Uitvoeringsbeleid laadinfrastructuur in de gemeente Kapelle

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle

Gelet op de Bouwsteen Mobiliteit;

Overwegende dat

• er sprake is van een toename van het elektrisch vervoer;

• de gemeente Kapelle elektrisch rijden wil stimuleren;

• er mogelijkheid moet zijn om te laden;

• daarvoor veel laadpunten nodig zijn/

Besluit:

Vast te stellen het Uitvoeringsbeleid laadinfrastructuur in de gemeente Kapelle

1. Aanleiding

Steeds meer inwoners van de gemeente Kapelle rijden in een elektrische auto volgens de prognoses gemaakt door de regionale klimaatmonitor (2023). Daarom breiden we het netwerk van laadpalen uit.

De gemeenteraad van Kapelle stelde op 24 januari 2023 de ambities voor het verduurzamen van de mobiliteit in de gemeente Kapelle vast in de Bouwsteen Mobiliteit van de duurzaamheidsagenda (R4264-DUURZAAM-KAPELLE-DOCUMENT-MOBILITEIT-V6.pdf (duurzaamkapelle.nl)). Hierin is ook de laadvisie van de gemeente Kapelle verwerkt.

Door de vaststelling van de Bouwsteen Mobiliteit moeten we ook de voorwaarden aan het aanwijzen van oplaadlocaties wijzigen. De belangrijkste wijziging ten opzichte van de voorgaande voorwaarden voor het aanwijzen van oplaadlocaties van 3 maart 2020 zijn:

• Bij iedere laadlocatie worden minimaal twee parkeerplaatsen uitsluitend voor het opladen van elektrische voertuigen toegewezen.

• Bij iedere laadpaal wordt een verkeersbord E8o uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990 geplaatst in combinatie met een verkeersbord OB504 uit het RVV.

• De Wijkkaart is geactualiseerd. De laadlocaties worden op basis van deze wijkkaart bestemd met een verkeersbesluit.

• Bij een nieuwe laadlocatie wordt in beginsel één laadpaal geplaatst. Bij voldoende gebruik worden extra laadpalen bijgeplaatst.

Het is wenselijk om duidelijk te hebben aan welke voorwaarden oplaadlocaties moeten voldoen. Daarom heeft het college van burgemeester en wethouders in haar vergadering van 3 maart 2020 de volgende voorwaarden vastgesteld. Verzoeken voor het aanwijzen van een oplaadlocatie worden aan deze voorwaarden getoetst. Deze voorwaarden zijn ook van toepassing op oplaadlocaties gerealiseerd voor vaststelling van deze voorwaarden.

2. Begripsomschrijvingen

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

• a. Openbare plaats:

• Een voor het publiek 24 uur per dag 7 dagen per week toegankelijke plaats, in eigendom van de gemeente, waaronder begrepen de weg.

• b. Elektrisch voertuig:

• Een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994 dat bij de RDW staat geregistreerd als auto en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven, waarvoor de elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan de batterij (mede) kan worden opgeladen door middel van een voorziening buiten het voertuig;

• c. Aanbieder:

• Professionele aanbieder van laadpalen, zijnde een charge point operator die een overeenkomst heeft met de gemeente Kapelle En die als onderdeel van zijn reguliere bedrijfsvoering laadpalen in de openbare ruimte plaatst en exploiteert;

• d. Laadpaal:

• Een voorziening ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties, onderdelen, software, bekabeling en aansluitpunten, welke in het kader van de plaatsing wordt aangesloten op het elektriciteitsnet. Een laadpaal kan een of meer oplaadpunten bevatten. De benodigde laadkabel die door de gebruiker ten behoeve van het opladen aan de laadpaal wordt aangesloten maakt geen deel uit van de laadpaal. Onder de laadpaal wordt niet verstaan (een onderdeel van) het elektriciteitsnet dat uit hoofde van wet- en regelgeving onder de verantwoordelijkheid van de netbeheerder valt;

• e. Laadlocatie:

• Locatie in de openbare ruimte waar een laadpaal van aanbieder wordt en/of is geplaatst ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen door gebruikers of waar laden via een verlengde private aansluiting mogelijk is;

• f. Particulier terrein:

• Een terrein dat geen onderdeel uitmaakt van een openbare plaats en/ of geen in eigendom is van de overheid;

• g. Wijkkaart

• Dynamisch document waarin alle laadlocaties in Kapelle zijn opgenomen. Zowel voor bestaande laadpalen als toekomstige laadpalen. Dit document heeft registratienummer D23.289690 en maakt onderdeel uit van deze vastgestelde voorwaarden.

