Gemeenteblad van Dronten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dronten | Gemeenteblad 2024, 174375 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Dronten | Gemeenteblad 2024, 174375 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening tot wijziging van diverse verordeningen gemeente Dronten 2022 in verband met de Verordening fysieke leefomgeving
De raad van de gemeente Dronten,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Dronten d.d. 30 november 2021
gelet op de artikelen 125, 147, 149 en 160, eerste lid aanhef en onder h en 229 van de Gemeentewet, paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 5 en 20a van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 1, eerste lid, onder b en e van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 1 van de Wet openbare manifestaties, de artikelen 1, eerste lid, 2, 8, vierde lid, 92, tweede lid van de Woningwet, artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, artikel 429, aanhef en onder 1 en 3, van het Wetboek van Strafrecht, artikel 141, onder b van het Wetboek van Strafvordering, artikel 1a van de Wet op de economische delicten, artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek, de artikelen 1.1, 5.2, eerste lid en 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet, artikel 1 van de Winkeltijdenwet, artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikel 39 van de Wet bodembescherming goedgekeurde saneringsplan, de Waterstaatswet 1900, de Onteigeningswet, de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, Wet geluidhinder, de Zondagswet, de artikelen 2.17, 2.17a, 2.18, eerste lid onder f, 2.18 vijfde lid, 2.19, 2.19a, 2.20, 3.148, eerste lid en 4:2 tot en met 4:5 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 1.1, onder d van het Besluit geluidhinder, de artikelen 1 en 29, eerste lid van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, het Vuurwerkbesluit, het Bouwbesluit 2012, Besluit geluidproduktie sportmotoren, de Waterschapskeur, de Omgevingsverordening Flevoland, de artikelen 1:3, 2:2 tot en met 2:64, 2:66 en 9:1 tot en met 9:4 van de Verordening fysieke leefomgeving en artikel 4 van het Marktreglement Dronten.
De “Verordening tot wijziging van diverse verordeningen gemeente Dronten 2022” vast te stellen:
Artikel 1:2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Het derde lid komt te luiden:
In artikel 2:59, vierde lid, wordt “2:57, eerste lid, aanhef en onder d,” vervangen door: 2:18, eerste lid, aanhef en onder d van de Verordening fysieke leefomgeving.
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:1, 2:6, 2:14, 2:16 tot en met 2:18, 2:23, 2:25, 2:26, 2:28 tot en met 2:33, 2:36, 2:38, 2:39, 2:41, 2:44, 2:47 tot en met 2:50, 2:59, 2:60, 2:62, 2:73 tot en met 2:74a, 3:4, 3:6 tot en met 3:11, 3:14, 3:15, 4:8, alsmede de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
In deze verordening wordt verstaan onder:
kabels en/of leidingen: een of meer kabels en/of leidingen die onderdeel zijn van een openbaar (elektronisch communicatie)netwerk, daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteunings-werken en beschermingswerken, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;
werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden met een gezamenlijke tracélengte tot 25 meter en waarbij geen wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist en/of bovengrondse voorzieningen worden geplaatst; het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen; het maken van maximaal twee montagegat(en) c.q. lasgat(en), waarbij de afmeting van de opbreking(en) in totaal maximaal 5 m² bedraagt.
Artikel 6 Gegevensverstrekking
In geval van spoedeisende werkzaamheden dienen tevens te worden verstrekt:
Door de overheveling van bepalingen van de Algemene plaatselijke verordening Dronten naar de Verordening fysieke leefomgeving en/of schrapping van bepalingen in de Algemene plaatselijke verordening Dronten, wegens invoering van de Verordening fysieke leefomgeving, zijn diverse begripsbepalingen overbodig geworden, omdat deze niet meer voorkomen in de tekst van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Deze begripsbepalingen zijn daarom verwijderd, om de tekst van de verordening wel overzichtelijk te houden. Het gaat om de begrippen: bevoegd gezag (onder het huidige onderdeel b), bouwwerk (onder het huidige onderdeel c), bromfiets (onder het huidige onderdeel d), handelsreclame (onder het huidige onderdeel g), motorvoertuig (onder het huidige onderdeel h) en parkeren (onder het huidige onderdeel k).
Deze wijziging betreft een technische wijziging. In het eerste lid staat “bevoegd bestuursorgaan” en in het tweede lid alleen “bestuursorgaan”, wat zou kunnen suggereren dat in het tweede lid niet het “bevoegd bestuursorgaan” wordt bedoeld. Dat is echter wel het geval. Deze wijziging herstelt dit.
Met de Omgevingswet is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht komen te vervallen. Zodoende zijn de afwijkende beslistermijnen die in dit artikellid zijn geregeld, en verwijzen naar de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, niet meer nodig. Met deze wijziging komt de bepaling dan ook te vervallen en wordt het huidige vierde lid het nieuwe derde lid. Omdat de Algemene plaatselijke verordening Dronten geen bepalingen heeft opgenomen die over omgevingsvergunning gaan op grond van de Omgevingswet, is een vervangende bepaling daarvoor ook niet nodig.
