Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2020 (3e wijziging)

De raad van de gemeente Oegstgeest;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 april 2024;

 

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

 

besluit vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2020 (3e wijziging)

Artikel 1: Wijzigingen in de verordening

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2020 (2e wijziging) wordt als volgt gewijzigd:

 

A. Artikel 11 Regels voor PGB wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    Lid 5 komt te luiden:

  • De hoogte van een persoonsgebonden budget als bedoeld in het derde lid voor een cliënt ten behoeve van een dienst wordt, voor de maatwerkvoorzieningen ambulante ondersteuning en wonen met ondersteuning, vastgesteld op:

    • a.

      90% van het tarief in natura wanneer het professionele ondersteuning betreft die geboden wordt door een professional in dienst van een zorgaanbieder;

    • b.

      80% van het tarief in natura wanneer het professionele ambulante ondersteuning betreft die geboden wordt door een ter zake kundig gediplomeerde zelfstandige zonder personeel (zzp’er);

    • c.

      het gemiddelde uurloon van de hoogste periodiek behorende bij de Functie Waardering Gezondheidszorg (FWG 30) van de voor de betreffende periode geldende cao VVT. Te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren. In de berekening van het gemiddelde uurloon worden eventuele indexaties naar rato meegenomen. Dit geldt voor ambulante ondersteuning vanuit het informele netwerk.

  • b.

    Lid 6 komt te luiden:

  • De hoogte van een persoonsgebonden budget als bedoeld in het derde lid voor een cliënt ten behoeve van de maatwerkvoorziening Kortdurend verblijf wordt vastgesteld op:

    • a.

      90% van het tarief in natura wanneer het professionele ondersteuning betreft die geboden wordt door een professional in dienst van een zorgaanbieder;

    • b.

      80% van het tarief in natura wanneer het professionele ondersteuning betreft die geboden wordt door een ter zake kundig gediplomeerde zelfstandige zonder personeel (zzp’er);

    • c.

      50% van het tarief in natura wanneer het niet-professionele/informele ondersteuning betreft.

  • c.

    Lid 7 komt te luiden:

  • De hoogte van een persoonsgebonden budget als bedoeld in het derde lid voor een cliënt ten behoeve van een dienst wordt, voor de maatwerkvoorzieningen huishoudelijke ondersteuning, maaltijdvoorziening en kindverzorging, vastgesteld op:

    • a.

      90% van het tarief in natura, wanneer het professionele ondersteuning betreft die geboden wordt door een professional in dienst van een zorgaanbieder;

    • b.

      het gemiddelde uurloon van de hoogste periodiek behorende bij hulp bij het huishouden van de voor de betreffende periode geldende cao VVT (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg). Te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren. In de berekening van het gemiddelde uurloon worden eventuele indexaties naar rato meegenomen. Dit tarief geldt voor zowel ondersteuning vanuit het informele netwerk als door een zelfstandige zonder personeel (zzp’er).

B. Artikel 12 Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen wordt als volgt gewijzigd:

  • Lid 3 komt te luiden:

    De in het tweede lid genoemde bedragen kunnen jaarlijks worden gewijzigd aan de hand van ontwikkeling van de Landelijke Tariefindex (LTI).

C. Artikel 13 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen pgb’s wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    Titel komt te luiden:

    Artikel 13 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen of pgb’s

  • b.

    Lid 2 komt te luiden:

    De eigen bijdrage wordt berekend conform hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en bedraagt maximaal de kostprijs van de maatwerkvoorziening.

  • c.

    Lid 4 komt te luiden:

    De kostprijs ten behoeve van de berekening van de eigen bijdrage door het CAK van een:

    • a.

      maatwerkvoorziening wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder;

    • b.

      maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel of woningaanpassing wordt tevens bepaald door de wijze van beschikbaarstelling van de voorziening, zoals bruikleen, huur of eigendom;

    • c.

      pgb is gelijk aan de hoogte van het pgb

  • d.

    Lid 7 komt te luiden:

    In afwijking van artikel 2.1.4.a., vierde lid, van de Wet is de cliënt die in het bezit is van een Wmo-pas een eigen bijdrage verschuldigd in de vorm van een instaptarief en een tarief per kilometer. Het college maakt voor ingang van het kalenderjaar de hoogte van de bijdrage in een aparte regeling kenbaar.

  • e.

    Lid 8 komt te luiden:

    De in het zevende lid genoemde bijdrage wordt jaarlijks gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van de Landelijke Tariefindex (LTI).

Artikel 2: Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Oegstgeest 2020.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Oegstgeest op 25 april 2024.

Naar boven