Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen in verband met een subsidie voor woningisolatie (Wijzigingsbesluit Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen extra isolatiesubsidie 2024)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 3, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023,

 

besluit:

Artikel I – Toevoegen regelingstekst

De Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    Hoofdstuk 7, artikelen 7.1 en 7.2 worden vernummerd naar respectievelijk Hoofdstuk 8, artikel 8.1 en 8.2.

  • b.

    Na hoofdstuk 6 wordt een hoofdstuk toegevoegd dat luidt:

Hoofdstuk 7 Extra Isolatie Subsidie Amsterdam (EISA)

 

Artikel 7.1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    ASA 2023: Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023;

  • b.

    bouwbedrijf: bedrijf dat in het handelsregister is ingeschreven in de sectie bouwnijverheid of een vergelijkbare sectie;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam;

  • d.

    eigenaar-bewoner: een natuurlijk persoon die:

    • i.

      een woning in eigendom heeft waarin hij zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning zal hebben; of

    • ii.

      gerechtigde is van een bestaand appartementsrecht en in het desbetreffende appartement zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van dat appartement zal hebben; of

    • iii.

      zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning zal hebben in een woning van een wooncoöperatie en in verband daarmee lid is van die wooncoöperatie; of

    • iv.

      op basis van zijn lidmaatschap van een woonvereniging het recht heeft om in een woning te wonen en daarin zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning zal hebben.

  • e.

    energieadviesrapport: een adviesrapport zoals die door de gemeente verstrekt of vergelijkbaar over mogelijke verduurzamingsmaatregelen, met daarin een inventarisatie van de huidige energetische en bouwkundige staat van de woning of pand en de geschatte kosten en besparingen daarbij;

  • f.

    energiebesparende isolatiemaatregelen: activiteiten of aanpassingen in of aan de woning om het energiegebruik te verminderen en de efficiëntie van energiegebruik te verbeteren zoals toegelicht in artikel 7.4;

  • g.

    energielabel: een in de officiële landelijke database, EP-online.nl, opgenomen registratie van de energieprestaties van een gebouw, zoals bedoeld in artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • h.

    energiezuinige ventilatiemaatregelen: het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor vraaggestuurde ventilatie of het voor de eerste keer aanleggen van een systeem voor balansventilatie met warmteterugwinning met een rendement van ten minste 90%;

  • i.

    investeringsbesluit verduurzaming: een besluit van een vereniging van eigenaars waarin investeringen in duurzaamheid zoals het verbeteren van isolatie, het installeren van zonnepanelen of andere energiebesparende maatregelen zijn vastgelegd;

  • j.

    slecht geïsoleerde woning: een woning met een energielabelklasse D, E, F, G of een met die labelklassen vergelijkbare energetische staat, waaronder wordt verstaan een woning waarin ten minste twee van de volgende bestaande bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn:

    • i.

      de vloer en de bodem (geen of slechte isolatie aanwezig: minder dan 5 cm isolatiemateriaal aanwezig, Rc ≤ 1,3);

    • ii.

      de gevel, waaronder de spouwmuur (geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig, Rc ≤ 1,1);

    • iii.

      het dak (geen, slechte en matige isolatie, minder dan 9 cm aanwezig / een Rc ≤ 2,0);

    • iv.

      de zolder/vlieringvloer (geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig, Rc ≤ 0,5);

    • v.

      de ramen en deuren (enkel glas, oud dubbelglas en HR glas, kozijnen, Ug waarde ≥ 1).

  • k.

    onderneming: onderneming als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de de-minimisverordening, uitgezonderd woningcorporaties;

  • l.

    vereniging van eigenaars: vereniging van de eigenaars en andere rechtspersonen met leden waarbij het gebouw in eigendom van die rechtspersoon is en de leden een exclusief en verhandelbaar recht hebben tot bewoning van woningen in dat gebouw, zoals coöperatieve flatverenigingen;

  • m.

    woning: een adresseerbaar object dat in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen geregistreerd is met het gebruiksdoel woonfunctie.

Artikel 7.2 Toepasselijkheid ASA 2023

De ASA 2023 is van toepassing op dit hoofdstuk.

 

Artikel 7.3 Doel van in het hoofdstuk omschreven subsidie

Het doel van dit hoofdstuk is het stimuleren van het verduurzamen en verbeteren van slecht geïsoleerde woningen met een WOZ-waarde van maximaal € 370.000 in het peiljaar 2021, door het laten uitvoeren van een of meer energiebesparende isolatiemaatregelen, in samenhang met eventuele energiezuinige ventilatiemaatregelen.

 

Artikel 7.4 Subsidiabele activiteiten

Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor het, in een uit een energieadvies blijkend slecht geïsoleerde woning met een WOZ-waarde van maximaal € 370.000 in het peiljaar 2021, door een bouwbedrijf laten uitvoeren van een of meerdere van de volgende activiteiten:

  • a.

    vloer-, dan wel bodemisolatie:

    • i.

      ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van de bestaande vloer of de bestaande bodem in de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd voor een woning van een eigenaar-bewoner;

    • ii.

      minimaal 70% van de oppervlakte van de gehele vloer behorend tot de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd voor een vereniging van eigenaars;

    • iii.

      het isolatiemateriaal moet tenminste een Rd-waarde hebben van 4,5 m2K/W;

    • iv.

      het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

  • b.

    gevelisolatie:

    • i.

      ten minste 10 vierkante meter van de oppervlakte van de binnen- of buitengevel van de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd; en

    • ii.

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft en een Rd-waarde van ten minste 2,5 m2K/W heeft.

  • c.

    spouwmuurisolatie:

    • i.

      tenminste 10 vierkante meter van de oppervlakte van bestaande spouwmuren in de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd;

    • ii.

