Aanvulling op Nadere regels 2017: subsidieregels voor immaterieel cultureel erfgoed

Het college van de gemeente Alphen-Chaam,

 

gelet op het bepaalde in:

  • de Algemene wet bestuursrecht

  • Themanota Werk, inkomen en integratie,

  • Themanota Opvoeding, jeugd en onderwijs,

  • Themanota Leefbaarheid en ondersteuning,

  • Kadernotitie Subsidiebeleid Sociaal Domein Alphen-Chaam 2017 t/m 2019,

  • Algemene subsidieverordening Alphen-Chaam 2017,

  • Nadere regels subsidies Sociaal Domein 2017;

overwegende dat:

de voorwaarden voor verstrekking van subsidies in het Sociaal Domein nader dienen te zijn bepaald;

 

B E S L U I T :

 

vast te stellen:

de “Aanvulling op Nadere regels subsidies Sociaal Domein 2017: subsidieregels voor immaterieel cultureel erfgoed 2018”.

 

Voor de volledigheid is hoofdstuk 5 van de Nadere regels hier nog eens schuingedrukt opgenomen.

Daaronder is de aanvulling op deze Nadere regels opgenomen.

HOOFDSTUK 5: SUBSIDIES VOOR ACTIVITEITEN GERICHT OP HET BEVORDEREN VAN KUNST EN CULTUUR

Artikel 5.1 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Activiteiten die bijdragen aan het creëren en in stand houden van een gevarieerd laagdrempelig aanbod in de gemeente Alphen-Chaam van kunst- en cultuuractiviteiten op het gebied van muziek, toneel, dans, beeldende kunst, cultuurhistorie en volkscultuur én die in voldoende mate zijn gericht op het bereiken van publiek in de gemeente door middel van openbare bijeenkomsten, uitvoeringen, tentoonstellingen e.d.

  • 2.

    Activiteiten die kwetsbare inwoners bereiken of willen bereiken. Deze activiteiten vinden plaats in aanvulling op de reguliere activiteiten of behoren tot de reguliere activiteiten maar vragen een aantoonbare extra inzet.

Artikel 5.2 Subsidiabele kosten en berekening van de subsidie

In afwijking van het gestelde in artikel 1.10 en 1.11 wordt subsidie op grond van artikel 5.1, lid 1 als volgt bepaald:

  • a.

    de huisvestingskosten voor zover deze naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de activiteiten zijn voor maximaal 75% subsidiabel. Indien een organisatie in een accommodatie een bar exploiteert zijn de huisvestingskosten niet subsidiabel.

  • b.

    Voor zover de activiteiten bestaan uit het (doen) verzorgen van een muziekopleiding van leden, zijn deze opleidingskosten voor maximaal 35% subsidiabel.

  • c.

    Harmonieën en fanfares ontvangen een bedrag van € 1.000 per organisatie-eenheid (harmonieorkest, drumband, majorettenkorps e.d.).

  • d.

    Voor activiteiten in het kader van (behoud van) immaterieel cultureel erfgoed (Carnaval, Sinterklaas, oranjefeesten/koningsdag en heemkunde) bedraagt de subsidie maximaal € 0,15 per inwoner van de kern(en) waar de activiteit plaatsvindt.

  • e.

    Voor de bepaling van het aantal inwoners als bedoeld in lid d wordt het aantal ingeschreven

  • 1.

    personen in de Basisregistratie Personen op 1 december van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd als uitgangspunt gehanteerd.

  • f.

    Voor activiteiten die niet direct vallen onder het bij art. 5.2d genoemd immaterieel cultureel erfgoed, maar die het college wel wil waarderen wordt een vast bedrag gehanteerd van maximaal €200 per jaar.

 

 

 

Naar boven