Subsidieregeling Leefbaarheidsfonds Maastricht 2024-2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht;

 

  • -

    overwegende dat het gemeentebestuur de leefbaarheid in de wijken Pottenberg, Mariaberg, Caberg/Malpertuis, Daalhof, De Heeg, Nazareth/Limmel alsmede in de LWA-gebieden Noordoost, Noordwest, Zuidoost en Centrum/Zuidwest in Maastricht wil bevorderen en de betrokkenheid en het eigenaarschap onder bewoners bij hun buurt wil vergroten door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;

  • -

    gelet op de Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht;

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Leefbaarheidsfonds Maastricht 2024-2025:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    AOWW: Ambtelijk Overleg Wonen en Wijken (werknemers van corporaties, huurdersbelangenverenigingen en gemeente);

  • -

    ASV: Algemene subsidieverordening 2020 Maastricht;

  • -

    BOWW: Bestuurlijk Overleg Wonen en Wijken (bestuurders van corporaties, huurdersbelangenverenigingen en gemeente);

  • -

    College: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Maastricht;

  • -

    Eigenaarschap: Iemand die verantwoordelijkheid voelt en neemt, in het geval van een project of initiatief betekent dit dat iemand het project of initiatief helpt te realiseren en zich verantwoordelijk voelt om het behaalde resultaat in stand te houden.

  • -

    Gebied LWA: gebied waarbinnen een gebiedsteam in het kader van de Leefbare Wijkenaanpak actief is.

  • -

    Gebiedsteam LWA Centrum/Zuidwest: team werkzaam binnen de wijken Sint-Pieter, Wolder, Campagne, Biesland, Jekerdal, Villapark, Jekerkwartier, Kommelkwartier, Wyck, Binnenstad, Statenkwartier, Sint Maartenspoort en Boschstraatkwartier.

  • -

    Gebiedsteam LWA Noordoost: team werkzaam binnen de wijken Heugemerveld, Wyckerpoort, Scharn, Wittevrouwenveld, Amby, Nazareth, Limmel, Beatrixhaven, Borgharen, Meerssenhoven en Itteren.

  • -

    Gebiedsteam LWA Noordwest: team werkzaam binnen de wijken Daalhof, Mariaberg, Belfort, Dousberg-Hazendans, Pottenberg, Brusselsepoort, Frontenkwartier, Caberg, Malpertuis, Malberg, Oud-Caberg, Bosscherveld, Boschpoort, Belvédère en Lanakerveld.

  • -

    Gebiedsteam LWA Zuidoost: team werkzaam binnen de wijken Heugem, Randwyck, De Heeg, Vroendaal en Heer.

  • -

    Herstructureringsplannen: sloop, nieuwbouw en renovatieplannen van buurten, meestal uitgevoerd in samenwerking met bewoners, woningcorporaties, gemeente en ontwikkelaars.

  • -

    Huurdersbelangenvereniging: vereniging of stichting, die als doelstelling heeft het behartigen van de belangen van huurders en:

    • -

      van welke het bestuur wordt gekozen of aangewezen door en uit de huurders die zij vertegenwoordigt; en

    • -

      die de huurders op de hoogte houdt van haar activiteiten en hen betrekt bij haar standpuntbepaling; en

    • -

      die ten minste eenmaal per jaar een vergadering uitschrijft voor de huurders, waarin zij verantwoording aflegt van haar activiteiten in het verstreken jaar, haar plannen voor het eerstvolgende jaar bespreekt en deze vaststelt; en

    • -

      die alle huurders van de woongelegenheden of wooncomplexen, waarvoor zij de belangen behartigt, in de gelegenheid stelt om zich bij haar aan te sluiten.

  • -

    Leefbaarheidsfonds: Fonds, bestaande uit geldmiddelen, dat is opgezet aan de hand van het Convenant 2000-2010 tussen gemeente en woningcorporaties om de leefbaarheid in buurten waar de corporaties gaan herstructureren te verbeteren.