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 1,1 m2K/W heeft; en

    • iii.

      het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

  • d.

    dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie, waarbij:

    • i.

      tenminste 20 vierkante meter van de oppervlakte van het bestaande dak in de bestaande thermische schil dan wel, indien de zolder of vliering onverwarmd is, van ten minste 20 vierkante meter van de oppervlakte van de bestaande zolder- of vlieringvloer, wordt geïsoleerd voor een woning van een eigenaar-bewoner;

    • ii.

      minimaal 70% van de oppervlakte van het gehele dak behorend tot de bestaande thermische schil wordt geïsoleerd voor een vereniging van eigenaars;

    • iii.

      het isolatiemateriaal een Rd-waarde van ten minste 3,5 m2K/W heeft en een Rd-waarde van ten minste 2,5 m2K/W heeft; en

    • iv.

      het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR gebeurt met HFK-vrije blaasmiddelen.

  • e.

    glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil door:

    • i.

      het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door HR++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;

    • ii.

      het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/m2K;

    • iii.

      het vervangen of toevoegen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K; of

    • iv.

      het vervangen of toevoegen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van glas, kozijnpanelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een U-waarde van ten hoogste 1,5W/m2K, of triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K.

  • f.

    ventilatiemaatregelen, alleen in combinatie met de energiebesparende isolatiemaatregelen.

  • g.

    benodigde afwerking van de isolatiemaatregelen die in redelijkheid direct verband houden met deze maatregelen.

Artikel 7.5 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de subsidie voor de in artikel 7.4 genoemde subsidiabele activiteiten bedraagt niet meer dan de kosten voor de uitvoering van die activiteiten en is niet hoger dan € 2.50o,- per woning.

 

Artikel 7.6 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de activiteiten, zoals omschreven in artikel 7.4, bedraagt tussen de inwerkingtreding van dit hoofdstuk en 30 juni 2026 € 5.945.000,-.

 

Artikel 7.7 Volgorde behandeling aanvragen

  • 1.

    Subsidieaanvragen op grond van dit hoofdstuk worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan.

  • 2.

    De ontvangstdatum voor toepassing van het eerste lid is het tijdstip waarop de aanvraag is ingediend en als volledig wordt beschouwd.

Artikel 7.8 De aanvrager

De subsidie op grond van dit hoofdstuk kan uitsluitend worden aangevraagd door een eigenaar-bewoner of vereniging van eigenaars van woningen in Amsterdam.

 

Artikel 7.9 Aanvraagtermijn

Een subsidieaanvraag voor de in dit hoofdstuk genoemde subsidiabele activiteiten moet uiterlijk 30 juni 2026 zijn ingediend bij het college of zo veel eerder als het subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 7.10 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    In aanvulling op artikel 6, tweede lid, van de ASA 2023 worden bij de subsidieaanvraag op basis van dit hoofdstuk door een eigenaar-bewoner de volgende gegevens en stukken overlegd:

    • a.

      de datum waarop de activiteiten uiterlijk zijn verricht;

    • b.

      een energieadviesrapport waaruit blijkt dat het gaat om een slecht geïsoleerde woning;

    • c.

      een activiteitenplan waarin wordt aangegeven wanneer en waar welke maatregelen worden genomen met de daarbij horende isolatiewaarden;

    • d.

      een overzicht van welke subsidies nog meer zijn aangevraagd en voor welke activiteit;

    • e.

      een offerte van de voor subsidie in aanmerking komende activiteiten met de Rd-waarde en/of Ud-waarde;

    • f.

      indien de subsidie zich richt op activiteiten waarvoor een vereniging van eigenaars verantwoordelijk is, een toestemmingsverklaring van die vereniging van eigenaars.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 6, tweede lid, van de ASA 2023 worden bij de subsidieaanvraag op basis van dit hoofdstuk door een vereniging van eigenaars de volgende gegevens en stukken overlegd:

    • a.

      het aantal woningen binnen de vereniging van eigenaars;

    • b.

      een overzicht van het aantal woningen dat voldoet aan de WOZ-waarde eis;

    • c.

      een energieadviesrapport waaruit blijkt dat het gaat om een slecht geïsoleerde bouwschil;

    • d.

      een activiteitenplan waarin wordt aangegeven wanneer en waar welke maatregelen worden genomen met de daarbij horende isolatiewaarden;

    • e.

      een investeringsbesluit voor verduurzaming van de vereniging van eigenaars, waarin isolatiemaatregelen een belangrijk onderdeel vormen;

    • f.

      een overzicht van welke subsidies nog meer zijn aangevraagd en voor welke activiteit;

    • g.

      een offerte van de voor subsidie in aanmerking komende activiteiten met de Rd-waarde en/of Ud-waarde;

    • h.

      een kopie van de vigerende splitsingsakte of indien die niet bestaat andere documenten waarin de verdeling van eigendom en verantwoordelijkheden tussen de leden is vastgelegd;

    • i.

      voor ondernemingen: een volledig ingevulde en getekende verklaring de-minimissteun, waaruit volgt dat het drempelbedrag van de-minimissteun van € 300.000 niet wordt overschreden;

    • j.

      de datum waarop de activiteiten uiterlijk zijn verricht;

    • k.

      instemming van de vereniging van eigenaars met een steekproefinspectie van de uitgevoerde werkzaamheden door een door de gemeente aangestelde inspecteur.

Artikel 7.11 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op artikel 8, eerste lid, van de ASA 2023 weigert het college een subsidie te verlenen voor de subsidiabele activiteiten in dit hoofdstuk, indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van dit hoofdstuk;

    • b.

      er geen sprake is van een slecht geïsoleerde woning;

    • c.

      de WOZ-waarde van de woning of woningen boven € 370.000 in peiljaar 2021 valt;

    • d.

      er geen energieadvies voorafgegaan is aan de subsidieaanvraag van een eigenaar-bewoner;

    • e.

      een eigenaar-bewoner binnen een vereniging van eigenaars aanvraagt, geen toestemming van de vereniging van eigenaars heeft gekregen en de subsidie zich richt op activiteiten waarvoor een vereniging van eigenaars verantwoordelijk is;

    • f.

      de activiteiten door een eigenaar-bewoner of vereniging van eigenaars zelf zullen worden uitgevoerd;

    • g.

      al eerder subsidie is aangevraagd voor dezelfde activiteit.

