Lokaal plan basisvaardigheden 2023-2027

 

Inleiding

In Nederland leven bijna 2,5 miljoen mensen die onvoldoende basisvaardigheden hebben om op eigen niveau mee te doen in de samenleving. Dit houdt in dat zij moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden. Dit heeft invloed op het dagelijks leven, zoals werk, geld, gezin en gezondheid (Stichting Lezen en Schrijven).

 

Het hebben van minder basisvaardigheden (begrijpend) lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden heeft invloed op de Positieve Gezondheid1. Positieve Gezondheid (afbeelding 1) gaat uit van gezondheid op medisch, sociaal en fysiek domein. Gezondheid gaat dus niet alleen maar over ziekte. Positieve gezondheid bestaat uit zes dimensies: lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, meedoen en dagelijks functioneren. Basisvaardigheden hebben invloed op alle dimensies. Basisvaardigheden zijn dan ook noodzakelijk om goed voor jezelf te kunnen zorgen en om drempels te verlagen zodat je mee kunt doen in de samenleving, ook op de lange termijn.

 

Afbeelding 1: Positieve gezondheid

 

Het is belangrijk om in te zetten op het verminderen en voorkomen van onvoldoende basisvaardigheden. Het onderliggende Lokaal plan basisvaardigheden geeft richting aan de thema’s waaraan de komende periode wordt gewerkt in de gemeente Ermelo. Concrete acties die zijn afgerond en concrete activiteiten die nu verkend worden staan in de dynamische activiteitenkalender (bijlage 1). De activiteiten richten zich op het vinden en bereiken van de doelgroep om passende hulp aan te bieden. Tegelijkertijd willen we bewustwording vergroten bij betrokken organisaties.

 

De aanpak basisvaardigheden wordt landelijk, (sub)regionaal en lokaal opgepakt.

 

Landelijk

Het Rijk heeft drie doelen (www.rijksoverheid.nl) gesteld in de aanpak basisvaardigheden:

  • o

    Méér mensen bereiken met een aanbod op maat, vooral de groep met Nederlands als moedertaal.

  • o

    Weten wat werkt: investeren in kwaliteit.

  • o

    Samen aan de slag onder regie van gemeenten.

Regionaal

Voor de aanpak basisvaardigheden wordt samengewerkt in de Arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe. Met de Arbeidsmarktregeling is een nieuw Regioplan Basisvaardigheden 2024 – 2027 opgesteld. De doelen van het Rijk zijn in het Regioplan vertaald naar zes regionale doelen. Alle doelen richten zich op een samenleving waarin iedereen mee kan en mag doen en waar zoveel mogelijk mensen genoeg basisvaardigheden hebben, zodat:

  • 1.

    minder inwoners belemmeringen ervaren om deel te nemen aan de samenleving;

  • 2.

    meer inwoners aan het werk zijn en participeren;

  • 3.

    meer inwoners een startkwalificatie behalen;

  • 4.

    meer inwoners financieel zelfredzaam zijn;

  • 5.

    meer ouders betrokken zijn bij de schoolloopbaan van hun kind;

  • 6.

    meer mensen in staat zijn gezond te leven.

Lokaal

In het Regioplan wordt aanbevolen om de aanpak basisvaardigheden lokaal uit te werken. In elke gemeente in de arbeidsmarktregio verschillen de doelgroepen. Vanuit het Regioplan wordt dan ook aanbevolen om het regioplan lokaal uit te werken en daarbij te kijken naar de doelgroepen in de lokale gemeente. Aanbevolen wordt om daarbij in ieder geval in te zetten op twee verschillende doelgroepen:

  • o

    laaggeletterden die in het werkende leven actief zijn, met name de doelgroep Werkenden 50+, maar ook de doelgroep Werkenden 30-50.

  • o

    laaggeletterde mensen in de doelgroep Niet-actieven 50+. Dit zijn mensen die niet actief zijn op de arbeidsmarkt doordat zij met vervroegd pensioen zijn of arbeidsongeschikt zijn verklaard.

