) schulden ontstaan en bijdragen aan de financiële zelfredzaamheid van inwoners;

    • k.

      recidive: de situatie dat een aanvrager binnen een bepaalde periode nadat het door het college ingezette traject succesvol, of tussentijds niet-succesvol, is afgerond, opnieuw een beroep doet op schuldhulpverlening van de gemeente;

    • l.

      schuldhulpverleningstraject: het totaalpakket van ondersteuning vanaf aanvraag schuldhulpverlening tot en met de afronding, inclusief het opstellen van een verklaring voor de Wet schuldsanering natuurlijke personen en nazorg;

    • m.

      signaal: een melding over een betalingsachterstand van verhuurders van woningen, zorgverzekeraars, water- en energiebedrijven aan het college;

    • n.

      VISH: Verwijs Index Schuldhulpverlening;

    • o.

      vroegsignalering: het in een zo vroeg mogelijk stadium in beeld brengen van inwoners met financiële problemen om vroegtijdige schuldhulpverlening mogelijk te maken;

    • p.

      wet: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • q.

      Wvbvv: Wet vereenvoudiging beslagvrije voet;

    • r.

      Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de daarop berustende regelingen en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1.

    Alle inwoners van 18 jaar en ouder van de gemeente Huizen, Blaricum, Eemnes en Laren kunnen zich tot het college richten voor schuldhulpverlening.

  • 2.

    In bijzondere omstandigheden kan het college op grond van artikel 3, vijfde lid, van de wet, zo nodig in overleg met het college van een andere gemeente in Nederland, ook schuldhulpverlening aan een persoon geven als die geen inwoner is. Deze persoon wordt dan gelijkgesteld met een inwoner.

Artikel 3. Aanbod gemeentelijke schuldhulpverlening

Gemeentelijke schuldhulpverlening kan bestaan uit één of meerdere producten:

  • crisis: het college probeert een crisissituatie te voorkomen door gebruik te maken van bestaande afspraken, uitstel te vragen of een betalingsregeling te treffen met de desbetreffende schuldeiser;

  • informatie en advies: het college geeft informatie en advies over het zelfstandig bereiken van een duurzaam financieel evenwicht zonder gebruik te maken van de producten stabilisatie, betalingsregeling, schuldregeling, budgetbeheer of budget-coaching. Onder informatie en advies wordt ook verstaan het doorverwijzen naar derden;

  • schuldregeling: het college bemiddelt tussen de cliënt en zijn schuldeisers om problematische schulden aan te pakken. Het college doet dit volgens de richtlijnen van de Gedragscode Schuldregeling NVVK. Een minnelijke schuldregeling kan bestaan uit een schuldbemiddeling of een schuldsanering (saneringskrediet);

  • betalingsregeling: het college bemiddelt tussen de cliënt en zijn schuldeisers om de nietproblematische schulden aan te pakken. Daarbij worden de vorderingen volledig binnen de vastgestelde termijnen terugbetaald;

  • budgetbeheer: het college verricht tijdens of in aanloop naar een schuldregeling activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van cliënt en het verrichten van betalingen overeenkomstig het vastgestelde budgetplan;

  • budgetbegeleiding en budget-coaching: het college richt zich op gedragsverandering rond geldzaken via advies, afbouw budgetbeheer, gesprekken en cursussen;

  • stabilisatie: in een periode van in principe vier maanden kan het college cliënten de gelegenheid en de voorzieningen geven om hun financiële situatie stabiel te krijgen;

  • Wsnp-verklaring: als er geen reële mogelijkheden zijn om tot een minnelijke schuldregeling te komen, kan het college een met redenen omklede verklaring (ex art. 285 lid 1 sub f van de Faillisementswet) afgeven;

  • herfinanciering: een financieringsovereenkomst om de totale schuldenlast van de cliënt voor 100% af te lossen door één of meer kredietovereenkomsten tussen schuldenaar en kredietverstrekker. De cliënt heeft hierdoor nog maar één schuld af te lossen, namelijk het krediet;

  • duurzame financiële dienstverlening: het college zet dit product in wanneer de schulden problematisch zijn maar er niet gestabiliseerd kan worden binnen de normale stabilisatie (4 a 8 maanden). Het doel is om de schade maximaal te beperken en te werken naar een stabiele situatie met als einddoel het opzetten van een schuldregeling;

  • nazorg: nadat een minnelijke schuldregeling, betalingsregeling of herfinanciering succesvol is afgerond neemt het college het initiatief tot één of meer contactmomenten met cliënt. Hierin wordt geïnformeerd of sprake is van een situatie bij cliënt waarin inkomsten en uitgaven (nog steeds) in evenwicht zijn. Zo nodig krijgt cliënt een aanbod voor extra ondersteuning.

