Wijziging van de Subsidieverordening sociale basis Amsterdam 2025 in verband met het verduidelijken van een aantal artikelen

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 maart 2024,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023;

 

besluit:

Artikel I  

De Subsidieverordening sociale basis Amsterdam 2025 wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

     

    Artikel 1.1 definities

    • -

      GOS komt als volgt te luiden:

    • -

      GOS (gebiedsgerichte opgaven sociaal): beschrijving van de opgaven ten aanzien van de diverse thema’s en doelgroepen in het stadsdeel / -gebied, op basis waarvan door het stadsdeelbestuur wordt aangegeven waar prioriteiten liggen en op welke wijze invulling wordt gegeven aan het Beleidskader sociale basis Amsterdam 2025-2030 (beleidskader);

  • B.

     

    Artikel 1.1 definities

    • -

      penvoerder: komt te luiden: een aangewezen partij die namens de deelnemers aan een samenwerkingsverband de subsidieaanvraag indient.

  • C.

     

    • -

      stadsbrede functies: wordt ‘gebiedsspecifiek’ vervangen door ‘gebiedsgericht’.

  • D.

     

    In artikel 1.3 , eerste lid, wordt ‘Beleidskader Sociale Basis 2025-2030’ vervangen door ‘Beleidskader sociale basis Amsterdam 2025-2030’.

  • E.

     

    In artikel 1.6 wordt ‘bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens’ vervangen door ‘bij de subsidieaanvraag voor hoofdstuk 2, 3 en 4 de volgende gegevens’.

  • F.

     

    Het opschrift van artikel 1.8 komt te luiden: Verlening onder ontbindende voorwaarde voor kernfuncties.

  • G.

     

    Artikel 1.10 onder g wordt als volgt gewijzigd:

    • g.

      professionals en vrijwilligers die rechtstreeks werken met jeugdigen, en voor zover mogelijk professionals en vrijwilligers die rechtstreeks werken met Amsterdammers in een kwetsbare situatie, ouderen, of Amsterdammers met regieverlies, zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent gedrag (VOG);

  • H.

     

    Artikel 2.1 komt als volgt te luiden:

    Artikel 2.1 Subsidiabele activiteiten voor de stadsbrede functies

    Het college kan een boekjaarsubsidie verlenen voor maximaal 6 jaar gericht op de uitvoering van stadsbrede functies. Deze inzet moet zich richten op één of meer van de volgende stadsbrede activiteiten:

    • a.

      beheren en matchen van vraag en aanbod met betrekking tot vrijwillige inzet waarbij specifieke expertise en kennis nodig is en waar op voorhand het niet duidelijk is waar de inzet plaats gaat vinden;

    • b.

      organiseren van deskundigheidsbevordering voor professionals en vrijwilligers die werkzaam zijn binnen de sociale basis, op het gebied van vrijwillige inzet die gerelateerd is aan de opgaven;

    • c.

      organiseren van professionele deskundigheidsbevordering met betrekking tot professionals en/of vrijwilligers die werkzaam zijn binnen de sociale basis voor Amsterdammers in een kwetsbare situatie;

    • d.

      waar mogelijk zelfstandig en structureel sporten of bewegen van Amsterdammers met een beperking, met name jeugdigen (gehandicaptensport).

  • I.

     

    In artikel 3.1 wordt ‘gericht op de uitvoering van kernfuncties aan één alliantie’ vervangen door ‘gericht op de uitvoering van kernfuncties aan de rechtspersonen binnen één alliantie’.

  • J.

     

    Artikel 3.1 onder b wordt als volgt gewijzigd:

    • b.

      coördinatie op vrijwillige inzet: verbinden en faciliteren van en samenwerken met (informele) lokale organisaties die vrijwillige inzet bieden binnen een stadsdeel, zodat op kwaliteit en kwantiteit samen wordt opgetrokken. Het signaleren en agenderen van trends en ontwikkelingen, het ontsluiten van lokaal aanbod en het faciliteren van adequate verwijzingen voor onder andere de buurtteams;

  • K.

     

    Artikel 4.2.3 onder h wordt als volgt gewijzigd:

    • h.

      de prijs en kwaliteit;

  • L.