  • 2.

    In aanvulling op artikel 8, tweede lid, van de ASA 2023 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen voor subsidiabele activiteiten in dit hoofdstuk, indien:

    • a.

      er geen investeringsbesluit tot verduurzaming binnen de vereniging van eigenaars is genomen;

    • b.

      uit de de-minimisverklaring blijkt dat er meer dan het toegelaten bedrag aan staatssteun is of zal worden ontvangen;

    • c.

      de activiteiten niet vóór 31 december 2026 worden verricht;

    • d.

      de activiteiten niet voldoen aan de gestelde technische eisen;

    • e.

      reeds begonnen is met het uitvoeren van de activiteiten voorafgaand aan het indienen van de subsidieaanvraag.

Artikel 7.12 Voorschot

De aanvrager krijgt een voorschot van 70% van het subsidiebedrag bij verlening van de subsidie.

 

Artikel 7.13 Aanvullende verplichtingen

Naast de verplichtingen op grond van artikel 9 en 10 van de ASA 2023, zijn aan de subsidie op grond van dit hoofdstuk de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de energiebesparende isolatiematerialen dienen op de Nederlandse markt te zijn toegelaten;

  • b.

    de activiteiten dienen uiterlijk binnen één jaar na de datum van de verleningsbeschikking te hebben plaatsgevonden, tenzij in de verleningsbeschikking een andere termijn gesteld wordt. Deze termijn kan door het college op verzoek worden verlengd indien het college dit uitstelverzoek, voorzien van een onderbouwing, voor het verstrijken van de gestelde termijn ontvangt en de nieuwe termijn niet later dan 31 december 2026 is;

  • c.

    voor zover vereist, het verkrijgen van de vergunningen voor de subsidiabele activiteiten.

Artikel 7.14 Vaststelling subsidie

  • 1.

    Subsidies tot en met € 20.000 worden niet direct vastgesteld.

  • 2.

    De ontvanger van een subsidie op grond van dit hoofdstuk dient uiterlijk 12 weken na afloop van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie bij het college in.

  • 3.

    De aanvraag tot vaststelling van subsidies op grond van dit hoofdstuk tot en met € 20.000 bevat facturen en foto's waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn verricht.

Artikel II – Toevoegen toelichting

De Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    Voor de Artikelsgewijze toelichting wordt een paragraaf toegevoegd die luidt:

Hoofdstuk 7 Extra Isolatie Subsidie Amsterdam

Op 16 april 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam besloten om hoofdstuk 7 toe te voegen aan de Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen. Net als hoofdstuk 6, betreft hoofdstuk 7 een zelfstandig hoofdstuk. Het hoofdstuk, Extra Isolatie Subsidie Amsterdam, ondersteunt eigenaar-bewoners en verenigingen van eigenaars bij het laten nemen van energiebesparende isolatiemaatregelen en energiezuinige ventilatiemaatregelen, met als doel de verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen met een WOZ-waarde van maximaal € 370.000 in het peiljaar 2021.

 

  • b.

    Aan het einde van de Artikelsgewijze toelichting wordt een paragraaf toegevoegd die luidt:

Hoofdstuk 7 – Extra Isolatie Subsidie Amsterdam

 

Artikel 7.1

Dit artikel bepaalt de definities die binnen dit hoofdstuk gehanteerd worden voor bepaalde begrippen. Deze definities kunnen in hun betekenis afwijken van het algemeen spraakgebruik.

 

Artikel 7.2

Deze bepaling verklaart de ASA 2023 van toepassing op dit hoofdstuk. De ASA 2023 is het door de gemeenteraad vastgestelde kader waarbinnen het college de voorwaarden voor het verlenen van subsidie bepaald.

 

Artikel 7.3

Dit artikel bepaalt het doel van de subsidie in dit hoofdstuk. Het doel van dit hoofdstuk is het aanmoedigen van eigenaar-bewoners en verenigingen van eigenaars om energiebesparende isolatiemaatregelen te nemen. Hierbij kunnen zij ook aanvullende energiezuinige ventilatiemaatregelen treffen, met als overkoepelend doel het verduurzamen van de woning of het pand. De subsidie is alleen aan te vragen door eigenaar-bewoners van en verenigingen van eigenaars met woningen tot en met € 370.000,- WOZ-waarde (peildatum 2021) die aangetoond slecht geïsoleerd zijn volgens een energieadvies. Deze criteria zijn gericht op het verbeteren van de duurzaamheid en kwaliteit van woningen, vooral daar waar de behoefte aan energiebesparende maatregelen het grootst is. Door de financiële ondersteuning voor de uitvoering van energiebesparende isolatiemaatregelen beoogt het college de transitie naar duurzaam wonen te versnellen en eigenaar-bewoners en verenigingen van eigenaars te stimuleren om een bijdrage te leveren aan een meer energiezuinige en milieuvriendelijke samenleving.

 

Artikel 7.4

Dit artikel omschrijft welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen. Subsidie kan worden verstrekt voor het door een bouwbedrijf laten uitvoeren van één of meer van deze typen energiebesparende isolatiemaatregelen. De genoemde isolatiewaarden moeten kunnen worden teruggevonden in het in te dienen activiteitenplan. De ventilatiemaatregelen zijn bedoeld om vochtproblemen ten gevolge van isolatie te voorkomen. In het geval van woningen buiten verenigingen van eigenaars gaat het hier met name om 'kleine' verbeteringen van (mechanische of natuurlijke) ventilatie en luchttoevoer (bijvoorbeeld raamroosters) en minder snel om geavanceerde systemen zoals vraaggestuurde ventilatie of balansventilatie. De regeling sluit aan bij de maatregelen zoals vastgesteld in de Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars (SVVE) en de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE), met specifieke eisen voor isolatiewaarden en oppervlakten. Dit zorgt voor uniformiteit in de vereiste isolatiewaarden na ingreep en vergemakkelijkt het aanvragen van gestapelde subsidies voor verenigingen van eigenaars en eigenaar-bewoners.

