Beheersverordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Wijk bij Duurstede 2024

De gemeenteraad van Wijk bij Duurstede,

gelezen het voorstel van het college van 16 januari 2023, nr 665857.,

 

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit

 

vast te stellen:

 

  • 1.

    De beheersverordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Wijk bij Duurstede 2024

HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaatsen:

    • de begraafplaats Groenewoud te Cothen

    • de gemeentelijke begraafplaats te Langbroek (Kerkeland)

    • de gemeentelijke begraafplaats te Wijk bij Duurstede (Steenstraat)

    • de Rooms Katholieke begraafplaats te Cothen (niet meer in gebruik)

  • b.

    urn: een voorwerp waar de as van de overledene in zit.

  • c.

    particulier graf: een graf waarvoor een natuurlijk persoon of rechtspersoon het alleenrecht heeft tot:

    • 1.

      het begraven en begraven houden van een overledene

    • 2.

      het bijzetten en bijgezet houden van urnen

    • 3.

      het verstrooien van as

  • d.

    algemeen graf: een graf dat de gemeente in beheer heeft waarin een overledene kan worden begraven.

  • e.

    urnengraf: een graf waarvoor een natuurlijk persoon of rechtspersoon het alleenrecht heeft tot:

    • 1.

      het bijzetten en bijgezet houden van urnen

    • 2.

      het verstrooien van as

  • f.

    urnennis: een nis die de gemeente in beheer heeft waarin een urn kan worden bijgezet.

  • g.

    grafbedekking: een gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf.

  • h.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of de persoon die hem vervangt.

  • i.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon die het alleenrecht heeft op het gebruik van een particulier graf of urnengraf.

  • j.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon die het alleenrecht heeft op het gebruik van een ruimte in een algemeen graf of urnennis.

Artikel 2. Gegevens rechthebbende (particuliere graven) en gebruiker (algemene graven)

De rechthebbende of gebruiker zorgt ervoor dat zijn adres en telefoonnummer bekend zijn bij de begraafadministratie. Gaat hij verhuizen of krijgt hij een nieuw telefoonnummer dan geeft hij dit door. De begraafadministratie gebruikt het laatste bekende adres voor het sturen van brieven.

Heeft de rechthebbende of gebruiker geen post ontvangen? Hij kan zich nooit beroepen op het niet hebben ontvangen van de brieven.

Artikel 3. Uitbreiding begrip particulier graf en algemeen graf

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • een particulier graf ook een urnengraf

  • een algemeen graf ook een urnennis.

HOOFDSTUK II OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 4. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    Iedereen mag de begraafplaatsen elke dag tussen zonsopgang en zonsondergang bezoeken.

  • 2.

    Buiten deze tijd mag iemand alléén op de begraafplaats komen voor het bijwonen van:

    • een condoleancebijeenkomst

    • een begrafenis

    • de bezorging van as.

  • 3.

    De beheerder kan de toegangen tijdelijk sluiten:

    • om de orde en rust op de begraafplaatsen te bewaren.

    • bij ruimingen en opgravingen.

Artikel 5. Ordemaatregelen

  • 1.

    Om te zorgen voor orde, rust en netheid op de begraafplaatsen moet een ieder zich houden aan de aanwijzingen van de beheerder. Dit geldt voor:

    • bezoekers

    • personeel van uitvaartondernemingen

    • en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen uitvoeren.

  • 2.

    Houdt iemand zich niet aan de in lid 1 genoemde aanwijzingen? De beheerder mag deze persoon van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden om met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      behalve op de daarvoor aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen mogen alleen buiten de rijwegen rijden voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen.

    • b.

      harder dan 10 kilometer per uur.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod zoals genoemd in lid 3a.

  • 5.

    Het is verboden om op de begraafplaatsen:

    • a.

      op hinderlijke manier te gedragen

    • b.

      goederen voor verkoop aan te bieden

    • c.

      op reclame te maken voor handel of bedrijf

    • d.

      op de graven te lopen

    • e.

      afval te dumpen

    • f.

      gedenktekens te bekladden of te beschadigen

    • g.

      te komen via een andere toegang dan de daarvoor bestemde toegangen

    • h.

      honden mee te nemen

    • i.

      dieren te begraven

    • j.

      iets te doen of na te laten, dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledenen.