     

    In artikel 4.2.4 wordt ‘4.1.1’ vervangen door ‘4.2.1’.

  • M.

     

    Artikel 5.2.1 onder e wordt als volgt gewijzigd:

    • e.

      het inrichten, tijdelijk beheren, exploiteren en programmeren van nieuw op te leveren sociale accommodaties.

Artikel II  

De toelichting op de Subsidieverordening sociale basis Amsterdam 2025 wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

     

    In het Algemeen deel onder de kop De sociale basis binnen het sociale stelsel van Amsterdam komt de tekst achter het vierde bullet als volgt te luiden:

    • Stadsbrede functies: voor specifieke doelgroepen over de stad

      Het uitgangspunt voor de sociale basis is gebiedsgericht. Dat is niet in altijd van toepassing. In sommige gevallen is er specifieke kennis en kunde nodig op problematiek die fluctueert over de stad en is dit daardoor niet efficiënt en wenselijk om dit gebiedsgericht uit te voeren. Dat zijn de stadsbrede functies. De partners die deze activiteiten uitvoeren, faciliteren de rest van de sociale basis met specifieke kennis en expertise op specifieke doelgroepen. Daarnaast gaat het om ondersteuning van groepen die vanwege schaalgrootte en een fluctuerende doelgroep niet gebiedsgericht georganiseerd kan worden. De regels die van toepassing zijn op de stadsbrede functies zijn terug te vinden in hoofdstuk 2 van de verordening.

  • B.

     

    In de toelichting op artikel 1.1 onder GOS wordt ‘Beleidskader sociale basis’ vervangen door ‘Beleidskader sociale basis Amsterdam 2025-2030’.

  • C.

     

    De toelichting op artikel 1.1 onder stadsbrede functie komt te luiden:

    stadsbrede functie: functie met een stadsbrede werking, die zich niet gebiedsgericht laat organiseren. Voor deze functies is specifieke kennis en kunde nodig op problematiek die fluctueert over de stad. De stadsbrede functies brengen deze specifieke kennis en kunde ook in bij de allianties.

  • D.

     

    De toelichting op artikel 1.8 komt te luiden:

    Artikel 1.8 Verlening onder ontbindende voorwaarde voor kernfuncties

    De Awb voorziet in de mogelijkheid om in aanvulling op de in artikel 4.50 opgesomde gevallen te voorzien in de mogelijkheid waarin een verlening kan worden ingetrokken of gewijzigd zolang de subsidie nog niet is vastgesteld. Met deze bepaling wordt daar invulling aan gegeven. Deze bepaling is alleen van toepassing op de verlening aan de rechtspersonen binnen de allianties die de kernfuncties uitvoeren in een stadsdeel.

     

    Voor de uitvoering is van belang dat al het aanbod uit de kernfuncties voldoende dekkend aanwezig is in een stadsdeel. Ook hebben de kernfuncties een sleutelrol te vervullen in de uitvoering van de gehele sociale basis. In de situatie dat een of meerdere partijen de samenwerking beëindigd, kan dit tot gevolg hebben dat kernfuncties uit het activiteitenplan niet meer naar behoren worden uitgevoerd. In dat geval zal de subsidieverlening aan alle partijen die de kernfunctie in dat stadsdeel uitvoeren ingetrokken kunnen worden.

     

    Het college kan de verlening ook intrekken als de uitvoering van de activiteiten zodanig wijzigt dat deze niet meer passen bij het doel van deze subsidieverordening of niet in overeenstemming zijn met gemeentelijk beleid. Of als zich de situatie voordoet dat er geen solide basis is om de rechtmatigheid en doelmatigheid van de verleende subsidie te waarborgen.

     

    In het geval de verlening wordt ingetrokken zal een redelijk termijn in acht worden genomen.

  • E.

     

    In de toelichting op artikel 2.1 wordt ‘gebiedsspecifiek’ vervangen door ‘gebiedsgericht’.

  • F.

