Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nijmegen

De raad van de gemeente Nijmegen, bijeen in zijn vergadering van 24 april 2024

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 maart 2024

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

 

besluit

 

vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nijmegen.

Artikel I  

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Nijmegen wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    In de aanhef worden de volgende artikelen vervangen:

    • -

      artikel 5.13 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vervangen door artikel 18.6 Omgevingswet

    • -

      artikelen 2.18 eerste lid, onder f en g en vijfde lid, 2.21 en 3.148 tweede lid Activiteitenbesluit milieubeheer vervangen door 2.24 Omgevingswet

  • B.

    In artikel 2:15a Gevaarlijke voorwerpen, wordt in lid 1 “messen” verwijderd luidende:

    • 1.

      Het is verboden op door burgemeester en wethouders aangewezen openbare plaatsen en daaraan gelegen voor het publiek toegankelijke gebouwen en terreinen, knuppels, slagwapens of andere voorwerpen die als wapen gebruikt kunnen worden, openlijk bij zich te dragen.

  • C.

    Het bepaalde in lid 1 van artikel 2:27 wordt hernummerd luidende:

    • 1.

      In deze afdeling en de daaruit volgende bepalingen wordt verstaan onder:

      • a.

        inrichting: een voor het publiek toegankelijke ruimte:

        • 1.

          waarin enig horecabedrijf, tot de uitoefening waarvan behoort het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, wordt uitgeoefend;

        • 2.

          waar bedrijfsmatig of anders dan om niet, al dan niet door middel van een automaat, etenswaren of alcoholvrije dranken of rookwaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt;

        • 3.

          waar bedrijfsmatig of anders dan om niet, etenswaren worden bereid om te worden afgehaald;

      • b.

        exploitant: de natuurlijke persoon of personen of rechtspersoon of rechtspersonen die een inrichting exploiteert of exploiteren en de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon of rechtspersonen bevoegde natuurlijke persoon of personen;

      • c.

        beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een inrichting;

      • d.

        terras: een buitenruimte (lokaliteit) deel uitmakend van een horecabedrijf, inrichting of instelling waar zit- en/of sta-gelegenheid wordt geboden, voorzien van terrasmeubilair en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt;

      • e.

        pand: het pand ten behoeve waarvan de terrasvergunning wordt aangevraagd.

  • D.

    In artikel 2:31 lid 9 wordt beheerders vervangen door beheerder luidende:

    • 9.

      Een verleende vergunning kan uitsluitend met betrekking tot de op de vergunning vermelde beheerder op aanvraag van de exploitant worden gewijzigd. Deze aanvraag moet worden ingediend aan de hand van een door de burgemeester vast te stellen formulier. Lid 4 sub a is van overeenkomstige toepassing.

  • E.

    Toevoegen nieuw artikel 2:50a luidende:

     

  • Artikel 2:50a Messen en andere voorwerpen als steekwapen

    • 1.

      Het is verboden op door het college aangewezen openbare plaatsen of in daaraan grenzende voor het publiek openstaande gebouwen of op bij die gebouwen behorende erven messen of andere voorwerpen die als steekwapen kunnen worden gebruikt, bij zich te hebben.

    • 2.

      Het verbod geldt niet voor messen of voorwerpen die zodanig zijn ingepakt dat zij niet voor onmiddellijk gebruik gereed zijn.

    • 3.

      Dit artikel is niet van toepassing voor zover het wapens betreft als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie.

  • F.

    Het huidige artikel 2:50a hernummeren naar 2:50b met de titel luidende

  • Artikel 2:50b Sluiting van publiek toegankelijke ruimten

  • G.

    In artikel 2:72 lid 1 wordt F3 verwijderd, luidende:

    • 1.

      Onder consumentenvuurwerk wordt in dit artikel verstaan vuurwerk van categorie F1 of F2 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

  • H.

    In artikel 2:73 lid 1 wordt F3 verwijderd, luidende:

    • 1.