Artikel 4. Aanvraagprocedure

  • 1.

    Inwoners van 18 jaar en ouder van de gemeente Huizen, Blaricum, Eemnes en Laren kunnen zich schriftelijk of mondeling bij het college melden voor schuldhulpverlening.

  • 2.

    Het eerste gesprek waarin de hulpvraag van de inwoner wordt vastgesteld, vindt plaats binnen vier weken nadat:

    • a.

      een inwoner zich tot het college richt voor schuldhulpverlening; en

    • b.

      het college een signaal heeft ontvangen, in het geval de inwoner het aanbod heeft geaccepteerd.

  • 3.

    Als sprake is van een crisis vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.

  • 4.

    Na het eerste gesprek, als bedoeld in het tweede lid, wordt een beschikking afgegeven, inhoudende:

    • a.

      toelating tot schuldhulpverlening met een voorlopig plan van aanpak, vervolgd door een definitief plan van aanpak inhoudende de beoogde doelen van de schuldhulpverlening en welk(e) product(en) daartoe worden ingezet; of

    • b.

      een weigering tot schuldhulpverlening.

  • 5.

    Bij het opstellen van het plan van aanpak nadat de cliënt tot schuldhulpverlening is toegelaten houdt het college onder andere rekening met de volgende omstandigheden:

    • a.

      aard en omvang van de schulden;

    • b.

      inkomsten en uitgaven;

    • c.

      psychosociale situatie en/of verslavingsproblematiek

    • d.

      houding en gedrag van de cliënt;

    • e.

      gezinssituatie;

    • f.

      woonsituatie;

    • g.

      een eventueel eerder gebruik van minnelijke en wettelijke schuldregeling.

  • 6.

    In afwijking van lid 4 kan een beschikking achterwege blijven als in het eerste gesprek door de inwoner wordt aangegeven af te zien van verdere schuldhulpverlening.

  • 7.

    De beschikking wordt afgegeven binnen een termijn van zes weken, zoals opgenomen in artikel 2.1A van de Verordening sociaal domein gemeente Huizen 2018.

Artikel 5. Verplichtingen

  • 1.

    Cliënt doet aan het college op verzoek en uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende het schuldhulpverleningstraject. Cliënt heeft in ieder geval een informatieplicht bij:

    • a.

      wijzigingen in het inkomen of uitkering en vermogen;

    • b.

      wijzigingen in de gezinssituatie (kinderen die uit huis gaan of thuis komen wonen, vertrek partner of inwoning nieuwe partner dan wel andere personen);

    • c.

      wijzigingen met betrekking tot (onder)huurders en/of kostgangers;

    • d.

      wijzigingen met betrekking tot de huisvestingssituatie, verhuizing, huurverhoging, levering van energie;

    • e.

      wijzigingen in de kosten/vaste lasten van bijvoorbeeld zorgverzekering;

    • f.

      wijzigingen in overige kosten of lasten voor zover hier niet genoemd, maar die wel van belang zijn voor de uitvoering van het schuldhulpverleningstraject.

  • 2.

    Cliënt is verplicht om alle medewerking te verlenen die nodig is tijdens de aanvraagperiode en het schuldhulpverleningstraject. Cliënt is in ieder geval verplicht:

    • a.

      op tijd op de afgesproken plaats op een afspraak in het kader van het schuldhulpverleningstraject te komen. Als een afspraak vanwege dringende redenen niet kan worden nagekomen, wordt deze op tijd, uiterlijk 24 uur voor de afspraak, afgemeld;

    • b.

      formulieren volledig in te vullen, op het afgesproken moment in te leveren en wanneer nodig te voorzien van (kopieën van) de benodigde bewijsstukken voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het college kunnen worden verkregen;

    • c.

      volledige openheid van zaken over de schulden te geven en zijn post te openen;

    • d.

      indien van toepassing, alle belastingaangiftes te doen of te hebben gedaan over het lopende en de daaraan voorafgaande 5 jaren en hiervan de (voorlopige) aanslag te overleggen. De cliënt onderneemt actie om nog niet afgeronde aangiftes in orde te maken;

    • e.

      de voorwaarden uit de schuldregelingsovereenkomst na te komen;

    • f.

      indien noodzakelijk geacht, deel te nemen aan activiteiten die kennis en vaardigheden (financieel of anderszins) vergroten en noodzakelijk zijn voor het aanpakken/oplossen van financiële problemen;

    • g.

      zich, indien noodzakelijk geacht, onder behandeling van een professioneel hulp/zorgverlener te stellen;

    • h.

      het tijdig betalen van de vaste lasten;

    • i.

      het beschikken over of regelen van een werkende bankrekening.