Het onderliggende Lokaal plan basisvaardigheden is het resultaat van de lokale uitwerking. Dit lokale plan is opgesteld voor de gemeente Ermelo, als een aanvulling op en uitvoering van het Regioplan Basisvaardigheden 2024-2027. Er wordt al hard gewerkt aan het versterken van basisvaardigheden in Ermelo. Het lokaal plan basisvaardigheden loopt dan ook in de periode van 2023-2027.

 

In de gemeente Ermelo willen we dat mensen mee kunnen doen, maar ook dat mensen voor elkaar en voor zichzelf kunnen zorgen. Daarbij is eventuele hulp en ondersteuning voor inwoners goed georganiseerd. De aanpak basisvaardigheden in de gemeente Ermelo draagt hieraan bij. Het lokale plan sluit dan ook aan bij de nota Sociaal Domein (voor Harderwijk, Ermelo en Zeewolde) en de bijbehorende opgaven Kansrijk Opgroeien, Op weg naar samenredzaamheid, Bestaanszekerheid en Perspectief op (on)betaald werk en Zelfstandig thuis. Basisvaardigheden zijn voorwaardelijk voor al deze opgaven. Het lokaal plan basisvaardigheden van Ermelo komt daarnaast terug in de uitvoeringsagenda en in de actieplannen.

Basisvaardigheden in cijfers

De aanpak van basisvaardigheden richt zich op (begrijpend) lezen, schrijven en/of rekenen. Daarnaast hebben mensen vaak moeite met digitale vaardigheden. In de gemeente Ermelo is ongeveer 9%2 van de inwoners tussen de 16 en 65 jaar laaggeletterd. Dit ligt iets lager vergeleken met Nederland (12%). Ondanks dat de aanpak basisvaardigheden breder is dan (begrijpend) lezen en schrijven, gaat het in deze cijfers niet over mensen die moeite hebben met rekenen en/of digitale vaardigheden. De cijfers van www.geletterdheidinzicht.nl gaan alleen over mensen die moeite hebben met het (begrijpend) lezen en schrijven. We zien echter dat diezelfde volwassenen vaak ook moeite hebben met rekenen en/of digitale vaardigheden. Laaggeletterdheid wordt vaak opgedeeld in twee doelgroepen

  • 1.

    Mensen die Nederlands als eerste taal hebben (NT1)

  • 2.

    Mensen die Nederlands als tweede taal hebben (NT2).

Specifieker kunnen laaggeletterden opgedeeld worden in zeven verschillende doelgroepen3:

  • 1.

    Nederlandse werkenden (50+) met gezin

  • 2.

    Nederlandse niet-actieven (50+) met gezin

  • 3.

    Nederlandse werkenden (30-50 jaar)

  • 4.

    Oudere Nederlandse singles (50+)

  • 5.

    Jongeren (<30) zonder partner of kinderen

  • 6.

    Migranten (30+) met partner en/of kinderen

  • 7.

    Divers4

In figuur 1 zijn de cijfers per doelgroep in Ermelo en Nederland uitgewerkt. In tabel 1 worden de doelgroepen verder gespecifieerd in sterk/mild laaggeletterd en man/vrouw. Deze cijfers gaan over inwoners tussen de 16 en 65 jaar. Inwoners onder de 16 jaar en boven de 65 jaar zijn niet meegenomen. Beide groepen zijn wel een belangrijke groep in de aanpak van basisvaardigheden. Een belangrijk aandachtspunt is namelijk dat er onder gepensioneerden wel een grote groep inwoners lijkt te zijn die moeite heeft met (begrijpend) lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden. Dit is ook terug te zien in de deelnemers van de cursussen in Ermelo. De groep ouderen met minder basisvaardigheden is in de praktijk dus groter dan deze cijfers weergeven. Ook blijkt nog steeds dat de basisvaardigheden onder jongeren verslechteren5. In het onderwijs zijn referentieniveaus opgesteld. Steeds vaker blijkt dat basisschoolleerlingen, leerlingen in het voortgezet onderwijs en MBO studenten de referentieniveaus voor taal niet halen. Ook deze groep is dus van belang in de aanpak van basisvaardigheden.