  • -

    LWA: Leefbare Wijken Aanpak. Een samenwerking tussen Politie, Trajekt, Servatius, Woonpunt, Maasvallei en Gemeente Maastricht op het gebied van leefbaarheid en veiligheid

  • -

    Gebiedsteam LWA: De gebiedsteams bestaan uit politie, woningcorporaties, handhaving, Stichting Trajekt en gemeente Maastricht. De samenwerking met de bewoners gaat vooral via de bestaande netwerken in de wijken: Bewonerskrachten, Buurtnetwerken, bewonersgroepen, individuele bewoners en maatschappelijke initiatieven. Het gemeenschappelijke doel zijn leefbare, veilige en schone wijken in een inclusieve stad.

  • -

    Prestatieafspraken: Gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties maken op gelijkwaardige basis afspraken over de volkshuisvestelijke opgave in hun gebied. Deze afspraken leggen zij vast in zogenoemde prestatieafspraken.

  • -

    Overlegstructuur: Een speciaal opgericht overleg (in een buurt of gebied LWA) waarin zowel de bewoners, woningcorporaties als de gemeente – samen met andere betrokken partijen uit de buurt - zijn vertegenwoordigd en waar de projecten van het Leefbaarheidsfonds worden besproken. Eerste aanspreekpunt is de stadsdeelregisseur van de gemeente.

  • -

    Professionele instellingen: Organisaties die bezoldigde medewerkers in dienst hebben en die (deels) gefinancierd worden door de gemeente of door de corporaties om taken in het algemeen belang te verrichten in de buurt.

  • -

    Werkgroep Sociaal: De werkgroep is per buurt actief en is samengesteld uit de Gemeente, Woningcorporatie Maasvallei, Servatius en Woonpunt en het buurtnetwerk. De bedoelde buurten zijn Pottenberg, Mariaberg, Caberg/Malpertuis, Daalhof, De Heeg en Nazareth/Limmel. Bij dit overleg worden bewonersinitiatieven besproken.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan:

    • a.

      het bevorderen van de sociale infrastructuur; of

    • b.

      het bevorderen van de gezondheid; of

    • c.

      het vergroten van de betrokkenheid en eigenaarschap onder bewoners bij hun buurt; of

    • d.

      het vergroten van het draagvlak voor de buurtaanpak of aanpak van het gebied LWA; of

    • e.

      het bevorderen van de veiligheid en veiligheidsbeleving; of

    • f.

      de verbetering van de kwaliteit van de woonomgeving; of

    • g.

      het stimuleren van ontmoeting in de buurt of het gebied LWA; of

    • h.

      het verbeteren van het imago van de buurt.

    Initiatieven met een politieke en/of religieuze doelstelling vallen buiten de regeling.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die plaatsvinden in en ten goede komen aan de buurten Pottenberg, Mariaberg, Caberg/Malpertuis, Daalhof, De Heeg, Nazareth/Limmel en in de gebieden LWA Noordoost, Noordwest, Zuidoost en Centrum/Zuidwest in Maastricht.

  • 3.

    De activiteiten dienen binnen zes maanden na de dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking te zijn gestart en binnen twee jaar na de dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking te zijn afgerond.

  • 4.

    In de verleningsbeschikking kan van het derde lid worden afgeweken indien de aard van de activiteit hiervoor aanleiding geeft.

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een stichting of vereniging waarvan de activiteiten door vrijwilligers worden uitgevoerd, eventueel ondersteund door een professional als bedoeld in artikel 8 lid 1 en 2.

Artikel 5. Subsidieplafond per datum 1 januari 2024

  • 1.

