Nadere regel subsidie Slavernijverleden zichtbaar maken 2024 gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

  • gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;

  • gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Utrecht;

Overwegende dat:

  • Het Onderzoek ‘Slavernij en de stad Utrecht’ heeft uitgewezen dat de stad Utrecht in het verleden nauw betrokken is geweest bij het Nederlands Slavernijverleden;

  • Het college van Burgemeester en Wethouder op 23 februari 2022 excuses heeft gemaakt voor deze betrokkenheid van eerdere stadsbesturen;

  • Veel mensen in Utrecht nog weinig kennis en bewustzijn hebben over de onderbelichte kant van het slavernijverleden en/of de doorwerking hiervan;

  • De gemeente Utrecht vindt dat het van groot belang is dat deze kennis breed in de samenleving vergroot en versterkt wordt;

  • De gemeente Utrecht van mening is dat er een meerstemmig en completer beeld gecreëerd moet worden van het slavernijverleden en de doorwerking hiervan;

    Besluiten vast te stellen de volgende Nadere regel subsidie slavernijverleden zichtbaar maken 2024 gemeente Utrecht.

Artikel 1 Definities

  • 1.

    Deze nadere regel verstaat onder:

    • a.

      Nederlands Slavernijverleden: periode van de 17e eeuw tot 1873 waarin de Nederlandse overheid het tot slaaf maken van mensen, de handel in en het bezit van tot slaafgemaakte mensen toestond en mogelijk maakte én de periode waarin de slavernij werd afgeschaft in de Nederlandse koloniën;

    • b.

      Onderbelichte Geschiedenis: velen in Nederland leren over het Nederlands Slavernijverleden als “de gouden eeuw”, een periode van enorme rijkdom, invloed en zeehelden. Echter, het was ook een tijd van onderdrukking, uitbuiting, geweld, kolonialisme en slavernij. Het is deze kant van de geschiedenis die onderbelicht is gebleven.

Artikel 2 Doel

Deze nadere regel heeft twee doelen;

  • 1.

    de kennis over de onderbelichte kant van het slavernijverleden te vergroten;

  • 2.

    de bewustwording over de doorwerking hiervan in de gemeente Utrecht te versterken.

Artikel 3 Eisen aan de subsidieaanvrager

De subsidie kan worden aangevraagd door:

  • a.

    Een natuurlijke persoon

  • b.

    Rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

In het kader van de Nadere regel subsidie Slavernijverleden zichtbaar maken gemeente Utrecht 2024 subsidiëren burgemeester en wethouders activiteiten die bijdragen aan één of beide doelen zoals genoemd in artikel 2 van deze regeling.

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

  • Voor de subsidieaanvraag gelden de volgende eisen:

  • 1.

    De aanvraag van de subsidie wordt met digid of e-herkenning via www.utrecht.nl/slavernijverledenlatenzien ingediend.

  • 2.

    Een rechtspersoon of een natuurlijke persoon met een onderneming die in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is ingeschreven dient de aanvraag in met e-Herkenning. Een natuurlijke persoon dient de aanvraag in met DigID.

  • 3.

    De subsidie wordt aangevraagd voorafgaand aan de start van de activiteit.

  • 4.

    De aanvraag bestaat uit een aanvraagformulier en een activiteitenplan van maximaal vier A4 waarin het volgende staat:

    • a.

      Beschrijving van de activiteit;

    • b.

      Toelichting hoe de activiteit bijdraagt aan één of beide doelen genoemd in artikel 2;

    • c.

      Beschrijving van het verwachte bereik (het aantal personen en welke doelgroep(en));

    • d.

      Beschrijving van de manier waarop mensen bereikt worden om deel te nemen aan de activiteit;

    • e.

      Beschrijving van de kennis van en affiniteit met het thema slavernijverleden van de aanvrager;

    • f.

      Beschrijving van de kennis van en ervaring met Utrechtse context van de aanvrager;

    • g.

      Overzicht en beschrijving van de samenwerking met Utrechtse partners;

    • h.

      Beschrijving van de aanvrager (organisatie of natuurlijk persoon);

    • i.

      Toelichting hoe de activiteit/kennis duurzaam beschikbaar wordt gemaakt, nadat de activiteit heeft plaatsgevonden. Bijvoorbeeld door verwerking in lesmateriaal of het online zetten van de informatie;

    • j.

      Planning van de activiteiten.

  • 5.

    De aanvraag bevat een duidelijke en sluitende begroting. Er wordt geen vergoeding gegeven voor de volgende kosten:

    • a.

      Reiskosten buiten Nederland

    • b.