 

Figuur 1: Laaggeletterdheid op doelgroep, in percentages

Bron: www.geletterdheidinzicht.nl

 

Tabel 1: Laaggeletterdheid op doelgroep in Ermelo, in percentages

Percentage van totale laaggeletterdheid

Sterk laaggeletterd*

Mild laaggeletterd*

Man*

Vrouw*

Nederlandse werkenden (50+) met gezin

21%

40%

60%

40%

60%

Nederlandse niet-actieven (50+) met gezin

14%

41%

59%

33%

67%

Nederlandse werkenden (30-50)

10%

27%

73%

56%

44%

Oudere Nederlandse singles (50+)

11%

45%

55%

44%

56%

Jongeren (<30) zonder partner of kinderen

14%

47%

53%

53%

47%

Migranten (30+) met partner en/of kinderen

14%

65%

35%

46%

54%

Divers

16%

60%

40%

56%

44%

*Percentage van de totale 9% laaggeletterdheid in Ermelo

Bron: www.geletterdheidinzicht.nl

 

Uit de cijfers van geletterdheidinzicht.nl blijkt dat de grootste groep laaggeletterden in Ermelo valt onder Nederlandse werkenden (50+) met gezin. Dit gaat om 21% van de laaggeletterden. Daarna volgt met 16% de groep divers6. Het aandeel laaggeletterde vrouwen of mannen is wisselend per doelgroep. Het grootste gedeelte blijkt mild laaggeletterd. Alleen in de doelgroep migranten (30+) met partner en/of kinderen en de doelgroep divers blijken meer mensen sterk laaggeletterd.

 

De lokale cijfers zijn van invloed op de thema’s waar in deze lokale aanpak basisvaardigheden op wordt gericht.

Huidige aanpak

De aanpak basisvaardigheden doen we als gemeente Ermelo niet alleen. Met de aanpak basisvaardigheden werken we regionaal samen in de arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noord-Veluwe. De gemeente Apeldoorn is de contactgemeente. Het landelijke beleid over de aanpak basisvaardigheden loopt tot en met 2024. Het is nog onbekend of deze regierol van een contactgemeente in het landelijk beleid blijft bestaan7. In de aankomende jaren neemt de arbeidsmarktregio actief deel aan de landelijke overleggen om te kunnen anticiperen op de mogelijke veranderende regierol van de gemeente(n).

 

In mei 2023 is er een nieuw Regioplan Basisvaardigheden 2024-2027 opgesteld, ‘De kracht van basisvaardigheden voor iedereen’. In het nieuwe Regioplan Basisvaardigheden 2024-2027 wordt nog uitgegaan van een regionale samenwerking met de gemeente Apeldoorn als contactgemeente. De regionale samenwerking richt zich op het versterken van basisvaardigheden door middel van het opzetten van taaltrajecten en het beschikbaar stellen van de financiën.

 

Non-formele en formele taaltrajecten

Voor de aanpak laaggeletterdheid worden er diverse taaltrajecten aangeboden welke ook (sub-)regionaal zijn opgezet.

 

In Ermelo werken we samen in het samenwerkingsverband Taalhuis. Het Taalhuis is een samenwerkingsverband van de gemeenten Harderwijk, Nunspeet, Putten en Ermelo. In het Taalhuis zitten meerdere organisaties zoals de Bibliotheek Noordwest Veluwe en Welzijn Ermelo, allen met als doel om laaggeletterdheid te verminderen en voorkomen. Het Taalhuis is er voor inwoners met taalvragen. Maar ook voor inwoners die vragen hebben met betrekking tot digitale vaardigheden. Zij bieden, vanuit de bibliotheek, diverse cursussen in groepsverband of één op één, vaak uitgevoerd door vrijwilligers. Hierbij gaat het om non-formele trajecten. Vrijwilligers spelen hier een grote rol in en zijn dus van groot belang voor het non-formele onderwijs.