  • 6.

    De steenhouwer:

    • neemt het tijdelijk af te halen gedenkteken, in verband met een toekomstige bijzetting, mee.

    • meldt vooraf bij de beheerder als hij een gedenkteken plaatst of er (tijdelijk) afhaalt.

    • geeft aan de beheerder door als hij het gedenkteken heeft geplaatst.

Artikel 6. Plechtigheden

  • 1.

    Minimaal zes werkdagen van te voren ontvangt de beheerder een melding van:

    • de herdenkingsbijeenkomst

    • de onthulling van een gedenkteken

    • alle andere plechtigheden op de begraafplaats.

  • 2.

    In overleg met de beheerder wordt vastgesteld:

    • de datum en tijd van de plechtigheid

    • de manier waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 3.

    De deelnemers aan de plechtigheid, zoals bedoeld in lid 1, moeten in het belang van de orde, rust en netheid zich houden aan de aanwijzingen beheerder.

Artikel 7. Opgravingen en ruimen

Alléén de persoon die in opdracht van de beheerder onderstaande werkzaamheden uitvoert mag aanwezig zijn bij:

  • bij het opgraven van een overledene

  • de ruiming van de graven.

HOOFDSTUK III VOORSCHRIFTEN VOOR BEGRAVEN EN BIJZETTEN URN

Artikel 8. Doorgeven van een begrafenis, urn bijzetting of het openen en sluiten van het graf

  • 1.

    De begraafplaatsadministratie ontvangt op zijn laatst om 12.00 uur van de werkdag voorafgaand aan de dag van de plechtigheid een melding tot:

    • begraven

    • urn bijzetten

    • as verstrooien

    De zaterdag is geen werkdag. Heeft de burgemeester verlof verleend om een overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven? De melding moet dan zo snel mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Naast de in lid 1 genoemde de melding is ook het ‘verlof tot begraven’ of een ander wettelijk, daarmee gelijkgesteld document nodig.

  • 3.

    Om een overledene binnen 36 uur na overlijden te begraven is nodig:

    • a.

      het in lid 2 genoemde verlof of document

    • b.

      én het in lid 1 bedoelde verlof van de burgemeester.

  • 4.

    Het openen en sluiten van een graf voor het begraven van een overledene of het bijzetten van een urn vindt alleen plaats op aanwijzingen van de beheerder.

  • 5.

    Wordt een overledene begraven in een bestaand graf? De steenhouder moet zelf de geplaatste grafbedekking tijdelijk verwijderen. De rechthebbende van het particuliere graf of de gebruiker van het algemene graf betalen de gemaakte kosten.

  • 6.

    Verstrooiing van as op de begraafplaatsen mag alleen op een graf of strooiveld plaatsvinden.

Artikel 9. Documenten die nodig zijn voor een begrafenis of urn bijzetting

  • 1.

    De begraving vindt pas plaats nadat de beheerder het verlof tot begraven heeft ontvangen.

  • 2.

    Vindt de begraving of de bijzetting van de urn in een particulier graf plaats? De beheerder heeft dan een namens/door de rechthebbende ondertekende verklaring nodig.

  • 3.

    Loopt de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn af? De uitgiftetermijn bij een begraving of bijzetting in een particulier graf moet meteen worden verlengd. De verleningsperiode is minimaal gelijk aan de wettelijk minimum grafrusttermijn van 10 jaar.

  • 4.

    De in lid 3 bedoelde verlengingsperiode wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5.

    De beheerder kijkt of alle documenten in orde zijn.

Artikel 10. Tijden van begraven en bijzetten van een urn

  • 1.

    De tijd van begraven en het bijzetten van een urn is:

    • maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 15.00 uur

    • zaterdag van 9.00 tot 12.00 uur;

  • 2.

    De beheerder mag bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

HOOFDSTUK IV INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 11. Indeling graven en urnennissen

  • 1.

    De begraafplaats Groenewoud te Cothen heeft:

    • graven en urnengraven

    • urnennissen

    • algemene graven

    Op de gemeentelijke begraafplaats te Langbroek (Kerkeland) zijn alleen graven beschikbaar.