 

Artikel 7.5

Dit artikel bepaalt de hoogte van de subsidie. Er geldt een maximum subsidiebedrag van € 2.500,- per woning. Het maximale subsidiebedrag wordt berekend op basis van de kosten inclusief btw.

 

Artikel 7.6

Dit artikel regelt het subsidieplafond voor de activiteiten in dit hoofdstuk. De looptijd van het plafond vangt aan bij de inwerkingtreding van het Wijzigingsbesluit Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen extra isolatiesubsidie 2024. Er kan geen subsidie meer worden verstrekt als het plafond is bereikt. Aanvragen zullen dan worden geweigerd op grond van artikel 4:25, tweede lid, van de Awb.

 

Artikel 7.7

Dit artikel beschrijft de procedure voor de toewijzing van subsidies. Subsidies worden toegewezen in de volgorde waarin de aanvragen binnenkomen. De ontvangstdatum wordt vastgesteld op het moment waarop de aanvraag als volledig wordt beschouwd. Volledigheid houdt in dat alle vereiste documenten, formulieren en bijlagen zijn ingediend volgens de geldende indieningsrichtlijnen. Dit zorgt voor een eerlijke en objectieve beoordeling van de aanvragen.

 

Artikel 7.8

De subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een eigenaar-bewoner of vereniging van eigenaars die gevestigd is in de gemeente Amsterdam. Binnen de vereniging van eigenaars komen zowel woningen van eigenaar-bewoners als niet-eigenaar bewoners (zoals verhuurders) in aanmerking voor subsidie. Het is niet mogelijk dat zowel de vereniging van eigenaars als de individuele leden binnen de vereniging van eigenaars subsidie ontvangen.

 

Artikel 7.9

Dit artikel geeft aan dat een aanvraag voor een eenmalige subsidie uiterlijk 30 juni 2026 bij het college moet zijn ingediend of voordat het subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 7.10

Dit artikel regelt welke informatie bij een subsidieaanvraag wordt ingediend, in aanvulling op de vereisten uit artikel 6, tweede lid, van de ASA 2023. De gevraagde gegevens zijn noodzakelijk voor de beoordeling of een aanvrager in aanmerking komt voor subsidie.

 

Voor eigenaar-bewoners gelden de volgende in te dienen gegevens:

  • a.

    Uiterlijke datum van activiteiten: Dit is de deadline waarop de duurzaamheidsmaatregelen uitgevoerd moeten zijn. Zorg ervoor dat deze datum vermeld wordt in het activiteitenplan dat samen met de subsidieaanvraag ingediend wordt.

  • b.

    Energieadviesrapport: Dit rapport geeft inzicht in de huidige staat van isolatie van de woning en bevat aanbevelingen voor verbetering. Dit kan verkregen worden via een energieadviseur die ook wordt aangeboden door de gemeente. Zorg ervoor dat het rapport de benodigde informatie bevat over de energetische en bouwkundige staat van de woning.

  • c.

    Activiteitenplan: Dit is een document waarin wordt beschreven welke duurzaamheidsmaatregelen uitgevoerd zullen worden, waar en wanneer. Het moet beknopt maar gedetailleerd genoeg zijn om de gemeente een goed beeld te geven van de plannen.

  • d.

    Aangevraagde subsidies: Dit overzicht geeft aan welke relevante subsidies al eerder zijn aangevraagd en voor welke activiteit. Te denken valt bijvoorbeeld aan de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing.

  • e.

    Offerte: Dit is een schriftelijke aanbieding van een bouwbedrijf die de duurzaamheidsmaatregelen zal uitvoeren. Zorg ervoor dat de offerte voldoet aan de criteria voor subsidiabele activiteiten.

  • f.

    Toestemmingsverklaring vereniging van eigenaars: Als de subsidieaanvraag betrekking heeft op een woning waarvoor de vereniging van eigenaars verantwoordelijk is, is een kort document nodig waarin de vereniging van eigenaars instemt met de voorgestelde maatregelen.

Voor verenigingen van eigenaars gelden de volgende in te dienen gegevens:

  • a.

    Aantal woningen: Het betreft een overzicht waarin de totale hoeveelheid woningen binnen de vereniging van eigenaars wordt weergegeven.

  • b.

    Overzicht van woningen die voldoen aan de WOZ-waarde eis: Dit document identificeert specifiek welke woningen binnen de vereniging van eigenaars voldoen aan de gestelde WOZ-waarde eis. Hiermee wordt aangetoond voor hoeveel woningen subsidie wordt aangevraagd.

  • c.

    Energieadviesrapport: Een rapport dat de huidige staat van isolatie van de bouwschil van het gebouw beschrijft. Het omvat aanbevelingen voor verduurzamingsmaatregelen, zoals isolatie, en biedt een analyse van de geschatte kosten en besparingen. Dit rapport kan worden verkregen via de gemeente of door het inschakelen van een energieadviseur.

  • d.

    Activiteitenplan: Een beknopt, maar nauwkeurig plan dat aangeeft wanneer en waar welke duurzaamheidsmaatregelen zullen worden uitgevoerd. Dit plan, opgesteld in overleg met de betrokken partijen binnen de vereniging van eigenaars, bevat ook informatie over de isolatiewaarden van de voorgestelde maatregelen.

  • e.

    Investeringsbesluit voor verduurzaming: Notulen van de vergadering waarin de vereniging van eigenaars heeft besloten om te investeren in verduurzamingsmaatregelen, waarbij isolatie een belangrijk onderdeel vormt. Dit document bevestigt dat de vereniging van eigenaars wil verduurzamen.

  • f.

    Overzicht van aangevraagde subsidies: Een beknopt overzicht van andere subsidies die door de vereniging van eigenaars zijn aangevraagd voor verschillende activiteiten.

  • g.

    Offerte: Een gedetailleerde offerte van een bouwbedrijf die de voorgestelde duurzaamheidsmaatregelen zal uitvoeren. Deze offerte bevat de activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie en dient als bewijs van de geschatte kosten van de voorgestelde werkzaamheden.

  • h.