      Het is verboden om consumentenvuurwerk tot ontbranding te brengen. Onder consumentenvuurwerk wordt in dit artikel verstaan vuurwerk van categorie F2 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

  • I.

    In artikel 3:7 lid 1 onder g wordt de verwijzing naar artikel 3.2.3 vervangen door een wijziging naar artikel 3:5, luidende:

    • g.

      er een maximum als bedoeld in artikel 3:5 is vastgesteld en dit maximum al bereikt is;

  • l.

    In artikel 3:7 lid 1 onder m wordt de verwijzing naar ex 3.1.3 vervangen door ex artikel 3:2a luidende:

    • m.

      de aanvrager niet voldoet aan de ex artikel 3:2a gesteld nadere regels.

Artikel II Toelichting

  • A.

    ” Artikel 2:50a” bij de toelichting bij dat artikel wordt vervangen voor “artikel 2:50b: .

  • B.

    Voor (het nieuwe) artikel 2:50a wordt de volgende toelichting toegevoegd.

     

    Artikel 2:50a

     

    Algemeen

     

    Het wapenbezit in het algemeen en gebruik van steekwapens in het bijzonder is fors toegenomen. Het doel van het artikel is bescherming te bieden tegen mogelijke aantasting van de openbare orde en veiligheid door het bij zich hebben (dragen) van messen en andere voorwerpen die als steekwapen kunnen worden gebruikt te verbieden. Het artikel is een aanvulling op de Wet wapens en munitie (Wwm) en verbiedt het bij zich hebben van andere dan in de Wwm aangeduide messen of van voorwerpen die als steekwapen kunnen worden gebruikt, maar waarbij nog geen sprake is van een situatie waarin, gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder deze voorwerpen worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zijn bestemd om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen. Hierdoor kan aantasting van de openbare orde preventief worden voorkomen en wordt de veiligheid bevorderd.

     

    De Wwm verbiedt het dragen (= bij zich hebben) van wapens, waaronder nader aangeduide messen of voorwerpen die als wapen kunnen dienen als wel sprake is van bovengenoemde situatie. Voor de toepassing van de Wwm bepaalt de context dus of een voorwerp een wapen is of niet.

     

    Uit het arrest van de Hoge Raad van 15 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1993, volgt dat het in het belang van de openbare orde en veiligheid mogelijk is om een bepaling in de APV op te nemen die ziet op een ‘messenverbod’. Deze bepaling mag niet zien op wapens of voorwerpen die zijn genoemd in artikel 2 van de Wet wapens en munitie (Wwm).

     

    Eerste lid

    Op grond van dit lid kan het college openbare plaatsen of daaraan grenzende voor publiek toegankelijke gebouwen of daarbij behorende erven aanwijzen waar het bij zich hebben van messen en andere voorwerpen die als steekwapen kunnen worden gebruikt verboden is.

     

    Tweede lid

    Dit lid waarborgt dat messen en voorwerpen die zijn ingepakt, bijvoorbeeld omdat deze in een winkel zijn aangeschaft en nog in de verpakking zitten, niet onder het verbod vallen. Het doel van het artikel is bescherming te bieden tegen mogelijke aantasting van de openbare orde en veiligheid, maar aanschaf van bijvoorbeeld een keukenmes moet mogelijk blijven. Het moet dan wel zodanig zijn verpakt dat het niet onmiddellijk kan worden aangewend.

     

    Derde lid

    Dit lid regelt de voorrang van de Wwm. Het verbod geldt niet voor het dragen van messen of voorwerpen die als steekwapen gebruikt kunnen worden, dat onder het bereik van artikel 2 van de Wwm valt.

Artikel IV  

  • 1.

    Dit besluit treedt op de dag na bekendmaking in werking.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 april 2024.

raadsgriffier

Drs. S.J. Ruta

Burgemeester

drs. H.M.F. Bruls

Naar boven