Gemeenteblad van West Betuwe
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
West Betuwe | Gemeenteblad 2024, 199117 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
West Betuwe | Gemeenteblad 2024, 199117 | beleidsregel |
Water- en Rioleringsprogramma 2025-2029
West Betuwe is een echte watergemeente. Van oudsher hebben we al te maken met de invloed van klimaatverandering en de gevolgen van (hoog) water. Vanaf de 16e eeuw reguleren we samen met onze buurgemeenten in Rivierenland de rivieren steeds meer. Dit maakt dat West Betuwe een uniek landschap kent. Met kleinschalige verkaveling op de oeverwallen, weidse komgebieden en de slingerende dijken langs de rivieren en uiterwaarden. Onze gemeente kenmerkt zich bij uitstek ook voor beleving op en bij het water. Het biedt een afwisselend landschap van fruitgaarden, grienden en uitgestrekte weilanden.
Minder zichtbaar, maar belangrijk voor een fijne, veilige en gezonde leefomgeving is de riolering van onze gemeente. Het riool voert ons vervuilde water af naar de afvalwaterzuiveringsinstallaties. En het houdt bij neerslag de openbare ruimte begaanbaar. We zien tegenwoordig ook steeds meer watervoorzieningen zoals wadi’s in de bovengrond verschijnen. Dit is nodig om extreme neerslaghoeveelheden te verwerken. Riolering, water en de fysieke leefomgeving raken hierdoor steeds meer met elkaar verweven.
In de Omgevingsvisie West Betuwe (januari 2022) staan de hoofdlijnen van ons beleid voor de fysieke leefomgeving. Volgens deze visie hebben we in 2050 West Betuwe energieneutraal en klimaatadaptief ingericht. Een gezonde en leefbare kern is één van de speerpunten. Een adequaat riolerings- en watersysteem hoort daarbij. Het voorkomt vervuiling van bodem en waterbronnen en voert overtollig afvalwater en hemelwater af. Zo houden we onze gemeente gezond.
In de vastgestelde Regionale Adaptatie Strategie (RAS) van de werkregio ‘Klimaatadaptief Rivierenland’ (KAR) staat een aanpak om te anticiperen op klimaatverandering en de schade die met klimaatverandering gepaard gaat te beperken. In 2050 wil de werkregio klimaatadaptief ingericht zijn. Deze strategie hebben we als gemeente doorvertaald naar een lokale adaptatiestrategie (LAS) en bijbehorend maatregelprogramma. De LAS geeft invulling aan een “klimaat- en waterrobuuste gemeente in 2050”, zoals in onze omgevingsvisie is vastgelegd. Het is de lokale implementatie van het Nationale Deltaprogramma en de RAS.
In het coalitieakkoord van de gemeente West Betuwe is opgenomen dat we als gemeente met onze inwoners en ondernemers aan de slag gaan om verder te verduurzamen en klimaatadaptie een vaste plek te geven in alles wat we doen in onze buitenruimte. Eén van de voornemens in het coalitieakkoord is het samen met inwoners kerngericht uitwerken van een concreet maatregelenplan om kwetsbare locaties tijdens weersextremen te kunnen beschermen. Ook in de koepelnota Beheer Openbare Ruimte West Betuwe komt dit terug. We zorgen volgens deze nota samen met de samenleving ervoor dat de openbare ruimte op orde is. We houden in de bestaande openbare ruimte en bij nieuwe ontwikkelingen rekening met klimaatadaptatie. We investeren in ‘droge voeten’ om wateroverlast te minimaliseren.
De omgevingsvisie, de lokale adaptatiestrategie, het coalitieakkoord en de koepelnota zijn belangrijke pijlers om via programma’s en regelgeving te sturen op het verwezenlijken van onze ambities. Ook voor dit Water- en Rioleringsprogramma (WRP) geeft het richting voor de te volgen koers.
In het WRP 2019-2023 (met één jaar verlengd t/m 2024) was het op orde brengen en uniformeren van beheer-, onderhouds- en inrichtingsprocessen één van de belangrijkste speerpunten. Dit was noodzakelijk na de gemeentelijke samenvoeging van de voormalige gemeenten Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen per 1 januari 2019. Verder zijn communicatie en participatie als belangrijke activiteiten bestempeld.
In de afgelopen jaren hebben we op basis van de speerpunten flinke stappen gezet. Zo hebben we naast het op orde brengen van de basis, de lokale klimaatadaptatiestrategie uitgewerkt, een beleids- en beheerplan watergangen opgesteld en communicatie voor water en riolering uitgewerkt. Ook is een verordening voor de afvoer van hemel- en grondwater vastgesteld. En op steeds meer plekken in West Betuwe zijn er zichtbare veranderingen. Bijvoorbeeld in de vorm van bovengrondse oplossingen voor het opvangen en lokaal verwerken van neerslag.
Om te beschrijven hoe wij invulling geven aan de gemeentelijke zorgtaken voor water en riolering is een nieuw programma voor de jaren 2025-2029 nodig. Het nieuwe programma biedt ook de mogelijkheid om het benodigde budget vast te leggen voor de aanpak van wateroverlast en droogte. Op deze manier kunnen we invulling geven aan de lokale klimaatadaptatiestrategie.
Het WRP 2025-2029 bevat ambities, beleidsdoelen, een visie en concrete activiteiten. Het programma geeft samen met andere programma’s een nadere uitwerking aan onze omgevingsvisie. Ook geeft het programma input voor het toekomstige omgevingsplan. Voor de inhoud van dit nieuwe WRP hebben we interviews en werksessies gehouden met gemeentelijke medewerkers en waterschap Rivierenland. Participatie met inwoners gebeurt bij de uitvoering van projecten.
De thema’s binnen de scope van dit programma zijn:
Voor wat betreft de voorzieningen (areaal) die wij beheren, gaat het over verschillende soorten riolen, minizuiveringen (IBA’s), wateropvangsystemen zoals een wadi of waterberging. Ook duikers die bijdragen aan een goede waterhuishouding vallen onder dit programma. Watergangen, oevers en beschoeiingen vallen onder andere programma’s. Hiervan worden deelkosten toegerekend aan dit WRP.
De omgevingswet bundelt tientallen bestaande wetten en honderden regels in één nieuwe wet. De wettelijke verplichting van een WRP is met de komst van de omgevingswet vervallen.
Elementen hiervan gaan op in de Omgevingsvisie (lange termijn doelen en ambities), Omgevingsprogramma’s (zelfbindende maatregelen) en het Omgevingsplan (regels voor inwoners en ondernemers).
In de Omgevingsvisie van West Betuwe is de stip op de horizon gezet voor toekomstige ruimtelijke bovengrondse en ondergrondse ontwikkelingen. Omdat bij water en riolering de omgeving een toenemende rol van betekenis speelt is deze visie een belangrijke kapstok voor dit plan (hoofdstuk 4 t/m 7). Delen uit dit programma worden een aanvulling voor de omgevingsvisie 2.0.
We stellen dit programma op om de water- en rioleringszorg te borgen en activiteiten af te stemmen. Het WRP is een onderbouwing voor de riool- en waterzorgheffing en geeft input voor de actualisatie van de omgevingsvisie en het toekomstige omgevingsplan.
Het WRP vormt samen met andere nog op te stellen programma’s zoals bijvoorbeeld geluid, luchtkwaliteit, waterkwaliteit en overstromingsrisico’s een samenhangend pakket van maatregelen ter bescherming en verbetering van een duurzame leefbare woonomgeving.
In het Omgevingsplan komen alle regels ten aanzien van de fysieke leefomgeving bij elkaar. De verordening voor de afvoer van hemel- en grondwater wordt data van rechtswege onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Daar waar van toepassing, laten we in dit programma zien welke beleidskaders de komende jaren van belang zijn voor het opstellen van een West Betuws omgevingsplan.