 

Naast non-formele trajecten zijn er formele trajecten. De formele trajecten worden gegeven door TopTaal. Deze taaltrajecten zijn voor de doelgroepen NT18 en NT29 op A1, A2 en B1 niveau. De formele trajecten en de relatie met TopTaal worden regionaal (Arbeidsmarktregio Noord Veluwe en Stedendriehoek) gestuurd vanuit de contactgemeente Apeldoorn.

 

In 2022 hebben 5810 volwassenen uit Ermelo deelgenomen aan een (taal)traject van het Taalhuis. Negen volwassenen uit Ermelo hebben deelgenomen aan een taaltraject van TopTaal. Naar schatting heeft 9% van de inwoners van Ermelo tussen de 16 en 65 jaar onvoldoende basisvaardigheden. Het merendeel van deze mensen is op dit moment dus niet in beeld. Basisvaardigheden zijn belangrijk om goed voor jezelf te kunnen zorgen en om de drempel te verlagen om mee te kunnen doen, ook op de lange termijn. Het is dan ook van belang om in Ermelo extra in te zetten op de aanpak basisvaardigheden. Dit lokale plan draagt hier aan bij.

 

Financiën

Binnen de gemeente Ermelo zijn er twee typen structurele financiële middelen voor de aanpak van basisvaardigheden.

 

  • 1.

    Allereerst de jaarlijkse financiële middelen uit de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Contactgemeente Apeldoorn ontvangt de WEB middelen vanuit het Rijk. Gemeente Apeldoorn verdeelt de financiële middelen volgens de verdeelsleutel van het Rijk. Deze middelen zijn voor inwoners van 18 jaar en ouder (zonder inburgeringsplicht) die een traject willen volgen gericht op taal, rekenen of digitale vaardigheden. Van de WEB gelden worden formele en non-formele taaltrajecten gefinancierd. Daarnaast wordt de monitoring (vanaf 2021) gefinancierd uit de WEB gelden.

  • 2.

    Ten tweede ontvangt de contactgemeente Apeldoorn van het Rijk een decentralisatie uitkering. Gemeente Apeldoorn verdeelt dit in de regio volgens de verdeelsleutel van het Rijk. De decentralisatiemiddelen mogen vrij worden ingezet voor bijvoorbeeld coördinatie, activiteiten gericht op moeilijk bereikbare doelgroepen, deskundigheidsbevordering, etc.

Voor 2024 tot en met 2026 zijn er incidentele middelen beschikbaar gesteld via de motie ‘Extra investering laaggeletterdheid’ van 5 juli 2023.

Lokaal plan Ermelo

Basisvaardigheden hebben invloed op en raakvlakken met heel veel verschillende beleidsvelden. Zo zijn er ook een aantal wet- en regelgeving met invloed op basisvaardigheden. Dit zijn de Wet Taaleis en de Wet Inburgering. Beide wetten hebben echter geen invloed op de lokale aanpak in Ermelo. Beide wetten worden dan ook niet verder meegenomen in de lokale aanpak basisvaardigheden. Wel kan het zijn dat in een aantal thema’s raakvlakken zijn met beide wetten. Onderstaand wordt deze wet- en regelgeving beknopt toegelicht.

 

Wetgeving

EHZ-MIZ en de Wet Taaleis

Sinds 1 januari 2016 hebben gemeenten te maken met de Wet Taaleis. Volgens de Wet Taaleis is het van belang dat alle bijstandsgerechtigden basiskennis hebben van de Nederlandse taal op het niveau 1F11. Dit bevordert het krijgen, aanvaarden en behouden van een baan. Wanneer men niet aan de Wet Taaleis voldoet, is men verplicht de Nederlandse taal op 1F niveau te leren beheersen. Wanneer men hier geen inspanning voor levert, heeft de gemeente het recht om de bijstandsuitkering te verlagen. De Wet Taaleis valt onder de Participatiewet en wordt voor de gemeente Ermelo uitgevoerd door Meerinzicht.

