Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Voorst 2019 (Apv) (5e wijziging)

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 maart 2024, nummer 438079;

B E S L U IT:

vast te stellen de: verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Voorst 2019 (Apv) (5e wijziging).

Artikel I

In artikel 1.1 (Definities) wordt sub f t/m sub n hernoemd naar sub g t/m sub o.

Artikel II

In artikel 1.1 (Definities) wordt een nieuw sub f ingevoegd, dat komt als volgt komt te luiden:

  • f.

    A-evenement: laag risico-evenement, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en het verkeer, met minder dan 500 bezoekers;

  • B-evenement: gemiddeld risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer, met tussen de 500 en 5.000 bezoekers;

  • C-evenement: hoog risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen voor het verkeer, met 10.000 of meer bezoekers.

Artikel III

Het derde lid van artikel 1.2 (Beslistermijn) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste en het tweede lid geldt niet voor de beslissing op een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 3.1.3, leden 2 en 3.

Artikel IV

Aan artikel 1.8 (Weigeringsgronden) wordt een derde lid toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:

  • 3.

    Een vergunning voor een A-evenement kan naast de in het eerste lid genoemde weigeringsgronden ook worden geweigerd, als de aanvraag daarvoor minder dan 8 weken voor de beoogde datum is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

Een vergunning voor een B-evenement kan ook worden geweigerd, als de aanvraag daarvoor minder dan 13 weken voor de beoogde datum is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

Een vergunning voor een C-evenement kan ook worden geweigerd, als de definitieve aanvraag daarvoor minder dan 13 weken voor de beoogde datum is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

Artikel V

Artikel 2.3.1.4 (Sluitingstijd) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Een horecabedrijf is gesloten tussen 01.00 uur en 06.00 uur.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, mag een horecabedrijf in de oudejaarsnacht van 31 december op 1 januari tot 6.00 uur geopend zijn.

  • 3.

    Het is verboden een horecabedrijf voor bezoekers geopend te hebben, of bezoekers in de inrichting te laten verblijven na sluitingstijd.

  • 4.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van de sluitingstijd zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Wet milieubeheer is voorzien.

  • 6.

    Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel VI

Artikel 2.4.8a (Verboden gebruik lachgas) komt te vervallen.

Artikel VII

Artikel 2.4.10a (Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties) komt te vervallen.

Artikel VIII

Artikel 2.6.1 (Definitie) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

Artikel IX

Artikel 2.10.2 (Gebiedsontzeggingen) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid, aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten hoogste 24 uur in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.

  • 2.

    Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen, kan de burgemeester aan een persoon aan wie ten minste eenmaal een tijdelijk verbod is opgelegd als bedoeld in dat lid en die binnen zes maanden na een eerder tijdelijk verbod opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een tijdelijk verbod opleggen om gedurende ten hoogste acht weken in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats aanwezig te zijn.

  • 3.

    De burgemeester beperkt het krachtens het eerste of tweede lid opgelegde verbod, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een tijdelijk verbod.

  • 4.

    Indien de officier van justitie een persoon een gedragsaanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 509hh, tweede lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafvordering, legt de burgemeester aan deze persoon voor hetzelfde gebied niet een tijdelijk verbod op als bedoeld in het eerste of tweede lid.

Artikel X

Artikel 4.1.3 (Melding incidentele festiviteiten) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het is een horecabedrijf, gelegen binnen de begrenzing van het recreatiegebied Bussloo, overeenkomstig de eigendomssituatie van Leisurelands op 1 januari 2024 (met uitzondering van het evenemententerrein), toegestaan op maximaal 6 dagen of dagdelen per kalenderjaar incidentele festiviteiten te houden waarbij de geluidsnormen, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4.1.4A niet van toepassing zijn, mits de houder van het horecabedrijf ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.

  • 2.

    Het is een inrichting of een horecabedrijf, gelegen in de rest van de gemeente, toegestaan op maximaal 8 dagen of dagdelen per kalenderjaar incidentele festiviteiten te houden waarbij de geluidsnormen, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4.1.4A niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting of het horecabedrijf ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.

  • 3.

    Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 6 dagen of dagdelen per kalenderjaar in verband met de viering van incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college daarvan in kennis heeft gesteld.

  • 4.

    Het college stelt een formulier vast voor het doen van de melding.

  • 5.

    De melding is gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

  • 6.

    De melding wordt geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting of van een horecabedrijf een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.

  • 7.

    Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt door de inrichting of het horecabedrijf, bedraagt niet meer dan 70 dB(A), gemeten op de gevel van de gevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter.

  • 8.

    De geluidsnorm, bedoeld in het zevende lid, is inclusief onversterkte muziek en exclusief 10 dB(A) toeslag vanwege muziekcorrectie. Tevens wordt de bedrijfsduurcorrectie buiten beschouwing gelaten.

  • 9.

    Op de dagen, bedoeld in het eerste lid, wordt het ten gehore brengen van muziek hoger dan de geluidsnorm, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer en artikel 4.1.4A, uiterlijk om 01.00 uur beëindigd.

  • 10.

    Het college kan zones aanwijzen, waarin een nader te bepalen maximum geluidsniveau geldt tijdens incidentele festiviteiten in (de buitenruimte van) de inrichting.

Artikel XI

Het tweede lid, sub i van artikel 4.3.2 (Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • i.

    houtopstanden die zijn gelegen buiten de aangewezen bebouwde kom, als bedoeld in artikel 4.1, onder a, van de Wet natuurbescherming, zoals dat artikel luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, tenzij het betreft:

  • houtopstanden op erven en in tuinen;

  • houtopstanden die een zelfstandige eenheid vormen, en hetzij geen groter oppervlakte beslaan dan 10 are, hetzij in geval van rijbeplanting, gerekend over het totaal aantal rijen, niet meer bomen omvatten dan 20.

Artikel XII

De titel van afdeling 7 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Afdeling 7 Crossterreinen

Artikel XIII

Het eerste lid, sub a van artikel 5.5.2 (Stookoverlast) wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • a.

    windstil: een windkracht van minder dan 3 op de schaal van Beaufort.

Artikel XIV

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij is geplaatst.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 april 2024.

Ita Joosten, griffier

Paula Jorritsma-Verkade, burgemeester

Naar boven