    Voor subsidiabele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 bedraagt het subsidieplafond in totaal per buurt of gebied LWA:

      • -

        Buurt Pottenberg

      € 344.910,71

      • -

        Buurt Mariaberg

      € 213.517,62

      • -

        Buurt Caberg/Malpertuis

      € 133.267,06

      • -

        Buurt Daalhof

      € 50.000,00

      • -

        Buurt De Heeg

      € 25.293,63

      • -

        Buurt Nazareth/Limmel

      € 49.500,80

    •  

      • -

        LWA-gebied Noordoost

      € 44.338,35

      • -

        LWA-gebied Noordwest

      € 35.338,35

      • -

        LWA-gebied Zuidoost

      € 42.988,35

      • -

        LWA-gebied Centrum/Zuidwest

      € 44.338,35

  • 2.

    Het jaarlijks resterend gemeentelijk subsidieplafond wordt overgeheveld naar het volgende jaar, inclusief eventueel teruggevorderde bedragen naar aanleiding van de definitieve vaststellingen.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen:

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van activiteiten als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    Onder de redelijk gemaakte kosten zoals in lid 1 van dit artikel vallen de kosten van maximaal 1 beroepskracht (max 40 uur per week).

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten van:

    • a.

      interne loonkosten;

    • b.

      vergoedingen voor vrijwilligers;

    • c.

      kosten die door de subsidieaanvrager zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;

    • d.

      kosten die reeds gesubsidieerd of gefinancierd worden vanuit een andere subsidie- of inkooprelatie;

    • e.

      kosten waarop een andere gemeentelijke subsidieregeling reeds ziet;

    • f.

      kosten voor activiteiten die uit eigen middelen worden verricht en gefinancierd.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt maximaal 100% van de gemaakte kosten minus 100% van de inkomsten tot het maximum van het op dat moment beschikbare subsidieplafond in de betreffende buurt/het betreffende gebied LWA.

  • 2.

    Het subsidieplafond per buurt wordt eerst aangesproken alvorens het subsidieplafond per gebied LWA wordt aangesproken.

Artikel 8. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

  • 1.

    Het uurtarief van een beroepskracht zoals bedoeld in artikel 6.2.1 bedraagt in beginsel maximaal € 100,-.

  • 2.

    Indien het uurtarief meer bedraagt dan € 100,- dan wordt dit voorgelegd aan het BOWW.

Artikel 9. Wijze van verdeling

  • 1.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 3.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 10. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een subsidie dient:

    • a.

      inzichtelijk te maken hoe het project of de activiteit wordt uitgevoerd;

    • b.

      inzichtelijk te maken wat de looptijd is van het project binnen het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • c.

      inzichtelijk te maken hoe de leefbaarheid wordt bevorderd;

    • d.

      inzichtelijk te maken hoe de betrokkenheid en het eigenaarschap onder bewoners bij hun buurt vergroot wordt;

    • e.

      inzichtelijk te maken hoe het project of de activiteit bijdraagt aan een of meerdere van de beoogde doelstellingen;

    • f.

      een overzicht te geven van de aan het project of de activiteit verbonden begrote inkomsten en uitgaven (begroting);

    • g.

      het draagvlak in de buurt voor het project of initiatief inzichtelijk te maken.

  • 2.

    Een rechtspersoon die voor de eerste keer subsidie aanvraagt, legt tevens over: een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar.

Artikel 11. Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie van minder dan € 25.000,- wordt minimaal 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag om een subsidie van meer dan € 25.000,- wordt minimaal 16 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd ingediend.

Artikel 12. Beslistermijn

  • 1.

    Bij een aanvraag van minder dan € 25.000,- beslist het college, op basis van het advies van Werkgroep Sociaal of de in het gebied aanwezige gebiedsteam LWA, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Bij een aanvraag van meer dan € 25.000,- of bij een uurtarief van een beroepskracht van meer dan € 100,-, beslist het college, op basis van het advies van het BOWW, in afwijking van artikel 8, tweede lid, van de ASV, binnen 16 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

Artikel 13. Wijze van beoordeling en verstrekking

  • 1.

    Bij aanvragen van minder dan € 25.000,- wordt door Werkgroep Sociaal of in het gebied werkzame gebiedsteam LWA-advies gegeven aan de gemeente.