    Kopie van de splitsingsakte: Een kopie van de splitsingsakte waarin de verdeling van eigendom en verantwoordelijkheden tussen de leden van de vereniging van eigenaars is vastgelegd. Indien de splitsingsakte niet beschikbaar is, kunnen andere relevante documenten worden verstrekt die deze verdeling duidelijk maken.

  • i.

    Verklaring de-minimissteun: Relevant voor ondernemingen binnen de vereniging van eigenaars: er dient een volledig ingevulde en ondertekende verklaring van de-minimissteun te worden verstrekt. Deze verklaring bevestigt dat het ontvangen subsidiebedrag onder het maximumbedrag van € 300.000 blijft.

  • j.

    Datum uiterlijke uitvoering activiteiten: De vastgestelde deadline waarbinnen de voorgestelde duurzaamheidsmaatregelen uiterlijk moeten zijn uitgevoerd. Deze datum kan ook worden opgenomen in het activiteitenplan voor verdere verduidelijking.

  • k.

    Instemming voor steekproefinspectie: Een eenvoudige schriftelijke instemmingsverklaring van de vereniging van eigenaars voor een mogelijke steekproefinspectie van de uitgevoerde werkzaamheden door een inspecteur aangesteld door de gemeente.

Artikel 7.11

De onderdelen in dit artikel bevatten gronden voor weigering van een subsidieaanvraag. Deze weigeringsgronden gelden in aanvulling op de weigeringsgronden uit de Awb en de ASA 2023.

 

Het eerste lid regelt de dwingende weigeringsgronden. Als aan één van de in de onderdelen opgenomen voorwaarden is voldaan moet het college de subsidie weigeren. Er is geen sprake van beleidsvrijheid. Het tweede lid regelt de mogelijke weigeringsgronden en bevat een zogenaamde ´kan´-bepaling. Als aan één van de in de onderdelen opgenomen voorwaarden is voldaan kan het college de subsidie weigeren.

 

Artikel 7.12

Dit artikel regelt het voorschot van de subsidie. Voor de aanvrager is het van belang dat zij tijdig financiële ondersteuning ontvangen om de kosten voor verduurzaming van hun woning(en) te kunnen dekken. Daarom wordt een voorschot van 70% verstrekt, voorafgaand aan de definitieve vaststelling van de subsidie. Dit voorschot stelt de aanvrager in staat om over voldoende middelen te beschikken om eventuele aanbetalingen voor de maatregelen te kunnen doen.

 

Artikel 7.13

Dit artikel regelt de verplichtingen die voor de aanvrager gelden als deze subsidie verleend krijgt op grond van dit hoofdstuk. Voor al deze verplichtingen geldt dat niet naleving op grond van artikel 4:48, onderdeel b, Awb kan leiden tot wijziging of intrekking van de verleende subsidie en dat niet naleving op grond van artikel 4:46, tweede lid, onderdeel b kan leiden tot lagere vaststelling. Elk onderdeel van dit artikel bevat een afzonderlijke verplichting.

 

Onderdeel a regelt de verplichting om energiebesparende isolatiematerialen te gebruiken die op de Nederlandse markt zijn toegelaten. Daarmee wordt de kwaliteit en veiligheid van de gebruikte materialen gewaarborgd. Toelating op de markt impliceert meestal dat de materialen zijn onderworpen aan rigoureuze tests en evaluaties om te verzekeren dat ze voldoen aan de geldende normen op het gebied van prestaties, duurzaamheid en milieuvriendelijkheid.

 

Onderdeel b regelt dat de activiteiten uiterlijk binnen één jaar na de datum van de verleningsbeschikking moeten zijn voltooid. In sommige gevallen kan het nodig zijn om de uitvoeringstermijn te verlengen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als er onvoorziene omstandigheden optreden die de voortgang van het project belemmeren. Het college heeft de bevoegdheid om de termijn op verzoek van de aanvrager te verlengen, mits het verzoek om uitstel en de onderbouwing ervan vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn zijn ontvangen. De nieuwe termijn mag echter niet later zijn dan 31 december 2026, om ervoor te zorgen dat de subsidie niet onnodig lang open blijft staan en de voortgang van het programma niet wordt vertraagd.

 

Onderdeel c regelt dat als er een vergunningplicht bestaat voor de uitvoering van de subsidiabele activiteiten de aanvrager zelf moet zorgen voor het verkrijgen van de benodigde vergunningen. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om ervoor te zorgen dat alle benodigde vergunningen tijdig worden verkregen.

 

Artikel 7.14

Dit artikel regelt de vaststelling van de subsidie. Subsidies tot en met € 20.000 worden niet direct vastgesteld. Na het tijdstip waarop de activiteiten moeten zijn afgerond, dient de subsidieontvanger een aanvraag in om de subsidie vast te stellen. Binnen twaalf weken na afronding van deze activiteiten levert de subsidieontvanger een vaststellingsaanvraag in via het door het college opgestelde formulier met bewijzen zoals facturen en foto's die aantonen dat de afgesproken activiteiten door een bouwbedrijf zijn verricht.

Artikel III  

De Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    in het intitulé worden de dubbelle aanhalingstekens en de daaropvolgende punt vervangen door de zinssnede ‘, gelet op de inwerkingtreding van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023 op 1 augustus 2023 en artikel 3, eerste lid van die verordening,’;

  • b.

    op de volgende plaatsen wordt het getal ‘2013’ vervangen door ‘2023’:

    • a.

      twee maal in artikel 1.1, onderdeel c;

    • b.

      de titel van artikel 1.2;

    • c.

      artikel 1.2;

    • d.

      twee maal in artikel 5.1, onderdeel a;

    • e.

      de titel van artikel 5.2;

    • f.

      artikel 5.2;

    • g.

      de titel van artikel 6.2;

    • h.

      de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.10, tweede lid;

    • i.

      de artikelsgewijze toelichting bij artikel 5.13;

    • j.

      de derde paragraaf van de artikelsgewijze toelichting bij artikel 6.14; en

    • k.

      de vierde paragraaf van de artikelsgewijze toelichting bij artikel 6.14.