Het huidige artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt de voorwerpen op, boven, in of aan een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:7 van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen, echter zijn de verwijzingen naar de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gewijzigd naar de Omgevingswet. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt de (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:8 van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt het maken en veranderen van een uitweg. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:9van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:15 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerpen dat het vrije uitzicht belemmert bij het wegverkeer. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:10van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:21 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt de voorzieningen voor verkeer en verlichting. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:11van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:24, eerste lid aanhef en onder b van de Algemene plaatselijke verordening Dronten verwijst naar artikel 5:22 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. In dit artikel is de definitiebepaling van “snuffelmarkt” opgenomen. Met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving is de definitiebepaling van “snuffelmarkt” opgenomen in artikel 1:2, onderdeel v van die verordening. Er is geen reden de definitiebepaling van “snuffelmarkt” in de Algemene plaatselijke verordening Dronten te laten staan. Met deze wijziging wordt daarom verwezen naar het juiste artikel.
Het huidige artikel 2:42 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt het bekrassen of te bekladden op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:12 van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:43 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt het vervoeren of bij zich hebben van enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur of verfstof of verfgereedschap op de weg of openbaar water. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:13 van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:45 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt het betreden van parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken, grasperken of buiten de daarin gelegen wegen of paden. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:14 van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:46 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt het rijden over de berm, de glooiing of de zijkant van een weg met voertuigen die niet voorzien zijn van rubberbanden. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:15 van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:51 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt het plaatsen of te laten staan van een fiets of een bromfiets op een openbare plaats tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:16 van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:52 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt de voorkoming van overlast van fiets of bromfiets op diverse terreinen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:17 van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:57 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt waar honden mogen loslopen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:18 van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 2:58 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt een opruimplicht van uitwerpselen van honden. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:19 van die verordening geregeld. Dit artikel is daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
In het huidige artikel 2:59, vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening Dronten wordt verwezen naar 2:57, eerste lid, aanhef en onder d van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Als de Verordening fysieke leefomgeving echter in werking treed, is naar hetgeen wordt verwezen echter geregeld in artikel 2:18, eerste lid, aanhef en onder d van de Verordening fysieke leefomgeving. Artikel N van deze verordening zorgt er ook voor dat artikel 2:57 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten komt te vervallen. Voor een juiste verwijzing is dan ook deze wijziging nodig.
Het huidige artikel 4:1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten bevat definitiebepalingen voor hoofdstuk 4, afdeling 1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Omdat hetgeen bepaald is in de artikelen 4:2 tot en met 4:7 en 4:9 tot en met 4:19, al dan niet met (lichte) wijzigingen, met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in die verordening wordt geregeld, komen voornoemde artikelen te vervallen. Alleen artikel 4:8 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten blijft van kracht. Dit artikel bevat echter geen van de in artikel 4:1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten opgenomen definities, zodat met inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving dit artikel niet meer nodig is. Het laten staan van dit artikel zou de Algemene plaatselijke verordening Dronten onnodig lang maken. Met deze wijziging vervalt dit artikel dan ook.
Het huidige artikel 4:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt de aanwijzing van collectieve festiviteiten. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:20 van die verordening geregeld. Dit artikel is op een technische wijziging na daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt de kennisgeving van incidentele festiviteiten. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:21 van die verordening geregeld. Dit artikel is op een aantal technische wijzigingen na daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:5 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent onversterkte muziek. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:22 van die verordening geregeld. Dit artikel is op een technische wijziging na daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:6 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent overige geluidshinder. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:23 van die verordening geregeld. Dit artikel is op een technische wijziging na daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:6a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent (geluid)hinder in de open lucht. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:24 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:6b van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent (geluid)hinder door dieren. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:25 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:6c van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent (geluid)hinder door bromfietsen en dergelijken. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:26 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:7 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent het straatvegen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:27van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:9 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent de toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:28 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:9a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent het oplaten van ballonnen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:29 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:10 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt begripsbepalingen omtrent afdeling 3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Hetgeen in deze afdeling wordt geregeld, wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in die verordening geregeld. Dit begrippen zijn daarin overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent de omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:30 van die verordening geregeld. Dit artikel is, met enkele technische wijzigingen, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:12a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent de afstand van beplanting. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:31 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:13 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent de opslag van voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en andere voorwerpen of stoffen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:32 van die verordening geregeld. Dit artikel is, met enkele technische wijzigingen, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt verbodsbepalingen omtrent hinderlijke of gevaarlijke reclame. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:33 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:16 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepalingen omtrent de vergunningsplicht van (licht)reclame en verwijsborden. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:34 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:17 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt de begripsbepaling van “kampeermiddel”. Deze begripsbepaling wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 1:2 van die verordening geregeld. De begripsbepaling is met technische wijzigingen één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:18 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt bepaling omtrent recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen. Deze bepaling wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:35 van die verordening geregeld. De begripsbepaling is, met technische wijzigingen, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 4:19 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten regelt de aanwijzing van kampeerplaatsen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:36 van die verordening geregeld. Dit artikel is op een technische wijziging na daarin één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent het parkeren van voertuigen van autobedrijf en soortgelijke bedrijven. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:37 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent het te koop aanbieden van voertuigen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:38 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:4 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent het parkeren van defecte voertuigen op de weg. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:39 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:5 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent het parkeren van autowrakken op de weg. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:40 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:6 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent het kampeermiddelen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:41 van die verordening geregeld. Dit artikel is, op een technische wijziging na, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:7 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent het parkeren van reclamevoertuigen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:42 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:8 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent het parkeren van grote voertuigen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:43 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:9 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent het parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:44 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:10 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent het parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:45 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:11 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent de aantasting van groenvoorzieningen door voertuigen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:46 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:12 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent overlast van voertuigen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:47 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:13 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent de inzameling van goederen of geld. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:48 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:14 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten bevat de definitiebepaling van “venten” voor hoofdstuk 5, afdeling 3 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Omdat alle artikelen in voornoemde afdeling met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving waarin dit begrip staat, al dan niet met (lichte) wijzigingen, in die verordening wordt geregeld, komen die artikelen in de Algemene plaatselijke verordening Dronten te vervallen. Met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving is dit artikel dus niet meer nodig. Het laten staan van dit artikel zou de Algemene plaatselijke verordening Dronten onnodig lang maken. Met deze wijziging vervalt dit artikel dan ook.
