Overwegingen ten aanzien van het besluit
dat de Meengatstraat gelegen is binnen de bebouwde kom van de gemeente Brummen;
dat de Meengatstraat in beheer is bij de gemeente Brummen;
dat de Meengatstraat een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;
dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Brummen bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor de genoemde wegen;
dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Brummen in het mandaatbesluit van 1 april 2016 is gemandateerd aan de procescoördinator Backoffice;
dat de wegencategorisering van het wegennet in de gemeente Brummen is opgenomen in het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoer Plan (hierna: GVVP)
dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijk beleid Duurzaam Veilig,
dat in het GVVP de Meengatstraat in Brummen gecategoriseerd is als een erftoegangsweg (30 kilometer per uur);
dat de Meengatstraat onderdeel uitmaakt van het verblijfsgebied van Brummen;
dat binnen een verblijfsgebied de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;
dat een deel van de rijbaan in de Meengatstraat en wordt gebruikt om voertuigen te parkeren;
dat gezien de functie van de Meengatstraat bovengenoemde toegestaan is;
dat op de rijbaan geparkeerde voertuigen voor problemen zorgen met betrekking tot bereikbaarheid en verkeersveiligheid;
dat deze problematiek vooralsnog enkel van toepassing is ter hoogte zijweg naar Meengatstraat 88 t/m 92;
dat het gelet op artikel 24 lid 1 van het RVV 1990 niet toegestaan is om een voertuig te parkeren op minder dan vijf meter afstand van een kruispunt;
dat enkel het vrijhouden van de ruimte rondom het kruispunt de bereikbaarheid onvoldoende waarborgt;
dat door op de rijbaan geparkeerde voertuigen de doorgang voor andere voertuigen beperkt is, waaronder hulpdiensten;
dat de geparkeerde voertuigen het zicht voor weggebruikers op de verkeerssituatie belemmeren en daarmee de verkeersveiligheid beperken;
dat de hoeken van de uitweg kapot worden gereden als de situatie zo blijft;
dat in de nabije omgeving voldoende andere geschikte parkeerlocaties gelegen zijn;
dat gezien het belang van de route voor hulpdiensten het onwenselijk is dat de bereikbaarheid op enig moment wordt beperkt;
dat de gasontvangstation aan de Meengatstraat 37 ten alle tijde bereikbaar moet zijn;
dat bovengenoemde voorkomen kan worden door middel van het instellen van een verbod om te parkeren ter hoogte van Meengatstraat 88 t/m 92
dat deze maatregel gerealiseerd kan worden door het plaatsen van E1-verboden te parkeren van bijlage 1 van het RVV 1990 op Meengatstraat 88 t/m 92]
dat gelet op artikel 15 lid 2 van de WVW 1994 bij het uitvoeren van maatregelen op of van de weg waarbij de maatregel leidt tot het beperken van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik maken, een verkeersbesluit noodzakelijk is;
dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van het E1-verboden te parkeren van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit noodzakelijk is;
dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregel strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg;
dat het in artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding is bij het realiseren van deze maatregel, omdat bestuurders niet meer mogen parkeren op bovengenoemde locatie waar zij dit eerder wel mochten, maar dat dit belang gelet op de voorgaande overwegingen in dit besluit als minder zwaarwegend wordt geacht dan de hiervoor genoemde belangen;
dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de politie, eenheid Oost-Nederland, district Noord en Oost Gelderland;
dat de politie een positief advies heeft afgegeven voor het nemen van dit besluit.