Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Sluis 2021

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis, overwegende nadere regels te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Sluis;

 

gelet op de artikelen 4, lid 1, 11, 14, 16, 17, lid 1, 18, 22, lid 3, 26, lid 1 en 30, lid 5 van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Sluis 2021;

 

besluit vast te stellen de volgende:

 

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Sluis 2021

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    grafkelder: een kunststof, betonnen of gemetselde constructie die in de grond is geplaatst en waarin één of meerdere overledenen kunnen worden begraven of asbussen worden bijgezet; keldergraven kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • b.

    graf: een graf of grafkelder waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het begraven en begraven houden van één overledene;

    • 2.

      het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het verstrooien van as;

  • c.

    kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het begraven en begraven houden of het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn van overleden kinderen beneden de 3 jaar en van 3 tot 12 jaar en van levenloos geborenen;

  • d.

    urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het verstrooien van as;

  • e.

    algemene urnennis: een nis in een columbarium of muur bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    grafafmeting: de afmeting die nodig is om een overledene ter aarde te stellen en waarover de grafrechten worden bepaald.

  • g.

    grafbedekking: gedenktekens en grafbeplanting op het graf of urnennis zijn geplaatst;

  • h.

    grafbeplanting: beplanting welke door de rechthebbende of gebruiker binnen de vastgestelde afmetingen van het type graf op het graf is aangebracht;

  • i.

    gedenkteken: een grafsteen, liggende of staande zerk, sierurn, sluitplaat of ander monument welke door de rechthebbende of gebruiker binnen de vastgestelde afmetingen van het type graf op het graf is aangebracht;

  • j.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een graf, een kindergraf, een urnengraf of een grafkelder, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • k.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een bestaand algemeen graf of een urnennis is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • l.

    eigenaar: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die met toestemming van de rechthebbende of gebruiker de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;

  • m.

    grafrecht:

    • 1.

      het gebruiksrecht van een ruimte in een bestaand algemeen graf of een algemene urnennis.

    • 2.

      het uitsluitend recht op een graf, kindergraf, urnengraf of grafkelder,

  • n.

    belanghebbende: een verzamelnaam voor alle contactpersonen met een belang bij een graf, een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechthebbende;

  • o.

    aanvrager: de persoon of rechtspersoon die -al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer- opdracht geeft voor een begrafenis, bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing en hiervoor de belastingplichtige is. Tevens de persoon of rechtspersoon die de uitgifte van een graf, grafkelder, urnengraf, urnennis, of gedenkplaats verzoekt en hiervoor de belastingplichtige is

Artikel 2. Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor iedereen dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

  • 2.

    Voor werkzaamheden aan graven zijn de begraafplaatsen geopend op werkdagen van 8.00 uur tot 16.00 uur.

Artikel 3. Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

    • 1.

      op werkdagen van 9.00 uur tot 16.00 uur;

    • 2.

      op zaterdag van 09.00 tot 12.00 uur.

  • 2.

    De tijd van het begraven en het bezorgen van as buiten gangbare uren is tegen betaling van een toeslag mogelijk op werkdagen vanaf 16.00 uur tot een uur voor zonsondergang en op zaterdag van 12.00 tot 16.00 uur.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere gevallen van de genoemde tijden in het eerste en tweede lid van dit artikel afwijken.

Artikel 4. Aantal overledenen in graven en asvoorzieningen

  • 1.

    Per graf mag maximaal één overledene worden begraven en twee asbussen worden bijgeplaatst of verstrooit. De rechthebbende bepaalt wie wordt begraven en bijgezet.

  • 2.

    Per grafkelder mogen maximaal twee overledenen of twee asbussen worden bijgezet. De rechthebbende bepaalt wie wordt begraven en bijgezet.

  • 3.

    Per urnengraf mogen maximaal twee asbussen worden bijgezet. De rechthebbende bepaalt wie wordt bijgezet.

  • 4.

    Per algemene urnennis mogen maximaal twee asbussen worden bijgezet, tenzij anders is bepaald.

