Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Alkmaar 2020

De raad van de gemeente Alkmaar;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 maart 2024

 

Gelet op

Het advies van de commissie Sociaal 4 april 2024

Het bepaalde in de Gemeentewet.

Het bepaalde in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

 

Overwegende dat

De WmoRaad Alkmaar op de voorgestelde wijzigingen een positief advies heeft uitgebracht.

 

Besluit vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Alkmaar 2020

Artikel I

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Alkmaar 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

  • a.

    Artikel 1, eerste lid onder f komt te luiden:

    • f.

      hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de cliënt zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de Basisregistratie Personen staat ingeschreven dan wel staan ingeschreven, dan wel het feitelijke woonadres indien de cliënt met een briefadres is ingeschreven;

  • b.

    In artikel 1, eerste lid worden de onderdelen l tot en met p toegevoegd, luidende:

    • l.

      client: persoon die gebruik maakt van een algemene voorziening of aan wie een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget is verstrekt of namens wie een melding is gedaan als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid van de wet;

    • m.

      pgb: persoonsgebonden budget als bedoelt in artikel 1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget waaruit betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken;

    • n.

      pgb-budgethouder: cliënt aan wie een pgb is toegekend;

    • o.

      pgb-vertegenwoordiger: een door de cliënt gemachtigde natuurlijke persoon die – in samenspraak met de cliënt - de aan het pgb verbonden taken, op zowel zorginhoudelijk als financieel-administratief gebied, op zich neemt;

    • p.

      pgb-plan: een door de cliënt opgesteld plan;

B.

  • a.

    Artikel 3.4, tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

      • a.

        Welke de te verstrekken maatwerkvoorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is;

      • b.

        wat de ingangsdatum, omvang en duur van de verstrekking is, in het geval van diensten, en

      • c.

        hoe en door wie de voorziening wordt verstrekt.

  • b.

    Artikel 3.4, derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

      • a.

        voor welk resultaat het pgb kan worden aangewend;

      • b.

        welke minimale kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;

      • c.

        wat de hoogte van het pgb budget is;

      • d.

        wat de aard, omvang en duur is van de verstrekking waarvoor het pgb budget is bedoeld, en

      • e.

        de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.

C.

Artikel 4.1, vijfde lid komt te luiden:

  • 5.

    Het college kan in de nadere regels aanvullende regels en voorwaarden stellen aan de pgb-vertegenwoordiger of pgb-budgethouder en bepalen welke eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen en met betrekking tot de deskundigheid van de professionals.

D.

Artikel 4.2. komt te luiden:

 

Artikel 4.2. Professioneel en sociaal netwerk tarief diensten

  • 1.

    Voor de berekeningswijze van het pgb bij diensten wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van zorg en ondersteuning en, voor zover van toepassing, in ieder geval in verband met de te bieden deskundigheid.

  • 2.

    Het tarief voor een pgb wordt per uur, per dagdeel of per etmaal bepaald op basis van de laagste beschikbare tarief per uur, per dagdeel of per etmaal, voor de betreffende vorm van gecontracteerde zorg in natura.

  • 3.

    Bij de vaststelling van de hoogte van het pgb wordt onderscheid gemaakt tussen:

    • a.

      Het tarief voor professionals, het formele tarief en

    • b.

      Het tarief voor de persoon uit het sociaal netwerk, het informele tarief.

  • 4.

    Een professional die op grond van een pgb zorg levert, moet voldoen aan alle onderstaande criteria om voor het formele tarief in aanmerking te komen;

    • a.

      De professional dient over een relevant diploma of getuigschrift te beschikken waarmee de vereiste deskundigheid met betrekking tot de betreffende resultaatgebieden kan worden aangetoond, en

    • b.

      Recente werkervaring te hebben waarvoor het in lid 1 genoemde diploma of getuigschrift vereist is.

  • 5.

    Het formele tarief voor een pgb voor diensten bedraagt:

    • a.

      75% van het betreffende tarief voor gecontracteerde zorg in natura, tenzij op basis van het door de pgb-houder ingediende pgb-plan, passende en toereikende ondersteuning voor een lager tarief kan worden ingekocht;

    • b.