Wet inburgering12

De nieuwe wet Inburgering is op 1 januari 2022 in werking getreden. Hiermee krijgen de gemeenten de regie over het inburgeringsproces van alle inburgeringsplichtigen. De gemeenten hebben een centrale rol in de intake, begeleiding en advisering van de inburgeringsplichtigen. Daarnaast krijgen zij een centrale rol in de organisatie van de drie leerroutes die onderdeel zijn van het inburgeringsaanbod.

 

Nieuwkomers integreren in de Nederlandse samenleving als ze sociaal economisch en sociaal cultureel meedoen. Door het volgen van onderwijs, het verwerven van de taal en door te werken vindt op sociaal economisch gebied integratie plaats. Ook dragen maatschappelijk participeren, door bijvoorbeeld aan te sluiten bij een sportclub of een andere maatschappelijke organisatie, en het hebben van sociale contacten bij aan het onderdeel worden van de samenleving. In de wet Inburgering is aandacht voor beide aspecten. Deze aspecten kunnen in samenhang een plek krijgen in het plan dat met en voor de inburgeraar opgesteld wordt om zijn traject te volbrengen en af te ronden met een inburgeringsexamen.

 

De regie over het inburgeringstraject is door het Rijk bewust bij gemeenten neergelegd. Daar vindt ook de uitvoering van de drie wetten13 van het Sociaal Domein plaats. De groep statushouders die niet direct op alle fronten volledig kunnen participeren moeten meestal een beroep doen op voorzieningen uit het sociaal domein. Hierbij zijn een aantal voor de hand liggende verbindingen te leggen.

 

  • o

    Een logische verbinding bestaat er met de WEB (Wet educatie beroepsonderwijs). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de organisatie van een passend opleidingsaanbod voor laaggeletterde inwoners die hun taalvaardigheden willen verhogen. Het gaat hier om mensen die geen inburgeringsplicht hebben en meer taalvaardig willen worden. Dit zijn zowel mensen die Nederlands als eerste taal hebben (NT1) als mensen die Nederlands als tweede taal hebben (NT2). Belangrijk hierbij is dat analfabetisme iets anders is dan laaggeletterdheid. Statushouders zijn bijvoorbeeld prima geletterd, maar niet altijd in de Nederlandse taal.

    In eerste instantie functioneert de uitvoering van de wet Inburgering en het leren van de Nederlandse taal via een andere route en aanbod dan het aanbod voor laaggeletterden. Echter, er zal onder migranten en statushouders een groep mensen zijn die baat heeft bij het aanbod voor laaggeletterden nadat het inburgeringstraject doorlopen is. Het blijvend oefenen van de Nederlandse taal is met name voor laaggeletterden essentieel om het Nederlands vast te blijven houden. In de uitvoering zullen we deze verbinding dan ook blijven zoeken.

  • o

    Voor inburgeringsplichtigen worden er drie leerroutes (op regionaal niveau) aangeboden door gecontracteerde taalaanbieders:

    • 1.

      B1-route: de route gericht op Nederlandse taalverwerving en toepassing en instroom naar (vrijwilligers)werk;

    • 2.

      Onderwijsroute: een route gericht op het doen van vervolgonderwijs en het halen van een diploma;

    • 3.

      Z-route: de route voor inburgeraars waarvoor de B1-route en de Onderwijsroute niet haalbaar is. Deze route is gericht op zelfredzaamheid.