Dit programma is op hoofdlijnen opgebouwd uit een terugblik, een vooruitblik, de te volgen koers en een concreet uitvoeringsprogramma met bijbehorende middelen. Hoofdstuk 2 schetst een beeld van de stand van zaken. Het bevat een evaluatie van de afgelopen planperiode en geeft een overzicht van de voorzieningen die wij beheren. In hoofdstuk 3 is te lezen welke ontwikkelingen op ons afkomen. Hoofdstuk 4 t/m 7 beschrijven de strategische opgaven van West Betuwe en hoe we hier vanuit water en riolering invulling aan geven. Hoofdstuk 8 beschrijft hoe wij professioneel beheer zien. Hoofdstuk 9 bevat het uitvoerings-programma en in hoofdstuk 10 gaan we in op de benodigde personele en financiële middelen.
Dit programma is ook geschreven voor afstemming en overleg met de vakinhoudelijke mensen van bijvoorbeeld het waterschap. Dit heeft tot gevolg dat in dit document vaktaal wordt gebruikt. In bijlage A is daarom een begrippenlijst opgenomen.
Doelmatig, redelijkerwijs, duurzaam
Wij hanteren begrippen als doelmatig, redelijkerwijs en duurzaam. In bijlage A laten we zien wat we daaronder verstaan.
Om de goede dingen goed te kunnen doen, is inzicht nodig in de voorzieningen die wij beheren. Dit hoofdstuk geeft een indruk hoe we ervoor staan.
Hieronder hebben we een overzicht opgenomen van het areaal, de toestand en het functioneren.
Voor het inzamelen en transporteren van afval- en regenwater beschikken we over een rioolstelsel met een totale lengte van circa 335 kilometer aan vrijverval riolering, 200 kilomater drukriolering en 74 rioolgemalen. Om tijdens hevige neerslag wateroverlast te verminderen, is het systeem voorzien van wateropvanglocaties zoals waterbergingen, wadi’s, regentuinen en watergangen. Bij te veel neerslag zorgen speciale opvangbakken (bergbezinkbassins) ervoor dat er minder vies water via overstorten wordt geloosd op de watergangen. Het afvalwater in het buitengebied zamelen we in met ruim 1.200 pompen. We vervoeren dit via 200 kilometer aan leidingen naar de rioolwaterzuiveringen van waterschap Rivierenland.
Jaarlijks reinigen en inspecteren we 25 km van het vrijvervalrioolstelsel. Op die manier houden we een goed beeld van de toestand van het rioleringssysteem. De vervangings- en onderhoudsplanning van de riolering baseren we op de daadwerkelijke toestand en actuele knelpunten. Daarnaast is er extra budget voor het inspecteren van 5 kilometer riolering bij ongeplande werkzaamheden. Bijvoorbeeld wanneer dit bij integrale projecten nodig is.
Vanaf de gemeentelijke samenvoeging zijn we hard bezig om een grote onderhoudsslag te maken van het totale areaal. De afgelopen planperiode hebben we met name benut om te onderzoeken waar we renovatiemaatregelen moeten treffen bij de drukrioleringsgemalen, hoofdgemalen en IBA’s. De komende planperiode staat in het teken van uitvoering van de benodigde maatregelen. Hiervoor is in dit programma budget opgenomen. De basis van ons rioleringssysteem is op orde. Op onderdelen werken we nog verder aan een harmonisatieslag als gevolg van de gemeentelijke samenvoeging in 2019.
In het beleids- en beheerplan watergangen hebben we informatie opgenomen over de watergangen. Via nog op te stellen beheerplannen voor wateropvanglocaties en duikers brengen we ook de toestand en het functioneren van deze objecten beter in beeld
Figuur 1: Leeftijdsopbouw riolering gemeente West Betuwe (in meters riolering)
In de afgelopen planperiode hebben we voor drie kernen een Systeemoverzicht Stedelijk Water (SSW) opgesteld. Een SSW bevat onder andere een overzicht van de stelselkenmerken, resultaten van hydraulische berekeningen en verbetermaatregelen. Voor 26 kernen hebben we een SSW quickscan uitgevoerd.
De afgelopen planperiode hebben we al veel verbetermaatregelen doorgevoerd. Ook in dit WRP is er budget om het functioneren verder te verbeteren. Voor nieuwe woningbouwprojecten hebben we, waar nodig, hydraulische berekeningen uitgevoerd en rioolvervangingsprojecten erbij betrokken.
De gemeente werkt al langere tijd samen met andere (water)partners voor een doelmatige invulling van onze watertaken en ambities. Zo werken we samen met partners binnen Netwerk Waterketen regio Rivierenland (NWrR) en de Werkregio Klimaat Actief Rivierenland (KAR). En we werken samen met waterschap Rivierenland en Provincie Gelderland.
2.3 Terugblik en aandachtspunten
Om aandachtspunten voor de komende planperiode in beeld te brengen, hebben we de planperiode 2019-2023 geëvalueerd door interviews te houden. Hieruit komt het volgende beeld naar voren.
Er is voor ruim 10 miljoen aan water- en rioleringsprojecten gerealiseerd. Na de fusie van de drie gemeenten was er tijd en aandacht nodig om het beleid te harmoniseren. Om deze reden zijn niet alle maatregelen uitgevoerd en zijn projecten vertraagd. Ook door personele wisselingen en de benodigde inwerktijd van nieuwe medewerkers is er de afgelopen planperiode een werkachterstand ontstaan. Momenteel wordt er gewerkt aan een inhaalslag. Het onderhoud en beheer loopt volgens planning.
Doordat we steeds meer kerngericht en integraal werken en bewoners betrekken merken we dat de voorbereiding van projecten langer duurt. De energietransitie, van het gas af en de grote nieuwbouwopgave zullen de behoefte aan integraliteit en afstemming nog verder versterken. Het effect van de nieuwe wijze van werken is dat de doorlooptijd van projecten meer tijd vraagt. De binnen het WRP benoemde projecten lopen dan deels door in de nieuwe planperiode.
Met een impulsbudget van 2 miljoen euro in vijf jaar kunnen we voor water onze projecten klimaatadaptief maken. Inmiddels is er een kwartiermaker klimaatadaptatie aangesteld en een communicatieadviseur klimaatadaptatie. Door samen op te trekken kunnen we kansen benutten. Met name de regionale waterketenvisie en het regio arrangement vormen een goede basis voor een integrale/ketengerichte aanpak van de opgaven. Het samen optrekken met andere overheidspartners voor onder andere het realiseren van een groenblauwe structuur en het aanbrengen van waterberging is kansrijk gebleken.
Mooie voorbeeldprojecten van klimaatadaptatie/vergroening zijn:
Om de integraliteit te borgen in ruimtelijke ontwikkelingen doen andere afdelingen meer en meer een beroep op het advies van de afdeling Water en Riolering. Dit legt een flinke claim op de beschikbare capaciteit. Door middel van structureel integraal overleg zijn stappen gezet dit efficiënter te organiseren. Met de komst van een regisseur Openbare Ruimte kan het proces verder worden gestroomlijnd. Soms spelen ook de planningen van externe partijen (nutsbedrijven) een belangrijke rol. Vaak hebben deze partijen een onduidelijke of ad hoc planning. Hierdoor is er niet altijd tijd beschikbaar om te kunnen meekoppelen met andere projecten als een straat opengaat. De behoefte bestaat om sterker te kunnen sturen op het behalen van doelen. Het hanteren van kritische prestatie indicatoren is hierbij een aandachtspunt.
Waterschap Rivierenland onderhoudt de IBA’s in onze gemeente. Dit staat onder druk door te weinig personele capaciteit bij het waterschap. Gemeente en waterschap zijn samen met de overige netwerkcollega’s uit de regio (NWrR) bezig om dit proces te verbeteren. Dit proces bevindt zich in de afrondende fase. Op dit moment werken we aan de voorbereiding om in drie fasen de 506 IBA's te renoveren. Uitvoer van fase 1 is in 2024 en fase 2 en 3 opvolgend in het nieuwe plan. Ook de drukrioleringsgemalen gaan we de komende jaren fasegewijs renoveren.