  • 3.

    De cliënt zet zich in om het inkomen te vergroten ten behoeve van aflossing van schulden, onder andere door:

    • a.

      de cliënt werkt, indien van toepassing, mee aan een re-integratietraject om door betaald werk het inkomen te verhogen;

    • b.

      de cliënt probeert indien mogelijk andere financiële hulpbronnen aan te boren bijvoorbeeld door parttime werk uit te breiden naar fulltime werk;

    • c.

      de niet (volledig) werkende partner tracht, indien mogelijk, werk te vinden of parttime werk uit te breiden naar zo mogelijk fulltime werk;

    • d.

      de cliënt zet al het bovenmatig vermogen in ten behoeve van de schuldregeling.

  • Wat verstaan wordt onder bovenmatig is ter beoordeling aan het college

    • e.

      de cliënt maakt vanaf het moment van aanmelding voor toelating tot de gemeentelijke schuldhulpverlening geen nieuwe schulden.

  • 4.

    Het college kan in de beschikking of het plan van aanpak aanvullende bijzondere verplichtingen opleggen.

Artikel 6. Weigerings- en beëindigingsgronden

  • 1.

    Het college kan besluiten tot het weigeren of beëindigen van de schuldhulpverlening als:

    • a.

      de cliënt niet of in onvoldoende mate de verplichtingen uit artikel 5 nakomt;

    • b.

      het schuldhulpverleningstraject succesvol door cliënt is beëindigd, doordat de cliënt in staat is om zijn schulden (weer) zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren of het plan van aanpak volledig is uitgevoerd en afgerond, inclusief de nazorg;

    • c.

      de cliënt zich misdraagt ten opzichte van de medewerkers die belast zijn met werkzaamheden verband houdend met de gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • d.

      op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening is toegekend, terwijl wanneer dit op het moment van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • e.

      de cliënt zijn beschikbare aflossingscapaciteit of vermogen niet volledig wil gebruiken voor de aflossing van zijn schulden;

    • f.

      de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van cliënt niet (langer) passend is;

    • g.

      schuldeiser(s) weigeren mee te werken aan een minnelijke schuldregeling;

    • h.

      er sprake is van een niet-regelbaar schuldenpakket en/of persoonlijke omstandigheden;

    • i.

      de totale schuldsituatie niet is vast te stellen;

    • j.

      de hoogte van de afloscapaciteit niet is vast te stellen;

    • k.

      de cliënt failliet is verklaard;

    • l.

      de cliënt fraude heeft gepleegd.

    • m.

      de aanvrager of cliënt verhuist naar een andere gemeente, tenzij er sprake is van een lopende, door alle schuldeisers geaccordeerde, schuldregeling;

    • n.

      de aanvrager of cliënt is komen te overlijden;

    • o.

      de aanvrager of cliënt zelf nadrukkelijk verzoekt om beëindiging;

    • p.

      er sprake is van recidive.

  • 2.

    Alvorens te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, wordt aanvrager eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken, voor zover redelijkerwijs mogelijk.

  • 3.

    Van de weigering of beëindiging wordt afgezien indien elke vorm van verwijtbaarheid aan de aanvrager ontbreekt.

  • 4.

    Indien gewenst vindt tijdens de termijn van weigering of toelating financiële schuldhulpverlening wel een eenmalig informatie- en adviesgesprek plaats.

Artikel 7. Bijzondere omstandigheden

Behalve de afwijkingsbevoegdheid op grond van artikel 4:84 Awb behoudt het college zich het recht voor af te wijken in bijzondere omstandigheden, waarin toepassing een aanvrager onevenredig zwaar zou benadelen.

 

In bijzondere omstandigheden waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

Artikel 9. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

Artikel 10. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels gemeentelijke schuldhulpverlening gemeenten HBEL 2024’.

Vastgesteld in de vergadering van 5 maart 2024

Burgemeester

N. Meijer

Secretaris

J. Cnossen

Naar boven