Artikel 5. Afmetingen van de graven

De maximale afmetingen voor een graf en urnennis zijn:

  • a.

    voor een graf (l x b) 225 x 100 cm maximaal;

  • b.

    voor een kindergraf (kinderen jonger dan 3 jaar) (l x b) 100 x 60 cm;

  • c.

    voor een kindergraf (kinderen van 3 tot 12 jaar) (l x b) 175 x 80 cm;

  • d.

    voor een nis in een urnenmuur of columbarium is dit afhankelijk van het type voorziening.

Artikel 6. Reserveringen

  • 1.

    Het reserveren van een graf kan voor een periode van tien, twintig of dertig jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat. Graven worden op volgorde van grafnummer gereserveerd.

  • 2.

    Het reserveren van een urnengraf kan voor een periode van tien, twintig of dertig jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 3.

    Het reserveren van een grafkelder kan voor een periode van tien, twintig of dertig jaar, waarbij het grafrecht onmiddellijk ingaat.

  • 4.

    De beheerder beoordeelt of reservering mogelijk is.

Artikel 7. Termijnen graven en algemene urnennissen

  • 1.

    Graven worden uitgegeven voor een termijn van tien, twintig of dertig jaar, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat.

  • 2.

    Urnengraven worden uitgegeven voor een termijn van tien, twintig of dertig jaar voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat.

  • 3.

    Grafkelders worden uitgegeven voor een termijn van tien, twintig of dertig jaar voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat.

  • 4.

    Kindergraven worden uitgegeven voor een termijn dertig jaar voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat.

  • 5.

    Het in het eerste, tweede en derde lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een termijn van vijf of tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Als het grafrecht niet voor het einde van de termijn van het graf is voldaan vervalt het particuliere recht na het einde van die termijn terug aan de gemeente.

  • 6.

    Het gebruik van algemene urnennissen wordt verleend voor een termijn van tien, twintig of dertig jaar.

  • 7.

    De in het zesde lid van dit artikel bedoelde gebruikstermijn wordt op aanvraag van de gebruiker verlengd met een termijn van vijf of tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Als het grafrecht niet voor het einde van de termijn van het graf is voldaan vervalt het gebruiksrecht na het einde van die termijn terug aan de gemeente.

    • a.

      De gebruikstermijn van een bestaand algemeen graf wordt op aanvraag van de gebruiker verlengd met een termijn van vijf of tien jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Als het grafrecht niet voor het einde van de termijn van het graf is voldaan vervalt het gebruiksrecht na het einde van die termijn terug aan de gemeente.

    • b.

      Als men de gebruiksrechten van een bestaand algemeen graf verlengd, wordt de verlenging als verlenging van een graf opgenomen. Hierdoor wordt het bestaand algemeen graf omgezet naar een graf.

  • 8.

    De beheerder beoordeelt of een nieuwe gebruikstermijn in dezelfde nis mogelijk is.

Artikel 8. Grafkelder

  • 1.

    De voorwaarden waaraan nieuwe grafkelders moeten voldoen zijn:

    • a.

      de gebruikte materialen moeten duurzaam zijn;

    • b.

      de fundering en constructie moeten veilig zijn;

    • c.

      de grafkelder is beheer-technisch en esthetisch aanvaardbaar;

    • d.

      de vergunningaanvraag voldoet aan het bestemmingsplan en overige wetten.

  • 2.

    De voorwaarden waaraan bijzetten in oude (particuliere) grafkelders moeten voldoen zijn:

    • a.

      het is beheer-technisch mogelijk, o.a. gezien de kistafmetingen;

    • b.

      de grafkelder is waterdicht;

    • c.

      de werkzaamheden zijn veilig uit te voeren.

  • 3.

    Een vergunning voor een reeds bestaande grafkelder kan worden gewijzigd of ingetrokken indien:

    • a.

      de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende is;

    • b.

      de fundering en constructie onvoldoende veilig zijn;

    • c.

      ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • d.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen;

    • e.

      van de vergunning geen gebruik gemaakt wordt binnen de daarin gestelde termijn;

    • f.

      de houder van de vergunning dit verzoekt;

    • g.

      het college om redenen van beheer technische aard dit wenselijk of noodzakelijk acht.

