Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Purmerend 2023

De raad van de gemeente Purmerend,

 

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 20 november 2023,

 

gelet op de artikelen 95 tweede en vierde lid, 96 eerste en derde lid, 99 en 147 van de Gemeentewet,

 

gelet op de artikelen 3.1.4., eerste lid, 3.3.2., 3.3.3. tweede lid, 3.3.8 en 3.4.1. eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers,

 

 

B E S L U I T:

 

 

Vast te stellen de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Purmerend 2023

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Commissielid : lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet.

  • b.

    Griffier: de functionaris zoals bedoeld in artikel 107 Gemeentewet.

  • c.

    Presidium: het orgaan zoals bedoeld in het reglement van orde voor de raad en raadscommissies.

  • d.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2. Toelage raads- en commissieleden en bijzondere commissie

Het presidium kan aan andere benoemde leden in een bijzondere commissie zoals bedoeld in en met inachtneming van artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, een afwijkende vergoeding vaststellen gezien hun deskundigheid en/of de zwaarte van hun taak.

Artikel 3. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap. De griffier beslist op de aanvraag op basis van de bewijsstukken overeenkomstig het tweede lid.

  • 4.

    Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 5.

    In voorkomende gevallen beslist het presidium

Artikel 4. Vergoeding voor werkzaamheden van raadsleden

  • 1.

    Van de vergoeding, bedoeld in artikel 3.1.1. van het Rechtspositiebesluit politieke ambtsdragers, wordt 20% uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen afgezet tegen het aantal gehouden vergaderingen gedurende een periode van telkens 12, maanden, gerekend vanaf de datum van installatie van de raad.

  • 2.

    Het voorgaande lid is alleen van toepassing wanneer het betrokken raadslid meer dan 30% van het aantal raadsvergaderingen (met afronding naar het naastliggende gehele getal) gedurende een periode van 12 maanden niet heeft bijgewoond. Alsdan vindt verrekening plaats via de eerstvolgende aan het raadslid toekomende vergoeding.

Artikel 5. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld, bedoeld in artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 6. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 7. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers per maand plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 8. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 9 weken na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 9. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop het is bekendgemaakt.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de verordening rechtspositie raads- en commissieleden Purmerend 2022.

Artikel 10. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rechtspositie raads- en commissieleden.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 21 december 2023

de griffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

E. van Selm

Naar boven