     

    Op de gemeentelijke begraafplaats te Wijk bij Duurstede (Steenstraat) zijn er geen graven meer beschikbaar. Er kunnen alleen bijzettingen plaatsvinden in graven waar maar één overledene in ligt begraven.

     

    De Rooms Katholieke begraafplaats te Cothen is niet meer in gebruik.

     

  • 2.

    Het college stelt regels vast over:

    • hoeveel overledenen mogen worden begraven in een graf.

    • hoeveel urnen er mogen worden bijgezet in een graf of urnennis.

    • hoeveel as verstrooiingen er op een particulier graf mogen plaatsvinden.

    • de grootte van een graf.

    • de uitgiftetermijn van een graf. Deze mag niet korter zijn dan de wettelijk minimum grafrusttermijn van 10 jaar.

    Deze regels staan genoemd in de ‘Regels voor graven en asbezorging’.

Artikel 12. Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De graven worden alleen voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Is het voor de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk? Het college kan een graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van ligging.

Artikel 13. Categorieën

Het college verdeelt in de regels de algemene en particuliere graven onder in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de plaats en oppervlakte.

Deze regels staan genoemd in de ‘Regels voor graven en asbezorging’.

Artikel 14. Uitgiftetermijn graven

  • 1.

    De eerste uitgiftetermijn voor het alleenrecht op een graf of urnengraf is 20 jaar. De uitgiftetermijn begint te lopen op de datum waarop het graf is uitgegeven.

  • 2.

    De rechthebbende kan het in lid 1 bedoelde alleenrecht op verzoek steeds met een van 10 jaar verlengen. Het verzoek moet wel voor het aflopen van de uitgiftetermijn bij de begraafplaatsadministratie binnen zijn.

  • 3.

    De eerste uitgiftetermijn voor het gebruiksrecht op een urnennis is 10 jaar. De uitgiftetermijn begint te lopen op de datum waarop de urnennis is uitgegeven.

  • 4.

    De gebruiker kan het in lid 3 bedoelde gebruiksrecht op verzoek steeds met van 5 jaar verlengen. Het verzoek moet wel voor het aflopen van de uitgiftetermijn bij de begraafplaatsadministratie binnen zijn.

Artikel 15. Overschrijving van verleende grafrechten

  • 1.

    Een rechthebbende kan verzoeken om het alleenrecht op een particulier graf over te laten schrijven op naam van een nieuwe rechthebbende.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende is het mogelijk om het alleenrecht op het particuliere graf over te schrijven op naam van een nieuwe rechthebbende. Het verzoek hiervoor moet binnen 6 maanden na het overlijden van de rechthebbende bij het college zijn ingediend. Wordt de overleden rechthebbende in het graf begraven of zijn urn in het graf bijgezet? De begraafplaatsadministratie vervangt de overleden rechthebbende door de nieuwe rechthebbende.

  • 3.

    Is er binnen 6 maanden na het overlijden van de rechthebbende geen verzoek tot overschrijving gedaan aan het college? Het college mag het recht op het particuliere graf laten vervallen. Dit mag alleen nadat de uitgiftetermijn is verlopen.

  • 4.

    Na 6 maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam zetten van een nieuwe rechthebbende, behalve als het gaat om een particulier graf dat al is geruimd.

Artikel 16. Afstand doen van graven

Het is mogelijk om schriftelijk afstand te doen van het alleenrecht op particulier (urnen)graf of urnennis. De rechthebbende hebben geen recht op teruggave van de betaalde kosten. De rechthebbende ontvangt hiervan een schriftelijke bevestiging van het college.

HOOFDSTUK V GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 17. Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het plaatsen van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2.

    Een vergunning wordt aangevraagd door:

    • De rechthebbende van een particulier (urnen)graf

    • de gebruiker van een algemeen graf of urnennis.

  • 3.

    Het college stelt regels vast over:

    • de manier van het aanvragen van de vergunning.

    • de aard en de afmetingen van de grafbedekking.

    • de manier van het plaatsen van de grafbedekking.

    Deze regels staan in de ‘Regels voor grafbedekkingen’.

  • 4.

    Het college kan de vergunning weigeren als:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in lid 3.

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats.

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is.

    • d.

      de constructie en/of de fundering van de grafbedekking van slechte kwaliteit is.

  • 5.