Al vroegtijdig worden in de leerroutes verbindingen gelegd en samenwerkingen opgezocht met non-formeel taalaanbod en formeel aanbod uit de WEB. Bibliotheek Noordwest Veluwe biedt een TaalCafé aan specifiek voor deze doelgroep. Ook worden conversatiegroepen opgezet en wordt ondersteuning geboden door taalvrijwilligers. De aanwezigheid van dergelijke algemene en laagdrempelige voorzieningen in de lokale gemeente stimuleert een optimale leerervaring en toepassing van taal in het dagelijkse leven.

 

Aanpak basisvaardigheden in de gemeente Ermelo

Zoals beschreven zijn er een aantal wet- en regelgeving met invloed op en raakvlakken met basisvaardigheden. Daarnaast wordt er (sub-)regionaal gewerkt aan de aanpak van basisvaardigheden door het aanbod van (non-)formele taaltrajecten. Naast de taaltrajecten en de activiteiten die voort komen uit wet- en regelgeving, zijn er echter veel meer mogelijkheden om te werken aan het verbeteren van basisvaardigheden. Bijvoorbeeld door te focussen op bepaalde thema’s die een duidelijke koppeling hebben met de grootste doelgroepen (hoofdstuk basisvaardigheden in cijfers) in Ermelo. In het Regioplan ligt de aandacht op de volgende thema’s:

 

  • o

    Basisvaardigheden en (re-) integratie en participatie – volwassenen

  • o

    Basisvaardigheden en (re-) integratie en participatie – jongeren

  • o

    Een leven lang ontwikkelen

  • o

    Basisvaardigheden en armoedebestrijding/ bestaanszekerheid

  • o

    Ouderbetrokkenheid/ gezinsaanpak

  • o

    Basisvaardigheden en gezondheid

Het Lokaal plan basisvaardigheden geeft richting aan de thema’s waaraan de komende periode wordt gewerkt. Deze thema’s zijn allemaal als aanvulling op en uitvoering van het Regioplan. Ze sluiten daarbij aan op de verschillende doelgroepen in Ermelo (hoofdstuk Basisvaardigheden in cijfers). In de periode 2023-2027 wordt ingezet op de volgende thema’s:

  • o

    Gezin, onderwijs en ouderbetrokkenheid

  • o

    Werkgevers

  • o

    Gezondheid

  • o

    Armoede en schulden

  • o

    Bekendheid in het algemeen

De activiteiten binnen deze thema’s richten zich op het vinden en bereiken van de doelgroep om passende hulp aan te bieden. Tegelijkertijd willen we bewustwording vergroten bij betrokken organisaties.

De bijbehorende activiteitenkalender (bijlage 1) weergeeft wat er op dit moment al speelt of waar mogelijkheden verkend worden. Hierin worden acties, resultaten en doelen omschreven van concrete activiteiten. Dit helpt bij de uitvoering van de juiste acties. De activiteitenkalender wordt continu bijgewerkt en aangepast, maar sluit altijd aan op het lokaal plan basisvaardigheden 2023-2027.

Gezin, onderwijs en ouderbetrokkenheid

Uit de cijfers (hoofdstuk Basisvaardigheden in Ermelo) blijkt dat veel inwoners met minder basisvaardigheden in Ermelo een gezin met kinderen hebben. Wanneer ouders moeite hebben met de basisvaardigheden hebben kinderen meer kans op ontwikkelingsachterstanden. Deze problemen blijven zich dan van generatie op generatie doorzetten. Voor het doorbreken van deze cyclus is een gezinsaanpak van belang. Er wordt daarbij niet alleen ingezet op de basisvaardigheden bij ouders, maar ook bij kinderen. Deze aanpak sluit aan bij de opgave kansrijk opgroeien in de nota Sociaal Domein.

 

Ouderbetrokkenheid is hierbij wel erg belangrijk. Denk dan aan voorlezen en gesprekken voeren met het kind, etc. Wanneer ouders van jonge kinderen moeite hebben met (begrijpend) lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden, kan dit negatief van invloed zijn op de (voortgang van de) ontwikkeling van het kind. Evenals een negatieve houding van ouders tegenover lezen.

