Protocol bijtincidenten honden gemeente Veendam 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

Licht bijtincident: Van een licht bijtincident is sprake wanneer een hond een mens of een ander dier bijt, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen, dat gezien de context van de situatie verklaarbaar is.

  • Ernstig bijtincident: Van een ernstig bijtincident is sprake:

    • 1.

      wanneer het bijtincident ernstige gevolgen heeft, doordat een persoon, hond of ander dier overlijdt als direct gevolg van het bijtincident;

    • 2.

      wanneer een hond ernstig letsel toebrengt aan een persoon, hond of een ander dier en/ of;

    • 3.

      wanneer meer dan één keer binnen een periode van twee jaar een bijtincident zonder ernstig letsel of ernstige gevolgen plaatsvindt door dezelfde hond en/ of;

    • 4.

      in ieder ander geval dat door de burgemeester als ernstig wordt aangemerkt mede gelet op de ernstige gevolgen van het bijtincident.

  • Ernstig letsel: Van ernstig letsel is sprake als bij een persoon, hond of ander dier ingrijpende medische behandeling noodzakelijk is als gevolg van het bijtincident.

  • Ernstige gevolgen: Van ernstige gevolgen is sprake als een persoon, hond of een ander dier overlijdt als gevolg van een bijtincident of als er sprake is van blijvende invaliditeit of blijvende beperktheid van lichaamsfuncties .

  • Gevaarlijke hond: Een hond, die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.

  • Hinderlijke hond: Een hond, die een licht bijtincident heeft veroorzaakt.

 

Artikel 2 Hinderlijke hond

  • 1.

    De burgemeester geeft de eigenaar of houder van de hinderlijke hond een waarschuwing en kan daarbij een aanlijngebod opleggen.

  • 2.

    Het aanlijngebod geldt voor onbepaalde tijd. De eigenaar kan vanaf 2 jaar na het opgelegde gebod gemotiveerd en schriftelijk verzoeken om de opgelegde maatregel op te heffen conform artikel 5 lid 3.

 

Artikel 3 Gevaarlijke hond

  • 1.

    De burgemeester geeft de eigenaar of houder van een gevaarlijke hond een aanlijn- en muilkorfgebod. In het geval van acute openbare ordeverstoring kan worden besloten tot inbeslagname van de hond op grond van de Gemeentewet.

  • 2.

    Het aanlijn- en muilkorfgebod geldt voor onbepaalde tijd. (De eigenaar kan vanaf twee jaar na opleggen van het gebod gemotiveerd en schriftelijk verzoeken om de opgelegde maatregel op te heffen conform artikel 5 lid 3).

 

Artikel 4 Last onder dwangsom

Wanneer besloten wordt tot het opleggen van een aanlijngebod en/ of een muilkorfgebod, wordt tevens in dit besluit aangegeven dat op het niet voldoen aan het gebod een last onder dwangsom staat van € 500,-- per overtreding, tot een maximum van € 5.000,--.

 

Artikel 5 Gedragstest

  • 1.

    In opdracht van de eigenaar of houder kan aan de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Dit zogenaamde risico-assessment dient altijd te worden afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester dan wel door een andere erkende onderzoeker of faculteit.

  • 2.

    De kosten voor het laten uitvoeren van een risico-assessment zijn voor rekening van eigenaar of houder van de hond.

  • 3.

    De burgemeester kan op schriftelijk verzoek van de eigenaar of houder van de hond de opgelegde maatregel opheffen, wanneer de eigenaar of houder van de hond door middel van de in lid 1 genoemde gedragstest aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is.

 

Artikel 6 Afstand doen of inbeslagname van een gevaarlijke hond

  • 1.

    Als de eigenaar of houder van een hond, welke op grond van artikel 3 van dit protocol door de burgemeester is aangewezen als gevaarlijk, in strijd met de bepalingen in artikel 2:59 (APV) handelt én vervolgens de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt waarbij sprake is van (ernstig) letsel of (ernstige) gevolgen, wordt de eigenaar of houder gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.

  • 2.

    De burgemeester kan besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van een hond op grond van artikel 5:31, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht als de in lid 1 genoemde situatie zich heeft voorgedaan en de houder hierop niet vrijwillig afstand doet van de hond en de burgemeester vreest dat de kans op bijtrecidive aanwezig is of blijft;

  • 3.

    Bij het in lid 2 omschreven in beslag nemen van de hond kan in opdracht van de eigenaar of houder een risico-assessment worden afgenomen, conform hetgeen is bepaald onder artikel 5 van dit protocol.

  • 4.

    Wanneer uit het uitgevoerde risico-assessment, als bedoeld in lid 3, blijkt dat de hond niet kan worden terug geplaatst, resocialiseerbaar, elders herplaatsbaar, of anderszins het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen of weggenomen, wordt door de burgemeester besloten de betreffende hond te (doen laten) euthanaseren door een daartoe bevoegde dierenarts.

  • 5.

    De kosten van vervoer, verblijf, risico-assessment en eventueel de kosten voor het laten uitvoeren van euthanasie komen in redelijkheid1 voor rekening van de eigenaar of houder van de hond.

 

Artikel 7 Inbeslagname op grond van de Gemeentewet

In uitzonderlijke gevallen of zeer ernstige acute situaties die vrees voor verstoring van de openbare orde opleveren, is het mogelijk om van dit protocol af te wijken en kan de burgemeester op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet het bevel geven om per direct over te gaan tot onvrijwillige inbeslagname van een hond.

 

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Protocol bijtincidenten honden gemeente Veendam 2024’.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

 

 

Naar boven