      Een aangepast bedrag tot maximaal 100% van het laagste beschikbare tarief voor de voorziening in natura, indien de pgb-houder kan aantonen dat in zijn situatie het pgb-tarief van 75% niet toereikend is om effectief en kwalitatief goede ondersteuning in te kopen.

  • 6.

    In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid onder a, bedraagt het tarief voor Beschermd wonen 90% voor Begeleiding en 100% voor Toezicht van het betreffende tarief gecontracteerde zorg in natura, tenzij op basis van het door de pgb-houder ingediende pgb-plan, passende en toereikende ondersteuning voor een lager tarief kan worden ingekocht.

  • 7.

    Indien de cliënt met een indicatie beschermd wonen zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in een kleinschalige accommodatie, kan het college een toeslag wooncomponent verstrekken. Deze toeslag bedraagt maximaal € 4.000 per jaar.

  • 8.

    Als de zorgverlener niet aantoonbaar aan de criteria in lid 4 voldoet, wordt een laag pgb-tarief gehanteerd.

  • 9.

    Indien de ondersteuning geboden wordt door een bloed- of aanverwant in de 1e of 2e graad van de pgb-budgethouder, is er altijd sprake van het bieden van ondersteuning door het sociale netwerk en geldt het informele tarief. De persoon die deze ondersteuning verleent moet 18 jaar of ouder zijn.

  • 10.

    Bij inschakeling van een persoon uit het sociale netwerk door een pgb-budgethouder gelden de volgende vergoedingen:

    • a.

      bij huishoudelijke hulp: het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij ‘Hulp bij het huishouden’ van de voor de betreffende periode geldende CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (CAO VVT), te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren;

    • b.

      bij begeleiding en dagbesteding (ook bij Beschermd thuis): het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij FWG 30 van de voor de betreffende periode geldende CAO VVT, te vermeerderen met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren.

E.

Artikel 6.1. komt te luiden:

 

Artikel 6.1. Bijdrage in de kosten

  • 1.

    Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.

  • 2.

    De hoogte van de bijdrage wordt bepaald op de maxima die de wet en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 stellen voor de ongehuwde cliënten of de gehuwde cliënten tezamen, tot ten hoogste de kostprijs, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid van de wet, dan wel hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

  • 3.

    De kostprijs van een maatwerkvoorziening wordt bepaald door een aanbesteding, na consultatie in de markt of na overleg met de aanbieder en wordt mede bepaald door de wijze van beschikbaarstelling (huur, lease, bruikleen, eigendom) en de economische levensduur van die voorziening. De kostprijs van een pgb is gelijk aan de hoogte van het pgb.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid is geen bijdrage verschuldigd voor :

    • a.

      een rolstoel;

    • b.

      een cliënt die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, met uitzondering van een woningaanpassing zijnde een bouwkundige of woon-technische ingreep in of aan een woonruimte.

    • c.

      vervoer, behoudens het gestelde in het vijfde lid.

  • 5.

    In afwijking van artikel 2.1.4a lid 4 van de wet is een cliënt een eigen bijdrage verschuldigd in de kosten voor het gebruik van collectief vervoer. De bijdrage in de kosten van de maatwerkvoorziening collectief vervoer is het door de vervoerder te innen bedrag per rit.

  • 6.

    Een cliënt is een eigen bijdrage verschuldigd in de kosten Maatschappelijke opvang en Vrouwenopvang. Het college stelt nadere regels over de hoogte, afhankelijk van de leefsituatie.

  • 7.

    Voor Beschermd wonen wordt een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in rekening gebracht conform de bepalingen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

  • 8.

    De eigen bijdrage ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders en degene die anders dan als ouder het gezag uitoefent over een cliënt zoals vermeld in artikel 2.1.5 lid 1 onder a en b van de wet.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar bekendmaking.

De raad van Alkmaar, 18 april 2024

mw. drs. A.M.C.G. Schouten, burgemeester

mw. mr. V.H. Hornstra, griffier

Naar boven