 

Diverse organisaties houden de ontwikkeling van een kind in de gaten. Het is echter een stuk lastiger om volwassenen met minder basisvaardigheden te bereiken. De kinderopvang en het CJG lijken een belangrijke vindplaats te zijn van volwassenen met minder basisvaardigheden. Dit biedt kansen om inwoners met minder basisvaardigheden te verwijzen naar een leertraject dat aansluit bij de behoefte.

Werkgevers

Uit de cijfers (hoofdstuk Basisvaardigheden in Ermelo) blijkt dat veel inwoners uit Ermelo met minder basisvaardigheden wel werken. Met een percentage van 9%14 laaggeletterdheid, waarvan 21% Nederlandse werkenden (50+) met gezin en 10 % Nederlandse werkenden (30-50), is de verwachting dat er ook onder de werknemers binnen deze bedrijven sprake is van laaggeletterdheid.

 

Voor de werknemer kan laaggeletterdheid op het werk leiden tot onzekerheid. Voor de werkgever kan het leiden tot hogere kosten (denk aan ziekteverzuim, fouten op werk en moeite hebben met het behalen van certificaten). Het leidt ook tot onveilige situaties binnen het bedrijf (denk aan bedrijfsongevallen). Ten slotte, voor de maatschappij leidt laaggeletterdheid tot hogere maatschappelijke kosten (denk aan zorgkosten en inkomsten uit werk). Aandacht vragen voor laaggeletterdheid op de werkvloer brengt dan ook voordelen mee voor de werknemer zelf, de werkgever en voor de maatschappij.

 

In de gemeente Ermelo zijn veel werkgevers in kleine, middelgrote of grote ondernemingen. Door de koppeling te maken tussen basisvaardigheden en werkgevers kunnen veel problemen voor werkgevers en werknemers voorkomen worden. Dit sluit aan bij de opgave perspectief op (on)betaald werk en bestaanszekerheid in de nota Sociaal Domein.

Gezondheid

In de gemeente Ermelo wordt gewerkt met Positieve Gezondheid als uitgangspunt, zoals ook omschreven in het Collegeprogramma 2022-2026. Het hebben van minder basisvaardigheden op het gebied van (begrijpend) lezen, schrijven, rekenen en/of digitale vaardigheden heeft invloed op de Positieve Gezondheid15.

 

Laaggeletterden hebben vaker een slechtere fysieke en mentale gezondheid en hebben vaker een minder gezonde leefstijl (Stichting Lezen en Schrijven). Door verminderde basisvaardigheden loopt deze groep inwoners informatie mis die van invloed is op de gezondheid. Bijvoorbeeld productinformatie of de bijsluiter van medicatie. Zo is laaggeletterdheid dus verbonden met gezondheidsachterstanden en gezondheidsproblemen.

 

Door de koppeling te maken tussen basisvaardigheden en gezondheid kunnen gezondheidsproblemen voorkomen en verminderd worden. Dit sluit ook aan op de regionale nota Volksgezondheid ‘samen verder voor een gezond Noord Veluwe 2022-2025’ (vastgesteld februari 2022). Hierin is de ambitie opgenomen om gezondheidsachterstanden te verkleinen. Daarnaast sluit het aan bij de nota Sociaal Domein, waarbij het met name de opgaven kansrijk opgroeien en samenredzaamheid raakt.

Armoede en schulden

Inflatie en koopkrachtontwikkeling spelen ook bij inwoners in de gemeente Ermelo een rol. Financiële ondersteuning en schuldhulpverlening zijn hier dan ook belangrijke onderwerpen, zoals ook omschreven in het Collegeprogramma 2022-2026. Inwoners die moeite hebben met (begrijpend) lezen, schrijven en/of rekenen hebben vaker te maken met armoede en schulden.

 

Inwoners met minder basisvaardigheden hebben vaker een inkomen onder de armoedegrens, hebben een baan met een lagere beroepsstatus, staan vaker buiten de arbeidsmarkt en zijn vaker langdurig arm. Naar verwachting is dit ook terug te zien in de schuldhulpverlening.

