Bekendmaking voornemen tot verkoop van onbebouwde grond

 

 

De gemeente Alblasserdam is voornemens, een perceel onbebouwde grond kadastraal bekend gemeente Alblasserdam sectie C, nummer 4534 (gedeeltelijk), te verkopen aan de eigenaar van het naastliggende perceel kadastraal bekend gemeente Alblasserdam sectie C, nummer 3232.

Het betreffende perceel grenst direct aan het eigen perceel van de beoogde koper, het perceel is voorts omsloten door waterpartijen waardoor deze uitsluitend kan worden bereikt via het eigendom van de beoogde koper. Daarnaast is de grond is reeds als grasland jaren gebruikt door koper (en diens rechtsvoorganger).

Gelet op het voorgaande is de gemeente van oordeel dat op grond van objectieve, redelijke en toetsbare criteria slechts de beoogde koper in aanmerking komt voor het aangaan van de koopovereenkomst voor bovengenoemd perceel onbebouwd grond.

De gemeente zal na 20 kalenderdagen na de datum van deze publicatie uitvoering geven aan haar voornemen. Als u daar vragen of opmerkingen over heeft, kunt u per mail contact opnemen via ld.vermaas-goedhart@alblasserdam.nl

Bezwaarclausule

Wilt u reageren over dit voornemen dan kunt u uw reactie binnen 20 dagen schriftelijk kenbaar maken aan het college van burgemeester en wethouders, Postbus 2, 2950 AA Alblasserdam of per mail aan ld.vermaas-goedhart@alblasserdam.nl. Uw reactie kan alleen in behandeling worden genomen als u de volgende gegevens vermeldt:

Uw naam en adres, een duidelijke omschrijving van de kennisgeving waarop u reageert (bijvoorbeeld een kopie van deze publicatie), de reden waarom u meent in aanmerking te komen voor verhuur, het telefoonnummer waarop u overdag bereikbaar bent, de datum en uw handtekening.

Bij gebreke van een tijdig en gemotiveerd bericht vervalt het recht tegen al het voornoemde in rechte op te komen en/of daarop enige vordering tot schadevergoeding of welke andere aanspraak dan ook te baseren, althans heeft u uw rechten daarop verwerkt. Met deze publicatie geeft de gemeente uitvoering aan het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778).

Naar boven