      Verblijfkosten binnen en buiten Nederland

    • c.

      Er wordt enkel een vergoeding gegeven voor catering indien dit in verhouding is met de totale kosten van de activiteit

  • 6.

    Als de aanvrager een rechtspersoon of een natuurlijke persoon met een onderneming die in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is en in de voorgaande drie jaar geen subsidie bij burgemeester en wethouders heeft aangevraagd of als de onderstaande gegevens zijn gewijzigd, levert de aanvrager bij de aanvraag ook de volgende gegevens aan:

    • a.

      Kopie bankafschrift waarop in ieder geval het rekeningnummer en de naam van de aanvrager duidelijk zichtbaar zijn;

    • b.

      Een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c.

      De statuten, als de aanvrager een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is.

Artikel 7 Indieningstermijn subsidieaanvraag

  • 1.

    Aanvragen kunnen tot uiterlijk 1 september 2024 worden ingediend of tot het moment dat het subsidieplafon bereikt is. De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen in behandeling genomen.

Artikel 8 Maximaal subsidiebedrag per aanvraag/aanvrager

Per aanvraag wordt maximaal €10.000 subsidie verleend.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

  • 1.

    De beoordeling van het activiteitenplan vindt op basis van de volgende criteria plaats;

    • a.

      De mate waarin de activiteit bijdraagt aan één of beide doelen

      Hoe beter de activiteit aansluit bij de doelen des te hoger de score.

  •  

    0 tot 20 punten

    • b.

      De mate van uitvoerbaarheid van de activiteit

  • Hoe beter aanvrager kan aantonen dat de activiteit uitvoer b aar is zowel op proces als inhoud des te hoger de score.

  • 0 tot 15 punten

    • c.

      De mate waarin de activiteit mensen bereikt en impact heeft.

  • De score is hoger als de aanvrager;

    • i.

      beter beschrijft op welke manier mensen worden bereikt ; en/ of

    • ii.

      beter kan motiveren waarom bepaalde doelgroepen zijn gekozen en /of

    • iii.

      welke impact de activiteit heeft op deze aanwezige

  • 0 tot 3 0 punten

    • d.

      De mate waarin de aanvrager aantoonbare kennis heeft over thema slavernijverleden. Hiermee wordt bedoeld: Academische kennis en/of deskundigheid over het slavernijverleden en/of de doorwerking daarvan.

  • De score is hoger als de aanvrager meer aantoonbare kennis heeft over het thema .

  • 0 tot 20 punten

    • e.

      De mate waarin de aanvrager relevante kennis en gevoel heeft bij de Utrechtse context en aantoonbare samenwerking met Utrechtse partners heeft.

      De score is hoger als de aanvrager meer kennis van de Utrechtse context heeft en meer of betere samenwerking met Utrechtse partners heeft.

  • 0 tot 1 5 punten

  • 2.

    Om voor subsidieverlening in aanmerking te komen moet de aanvraag minimaal 55 punten behalen.

Artikel 10 Besluitvorming

Bij de besluitvorming geldt de volgende procedure:

  • 1.

    Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvragen beoordeeld op basis van de in artikel 9 genoemde criteria. Alleen aanvragen die minimaal 55 punten behalen zullen verleend worden.

  • 2.

    Bij subsidieverlening zal 90% van het verleende subsidiebedrag als voorschot uitbetaald worden. De overige 10% van het verleende subsidiebedrag wordt uitbetaald na het vaststellen van de subsidie.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen het subsidiebedrag vast nadat de aanvrager de aanvraag tot vaststelling heeft ingediend met de volgende documenten;

    • a.

      Een inhoudelijke verantwoording van de activiteit op basis van het ingediende activiteitenplan;

    • b.

      Een financiële verantwoording van de kosten ten opzichte van de ingediende begroting.

Artikel 11 Voorwaarden aan subsidieverlening

Mocht er een vergunning nodig zijn voor de uitvoering van de activiteit, dan wordt de subsidie verleend onder de ontbindende voorwaarde dat de vergunning verleend moet zijn voor de aanvang van de activiteit.

Artikel 12 Evaluatie

Het beleid waarvoor de subsidie wordt ingezet, wordt periodiek geëvalueerd. De evaluatie kan leiden tot aanpassing van deze nadere regel.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze nadere regel treedt in werking de dag na bekendmaking en geldt tot 31 december 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Deze nadere regel wordt aangehaald als Nadere regel subsidie slavernijverleden zichtbaar maken 2024 gemeente Utrecht.

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 23 april 2024.

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris,

Michiel Ruis

Naar boven