 

Veel inwoners die te maken hebben met armoede hebben ook minder basisvaardigheden. Voor deze inwoners is het lastig om uit deze cyclus van armoede en schulden te komen. Het is dan ook van belang om de verbinding te leggen tussen basisvaardigheden en armoede en schulden. Dit sluit aan bij de nota Sociaal Domein, met name de opgave perspectief op (on)betaald werk en bestaanszekerheid.

Bekendheid in het algemeen

In Nederland zijn er bijna 2,5 miljoen mensen met onvoldoende basisvaardigheden om goed mee te kunnen doen in de samenleving. Toch is het nog steeds voor veel mensen een onbekend fenomeen. Bekendheid rondom het hebben van minder basisvaardigheden en het normaliseren ervan is erg belangrijk. Bekendheid en het breed herkennen van deze situatie kan het taboe doorbreken en ervoor te zorgen dat meer mensen de stap zetten naar ondersteuning op eigen niveau. Daarnaast is bewustwording van belang voor de wijze van communiceren door organisaties. Dit is misschien wel de eerste en de belangrijkste stap richting een goede, effectieve aanpak basisvaardigheden voor op de lange termijn.

 

De gemeente Ermelo wil daarom meer bewustwording te creëren over laaggeletterdheid en de gevolgen ervan. Deze bewustwording willen wij creëren onder inwoners, professionals en werknemers van de gemeente Ermelo.

Conclusie

In dit lokaal plan basisvaardigheden 2023-2027 gaan we, als aanvulling op en uitvoering van het nieuwe Regioplan basisvaardigheden 2024 – 2027, in op een aantal thema’s gekoppeld aan de aanpak van basisvaardigheden:

 

  • o

    Gezin, onderwijs en ouderbetrokkenheid

  • o

    Werkgevers

  • o

    Gezondheid

  • o

    Armoede en schulden

  • o

    Bekendheid in het algemeen

Uiteraard zijn er ook nog meer thema’s gekoppeld aan het hebben van minder basisvaardigheden. Dit plan sluit niet aan dat er aandacht is voor deze thema’s. De focus ligt op dit moment echter op de vijf thema’s in het lokale plan.

 

De lokale aanpak basisvaardigheden is gebaseerd op een situatie waar incidenteel financiële middelen beschikbaar zijn voor 2024, 2025 en 2026. Er zijn geen structurele financiële middelen beschikbaar. De aanpak basisvaardigheden kan op de lange termijn echter andere kosten in de maatschappij voorkomen. Wanneer er structureel middelen beschikbaar zijn kan er bijvoorbeeld meer ingezet worden op het bereik van een specifieke doelgroep. Problemen die ontstaan bij het hebben van minder basisvaardigheden kunnen dan voorkomen worden. Kosten rondom bijvoorbeeld (schuld)hulpverlening, zorgkosten, etc. komen dan minder voor. Mochten er structureel middelen beschikbaar zijn dat is dit van invloed op het lokale plan.

 

Bij dit lokale plan hoort een dynamische activiteitenkalender (bijlage 1) waarin doelen en resultaten van concrete acties staan omschreven. Deze activiteitenkalender gaat in op de meest recente acties die zijn afgerond. Daarnaast worden hierin acties opgenomen die nu verkend worden. De acties zijn gekoppeld aan de vijf thema’s omschreven in het lokale plan. Deze activiteitenkalender helpt mee in het maken van de juiste keuzes voor activiteiten passend onder het lokaal plan basisvaardigheden. Daardoor is het een dynamisch document welke continue wordt bijgewerkt en aangepast.

 

Medio 2027 wordt het lokale plan vernieuwd, waarbij weer aansluiting wordt gezocht op de huidige situatie rondom basisvaardigheden. De lokale aanpak basisvaardigheden komt ook terug in de uitvoeringsagenda en de actieplannen.

Naar boven