Bekendmaking voorkeursrechtbeschikking van de gemeenteraad, Gemeente Utrecht

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht maakt op grond van artikel 16.32b Omgevingswet bekend dat de raad van de gemeente Utrecht op 25 april 2024 een voorkeursrechtbeschikking heeft genomen op grond van het bepaalde in artikel 9.1 lid 1 sub c van de Omgevingswet, waardoor op diverse onroerende zaken een voorkeursrechtrecht is gevestigd.

Door middel van het vestigen van voorkeursrecht verschaft de gemeente zich voorrang bij aankoop van onroerende zaken benodigd voor het realiseren van toekomstige planologische ontwikkelingen. Speculatie wordt daarmee voorkomen. De toegedachte functies van de onroerende zaken is de ontwikkeling van woningen met de daarbij behorende voorzieningen.

 

Ligging en toegedachte functie

De voorkeursrechtbeschikking heeft betrekking op enkele onroerende zaken aan de Ravellaan Noord te Utrecht. De bij de beschikking betrokken onroerende zaken zullen in de toekomst getransformeerd worden naar een gebied waar een woonfunctie de overhand zal hebben met de daarbij behorende voorzieningen en/of een andere niet agrarische functie.

 

Gevolgen

De voorkeursrechtbeschikking houdt in dat eigenaren en beperkt gerechtigden van de aangewezen onroerende zaken, wanneer zij die wensen te verkopen respectievelijk erop gevestigde beperkte rechten wensen te vervreemden, deze eerst aan de gemeente Utrecht moeten aanbieden. De eigenaren en de rechthebbenden op beperkte rechten hebben bij aangetekende brief de voorkeursrechtbeschikking ontvangen.

 

Inwerkingtreding

De voorkeursrechtbeschikking treedt in werking op het tijdstip van inschrijving in de openbare registers van het Kadaster.

 

Ter inzage legging

De voorkeursrechtbeschikking van de raad d.d. 25 april 2024 ligt samen met bijbehorende bijlagen, bevattende de kadastrale kaart en een lijst met daarop de gronden waarop de kadastrale aanduiding van de in de voorkeursrechtbeschikking opgenomen onroerende zaken, de grootte, de namen van de eigenaren c.q. beperkt gerechtigden alsmede overige relevante gegevens met ingang van 1 mei 2024 gedurende zes weken ter inzage op het Stadskantoor, Stadsplateau 1, 3521 AZ Utrecht (openingstijden maandag, woensdag en vrijdag 8.00 - 17.00 uur, dinsdag en donderdag 8.00 - 20.00 uur)

 

Bent u het niet eens met dit besluit?

Tegen de voorkeursrechtbeschikking van de gemeenteraad kunnen belanghebbenden ingevolge de Algemene wet bestuursrecht gedurende een termijn van zes weken na bekendmaking van de beschikking een bezwaarschrift indienen bij de gemeenteraad van Utrecht, Postbus 16200, 3500 CE Utrecht. U kunt uw bezwaar digitaal indienen. Daarvoor kunt u alleen gebruik maken van het door de gemeente beschikbaar gestelde digitale formulier. Dit vindt u op www.utrecht.nl/bezwaar. U kunt het bezwaar niet per e-mail indienen. In uw bezwaarschrift legt u uit waarom u het niet eens bent met de beschikking. U vermeldt uw naam, adresgegevens en uw telefoonnummer. Zorgt u er voor dat wij uw bezwaarschrift ontvangen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verstuurd. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer kunnen behandelen. Meer informatie over de bezwaarprocedure vindt u op onze website.

Dit besluit volgt op de voorkeursrechtbeschikking door het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 februari 2024. Wanneer een belanghebbende reeds bezwaar heeft gemaakt tegen het collegebesluit van 13 februari 2024, en dit bezwaar aanhangig is, wordt dit bezwaar mede geacht te zijn gericht tegen het raadsbesluit van 25 april 2024. In dat geval is het indienen van een nieuw bezwaarschrift niet meer nodig.

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit (de voorkeursrechtbeschikking) niet op. Indien een bezwaarschrift is ingediend kunt u de voorzieningenrechter van de rechtbank verzoeken een voorlopige voorziening te treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het adres is: Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht (Postbus 16005, 3500 DA, Utrecht). De voorzieningenrechter zal de verzoeker alleen ontvankelijk verklaren, indien daarbij een spoedeisend belang kan worden aangetoond. Voor het in behandeling nemen van het verzoek worden griffierechten geheven.

Naar boven