Het omgaan met onder andere watertekort, wateroverlast, de energie-/ warmtetransitie, de woningbouwopgave, circulair materiaalgebruik, drinkwaterreductie, waterkwaliteit en gegevensbeheer beïnvloeden het werkveld voor water en riolering. Hier moeten we binnen de beschikbare middelen en de gestelde kaders zoveel mogelijk op zien in te spelen. Soms is het nog niet duidelijk welke richting een ontwikkeling zich precies op begeeft. Dan zoeken we naar zinvolle oplossingsrichtingen en maatregelen.
Volgens de nieuwste klimaatscenario’s, van KNMI in 2023, moet Nederland zich voorbereiden op zwaardere weersextremen. Het klimaat verandert zelfs in de meest optimistische scenario’s nog een flinke tijd door, met grote gevolgen voor Nederland. Het wordt in alle seizoenen warmer, met meer tropische dagen en minder vorstdagen. De winter wordt natter, de zomer wordt droger en er ontstaan vaker zwaardere buien. De zeespiegel blijft stijgen. Hittegolven komen in de toekomst vaker voor, worden nog heter en houden langer aan. In de zomer gaat het in de toekomst minder regenen en verliezen we meer vocht door verdamping. Daardoor komen langdurige of extreme droogte vaker voor.
Uit de stresstest droogte kan worden opgemaakt dat onze gemeente kwetsbaar is voor de gevolgen van droogte. Met name door lage grondwaterstanden, grote grondwaterstandfluctuaties, bodemkarakteristieken en leeftijd van de bebouwing neemt de kans op schade als gevolg van klimaatverandering toe. Omdat onze gemeente voor het grootste deel is gelegen op rivierklei kan bodemdaling een risico zijn. De kans op groenschade na perioden van droogte is groot voor een aantal kernen. Met name in Geldermalsen-Meteren en Asperen. Dit komt mede door de grote fluctuatie in grondwaterstanden door het jaar heen. Hierdoor wordt voornamelijk de kleinere beplanting (grassen, sierbeplanting en heesters) kwetsbaar voor droogte.
Strengere waterkwaliteitseisen
In 2027 moet Nederland, conform de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), voldoen aan waterkwaliteit- en kwantiteitsdoelen. Nederland gaat deze doelen niet gaat halen. Het Rijk werkt aan een KRW-impuls, bestaande uit verbeteracties. Met de invoering van de Omgevingswet lopen bouw- en infraprojecten een groter risico om niet vergund te kunnen worden als er niet wordt voldaan aan de KRW-doelen. Verder wil de Europese Commissie de richtlijn voor behandeling van stedelijk afvalwater aanscherpen. De aanpassing omvat onder meer ook verplichtingen om voedingsstoffen terug te winnen uit afvalwater. De Commissie wil ook dat de afvalwatersector ernaar streeft tegen 2040 jaar energieneutraal te zijn.
Waterschap Rivierenland heeft de taak om voor schoon water te zorgen en de visstand op peil te houden. Samen met Rijkswaterstaat, Provincie Gelderland en waterschap Rivierenland, zorgen we ervoor dat er bij officiële zwemwateren, veilig gezwommen kan worden.
Door de warmere zomers, drukte bij zwemwateren en een toenemend gebruik van de openbare ruimte vinden in toenemende mate activiteiten aan, in en op het oppervlaktewater plaats buiten de officiële zwemwateren. De mogelijke risico’s hiervan is een punt van aandacht.
De beschikbaarheid van drinkwater staat steeds verder onder druk. Door bijvoorbeeld voor het doorspoelen van het toilet, hemel- of grijswater (huishoudwater) in te zetten, kunnen we drinkwater besparen. Gebruik van hemelwater of hergebruik van huishoudelijk water in een gebouw kan nu niet worden afgedwongen op grond van het Bbl (Besluit bouwwerken leefomgeving, voorheen Bouwbesluit) of decentrale regelgeving. Of er een verplichting komt voor gebruik van hemel- en grijswater, is ten tijde van het opstellen van dit plan nog niet bekend. De rijksoverheid dient hiervoor een integrale afweging te maken.
Om bij de inrichting van Nederland meer rekening te houden met water en bodem heeft het kabinet een aantal keuzes gemaakt. Veel van deze keuzes zijn randvoorwaarden waarmee provincies samen met alle betrokken partijen een gebiedsgerichte aanpak kunnen opstellen. Op hoofdlijnen gaat het om het aanleggen van zoetwatervoorraden en ruimte voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water. Voor een klimaatadaptieve en natuurinclusieve bebouwde omgeving komen er afspraken om de bodem minder te bedekken en de landelijke klimaatlat te hanteren bij nieuwbouw. Verder moet water van goede kwaliteit blijven. Veel keuzes kunnen en moeten we nu al doorvoeren in maatregelen.
De Rijksoverheid heeft een afwegingskader gemaakt. Hierin is de relatie tot het water- en grondsysteem en de risico's vanuit wateroverlast, overstromingen, bodemdaling en drinkwaterbeschikbaarheid uitgewerkt. Het sterke advies is om deze vanaf nu al te gaan gebruiken bij ruimtelijke ontwikkelingen. Vanaf 1 januari 2025 is het een verplichting voor alle ontwikkelingen die nog geen omgevingsplan hebben.
Terugwinning van energie en grondstoffen vanuit de riolering is een groeiende ontwikkeling. Zo kan warmte worden teruggewonnen door middel van riothermie. Maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie, de woningbouwopgave en circulair materiaalgebruik vragen om een integrale aanpak. De energietransitie en mogelijk toekomstige conflicten in ruimtegebrek zijn grote uitdagingen waar we voor staan.
Onze gemeente staat aan de lat voor een grote woningbouwopgave. Nieuwbouwwijken hebben impact op het rioleringssysteem. Omdat er nieuwe huizen en bewoners worden toegevoegd aan het gebied, leidt dit tot een verhoogde vraag naar (drink)water en afvalwaterafvoer. Ook wordt bij de ontwikkeling van nieuwbouwwijken groen vaak omgezet naar verhard oppervlak. Dit vermindert de infiltratie van regenwater. Met het omgevingsplan kunnen we eisen stellen aan de opvang van hemelwater op eigen terrein.
Op landelijk niveau wordt gewerkt aan de uitwerking van het principe Water en Bodem Sturend bij ruimtelijke ordening. Met deze principes creëren we in Nederland ruimte voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water. Ook bouwen we dan minder snel op plaatsen die later nodig zijn voor het bergen en afvoeren van water. Tevens krijgt de maatlat voor een klimaatadaptieve en natuurinclusieve bebouwde omgeving een plek. Er komen afspraken om de bodem minder te bedekken en het grondwaterpeil waar mogelijk te verhogen. Het streven is dat bedrijven en inwoners 20% minder drinkwater gaan gebruiken.
Kerngericht begroten en beheren
Met de toenemende aandacht voor klimaatadaptatie neemt de interactie tussen disciplines verder toe. Integraal samenwerken en het afstemmen van projecten, in zowel tijd als ruimte, zorgt ervoor dat domeinen in de openbare ruimte beter op elkaar aansluiten. Dit vraagt om een kerngerichte werkwijze waarbij er bij elke ingreep in de openbare ruimte een belangenafweging dient te worden gemaakt. Water en riolering speelt hier vaak een rol van betekenis. Zo wordt er bij het openleggen van de weg voor rioolvervanging niet alleen gekeken naar de levensduur van de rioolbuizen, maar ook of er meekoppelkansen zijn.
Om goed afgewogen eenduidig beleid te formuleren, slimme besluiten te nemen en juiste interventies te bepalen is inzicht nodig. Datagedreven sturing is werken op basis van feiten uit de organisatie en samenleving, die verzameld worden in de vorm van data (praktijkmetingen, modeluitkomsten en meldingen) en na analyse bruikbare inzichten opleveren. Verzamelde gegevens voor het ene doel kunnen zo ook waardevolle informatie opleveren voor een ander doel.