  • c.

    na artikel 1.4 worden twee artikelen toevoegt die luiden:

     

    Artikel 1.4a De aanvrager

    De subsidie in hoofdstukken 1 tot 4 kan door eenieder worden aangevraagd, behoudens in gevallen waarin het college in één van die hoofdstukken anders heeft bepaald.

     

    Artikel 1.4b Volgorde van behandeling aanvragen

    Subsidieaanvragen voor subsidie op grond van hoofdstukken 1 tot 4 worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan. Als tijdstip van indiening geldt daarbij het moment waarop de aanvraag compleet is.

  • d.

    artikel 1.7 wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    Artikel 1.7 Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens

    • 1.

      In aanvulling op artikel 6 van de ASA 2023 worden bij de subsidieaanvraag, in het kader van hoofdstukken 1 tot 4 van deze regeling de volgende gegevens en stukken overgelegd:

      • a.

        offertes voor uitvoering van de subsidiabele activiteiten, waarop het deel van de kosten die subsidiabel zijn voldoende duidelijk uitgesplitst en aangemerkt zijn;

      • b.

        een overzicht van eventuele andere aangevraagde of verleende subsidies voor dezelfde subsidiabele activiteiten;

      • c.

        indien het een subsidieaanvraag voor activiteiten met betrekking tot collectieve installaties betreft:

        • i.

          een overzicht van de aan de collectieve installatie verbonden verblijfsobjecten;

        • ii.

          een overzicht van de aanwezigheid van gasaansluitingen in de verblijfsobjecten;

        • iii.

          een overzicht waaruit blijkt welk van de verschillende eigenaren en huurders de intentie heeft om de individuele woning gebonden gasaansluiting, zoals bedoeld onder ii, binnen 1 jaar af te sluiten; en

        • iv.

          bewijs dat de aanvrager bevoegd is de aanvraag te doen;

      • d.

        voor de ondernemers en ondernemingen, niet zijnde de woningcorporatie, een volledig ingevulde verklaring de-minimissteun; en

      • e.

        voor verhuurders, bewijs dat er voldaan is aan geldende goedkeuringsverplichtingen.

    • 2.

      Indien de aanvrager niet de eigenaar is van het vastgoed waarop de aanvraag betrekking heeft worden bij een subsidieaanvraag in het kader van hoofdstukken 1 tot 4 van deze regeling tevens de volgende gegevens en stukken overlegd:

      • a.

        een schriftelijk bewijs van instemming van eigenaar dat de bedoelde aanvrager de binnen deze regeling als subsidiabel aangemerkte activiteiten in het betreffende gebouw mag gaan uitvoeren of een vonnis van de kantonrechter dat de verhuurder op grond van artikel 7:243BW of artikel 7:215BW medewerking met de voorgestelde activiteiten oplegt; en

      • b.

        een huur-, gebruiks- of uitvoeringsovereenkomst die betrekking heeft op het vastgoed waar de subsidiabele activiteit plaatsvindt, waaruit blijkt dat de aanvrager belang heeft bij de uit te voeren activiteiten.

    • 3.

      Indien de subsidiabele activiteiten reeds zijn uitgevoerd op het moment van de subsidieaanvraag worden in het kader van hoofdstukken 1 tot 4 van deze regeling tevens de in artikel 1.10 genoemde bij subsidievaststelling vereiste gegevens en stukken overgelegd en blijft het overleggen van de volgende stukken achterwege:

      • a.

        een begroting inclusief een dekkingsplan van de kosten, zoals bedoeld in artikel 6, onderdeel b van de ASA 2023;

      • b.

        offertes voor uitvoering van de subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel a; en

      • c.

        de gegevens en stukken die op grond van het eerste lid, onderdeel c voor collectieve installaties moeten worden overlegd.

  • e.

    in artikel 1.8, eerste lid wordt de artikelaanduiding ‘artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013’ gewijzigd naar ‘artikel 8, eerste lid van de ASA 2023’;

  • f.

    in artikel 1.8 tweede lid wordt de artikelaanduiding ‘artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013’ gewijzigd naar ‘artikel 8, tweede lid van de ASA 2023’;

  • g.

    in artikel 1.9, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikelen 10 en 11 van de ASA 2013’ gewijzigd naar ‘artikelen 9 en 10 van de ASA 2023’;

  • h.

    in artikel 1.10, eerste lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14, tweede lid, van de ASA 2023’ gewijzigd naar ‘artikel 16 van de ASA 2023’;

  • i.

    in artikel 1.10, tweede lid wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14, tweede lid, onderdeel b van de ASA2013’ vervangen door ‘artikel 16, eerste lid, onderdeel b van de ASA2023’;

  • j.

    in artikel 1.11 wordt het tweede lid gewijzigd en komt te luiden:

    • 2.

      Artikel 16, eerste lid van de ASA 2023 is van overeenkomstige toepassing op subsidies kleiner of gelijk aan € 20.000 die op grond van hoofdstuk 1 tot 4 van deze regeling zijn verleend.

  • k.

    in artikel 1.11 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd dat luidt:

    • 3.

      Artikel 17, tweede en derde lid van de ASA 2023 zijn van overeenkomstige toepassing op subsidies kleiner of gelijk aan € 20.000 die op grond van hoofdstuk 1 tot 4 van deze regeling zijn verleend.

  • l.

    na artikel 5.8 wordt een artikel toegevoegd dat luidt:

     

    Artikel 5.8a Volgorde behandeling aanvragen

    Subsidieaanvragen op grond van dit hoofdstuk worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan. Als tijdstip van indiening geldt daarbij het moment waarop de aanvraag compleet is.