Artikel 9. Vergunning gedenkteken

  • 1.

    Het verzoek om vergunning tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een gedenkteken op een (urnen-)graf moet schriftelijk worden gedaan bij het college.

  • 2.

    Het verzoek dient te bevatten:

    • a.

      NAW-gegevens van de rechthebbende van het graf of gebruiker van het bestaande algemene graf;

    • b.

      indien er sprake is van een graf, urnengraf of grafkelder, de naam en het adres van de aanvrager indien deze een ander is dan de rechthebbende of gebruiker en tevens de toestemming van de betreffende rechthebbende om eigenaar van het gedenkteken te zijn;

    • c.

      het nummer van het graf;

    • d.

      naam en adres van degene die de te verrichten werkzaamheden op de begraafplaats uitvoert;

    • e.

      een werktekening (in tweevoud), schaal 1:10, waarin aangegeven:

      • .

        een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen

      • .

        de soort en kleur van het materiaal van het gedenkteken en de bewerking ervan;

      • .

        de vermelding of de letters en/of tekens, ingehakt, opgehakt of van een ander materiaal zijn;

      • .

        de woordindeling van het opschrift en de plaats van de figuratie(s);

      • .

        de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

      • .

        de soort winterharde beplanting indien het een levende grafbedekking betreft.

  • 3.

    De beslissing op de aanvraag wordt door het college schriftelijk meegedeeld.

Artikel 10. Voorwaarden gedenkteken

  • 1.

    Het plaatsen van het gedenkteken geschiedt niet eerder dan na verloop van 8 maanden nadat in het graf werd begraven of een asbus werd bijgezet. Deze wachttijd geldt eveneens na bijzetting van de laatste persoon in een dubbel graf. Deze wachttijd geldt niet bij het begraven of bijzetten in een grafkelder.

  • 2.

    Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame (recyclebare) kunststoffen, verduurzaamde houtsoorten, met een minimale dikte van 6 cm. Voor glas geldt een minimale dikte van 19 mm.

  • 3.

    De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen de grafafmeting niet overschrijden.

  • 4.

    Voor het plaatsen van het gedenkteken gelden de volgende maximale afmetingen, gemeten in centimeters vanaf het maaiveld:

    • a.

      enkel graf: liggend gedenkteken (l x b) maximaal 180 x 80 centimeter en/ of staand gedenkteken (b x h) maximaal 80 x 120 centimeter;

    • b.

      dubbel graf: liggend gedenkteken (l x b) maximaal 180 x 150 centimeter en/ of staand gedenkteken (b x h) maximaal 150 x 120 centimeter;

    • c.

      kindergraf: liggend gedenkteken (l x b) maximaal 160 x 60 centimeter en/ of staand gedenkteken (b x h) maximaal 60 x 100 centimeter;

    • d.

      de afmetingen van de voorzetplaten van urnennissen en urnenmuur zijn afhankelijk van het type nis en mogen de afmetingen van de nis ruimte niet overschrijden;

  • 5.

    Het in het vierde lid onder a, b en c genoemde gedenkteken moet vast aan elkaar of aan een fundament zijn verbonden.

  • 6.

    Bodembedekking of strooibedekking, zoals grind, schelpen of houtsnippers is alleen toegestaan binnen een deugdelijke omranding van minimaal 10 cm hoogte boven het maaiveld en indien voorzien van een bodemplaat of worteldoek.

  • 7.

    Indien een urn blijvend zichtbaar wordt geplaatst op een graf dient deze zodanig te worden bevestigd dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen

  • 8.

    In specifieke situaties kan het college afwijken van de in lid 3 genoemde afmetingen. Een vergunningaanvraag daartoe wordt beoordeeld op inpasbaarheid binnen het betreffende begraafvak.

  • 9.

    De namen van leveranciers, ontwerpers of uitvoerders van gedenktekens mogen niet op het gedenkteken worden aangebracht.

Artikel 11. Plaatsen en onderhoud gedenkteken door rechthebbende/gebruiker

  • 1.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de gedenkteken gebeurt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2.