Gegevens Woordenboek Stedelijk Water
Voor het eenduidig uitwisselen van gegevens voor de belangrijkste beheeractiviteiten van de rioleringszorg is de afgelopen jaren het Gegevenswoordenboek Stedelijk Water (GWSW) ontwikkeld door het landelijke kenniscentrum Stichting RIONED. Voor het uitwisselen van gegevens en informatie is het belangrijk dat alle partijen met dezelfde systematiek en definities werken en dezelfde (computer)taal spreken. Het GWSW is die gezamenlijke taal die wij hiervoor hanteren.
Op het moment dat de overheid zich verder terugtrekt komt de private variant van beheer uitdrukkelijker in beeld komen. Dit betekent dat perceelseigenaren zelf elementen zoals wateropvangvoorzieningen, binnen aangewezen gebieden, moeten gaan vervangen en bekostigen. De grens tussen openbaar en privaat wordt hierdoor steeds belangrijker.
4. Leefbare en gezonde leefomgeving
We koesteren onze gezonde leefomgeving: groen maakt mensen gezond en gelukkig. Meer biodivers en klimaatadaptief groen en ecologische verbindingen tussen de natuurgebieden zorgen hiervoor. Hiermee versterken we de biodiversiteit, de kwaliteit van de bodem en kunnen we ook de effecten van klimaatverandering beperken.
Met een goede uitvoering van onze watertaken dragen we bij aan een gezonde en leefbare omgeving. We blijven het stedelijk afvalwater inzamelen en transporteren naar de afvalwaterzuiveringsinrichting (awzi).
Voldoende en schoon grondwater beschouwen we niet meer als vanzelfsprekend. Via een grondwatermeetnet hebben wij inzicht in de grondwaterstand in onze gemeente. Ook treffen we maatregelen zoals vasthouden en bergen van regenwater om nadelige gevolgen van de grondwaterstand te beperken.
Het beperken van de kans op (ernstige) waterhinder behandelen we vanwege de relatie met het klimaatadaptatiespoor in hoofdstuk 6.
Zorgtaak inzameling en transport stedelijk afvalwater
Onze omgang met stedelijk afvalwater zetten we de komende planperiode vrijwel ongewijzigd voort.
Binnen onze gemeente zijn riooloverstorten aanwezig van gemengde rioolstelsels. In combinatie met een laag waterpeil als gevolg van langdurige droogte kunnen deze mogelijk waterkwaliteitsproblemen veroorzaken. Volgens waterschap Rivierenland zijn er op dit moment geen concrete plannen om nadere eisen te stellen aan het verbeteren van riooloverstorten. Als er sprake is van achteruitgang in waterkwaliteit door overstortend water, achterhalen gemeente en waterschap gezamenlijk de mogelijke bron van vervuiling.
Als het grondwaterpeil te hoog staat kan dit tot grondwateroverlast leiden, en in het geval het grondwaterpeil te laag staat kan dit tot grondwateronderlast leiden. In Bijlage C worden de taken en bevoegdheden van de gemeente met betrekking tot de grondwatertaak verder toegelicht.
De koers voor het omgaan met grondwater zetten we de komende planperiode door en breiden we uit met het thema droogte vanuit onze klimaatadaptatiestrategie.
De komende jaren breiden we de woningvoorraad uit. Het college heeft de ambitie om tot en met 2030 2.600 woningen gerealiseerd of in plannen te hebben.
Het huishoudelijk afvalwater afkomstig van de nieuw te bouwen woningen zorgt voor een extra belasting van het bestaande rioleringssysteem. Hierdoor kunnen problemen gaan ontstaan, met mogelijk kostbare verzwaring van rioolleidingen en gemalen tot gevolg. Ter compensatie van deze extra vuilwaterbelasting kunnen we als gemeente er voor kiezen om meer regenwater in het bestaand gebied af te koppelen en hierover financiële afspraken te maken met de ontwikkelaars/bouwers.
Toekomstige woningbouwplannen zorgen voor meer afvalwater op bestaande riolen. Om te voorkomen dat we leidingen moeten vergroten en pompen gaan verzwaren, willen we schoon regenwater bij bestaande bebouwing van het riool afhalen. Dit is duurzamer. Ontwikkelende partijen zijn aan zet om deze eventueel nadelige effecten te compenseren.
Het reduceren van het drinkwatergebruik behoort niet direct tot de zorgtaken water en riolering. Maar we hebben er wel baat bij als bewoners en bedrijven minder drink- en/of grondwater gebruiken en dus minder afvalwater lozen. We denken daarom mee in oplossingen en nemen de noodzaak om minder drinkwater te gebruiken mee in onze communicatie
Alle nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn klimaatadaptief en zo veel mogelijk circulair en energieneutraal. De openbare ruimte zal er daardoor in de toekomst anders uit komen te zien. Daar waar toegestaan stellen we strenge eisen aan nieuwe ontwikkelingen en/of bedrijven om bij te dragen aan onze doelstellingen op het gebied van energietransitie en klimaatadaptatie. We zetten in op een economie zonder afval, ofwel een circulaire economie. Als gemeente kunnen we eisen stellen aan het gebruik van duurzame materialen. Ook zetten we in op meer hergebruik.
We zijn ons bewust van de impact van de warmtetransitie op de onder- en bovengrondse ruimte. In dit programma houden we rekening met deze ontwikkeling en streven naar werk met werk maken. Daar waar een concentratie is van afvalwaterstromen is er mogelijk potentie om warmte terug te winnen uit het rioolwater (riothermie).
Ons rivierengebied is extra kwetsbaar voor klimaatverandering door toenemend overstromingsrisico en een dalende bodem. De minimale financiële schade die veroorzaakt wordt door hitte, droogte en wateroverlast in de gemeente West Betuwe is geschat op 647 miljoen euro tot 2050 (bron: klimaatstresstesten). We willen deze schade voorkomen door klimaatadaptieve maatregelen te nemen. Door nu slimme keuzes te maken voorkomen we niet alleen maatschappelijke kosten (financieel, gezondheid en mensenlevens), maar profiteren we ook van allerlei kansen die klimaatadaptatie biedt.
We willen voorop blijven lopen op het gebied van klimaatadaptatie en willen samenwerken met partners in de openbare ruimte voor een doelmatige verwerking van hemelwater en het beperken van de kans op schade. De bovengrondse verwerking van overtollig hemelwater zien we als kans om de leefomgeving te verbeteren en om grondwater mee aan te vullen ter overbrugging van langdurig droge perioden en hiermee ook verzilting tegen te gaan.
Om klimaatadaptatie te borgen in de organisatie en samenleving hanteren we de leidende principes uit de Lokale Adaptatiestrategie (LAS) voor een klimaatadaptieve inrichting van de fysieke leefomgeving:
De koers met betrekking tot onze omgang met afvloeiend hemelwater en het voorbereiden op zware buien zetten we voort. We willen met een integrale aanpak binnen de reikwijdte van onze gemeentelijke watertaken ook een bijdrage leveren aan andere opgaven in de leefomgeving, bijvoorbeeld via groenblauwe oplossingen die ook hittestress tegengaan.
In ons beleid en de communicatie hierover hanteren we begrippen als hinder, ernstige hinder en schade. In tabel 2 laten we zien wat we daaronder verstaan.
Tabel 2: Definities Hinder, ernstige hinder en schade.
Om een klimaatbestendige en waterrobuuste gemeente te worden treffen we maatregelen volgens de LAS van West Betuwe.
Verordening afvoer hemel- en grondwater
In 2021 is er een verordening afvoer hemel- en grondwater vastgesteld. Een mooie stap om onze inwoners en ondernemers mee te nemen in waterbewustwording. De VNG noemde ons in 2023 zelfs al voorbeeld voor andere gemeenten.