  • 2.

    Bij aanvragen van meer dan € 25.000,- of bij een uurtarief van een beroepskracht van meer dan €100,- wordt het advies van het AOWW voorgelegd aan het BOWW. Het BOWW geeft vervolgens advies aan de gemeente.

  • 3.

    Advisering door het BOWW vindt plaats aan de hand van de volgende weging: Gemeente Maastricht 50%, Servatius 20%, Woonpunt 20% en Maasvallei 10%.

  • 4.

    Als er geen meerderheid wordt behaald dan krijgen de huurdersbelangenverenigingen een beslissende stem.

  • 5.

    Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 6.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 7.

    Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 14. Aanvullende weigeringsgronden

  • 1.

    Overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onder f, van de ASV, kan subsidieverlening worden geweigerd als:

    • a.

      er onvoldoende draagvlak is voor de activiteit binnen de wijk of het gebied waar de activiteit plaatsvindt;

    • b.

      een activiteit of een programma van activiteiten van de aanvrager niet gericht zal zijn op de gemeente Maastricht of niet aanwijsbaar ten goede komt aan ingezetenen van de gemeente;

    • c.

      gegronde reden bestaat om aan te nemen dat het initiatief tot onevenredige overlast leidt voor bewoners binnen de wijk of het gebied waar de activiteit plaatsvindt;

    • d.

      de activiteit naar het oordeel van het college een commercieel doel dient;

    • e.

      de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;

    • f.

      de activiteit betrekking heeft op reguliere activiteiten van de gemeente, de woningcorporaties en professionele instellingen;

    • g.

      de middelen niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor het subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • h.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit of zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • i.

      een activiteit of een programma van activiteiten een jubileum of een feest betreft van aanvrager zelf dan wel een andere vergelijkbare aard heeft;

    • j.

      een activiteit of een programma van activiteiten een politiek en/of religieus karakter heeft;

    • k.

      voor de activiteit of programma van activiteiten reeds subsidie is verleend door het college;

    • l.

      de activiteit in strijd is met de meerjarige prestatieafspraken 2022-2026 tussen de gemeente en de woningcorporaties.

Artikel 15. Verplichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen in de verleningsbeschikking specifieke verplichtingen opleggen.

Artikel 16. Wijze van verstrekking en verantwoording van subsidies tot en met € 5.000,-

Subsidies tot en met € 5.000,- worden door burgemeester en wethouders direct verleend en vastgesteld.

Artikel 17. Verantwoording subsidies van meer dan € 5.000,- en ten hoogste € 75.000,-

  • 1.

    Bij subsidies van meer dan € 5.000,- en ten hoogste € 75.000,- dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een jaarrekening of een financieel verslag bestaande uit een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten.

Artikel 18. Verantwoording subsidies van meer dan € 75.000,-

  • 1.

    Bij subsidies van meer dan € 75.000,- dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk registeraccountant.

Artikel 19. Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten.

  • 2.

    Het vastgestelde bedrag kan niet hoger zijn dan het verleende bedrag.

Artikel 20. Bevoorschotting

  • 1.

    In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste € 5.000,- wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.

  • 2.

    In geval van verlening van een subsidie van meer dan € 5.000,- wordt een voorschot verleend van 90%.

  • 3.

    In geval van verlening van een subsidie van meer dan € 25.000,- met een looptijd van de activiteit van meer dan 1 jaar kan bij verleningsbeschikking worden afgeweken van lid 2.

  • 4.

    Een voorschot wordt binnen zes weken na verzenddatum van de verleningsbeschikking overgemaakt op de rekening van de subsidieontvanger.

Artikel 21. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de wettelijke bekendmaking.

  • 2.

    Deze subsidieregeling vervalt op 1 januari 2026.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Leefbaarheidsfonds Maastricht 2024-2025.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Maastricht d.d. 16 april 2024.

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

J.M. Penn-te Strake

Naar boven