VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2024

De raad van de gemeente Rucphen;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

gezien het advies van de commissie Algemeen Bestuur en Middelen (ABM) van 30 november 2023;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2024

 

Artikel 1. Definitie

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder

  • -

    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • -

    grondstoffencentrum: het grondstoffencentrum van SAVER N.V. gelegen aan de Vaartkant 3 te Roosendaal.

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 4. Vrijstelling

  • 1.

    Incontinentie afval aangeboden op door de gemeente voorgeschreven wijze middels een speciaal daartoe van gemeentewege beschikbaar gestelde container is vrijgesteld van de afvalstoffenheffing.

  • 2.

    Van belastingplichtigen door wie blijkens schriftelijke verklaring van huisarts of medisch specialist of kopie van een afleverbon/factuur/recept als gevolg van een stoma, thuisdialyse of chronische wondverzorging extra afvalstoffen worden aangeboden worden vrijgesteld:

- 26 aanbiedingen aan de ondergrondse verzamelcontainer.

 

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de grondslagen genoemd in lid 2 van dit artikel en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    De grondslagen van de belasting zijn:

  • a.

    een vast bedrag per perceel;

  • b.

    het aantal ledigingen en inworpen van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per perceel;

  • c.

    het op afroep inzamelen of achterlaten van afvalstoffen op het grondstoffencentrum of andere incidentele dienstverlening als bedoeld in de hoofdstukken 3 en 4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6. Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 5, lid 2, letter a en b en de hoofdstukken 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 5, lid 2, letter c, en hoofdstuk 3 en 4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, letter a, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, letter b, is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of eerder indien de belastingplicht binnen de gemeente wordt beëindigd in de loop van het belastingjaar.

  • 6.

    De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2, letter c, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 7.

    Voor de bij wege van aanslag geheven belasting geldt dat belastingbedragen van minder dan € 5,00 niet worden geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000,00 dat dit bedrag en een bestuurlijke boete op dit aanslagbiljet moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    Betaling via automatische incasso is voor alle aanslagen mogelijk. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 100,00 of meer, doch niet meer dan € 10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal tien gelijke termijnbedragen, waarvan de eerste vervalt op de 28e dag van elke maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnbedragen telkens een maand later.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan geldt de betaaltermijn als bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    In afwijking van de voorgaande leden moet de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid, worden betaald,

  • -

    ingeval de kennisgeving schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 20 dagen na dagtekening van de kennisgeving;

  • -

    ingeval de kennisgeving mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10. Kwijtschelding

Voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel en de belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel voor respectievelijk

  • a.

    5 ledigingen GFT container,

  • b.

    9 ledigingen Restafval container

  • c.

    26 inworpen ondergrondse verzamelcontainer

kan kwijtschelding worden verleend.

Voor de belasting in hoofdstuk 3 en 4 van de tarieventabel wordt géén kwijtschelding verleend.

 

Artikel 11. Overgangsrecht

De "Verordening afvalstoffenheffing Rucphen 2023" vastgesteld op 14 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing Rucphen 2024.

 

 

  • Aldus vastgesteld door

    de raad van de gemeente Rucphen

    in zijn openbare vergadering van 13 december 2023,

    de griffier,

    de voorzitter,

    J.J.H. Lahaije.

    mr. M. van der Meer Mohr.

 

 

Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing Rucphen 2024

 

  • Hoofdstuk 1 Tarieven vast bedrag afvalstoffenheffing

    1.1

    De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2 onder a, bedraagt per perceel, per belastingjaar

    € 175,00

    Hoofdstuk 2 Tarieven hoeveelheid periodiek ingezamelde afvalstoffen

    2.1

    De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 2 onder b, bedraagt, per perceel:

    2.1.1

    2.1.2

    per lediging van een GFT-container

    per lediging van een Restafval-container

    € 3,90

    € 11,30

    2.1.3

    per inworp in een ondergrondse verzamelcontainer

    € 2,30

    Hoofdstuk 3 Tarieven grof huishoudelijk afval

    3.1

    Het tarief voor het op afroep inzamelen van grof huishoudelijk afval (maximaal 2 m3) bedraagt:

    3.1.1

    per aanvraag:

    € 10,00

    3.1.2

    Het onder 3.1.1 genoemde bedrag wordt verhoogd

    voor het ophalen van huishoudelijk afval (restafval, zijnde geen bouw- of sloopafval) per m3 of gedeelte daarvan met:

    € 15,00

    3.2

    Het ophalen van grof huishoudelijk afval wordt door SAVER ingepland. Indien het grof huishoudelijk afval binnen 3 werkdagen na de melding opgehaald dient te worden, worden er extra voorrijkosten gerekend. De kosten hiervan bedragen:

    € 25,00

    Hoofdstuk 4 Tarieven grondstoffencentrum

    4.1

    Voor het gescheiden achterlaten op het grondstoffencentrum van in ieder geval tuinafval, B-hout, C-hout, metaal, papier, puin, grond, autobanden, verpakkingsglas, textiel, klein chemisch afval, harde kunststoffen, kunststofverpakkingsafval, drankkartons, tempex, tapijten, gasbeton en gips, dakgrind, matrassen, vlakglas, asbest (in speciaal daarvoor aan te schaffen doorzichtige zakken) en wit- en bruingoed is geen belasting verschuldigd.

    4.2

    Voor het achterlaten op het grondstoffencentrum gelegen aan de Vaartkant 3 te Roosendaal van andere stoffen dan die genoemd in het vorige lid bedraagt het tarief per 2 kilo of gedeelte daarvan met een minimum van 2 kilo:

    € 0,48

Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Rucphen van 13 december 2023 tot vaststelling van de Verordening afvalstoffenheffing Rucphen 2024.

 

De griffier van Rucphen,

 

Naar boven