Met de verordening is geregeld dat het lozen van hemelwater bij nieuwe gebouwen, alleen is toegestaan wanneer er een waterberging op eigen terrein is aangelegd. Regenwater wordt zo voor een groot deel verwerkt op privaat terrein. Dit komt ten goede aan de belastbaarheid van de riolering en het verminderen van droogte. Dit als aanvulling op de regels van het waterschap waarmee er waterberging in de openbare ruimte wordt aangelegd. Tevens geven wij met deze verordening invulling aan de landelijke Maatlat voor een groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving.
Bij het ingrijpen in de openbare ruimte zijn er volop kansen om samen te werken aan onderwerpen als hittestress, biodiversiteit en klimaatadaptatie. We combineren waar mogelijk klimaatadaptatie (wateropvang) met biodiversiteit (natuurvriendelijke oevers). Deze ambitie willen we samen met afdeling groen verder uitwerken in beleid. Zo gaan we in het verlengde van de groenblauwe hoofdstructuur vanuit het landschapsontwikkelingsplan een water/groenstructuurplan met bijbehorende kaart opstellen.
We stellen een beheerplan op voor wateropvanglocaties, waaronder waterbergingen en wadi's. Wadi's zijn groen, maar hebben een duidelijke waterhuishoudkundige functie.
We dragen binnen de reikwijdte van onze watertaken bij aan water en bodem sturend. Bijvoorbeeld door te ontharden, hemelwater te infiltreren en de Landelijke maatlat voor klimaat toe te passen. Ook onze kennis op het vlak van droogte gaan we verder uitbouwen door het uitvoeren van een verkennend onderzoek naar de effecten van langdurige droogte op de riolering en waterhuishouding.
7. Natuur, cultuur en recreatie
We zetten ons in voor een robuust en aantrekkelijk rivierenlandschap. Dit betekent dat we kiezen voor het behouden, beschermen en versterken van (natte) natuur en het vergroten van de biodiversiteit.
Voor een gebiedsgerichte uitwerking vormen de kernen, het buitengebied en de werklocaties geografisch gezien werkbare eenheden.
Een robuust en aantrekkelijk rivierenlandschap betekent dat we kiezen voor een klimaatbestendig watersysteem met een kwalitatief goede inrichting, beheer en gebruik. We willen geen verslechtering van de waterkwaliteit. In de woon- en werkomgeving is water zichtbaar, bereikbaar en veilig voor bijvoorbeeld vissers en wandelaars.
Door klimaatverandering neemt de kans toe op een slechte waterkwaliteit, tekort aan oppervlaktewater én overlast en schade door overstroming. Een teveel of tekort aan oppervlaktewater zien we niet alleen als bedreiging, maar ook als kans om via eventueel benodigde verbetermaatregelen de uitstraling van ons prachtige rivierenlandschap verder te verbeteren.
Goed watergangenbeheer (baggeren, beschoeiing, duikers, maaien watergangen) is van belang voor het functioneren van de afval-, hemel- en grondwatervoorzieningen in stedelijk gebied. We gaan daarom in de komende planperiode onze duikers inventariseren en onderhouden. Ook gaan we 90 grote duikers inspecteren en houden we budgettair rekening met noodzakelijke reparaties en 20 te vervangen duikers vanaf 2027. Hiervoor stellen we een plan van aanpak op.
Er ligt voor vele miljoenen euro’s aan infrastructuur onder en boven de grond. De waarde hiervan en de impact bij falen rechtvaardigt een professionele aanpak. Het is de kunst om een gezonde balans te vinden tussen het zo goed mogelijk uitvoeren van de watertaken, het realiseren van de ambities en een betaalbare riool- en waterzorgheffing.
We blijven doorgaan met het goed beheren en onderhouden van ons water- en rioleringssysteem en willen verder toegroeien naar datagedreven beheer: we doen minder waar het kan en meer waar het moet. Hierbij houden we oog voor de algemene doelen waarvoor de riolering ooit is aangelegd: volksgezondheid en veiligheid.
Verdeling budgetten: In dit programma hebben we budget opgenomen voor onderhoudskosten van wadi’s. We hebben ook te maken met onvoorziene onderzoekskosten bij de mogelijke aanwezigheid van archeologische objecten, explosieven, asbest en bodemvervuiling. Deze kosten zijn gemoeid met meerdere beheerdisciplines. Over de verdeelsleutel hiervan willen we de komende planperiode afspraken gaan maken.
Goed watergangenbeheer (baggeren, beschoeiing, duikers, maaien watergangen) is van belang voor het functioneren van de afval-, hemel- en grondwatervoorzieningen in stedelijk gebied. Ook dragen schone wegen (vegen en onkruidbestrijding van verhardingen, blad verwijderen) bij aan een goede doorstroming van onze riolen. Een deel van deze kosten mogen daarom toegerekend worden aan het WRP. Het andere deel wordt uit de algemene middelen gefinancierd.
Bijdragen aan de groenstructuur: We brengen vanuit stedelijk water onze kennis in bij het opstellen van een groenstructuurvisie bomen. Zo willen we zo min mogelijk bomen in de nabijheid van riolering om de kans op wortelingroei te beperken. Maar we beseffen ons ook dat dit niet altijd haalbaar is. Bomen zijn immers ook nodig voor de gewenste schaduwwerking tegen hittestress, opvangen van fijnstof en de beleving van de openbare ruimte. Waar nodig brengen we wortelschermen aan of relinen we de riolering in plaats van vervangen om zo bomen te sparen.
Wijk-/kerngericht werken: Om wijkgericht te kunnen werken is het nodig om van elkaar te weten waar we mee bezig zijn. Deze informatie leggen we over elkaar om te komen tot een integrale programmering. Waar nodig rekken we de levensduur via reparaties op om werkzaamheden met elkaar te kunnen combineren. De informatie voor een integrale programmering hebben we binnen onze gemeente al voor handen, maar het ontbreekt nog vaak aan inzicht in de programmering bij derden zoals nutspartijen. Mogelijk kunnen hier in het regio-arrangement afspraken over worden gemaakt. We houden de nodige flexibiliteit in onze planning om, indien wenselijk of noodzakelijk, te kunnen schuiven. Door wijkgericht te werken groeien we toe naar een differentiatie in beheer- en onderhoud en bijbehorende budgetten. Als bouwsteen voor een mogelijk op te stellen integraal beheerplan openbare ruimte gaan we de komende planperiode aan de slag met een beheerstrategie riolering.
In het uitvoeringsprogramma staan de activiteiten die we deze planperiode gaan uitvoeren om invulling te geven aan de zorgplichten, doelen en ambities uit dit WRP. De activiteiten zijn onderverdeeld in de categorieën planvorming en onderzoek, onderhoud, uitvoeringsmaatregelen en facilitair/overig.
Planvorming is onmisbaar voor doelmatig water- en rioolbeheer. Om inzicht te behouden en verkrijgen in de toestand en het functioneren van het rioleringssysteem is onderzoek noodzakelijk. De komende planperiode hebben we de volgende plannen en onderzoeken voorzien:
Tabel 3: Overzicht planvorming en onderzoek. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2024.
Onderhoud is nodig om het water- en rioleringssysteem in stand houden en goed laten functioneren. Waarbij risico’s optimaal worden vermeden. De activiteiten bestaan uit inspecties, reinigen, regulier onderhoud en (reactieve) reparaties. De onderhoudskosten maken een significant deel uit van de totale exploitatie van de gemeente West Betuwe. Deze kosten bestaan grotendeels uit het jaarlijks onderhoud van (druk)rioleringen, gemalen en randvoorzieningen, IBA’s en wateropvangsystemen.
Tabel 4: Overzicht beheer en onderhoud. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2024.
Maatregelen zijn afgestemd op het in stand houden en optimaliseren van het functioneren van het riool- en watersysteem. De kosten voor onze vervangingsopgave zijn op basis van praktijkervaring en vervangingscapaciteit (uitvoering) gemiddeld om tot een stabiel investeringsvolume te komen. In de planperiode hebben we onderstaande maatregelen voorzien:
Tabel 5: Overzicht vervangings- en verbetermaatregelen. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2024.