    De rechthebbende of gebruiker is verplicht het gedenkteken behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud wordt verstaan het schoonmaken van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen op de grafbedekking, het rechtzetten van verzakkingenvan het gedenkteken en het uitvoeren van overige herstellingen van het gedenkteken.

  • 3.

    Voor het schoonmaken van gedenkteken zijn alleen ecologisch afbreekbare middelen toegestaan.

  • 4.

    Het afval dat vrijkomt bij het onderhoud (groenafval en verpakkingsmaterialen) dient door eenieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

Artikel 12. Grafbeplanting

  • 1.

    De beplanting op een graf moet binnen de afmeting van het graf blijven en mag niet hoger worden dan de maximaal toegestane hoogte van 120 centimeter. De rechthebbende of gebruiker van het graf is zelf verantwoordelijk voor het tijdig snoeien van planten die in verwaarloosde staat verkeren of dood zijn.

  • 2.

    Beplantingen die buiten bovengenoemde ruimte groeien, worden van gemeentewege een half jaar na aanschrijving per brief op kosten van de rechthebbende of gebruiker gesnoeid.

  • 3.

    Beplanting die buiten bovengenoemde ruimte zijn geplant, worden van gemeentewege een half jaar na aanschrijving per brief op kosten van de rechthebbende of gebruiker verwijderd.

  • 4.

    Gewassen die dood zijn worden een half jaar na aanschrijving van gemeentewege op kosten van de rechthebbende of gebruiker verwijderd.

  • 5.

    Indien het adres van de rechthebbende of gebruiker genoemd in lid 1 t/m 4 niet bekend is in de administratie wordt het graf voor een half jaar voorzien van een markering met daarop aangegeven contact op te nemen met de beheerder. Indien er na dit half jaar geen contact met de rechthebbende en of gebruiker is geweest, worden de gewassen op kosten van de gemeente gesnoeid of verwijderd.

  • 6.

    Verboden zijn sterk woekerende planten, zoals klimop en bamboe en planten met stekels en doornen.

Artikel 13. Losse bloemen, planten en ornamenten

  • 1.

    Het plaatsen op graven van losse bloemen in beschikbaar gestelde vazen, eenjarige planten en planten in potten is toegestaan, mits geplaatst binnen de maximale afmetingen van de grafbedekking. Glazen vazen zijn vanuit veiligheidsoogpunt niet toegestaan.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker van het graf draagt zelf zorg voor regelmatig onderhoud en het verwijderen van verwelkte bloemen en planten die in verwaarloosde staat verkeren.

  • 3.

    Ornamenten, linten en dergelijke die na een teraardebestelling op het graf worden achtergelaten moeten binnen veertien dagen na de dag van de teraardebestelling door de rechthebbende of de gebruiker worden verwijderd. Indien niet aan de genoemde termijn voldaan wordt heeft de beheerder het recht om deze ongevraagd te verwijderen, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4.

    Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende zes weken na een begrafenis ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een bestaand algemeen graf betreft van de gebruiker, indien deze daartoe tevoren een verzoek heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 14. Plaatsen en vernieuwen grafbedekking.

De grafbedekking met toebehoren moet volgens aanwijzingen van de beheerder worden opgesteld. Alle sporen van afval, ontstaan door of ten gevolge van plaatsingswerkzaamheden, moeten worden opgeruimd.

Artikel 15. Crematie en herbegraven na ruiming

Transport van stoffelijke resten voor crematie of herbegraving elders buiten de begraafplaats dient bij voorkeur plaats te vinden door een erkende uitvaartonderneming of gespecialiseerd bedrijf.

Artikel 16. Intrekking oude regeling

De nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Sluis 2019 vastgesteld door het college op 20 november 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na de dag waarop ze bekend is gemaakt.

Artikel 18. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Sluis 2021”.

Aldus besloten door het college in zijn vergadering van 30 maart 2021.

De secretaris, ` De burgemeester,

S.I. de Kievit-Minnaert mr. M.M.D. Vermue

Naar boven