     

    De toelichting op artikel 2.1 , onder a, b, en c komt als volgt te luiden:

    • a:

      beheren en matchen van vraag en aanbod met betrekking tot vrijwillige inzet waarbij specifieke expertise en kennis nodig is en waar op voorhand het niet duidelijk is waar de inzet plaats gaat vinden

      Vanuit de stadsbrede functies bedoelen we het stadsbreed makelen van vrijwilligers met specifieke kennis en expertise waar het vooraf niet aan te geven valt waar deze specifieke inzet/ondersteuning plaats vindt in de stad. We bedoelen hier bijvoorbeeld niet een buurtgenoot die een andere buurtgenoot helpt met een klusje in het huis of het rijden naar een ziekenhuis.

    • b:

      organiseren van deskundigheidsbevordering voor professionals en vrijwilligers die werkzaam zijn binnen de sociale basis, op het gebied van vrijwillige inzet die gerelateerd is aan de opgaven

      Om Amsterdammers die zich als vrijwilliger willen inzetten te ondersteunen wordt er stadsbreed deskundigheidsbevordering voor hen georganiseerd. Vrijwilliger ben je immers niet zomaar; dit vraagt om veel vaardigheden. Deskundigheidsbevordering voor professionals is gericht op het uitvoeren van een goed vrijwilligersbeleid binnen en buiten de eigen organisatie. Dit omvat ook het vraagstuk met betrekking tot de grenzen aan vrijwillige inzet.

    • c:

      organiseren van professionele deskundigheidsbevordering met betrekking tot professionals en/of vrijwilligers die werkzaam zijn binnen de sociale basis voor Amsterdammers in een kwetsbare situatie

      Om Amsterdammers in een kwetsbare situatie adequaat te kunnen ondersteunen is vaak specifieke expertise nodig. Deze expertise organiseren we stadsbreed zodat partners in de rest van de sociale basis gebruik kunnen maken van deze expertise. Het gaat hier specifiek om expertise van professionals met betrekking tot kwetsbaarheid als gevolg van problematiek op onder andere het gebied van schulden, mentale gezondheid en verstandelijke beperkingen. We bedoelen hier bijvoorbeeld niet expertise op etniciteit.

      In eerste instantie wordt deze expertise gericht op het versterken en verrijken van de kernfuncties. In tweede instantie worden ook gebiedsgerichte activiteiten met deze expertise ondersteund. Dit soort deskundigheidsbevordering is ook nodig voor vrijwilligers die met specifieke kwetsbaarheid in aanraking komen in activiteiten die door hen worden uitgevoerd.

  • G.

     

    Aan de laatste zin van de eerste alinea van de toelichting op hoofdstuk 3 kernfuncties wordt toegevoegd ‘en wat de kosten zijn per kernfunctie’.

  • H.

     

    Aan de toelichting op artikel 3.1 onder d wordt een zin toegevoegd, luidende:

    De individuele maatschappelijke dienstverlening wordt door de buurtteams uitgevoerd en bedoelen wij in de sociale basis niet.

  • I.

     

    De toelichting op artikel 4.2.3, derde lid, onder h komt als volgt te luiden:

    Onder h: de prijs en kwaliteit

    Naast de kwaliteit van de inhoud van de aanvraag in relatie tot de uren inzet, wordt ook gekeken naar de verhouding tussen de kwaliteit en het gevraagde bedrag. Daarin wordt onder andere gekeken naar de opbouw van het gevraagde bedrag. Hierin wordt de redelijkheid van het geraamde totaalbedrag alsmede specifieke onderdelen van de begroting beoordeeld.

    Ook wordt bij de kwaliteit rekening gehouden in hoeverre activiteiten worden uitgevoerd door een professionele aanvrager die gekwalificeerd is, of beschikt over gekwalificeerd personeel, voor de uitvoering van de betreffende werksoort en aantoonbaar beschikken over voldoende pedagogische kwaliteiten.

  • J.

     

    Het opschrift in de toelichting op artikel 5.2.1 onder e komt te luiden: Onder e: het inrichten, tijdelijk beheren, exploiteren en programmeren van nieuw op te leveren sociale accommodaties

Artikel III  

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Artikel IV  

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 24 april 2024

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

Tijdens de informatiebijeenkomsten met partners is duidelijk geworden dat op sommige onderdelen aanpassing en/of aanvullende toelichting nodig is ter verduidelijking. Met voorgestelde aanpassingen wordt hierin tegemoetgekomen.

Naar boven