9.4 Facilitair/overig en deelkosten
Om het stedelijke watersysteem goed te beheren, worden ondersteunende activiteiten verricht en diensten afgenomen. Deze worden gegroepeerd onder ‘Facilitair/overig’.
Goed watergangenbeheer (baggeren, beschoeiing, duikers, maaien watergangen) is van belang voor het functioneren van de afval-, hemel- en grondwatervoorzieningen in stedelijk gebied. Ook dragen schone wegen (vegen en onkruidbestrijding van verhardingen, blad verwijderen) bij aan betere doorstroming in onze riolen. Een deel van deze kosten mogen daarom toegerekend worden aan het WRP:
Vegen verhardingen en blad verwijderen + bladkorven (60%) Het vegen van de straten voorkomt zand- en vuilinspoeling in de kolken en het riool. Dit draagt bij aan een goede werking van deze voorzieningen (zorgtaak hemelwater) en voorkomt verhoogde onderhoudskosten als gevolg van verstoppingen in het riool (zorgtaak hemelwater en zorgtaak stedelijk afvalwater).
Tabel 6: Overzicht facilitair. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2024.
Tabel 7: Overzicht deelkosten. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2024.
De vervangingswaarde van het stedelijk watersysteem in de gemeente West Betuwe bedraagt ca. € 435 miljoen. Voor het beheer van dit systeem zijn goede mensen en financiële middelen nodig. In de aankomende planperiode hebben we hier gemiddeld € 11,7 miljoen per jaar aan opbrengsten voor nodig. Geld dat inwoners en ondernemers via de riool- en waterzorgheffing bijeenbrengen.
In dit hoofdstuk gaan we in op de benodigde personele en financiële middelen om invulling te geven aan goed en doelmatig rioleringsbeheer in gemeente West Betuwe.
Om onze ambities te realiseren beschikken we over de volgende personele middelen:
Tabel 8: Personele middelen in FTE
Om te blijven voldoen aan onze opgave in relatie tot klimaatverandering, is capaciteitsuitbreiding nodig. In dit programma hebben we hierin met 0,5 FTE (LAS) extra voorzien.
Tabel 9: Overzicht loonkosten en overhead. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2024.
Het kostendekkingsplan maakt onderscheid in exploitatiekosten en investeringsuitgaven met betrekking tot de gemeentelijke watertaken.
Om tot een kostendekkend tarief te komen hebben is een financiële doorrekening van de riool- en waterzorgheffing over 60 jaar gemaakt. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
In het kader van de Wet op het BTW-compensatiefonds belasten we jaarlijks een percentage van 21% aan BTW door aan de riool- en waterzorgheffing (ten gunste van de algemene middelen), op basis van het gemiddelde aan directe exploitatiekosten en investeringen per jaarschijf (€ 1.950.000,- per jaar gedurende de planperiode 2025-2029).
De afschrijving vindt lineair plaats, startend aan het begin van het jaar volgende op het jaar van de investering. Rentetoerekening start dan eveneens.
De hiervoor beschreven kosten en uitgangspunten leiden tot een verwacht uitgavenpatroon voor de gemeente West Betuwe in de periode 2025 t/m 2083 (zie figuur 2).
Figuur 2: Verwacht uitgavenpatroon gemeente West Betuwe, 2025 t/m 2083. Bedragen op prijspeil 2024.
Investeringen onttrekken we uit de voorziening totdat de stand van de voorziening dit niet meer toelaat. Daarna activeren we de investeringen. Dit leidt tot een oplopende boekwaarde en hieruit volgen kapitaallasten (rente- en afschrijvingslasten). Het verloop van de boekwaarde is weergegeven in Figuur 3.
Figuur 3: Verwacht boekwaardenverloop gemeente West Betuwe, 2025 t/m 2083. Bedragen op prijspeil 2024.
Het uitgavenpatroon in Figuur 2, in combinatie met het boekwaardeverloop in Figuur 3 leidt tot het lastenpatroon zoals weergegeven in Figuur 4. Hierin zijn ook de benodigde totale baten weergegeven; deze volgen de lastenontwikkeling zo goed mogelijk.
Figuur 4: Verwacht lasten- en batenverloop gemeente West Betuwe, 2025 t/m 2083. Bedragen op prijspeil 2024.
De benodigde inkomsten uit de riool- en waterzorgheffing zijn in Figuur 5 vertaald naar het benodigde tarief. Hierbij gaat het om het tarief voor woningen met een waterverbruik van 0 tot en met 500 m3 per jaar. De eerste twee jaren stijgt het tarief met 5.60% jaarlijks, de 7 daar op volgende jaren stijgt het tarief met jaarlijks 1.00%. Hierna blijft het tarief 11 jaar gelijk, en daarna stijgt het tarief van 2045 tot 2053 met 1.80% per jaar, en de resterende jaren stijgt het tarief met 0.56% jaarlijks.
Figuur 5: Verwacht verloop riool- en waterzorgheffing (tarief bij waterverbruik 0 t/m 500 m3 per jaar) gemeente West Betuwe, 2025 t/m 2083. Bedragen op prijspeil 2024.
In Figuur 6 is het verloop van de egalisatievoorziening weergegeven:
Figuur 6: Saldo egalisatievoorziening per 31/12 gemeente West Betuwe. Bedragen op prijspeil 2024.
Riool- en waterzorgheffing en risico’s
Bij de interpretatie van de resultaten in dit hoofdstuk dient rekening te worden gehouden met de (actuele) onzekerheden die de riool- en waterzorgheffing zullen beïnvloeden, zoals kostenontwikkelingen van (bouw)materialen, energiekosten, rentestijgingen en toenemende opgaven rondom klimaatadaptatie.
Om een kostendekkende riool- en waterzorgheffing te behouden, dient deze telkens te worden geïndexeerd op basis van de optredende inflatie. Jaarlijks wordt, bij het vaststellen van de nieuwe programmabegroting, het te hanteren indexatiepercentage bepaald. Naast deze indexatie moet tenminste de beleidsmatige verhoging behouden blijven voor een riool- en waterzorgheffing die aansluit bij dit plan. Wanneer het werkelijk aantal heffingseenheden achterblijft, zal het tarief naar rato daarvan extra verhoogd moeten worden, boven op de indexatie en beleidsmatige verhoging.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 23 april 2024, 2024-044,
de griffier,
Fatih Özdere
de voorzitter,
Servaas Stoop
Termen en definities stedelijk afvalwater en hemelwater
Fusie: van drie naar één gemeente
Harmonisatieslag: Na de fusie van gemeenten Geldermalsen, Neerijnen en Lingewaal in 2019 is het water- en rioleringsbeleid van de drie gemeenten samengevoegd. Dit betekende dat de focus in het de afgelopen planperiode vooral lag op het harmoniseren van het beleid. Zodat de visie en ambities, maar ook de middelen om deze waar te maken, op een lijn liggen. Ook is er een grote harmonisatieslag gemaakt voor het gehele areaalbeheer als vrijvervalriolering, drukriolering, gemalen, IBA’s, duikers, watergangen. Deze harmonisatieslag zal nog in de nieuwe planperiode doorlopen. Door deze harmonisatieslag zal eveneens het gegevensbeheer een verbeterslag ondergaan.
Start gemaakt voor gezamenlijke data op orde: Alle losse onderdelen die samen het water en rioleringssysteem van gemeente West Betuwe vormen, worden ‘assets’ genoemd. Kennis van prestaties, risico’s, kosten en levensduur van deze assets is van belang om het systeem optimaal te kunnen beheren.
De rioleringsdata van de voormalig individuele gemeenten is samengevoegd in beheersysteem Brutis (voorheen Kikker) De specifieke data voor drukrioleringspompen en hoofdgemalen is samengevoegd in een beheersysteem. Via een meten en monitoringssysteem worden alle pompen en gemalen op afstand gemonitord. Vanuit de regionale samenwerking is er advies ondersteuning ingewonnen bij een externe partij die ons door middel van een programma inzicht geeft in het totale rioleringsareaal.