  • m.

    in artikel 5.10, eerste lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 5, tweede lid van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 6, tweede lid van de ASA 2023’;

  • n.

    in artikel 5.10, eerste lid komt, onder vernummering van de onderdelen b, c en d naar respectievelijk a, b en c, het onderdeel a te vervallen;

  • o.

    in artikel 5.10, tweede lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 5, tweede lid, onderdeel a van de ASA 2023’ vervangen door ‘artikel 5, tweede lid, onderdeel a, aanhef en subonderdeel i’;

  • p.

    in artikel 5.11, eerste lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 8, eerste lid van de ASA 2023’;

  • q.

    in artikel 5.11, tweede lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 8, tweede lid van de ASA 2023;

  • r.

    in artikel 5.12, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikelen 10 en 11 van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikelen 9 en 10 van de ASA 2023‘;

  • s.

    in artikel 5.13, eerste lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14, tweede lid, onderdeel a van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 16, eerste lid, onderdeel a van de ASA 2023’;

  • t.

    in artikel 5.13, tweede lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14, tweede lid, onderdeel b van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 16, eerste lid, onderdeel b’;

  • u.

    in artikel 5.13, derde lid wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14, tweede lid, van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 16, eerste lid van de ASA 2023’;

  • v.

    in artikel 5.13, vierde lid wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14, tweede lid van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 16, eerste lid van de ASA 2023’;

  • w.

    in artikel 5.13, vijfde lid wordt de artikelaanduiding ‘artikel 15, tweede en vijfde lid van de ASA2013’ vervangen door ‘artikel 17, tweede lid van de ASA 2023’;

  • x.

    in artikel 6.2 wordt de artikelaanduiding ‘ASA2013’ vervangen door ‘Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023, afkort met ASA 2023,’;

  • y.

    na artikel 6.8 wordt een artikel toegevoegd dat luidt:

     

    Artikel 6.8a Volgorde behandeling aanvragen

    Subsidieaanvragen op grond van dit hoofdstuk worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan. Als tijdstip van indiening geldt daarbij het moment waarop de aanvraag compleet is.

     

  • z.

    in artikel 6.10, eerste lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 5, tweede lid, onderdeel a van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 6, tweede lid, onderdeel a, aanhef en subonderdeel i;

  • aa.

    in artikel 6.10, tweede lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 5, tweede lid van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 6, tweede lid van de ASA 2023’;

  • bb.

    in artikel 6.11, eerste lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 9, eerste lid, van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 8, eerste lid van de ASA 2023’;

  • cc.

    in artikel 6.11, tweede lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 9, tweede lid, van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 8, tweede lid van de ASA 2023’;

  • dd.

    in artikel 6.13, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikelen 10 en 11 van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikelen 9 en 10 van de ASA 2023’;

  • ee.

    in artikel 6.14, eerste lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14, tweede lid, onderdeel a van de ASA2013’ vervangend door ‘artikel 16, eerste lid, onderdeel a van de ASA 2023’;

  • ff.

    in artikel 6.14, tweede lid wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14, tweede lid, onderdeel b van de ASA2013’ vervangen door ‘artikel 16, eerste lid, onderdeel b’;

  • gg.

    in artikel 6.14, derde lid, aanhef wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14, tweede lid van de ASA2013’ vervangen door ‘artikel 16, eerste lid’;

  • hh.

    de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.2 komt te vervallen;

  • ii.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.7 wordt de artikelverwijzing ‘artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Amsterdam 2013’ vervangen door ‘artikel 6 van de ASA 2023’;

  • jj.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.7, eerste lid komen, onder vernummering van de toelichtingen bij onderdelen b, d, e, f en g naar respectievelijk a, b, c, d, en e, de onderdelen a en c te vervallen;

  • kk.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.7, derde lid komt in de tweede zin het eerste voorval van het woord ‘aan’ te vervallen.

  • ll.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.7, tweede lid, onderdeel b wordt de artikelaanduiding ‘artikel 9, tweede lid onderdeel f van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 8, tweede lid, onderdeel k van de ASA 2023’;

  • mm.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.10 wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14 van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 16 van de ASA 2023’;

  • nn.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.10, eerste lid, onderdeel a wordt de artikelaanduiding ‘artikel 14, tweede lid, onderdeel a ASA2013’ vervangen door ‘artikel 16, eerste lid, onderdeel a van de ASA 2023’;

  • oo.

    de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1.11 wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    Artikel 1.11 Directe vaststelling

    Artikelen 15, 16 en 17 van de ASA 2023 regelen o.a. dat subsidies onder een bepaald drempelbedrag direct vastgesteld worden en dat daar geen verantwoording voor hoeft te worden afgelegd. Het feit dat de subsidie in hoofdstukken 1 tot 4 meestal wordt vastgesteld op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor de gesubsidieerde activiteiten maakt dat het nodig is om inzichtelijk te krijgen welke kosten na de uitvoering daadwerkelijk zijn gemaakt. Verantwoording nadat de activiteiten zijn uitgevoerd is daarom nodig. Als de subsidie achteraf aangevraagd wordt worden de daadwerkelijk gemaakte kosten inzichtelijk gemaakt op basis van de stukken die op grond van artikel 1.7, derde lid van de regeling worden vereist.

    Het eerste lid van dit artikel regelt dat voor subsidies met een bedrag onder de drempelwaarde ook een verantwoording ingediend moet worden. Het tweede lid regelt welke stukken en gegevens voor dergelijke subsidies ingediend moeten worden, namelijk dezelfde als voor andere eenmalige subsidies met een bedrag boven de drempelwaarde. Het derde lid regelt wanneer aanvragen voor subsidies voor bedragen onder de drempelwaarde ingediend moeten worden, namelijk op hetzelfde moment als eenmalige subsidies met een bedrag boven de drempelwaarde.