    Schade aan de grafbedekking door:

    • brand

    • vandalisme

    • wateroverlast

    • storm

    • en andere van buiten komende oorzaken,

    • het weghalen en/of terugplaatsen van grafbedekking ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade in verband hiermee voor anderen is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

Artikel 18. Onderhoud door de rechthebbende of gebruiker

  • 1.

    Het (doen):

    • plaatsen

    • aanbrengen

    • herstellen

    • vernieuwen

    • verwijderen

    van de grafbedekking gebeurt door, voor rekening en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker moet de grafbedekking goed onder¬houden of als het nodig is herstel¬len. De beheerder beoordeelt of de grafbedekking van alle graven:

    • het aanblik van de begraafplaats niet schaadt.

    • geen gevaar of hinder voor de naastliggende graven of bezoekers op levert.

  • 3.

    Onderhoudt of herstelt de rechthebbende of gebruiker de grafbedekking niet? Het college kan de voorwerpen waarom het gaat of als het nodig is de gehele grafbedekking verwijderen. De rechthebbende of gebruiker heeft daarna 13 weken de tijd om het verwijderde op te halen. Wordt het niet opgehaald? De gemeente wordt daarna eigenaar van het verwijderde. De gemeente hoeft hier geen vergoeding voor te betalen.

  • 4.

    Voordat het college overgaat tot verwijdering laat zij dit eerst schriftelijk aan de rechthebbende of de gebruiker weten. Is het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is? Het college hangt de mededeling op bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord. Bij het graf komt een verwijzing naar de mededeling te hangen.

  • 5.

    Is er door slecht onderhouden grafbedekking een direct gevaar voor de naastliggende graven of bezoekers? De beheerder mag dan meteen ingrijpen. Hij hoeft hiervoor de rechthebbende of gebruiker niet eerst in te lichten.

  • 6.

    Vindt het college dat de schade aan de grafbedekking het aanblik van de begraafplaats schaadt of gevaar op levert voor anderen? Het college kan de rechthebbende of de gebruiker schriftelijk verplichten de schade aan de grafbedekking te herstellen binnen een bepaalde tijd.

Artikel 19. Niet-blijvende grafbeplanting

De beheerder mag:

  • niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert verwijderen. De rechthebbende of gebruiker heeft geen recht op schadevergoeding.

  • losse bloemen, planten, kransen en dergelijke als zij verwelkt zijn verwijderen.

Artikel 20. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

De beheerder mag na het verstrijken van de uitgiftetermijn van het graf de grafbedekking

verwijderen. De kosten die de beheerder hiervoor maakt, brengt de gemeente in rekening bij de

rechthebbende/gebruiker.

HOOFDSTUK VI RUIMING VAN (URNEN)GRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 21. Ruiming, bezorging van menselijk resten en as

  • 1.

    De beheerder zorgt er voor dat bij de ruiming van een graf:

    • de nog aanwezige menselijke resten altijd met respect worden behandeld.

    • de bezoekers van de begraafplaats de menselijke resten niet te zien krijgen.

  • 2.

    Alleen die personen die de overleden opgraven of de graven ruimen mogen hierbij zijn. Dit geldt ook voor de persoon die hier toezicht op moet houden.

HOOFDSTUK VII SLOTBEPALINGEN

Artikel 22. Intrekking oude regeling

De verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats Groenewoud, vastgesteld op 10 mei 2011, wordt ingetrokken.

Artikel 23. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten die het college heeft genomen volgens de oude verordening gelden als besluiten genomen volgens deze verordening.

  • 2.

    Deze verordening geldt voor elke aanvraag voor een vergunning die:

    • voor de inwerkingtreding van deze verordening op grond van de oude verordening is binnengekomen

    • en waarop er voor inwerkingtreding van deze verordening geen besluit is genomen.

Artikel 24. Strafbepaling

De persoon die zich niet houdt aan artikel 4, lid 2 en artikel 5, lid 1, 2, 3 en 5:

  • 1.

    wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    en kan worden gestraft met het openbaar maken van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 25. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2024.

Artikel 26. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

“Begraafplaatsverordening gemeente Wijk bij Duurstede 2024”.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 19 maart 2024.

De griffier,

De voorzitter,

Naar boven