3. Voorwaarden

• 1. Er mogen uitsluitend laadpalen op een openbare plaats geplaatst worden door aanbieders.

• 2. Het verzoek tot plaatsen van een laadpaal op een openbare plaats kan worden ingediend bij de gemeente.

• 3. De plaats van een laadpaal en een laadlocatie op een openbare plaats wordt door de gemeente bepaald aan de hand van de volgende criteria:

  • a. Een verzoeker heeft geen redelijke mogelijkheid tot het laden van een elektrisch voertuig op eigen terrein;

  • b. Voor een oplaadlocatie hebben haakse parkeerplaatsen de voorkeur. Als dit niet mogelijk is overweegt de gemeente plaatsing bij langsparkeerplaatsen;

  • c. Het parkeerterrein van een oplaadlocatie heeft bij voorkeur minimaal vier parkeervakken. Als dit niet mogelijk is overweegt de gemeente plaatsing bij minder parkeervakken;

  • d. Een oplaadlocatie moet openbaar nut hebben, aan een verzoek voor een locatie met individueel nut wordt niet meegewerkt;

  • e. De plaats van een oplaadlocatie wordt bepaald aan de hand van wijkkaarten waarbij een locatie wordt aangewezen volgens de vooraf bepaalde locaties binnen de wijk van de verzoeker of het initiatief. Waar nodig blijft maatwerk mogelijk;

  • f. De beschikbaarheid van capaciteit op het elektriciteitsnetwerk voor een oplaadlocatie weegt zwaarder bij de locatiekeuze dan de afstand van de oplaadlocatie tot het vestigingsadres van een verzoeker of het initiatief;

  • g. Openbaar groen mag niet onevenredig ten koste gaan van de realisatie van een oplaadlocatie. Het college bepaalt wanneer er sprake is van onevenredige aantasting van het openbaar groen.

• 5. Laadlocaties zijn uitsluitend bestemd voor het laden van elektrische voertuigen. Daarom wordt bij een laadlocatie een E8c bord geplaatst uit het RVV 1990. In combinatie met een verkeersbord OB504 uit het RVV.

• 6. Het toewijzen van een laadlocatie op een openbare plaats vindt plaats op verzoek van de aanbieder, een potentiële gebruiker of op eigen initiatief van de gemeente.

4. Strategische plaatsen

Potentiële strategische plaatsen voor:

• (semi) openbare Oplaadlocaties op gronden van een andere eigenaar

• openbaar toegankelijke snellaadpunten

zijn aangeduid op de Wijkkaarten

De gemeente zal partijen stimuleren en faciliteren binnen de wettelijke kaders om tot realisatie van deze voorzieningen te komen.

5. Toekomstige ontwikkelingen

Bij nieuwe gebiedsontwikkelingen wordt laadinfrastructuur integraal meegenomen in het gebiedsontwerp.

6. Techniche eisen aan plaatsen laadpaal

De gemeente Kapelle stelt de volgende technische eisen aan laadpalen die in openbaar gebied geplaatst worden:

• De laadpaal bevat minimaal twee laadpunten

• De laadpaal heeft een minimaal laadvermogen van 11kW.

• De laadpaal wordt voorzien van een gemeentelijk beeldmerk “samen verbonden aan Duurzaam Kapelle”. Met de breedte 20 cm en hoogte 6,5 cm.

• Maatregelen ter voorkoming van laadpaal kleven worden genomen door de aanbieder.

• Een enkelvoudige laadpaal moet voorbereid zijn op toekomstige uitbreiding via dezelfde netaansluiting.

• De laadpaal is voorbereid op innovaties zoals smartcharging en netcapaciteit-gericht laden.

• Het uiterlijk van een laadpaal dient vooraf aan de samenwerking tussen exploitant en gemeente ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de gemeente. De gemeente kan bij haar overweging hiervoor advies vragen aan de commissie ruimtelijke kwaliteit/ omgevingskwaliteit.

7. Nadeelcompensatie

Besluitvorming of activiteiten van de gemeente Kapelle kunnen gebruiksmogelijkheden van laadinfrastructuur beperken. Het gaat dan om zowel openbare- als private laadinfrastructuur. Deze beperking kunnen financiële gevolgen hebben voor de aanbieder en of gebruiker van deze laadinfrastructuur. Deze gevolgen worden gezien als een normaal maatschappelijk risico. De gemeente Kapelle kent dan ook geen nadeelcompensatie toe voor deze beperking en eventuele (financiële) gevolgen.