     

  • pp.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 3.2 wordt de artikelverwijzing ‘artikel 7, eerste lid van de ASA2013’ vervangen door ‘artikel 1.4b van de regeling’;

  • qq.

    in de artikelsgewijze toelichting komt de toelichting bij artikel 5.2 te vervallen;

  • rr.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 5.5 wordt de artikelverwijzing ‘artikel 9, tweede lid van de ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 8, tweede lid van de ASA 2023’;

  • ss.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 5.10 worden de zinnen ‘Het eerste lid gaat uitdrukkelijk om documenten die in aanvulling op de ASA2013 moet worden ingediend. Meer vereiste documenten staan in artikel 5, tweede lid van de ASA2013.’ vervangen door ‘Het eerste lid gaat uitdrukkelijk over documenten die in aanvulling op de ASA 2023 moeten worden ingediend. De andere vereiste documenten staan in genoemd in artikel 6 van de ASA 2023.’;

  • tt.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 5.10 wordt de artikelverwijzing ‘artikel 5, tweede lid, onderdeel a van de ASA2013’ vervangen door ‘artikel 6, tweede lid, onderdeel a, aanhef en subonderdeel i van de ASA 2023’;

  • uu.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 5.11, tweede lid, onderdeel a wordt artikelverwijzing ‘artikel 8, tweede lid, onderdeel d van de ASA2013’ vervangen door ‘artikel 9, tweede lid, onderdeel d van de ASA 2023’;’

  • vv.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 5.12 wordt de artikelverwijzing ‘artikelen 10 en 11 van de ASA2013’ vervangen door ‘artikelen 9 en 10 van de ASA 2023’;

  • ww.

    de artikelsgewijze toelichting bij artikel 6.2 komt te vervallen;

  • xx.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 6.13 wordt de artikelverwijzing ‘artikel 15 ASA 2013’ vervangen door ‘artikel 17, tweede lid van de ASA 2023’; en

  • yy.

    in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 6.14 wordt na het de zinsnede ‘als gevolg van de ASA’ het volgende jaartal ingevoegd ‘2023’.

Artikel IV Bekendmaking en inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel V Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Wijzigingsbesluit Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen extra isolatiesubsidie 2024.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 16 april 2024.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting  

Met dit hoofdstuk ondersteunt het college eigenaar-bewoners van eengezinswoningen en verenigingen van eigenaars bij het nemen van isolatiemaatregelen. De subsidie bedraagt maximaal € 2.500,- per woning en is specifiek bedoeld voor eigenaar-bewoners en verenigingen van eigenaars van woningen met een maximale WOZ-waarde van € 370.000,- in het peiljaar 2021 waarvoor uit een energieadvies blijkt dat deze slecht geïsoleerd zijn. Deze criteria zijn zorgvuldig gekozen om de woningen op kwalitatief hoog niveau te verbeteren, vooral daar waar de behoefte aan isolatiemaatregelen het grootst is. Het merendeel van deze doelgroep, zo'n 80%, valt binnen de inkomensgrenzen van lage (tot € 60.000) en middeninkomens (tot € 80.000). Dit betreft meer dan 20.000 eigenaar-bewoners in Amsterdam, waarvan ongeveer 85% woont in appartementen binnen verenigingen van eigenaars (circa 17.500 huishoudens) en 15% in eengezinswoningen (circa 3.100 huishoudens). Een significant deel van deze doelgroep woont in de voorrangsbuurten zoals vastgesteld in het uitvoeringsplan van het isolatieoffensief.

 

De vereniging van eigenaars moet daarnaast ook een investeringsbesluit hebben genomen, en doet de subsidieaanvraag voor het aantal woningen dat aan bovengenoemde WOZ-eis voldoet. Woningen van verhuurders (met uitzondering van corporaties) in verenigingen van eigenaars tellen daarbij mee, maar moeten (indien zij ondernemers zijn) een de-minimisverklaring overleggen, waarin zij aangeven of de afgelopen jaren staatssteun is ontvangen. Daarnaast komen individuele appartementseigenaren binnen een vereniging van eigenaars, los van hun vereniging van eigenaars, in aanmerking voor subsidie, als de vereniging van eigenaars toestemming verleent voor het uitvoeren van de isolatiemaatregelen. Het is niet mogelijk dat zowel de vereniging van eigenaars als de individuele leden subsidie ontvangen.

 

Het subsidieplafond stelt het college vast op € 5.945.000,-. Dit betekent dat er subsidie beschikbaar is voor minimaal 2.378 woningen. De financiering van de subsidieregeling komt voor driekwart uit het Nationaal Isolatieplan (Lokale aanpak isolatie), en het resterende deel komt uit de coalitiemiddelen van het isolatieoffensief. De uitvoering van de activiteiten dient in principe binnen één jaar na de verleningsbeschikking te zijn afgerond. De subsidie kan worden aangevraagd van 13 mei 2024 tot en met 30 juni 2026, zodat de aanvrager nog tot uiterlijk 31 december 2026 de tijd heeft om de werkzaamheden uit te voeren en hierover verantwoording af te leggen.

 

Een voorwaarde in de regeling is dat er een energieadvies wordt aangeleverd, om ervoor te zorgen dat er passende (isolatie)maatregelen worden uitgevoerd. De advisering en begeleiding van eigenaar-bewoners in eengezinswoningen en verenigingen van eigenaars wordt uitbesteed. Voor eigenaar-bewoners in eengezinswoningen wordt deze dienstverlening momenteel ingekocht. De gunning van de aanbesteding staat gepland in juni 2024. Voor verenigingen van eigenaars geldt dat zij gebruik kunnen maken van de reeds beschikbare advies- en begeleidingstrajecten.

 

In de raadsinformatiebrief van 14 maart 2023 werd aangekondigd dat het college zich inzet voor de verduurzaming van woningen, met name voor eigenaar-bewoners met beperkte financiële middelen. Dit wijzigingsbesluit vormt een concretisering daarvan.

 

De opzet van dit wijzigingsbesluit is betrekkelijk eenvoudig. Artikel I ziet op het vernummeren van de slotbepalingen en het toevoegen van het nieuwe hoofdstuk met daarin de nieuwe subsidiabele activiteit. Artikel II ziet op het toevoegen van de toelichting bij dit hoofdstuk en de artikelsgewijze toelichting die bij dit nieuwe hoofdstuk hoort. Artikel III ziet op een aantal technische wijzigingen aan de bestaande Subsidieregeling duurzame Amsterdamse gebouwen, zodat de regeling nog steeds toepasbaar is na de vervanging van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 door de Algemene Subsidie Verordening Amsterdam 2023. Artikelen III en IV hebben betrekking op de bekendmaking en de inwerkingtreding.

Naar boven