Met een grondwatermeetnet worden de grondwaterstanden en stijghoogten in de gemeente gemeten. Om het gegevensbeheer verder te optimaliseren is de gemeente in deze planperiode gestart met het geheel inmeten van specifieke gegevens van alle vrijvervalriolering, bergbezinkbassins en riooloverstorten.
Werkachterstand/projectvertragingen: Er is ruim 10 miljoen aan water- en rioleringsprojecten gerealiseerd de afgelopen planperiode. In het uitvoeringsprogramma was ambitieus ingezet op een scala van maatregelen en vervangingsopgaven, maar zijn niet alle plannen gerealiseerd. Er was na de fusie van de drie gemeenten meer tijd en aandacht nodig om het beleid te harmoniseren. Ook speelde de energietransitie, van het gas af, meer afstemmen van de beheerplannen en het meer kerngericht werken, waarbij bewoners meer betrokken worden bij wat er in hun leefomgeving gebeurt, een grote rol op de uitvoeringsplanning.
Ook personeelstekort en de inwerkperiode van nieuwe medewerkers hebben hier een rol gespeeld. Om een groter deel van het programma uit te kunnen voeren, was de planperiode van het WRP 2019-2023 verlengd met een jaar (tot en met 2024).
Waterketen beheren als één beheerder: Gemeente West Betuwe werkt samen met andere gemeenten en het waterschap in het Water Klimaat Rivierenland (WKR).
Vanuit kostenbesparingen zijn er binnen de samenwerking al regionaal afspraken gemaakt over het meer toepassen van de relining techniek van vrijvervalriolering i.p.v. geheel vervangen. Ook het gezamenlijk aanbesteden van het reinigen en inspecteren vrijvervalriolering. Het onderhoud en beheer IBA’s is ondergebracht bij het waterschap. Gezamenlijk krijgen we meer inzicht en kennis met de uitwisseling van meten en monitoringsgegevens.
Uitvoering: gestart met wijkgerichter werken:
Jaarlijks reinigen en inspecteren we 30 km vrijvervalriolering. De inspectiegegevens worden verwerkt in uitvoeringsplannen groot en klein onderhoud. Bij het groot onderhoud wordt altijd gekeken naar kansen om integraal en kerngericht te kunnen werken. Het jaarlijks reinigen en inspecteren wordt kern of wijkgericht uitgevoerd. Hiermee geven we meer invulling aan kerngericht werken.
Vanuit de jaarlijkse inspectie en onderhoudsronde en het beheersysteem pompen en gemalen wordt er jaarlijks een uitvoeringsprogramma opgesteld. Momenteel wordt gewerkt aan een 3 fase renovatieprogramma drukrioleringspompen en gemalen. Uitvoer vindt plaats in 2024 en binnen de nieuwe planperiode. Onze watergangen worden onderhouden met maaien, baggeren en het aanpassen of verwijderen van beschoeiing.
Beheer IBA’s: De IBA’s in gemeente West Betuwe worden beheerd en onderhouden door Waterschap Rivierenland. Door te weinig personele capaciteit bij het waterschap komt het onderhoud en beheer onder druk te staan. Gemeente en waterschap zijn samen met de overige netwerkcollega’ás uit de regio (NWrR) bezig om dit proces te verbeteren en zijn hiermee in de afrondende fase. Momenteel wordt gewerkt aan de voorbereiding om in 3 fasen de 506 st IBA's te renoveren. Uitvoer van fase 1 is in 2024 en fase 2 en 3 opvolgend in het nieuwe plan.
Vertraging door integraal werken: De gemeentelijke organisatie richt zich steeds meer op kerngericht werken, waarbij bewoners meer worden betrokken bij wat er in hun leefomgeving gebeurt. Hiermee worden projecten in de openbare ruimte nog meer integraal opgepakt. Dit betekent een langer traject in de voorbereiding van projecten. Het meer afstemmen van beheerplannen binnen de openbare ruimte zal de komende jaren dan ook de nodige aandacht krijgen. Ook de opgave energietransitie en van het gas af en de grote nieuwbouwopgave betekent meer behoefte aan integraliteit en afstemming met bewoners.
Het effect van deze nieuwe wijze van werken is dat de doorlooptijd van projecten meer tijd vraagt. De binnen het WRP benoemde projecten zullen dan deels doorlopen in de nieuwe planperiode.
Multidisciplinair advies aan de omgevingstafel: In de afgelopen planperiode is de verbinding gezocht op project- en beleidsniveau, bijvoorbeeld met een omgevingstafel en interdisciplinaire overleggen. Bij de omgevingstafel wordt regelmatig verwezen naar de hemelwaterverordening. Voor advies over klimaatmaatregelen kloppen de andere disciplines vaak aan bij de afdeling Water en Riolering. Tijdens de totstandkoming van het nieuwe WRP is overlegd met het beleid van Groen die lineair aan dit project zijn ontwikkeld (Beheerplan bomen en Beheerplan Begraafplaatsen).
Binnen het WRP is budget gereserveerd om bij integrale projecten binnen de openbare ruimte klimaat robuust te kunnen inrichten. Voorbeelden zijn de wijkgerichte projecten als oud centrum te Asperen, wijk Korte Woerden te Waardenburg, centrum Hellouw. De voorbereiding en uitvoering lopen door in de nieuwe planperiode vanaf 2025.
Verschillende opgaven worden steeds vaker gecombineerd: zo is er op sportlocatie de Randhorst in Geldermalsen ruimte gevonden voor waterberging. Ook in de Rijnstraat in Geldermalsen is er met behulp van de Regiodeal gewerkt aan klimaatadaptieve oplossingen.
Programmatisch en projectmatig werken: De gemeentelijke organisatie streeft naar een stroomlijning van projectprocessen. Met het Projectprocesplan (opgesteld in 2021), een cursus programmatisch en projectmatig werken voor alle medewerkers en een LEAN-traject wordt gewerkt aan het verbeteren van integrale projectprocessen.
Klimaatadaptatie: een groeiend vakgebied
Landelijk koploper klimaatadaptatie: Van een bezoek van de deltacommissaris aan mooie klimaatprojecten in West Betuwe tot een populaire hemelwatersubsidie onder inwoners: er is groeiende aandacht voor klimaatadaptatie. Het is ook een vakgebied dat aan veel verandering en innovatie onderhevig is. Klimaatopgaven, zoals hevige neerslag en wateroverlast, hebben in de afgelopen planperiode geleidt tot creatieve oplossingen. Uit ervaring en evaluatie moet blijken of deze oplossingen bijvoorbeeld op het gebied van locatie, onderhoud en beheer effectief werken. Er is nu, aan het einde van de planperiode 2019-2024, meer kennis beschikbaar over adaptieve maatregelen dan tijdens het opstellen van het WRP 2019-2023.
Wat is uitgevoerd: In de afgelopen planperiode zijn onder andere stresstesten uitgevoerd en is de afdeling klimaatadaptatie regelmatig betrokken geweest bij de uitrol van ruimtelijke ontwikkelingen. De Lokale Adaptatiestrategie (LAS) is op- en vastgesteld.
Er is voor alle 26 kernen een quick-scan SSW (Systeem Stedelijk Water) uitgevoerd, waarbij de effecten van wateroverlast in hoofdlijnen in beeld zijn gebracht. De maatregelen die hieruit zijn voorgekomen zijn opgenomen in de nieuwe planperiode. Uit de scan zijn ook de belangrijkste effecten tussen riolering en watersysteem in beeld gebracht en worden verder in de nieuwe planperiode uitgewerkt.