8. Verlengde private aansluiting (VPA)

• 8.1 Het is ter voorkoming van hinder en/of gevaar niet toegestaan vanaf een particulier terrein een elektrisch voertuig op een openbare plaats te laden.

• 8.2 In uitzondering op artikel 8.1 wel voor twee jaar na vaststellen van dit uitvoeringsbeleid toegestaan om een verlengde private aansluiting aan te vragen en een elektrisch voertuig op een openbare plaats te laden vanaf particulier terrein voor gebruikers die geen parkeergelegenheid op eigen terrein hebben onder de volgende voorwaarden:

Laadlocatie direct aansluitend aan particulier terrein

• 8.2.1 De formeel toegestane parkeerplaats die gebruikt kan worden als laadlocatie is direct aansluitend aan het particulier terrein zonder onderbreking van een groenstrook, trottoir of gelijkwaardige strook. En,

  • a. De laadkabel tussen het laadpunt en het voertuig moet volledig en uitsluitend op de parkeerplaats van het te laden voertuig worden neergelegd.

Laadlocatie met een kabelgoot

• 8.2.2 De formeel toegestane parkeerplaats die gebruikt kan worden als laadlocatie is uitsluitend gescheiden van het particulier terrein door een stoep waarin een kabelgoot is aangelegd. En,

  • a. De kabelgoot wordt uitsluitend op verzoek van de gebruiker door de gemeente aangelegd. Het is niet toegestaan om in eigen beheer een kabelgoot in de openbare ruimte aan te leggen.

  • b. De kabelgoot wordt aangevraagd via de website van de gemeente. De aanvrager betaald gelijk de €350,00 die nodig is voor de aanleg en realisatie van de kabelgoot.

  • c. De gemeente blijft eigenaar van de kabelgoot.

  • d. De gebruiker reinigt de kabelgoot indien noodzakelijk.

  • e. De stoep is niet gelegen in het Rijks beschermde dorpsgezicht van Wemeldinge.

  • f. Aan doorkruisingen van groenstroken, rijbanen of fietspaden door een kabelgoot wordt geen medewerking verleend.

  • g. Bij een herinrichting van de openbare ruimte kan het zo zijn dat na een herinrichting geen gebruik meer gemaakt kan worden van de kabelgoot, omdat bijvoorbeeld de parkeervakken op een andere plek zijn aangelegd.

  • h. Bij verhuizing van de gebruiker of het staken van het gebruik van de kabelgoot wordt deze verwijderd door de gemeente.

  • i. Bij oneigenlijk gebruik van de kabelgoot wordt deze zonder opgave van redenen door de gemeente verwijderd.

  • j. Het aanvraagproces duurt twee jaar na de vaststelling van dit uitvoeringsbeleid. Na deze twee jaar vindt een evaluatie plaats.

  • k. Na de evaluatie blijven de bestaande kabelgoten bestaan, tot het moment dat deze op verzoek van de inwoner of door de eerdergenoemde redenen wordt verwijderd.

Aanvullende voorwaarden

• 8.2.3 In aanvulling op artikelen 8.2.1 en 8.2.2 gelden aanvullend de volgende voorwaarden:

  • a. Het laadpunt is volledig geplaatst op het particulier terrein;

  • b. Het laadpunt en laadkabel voldoen aan de gestelde normen waaronder de NEN1010;

  • c. De gebruiker van de verlengde private aansluiting heeft minimaal 6 werkende zonnepanelen achter dezelfde netaansluiting als het laadpunt of een energiecontact voor de levering van 100% groene stroom;

  • d. De parkeerplaats/ laadlocatie blijft door iedereen te gebruiken. Na gebruik ruimt de bewoner de kabel op. De parkeerplaats is dan weer toegankelijk voor iedereen en is niet te claimen.

  • e. Werkzaamheden of onvoorziene omstandigheden kunnen de toegang tot de laadlocatie beperken. De gemeente is hiervoor niet aansprakelijk.

  • f. In het geval dat het gebruik van de verlengde private aansluiting leidt tot immateriële of materiële schade bij derden, is de eigenaar van de laadkabel daarvoor aansprakelijk. De eigenaar vrijwaart de gemeente voor aansprakelijkheid en schade.

  • g. De eigenaar van de laadkabel blijft ten alle tijde verantwoordelijk. Bij eventueel schade of letsel (bijvoorbeeld als een voorbijganger struikelt), is de eigenaar van de kabel verantwoordelijk.

Burgemeester en wethouders van Kapelle,

De secretaris,

mr. A.J. van den Berge

De burgemeester,

C.G. Jansen op de Haar