Voorbeelden van succesprojecten:
Inzet kwartiermaker klimaatadaptatie/communicatie: Klimaatadaptatie moet landen in de gemeentelijke organisatie en niet alleen door afdeling Water en Riolering, maar ook door andere afdelingen worden opgepakt. De LAS draagt hieraan bij. Daarbij is permanent interne advisering en integrale afstemming benodigd om (1) klimaatadaptatie te borgen in gemeentelijke projecten en (2) lokale kwetsbaarheden op het gebied van wateroverlast, hitte en droogte inzichtelijk te maken. Omdat afdeling Water en Riolering zich met name richt op de gemeentelijke watertaken, zijn klimaatgevolgen als hitte en droogte minder belicht. Samenwerking met andere beleidsvelden is nodig om deze onderwerpen een plek te geven in het beleid van West Betuwe. Hiervoor is een kwartiermaker Klimaatadaptatie gestart. De Omgevingsvisie en de LAS fungeren als basis voor het nieuwe WRP.
Klimaatadaptatie in projecten: In de huidige planperiode is er klimaatbudget van 2 miljoen euro door de Raad beschikbaar gesteld om bij integrale projecten, flexibel in te spelen op klimaatadaptatie. Klimaatadaptatie stond in 2019 nog in de kinderschoenen. Het was een pilot hoe we hier exact invulling aan zouden geven. Inmiddels is het budget geheel ingezet voor klimaatmaatregelen als afkoppelen van regenwater, communicatie naar bewoners, lesmateriaal en lessen op scholen. De pilot kan hier als geslaagd gezien worden en krijgt hiermee een vervolg in de nieuwe planperiode.
Klimaat- en waterbewustzijn: concrete projecten, subsidie voor inwoners en verordening voor nieuwbouwontwikkelingen
Communicatieplan Water: Het betrekken van inwoners, bedrijven en belangenorganisaties kost tijd, maar is essentieel om in te kunnen spelen op klimaatverandering en een doelmatige omgang met afval-, hemel- en grondwater te bewerkstelligen. In de afgelopen planperiode is daarom het communicatieplan Water opgesteld. Ook zijn folders en flyers ingezet om het waterbewustzijn van inwoners te vergroten. De afkoppelsubsidie heeft hieraan bijgedragen. De gemeente heeft een lespakket over duurzaam omgaan met water aan de West Betuwse scholen aangeboden. De campagne NK Tegelwippen is succesvol uitgevoerd.
Participatie: Gemeente West Betuwe zette in de afgelopen planperiode met verschillende acties in op inwonersparticipatie. Hierbij is actief gecommuniceerd over het nut en de noodzaak van ontstenen. De inwoners rondom Park aan de Linge in Geldermalsen haalden actief stenen uit hun tuinen. Bij reconstructies in de wijk Korte Woerden in Waardenburg en Voorstraat Asperen werd er door middel van participatie-avonden input gevraagd van inwoners. De gemeentelijke handreiking Participatie en het bijbehorende stroomschema zijn hier toegepast.
Ook is er een lesprogramma Water en Klimaat gerealiseerd voor West Betuwse basisscholen. Inwoners maakten goed gebruik van de afkoppelsubsidie. Op nationaal niveau staat gemeente West Betuwe op de kaart als een koploper op het gebied van klimaatadaptatie.
Verordening: De verordening afvoer hemel- en grondwater wordt door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aangehaald als voorbeeld. Binnenkort vindt een evaluatie plaats over de uitvoering van de verordening.
Kostendekking: actueel en stabiel
Financiën actueel en goed op orde: Het kostendekkingsplan dat bij het WRP hoort is jaarlijks geactualiseerd. Door de jaarlijkse doorrekening zijn de financiën goed op orde. Sommige investeringen zijn niet geactiveerd, waardoor op kapitaallasten bespaard kon worden. In de afgelopen jaren zijn projecten geactualiseerd of ingeruild voor andere projecten.
Om mee te kunnen liften op de onderhouds- en beheerprojecten van andere disciplines wordt flexibiliteit gevraagd. Er moet dan ook meer gezocht worden naar integraliteit binnen beheerplannen en in en externe partijen.
Er was jaarlijks 5,5 miljoen euro gepland aan water- en rioleringsinvesteringen, en er is binnen de planperiode 10 miljoen euro aan projecten gerealiseerd. Na de fusie van de drie gemeenten was er tijd en aandacht nodig om het beleid te harmoniseren. Om deze reden zijn niet alle maatregelen uitgevoerd en zijn projecten vertraagd. Ook door personele wisselingen en de benodigde inwerktijd van nieuwe medewerkers is er de afgelopen planperiode een werkachterstand ontstaan. De budgetten die niet zijn uitgegeven, worden in een egalisatievoorziening gezet.
Heffingsverloop: Belasting Samenwerking Rivierenland int de jaarlijkse rioolheffing. Tot een verbruik van 500 m3 afvalwater betalen gebruikers in 2023 €417,00 rioolheffing. Hierbij wordt jaarlijks geïndexeerd, maar is het heffingsverloop verder stabiel.
Bijlage C Taken en bevoegdheden
Bij het uitvoeren van dit WRP hebben we te maken met verschillende taken en bevoegdheden van de diverse waterpartners en nieuwe uitdagingen en ontwikkelingen waar we op willen anticiperen. De zorg en verantwoordelijkheid voor het water is in handen van gemeenten, waterschappen, waterbedrijven, provincie en perceeleigenaren. Iedere partij heeft hierin zijn eigen verplichtingen en bevoegdheden, die zijn vastgelegd in wetgeving of beleid.
In de Omgevingswet - Artikel 2.16 (gemeentelijke taken voor de fysieke leefomgeving) zijn de wettelijke watertaken van de gemeente opgenomen
Bij het gemeentebestuur berusten, naast de elders in deze wet en op grond van andere wetten aan dat bestuur toegedeelde taken voor de fysieke leefomgeving, de volgende taken:
op het gebied van het beheer van watersystemen en waterketenbeheer:
het treffen van maatregelen in het openbaar gemeentelijke gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de op grond van deze wet aan de fysieke leefomgeving toegedeelde functies zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet op grond van artikel 2.17, 2.18 of 2.19 tot de taak van een waterschap, een provincie of het Rijk behoort, (dit is de zorgtaak grondwater)
het beheer van watersystemen, voor zover toegedeeld bij omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.18, tweede lid, of bij ministeriële regeling als bedoeld in artikel 2.20, derde lid, (art. 2.18: als beheer van specifieke provinciale wateren niet aan waterschap, maar aan gemeente is toegewezen, art. 2.20: als beheer van specifieke rijkswateren aan gemeente is toegewezen)
Op grond van het eerste lid, onder a, onder 3°, wordt stedelijk afvalwater ingezameld en getransporteerd naar een zuiveringstechnisch werk als dat vrijkomt:
op de percelen, gelegen binnen een bebouwde kom van waaruit stedelijk afvalwater met een vervuilingswaarde van ten minste tweeduizend inwonerequivalenten als bedoeld in de richtlijn stedelijk afvalwater wordt geloosd, door middel van een openbaar vuilwaterriool, (als een bebouwde kom al boven de drempel van 2000 VE zit moet elk nieuw perceel daarbinnen gerioleerd worden).
op andere percelen, voor zover dit doelmatig kan worden uitgevoerd door middel van een openbaar vuilwaterriool. (De landelijke afstands- en vervuilingscriteria komen vooralsnog in de bruidsschat terecht en blijven daarmee van kracht tot waterschap en gemeente(n) daar samen een eventuele nieuwe invulling aan geven)
In plaats van een openbaar vuilwaterriool en een zuiveringstechnisch werk kunnen andere passende systemen in beheer bij een gemeente, een waterschap of een rechtspersoon die door een gemeente of waterschap met het beheer is belast, worden toegepast, als daarmee hetzelfde niveau van het beschermen van het milieu wordt bereikt. (Dit biedt de mogelijkheid om alternatieve zuiveringen toe te staan).
Ad 2a. De Europese Commissie wil de richtlijn voor behandeling van stedelijk afvalwater aanscherpen. Naast aangescherpte lozingsregels bestaat het voornemen om gemeenten met 1.000 inwoners te verplichten om water te zuiveren (tegenover 2.000 inwoners nu).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-199117.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.