Het huidige artikel 5:15 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent een ventverbod. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:49 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:16 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent een ventverbod in combinatie met de vrijheid van meningsuiting. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:50 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:17 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten bevat de definitiebepaling van “standplaats” voor hoofdstuk 5, afdeling 4 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Omdat alle artikelen in voornoemde afdeling met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving waarin dit begrip staat, al dan niet met (lichte) wijzigingen, in die verordening worden geregeld, komen die artikelen in de Algemene plaatselijke verordening Dronten te vervallen. Met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving is dit artikel dus niet meer nodig. Het laten staan van dit artikel zou de Algemene plaatselijke verordening Dronten onnodig lang maken. Met deze wijziging vervalt dit artikel dan ook.
Het huidige artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent standplaatsvergunningen en de weigeringsgronden daarvan. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:51 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:19 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent standplaatsvergunningen en de rechthebbende van het perceel. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:52 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:20 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten betreft een afbakeningsbepaling over artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:51 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens technische wijzigingen, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:22 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten bevat de definitiebepaling van “snuffelmarkt” voor hoofdstuk 5, afdeling 5 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Omdat alle artikelen in voornoemde afdeling met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving waarin dit begrip staat, al dan niet met (lichte) wijzigingen, in die verordening worden geregeld, komen die artikelen in de Algemene plaatselijke verordening Dronten te vervallen. Met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving is dit artikel dus niet meer nodig, ook omdat artikel 2:24, eerste lid, onder b van de Algemene plaatselijke verordening Dronten met deze verordening is gewijzigd. Met deze wijziging vervalt dit artikel dan ook.
Het huidige artikel 5:23a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten bevat de definitiebepalingen van “ligplaats” en “vaartuig” voor hoofdstuk 5, afdeling 6 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Omdat alle artikelen in voornoemde afdeling met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving waarin deze begrippen staan, al dan niet met (lichte) wijzigingen, in die verordening worden geregeld, komen die artikelen in de Algemene plaatselijke verordening Dronten te vervallen. Met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving is dit artikel dus niet meer nodig. Het laten staan van dit artikel zou de Algemene plaatselijke verordening Dronten onnodig lang maken. Met deze wijziging vervalt dit artikel dan ook.
Het huidige artikel 5:24 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent voorwerpen die zich op, in of boven openbaar water begeven. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:54 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:25 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent de ligplaats van woonschepen en overige vaartuigen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:55 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:27 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft een verbodsbepaling omtrent het innemen van een ligplaats. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:56 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:27a van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent het afmeren anders dan bij een aangewezen ligplaats door middel van stilliggen, ankeren, meren, of op enigerlei andere wijze met de vaste grond verbinden van een vaartuig. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:57 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:28 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft verbodsbepalingen omtrent het beschadigen van waterstaatswerken. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:58 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:29 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent reddingsmiddelen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:59 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:30 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent de veiligheid op het water. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:60 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:31 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent overlast aan vaartuigen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:61 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:32 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent crossterreinen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:62 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:33 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft bepalingen omtrent beperking van verkeer in natuurgebieden. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:63 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:34 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft verbodsbepalingen om afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:64 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:35 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten bevat de definitiebepaling van “incidentele asverstrooiing” voor hoofdstuk 5, afdeling 9 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten. Omdat alle artikelen in voornoemde afdeling met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving waarin dit begrip staat, al dan niet met (lichte) wijzigingen, in die verordening worden geregeld, komen die artikelen in de Algemene plaatselijke verordening Dronten te vervallen. Met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving is dit artikel dus niet meer nodig. Met deze wijziging vervalt dit artikel dan ook.
Het huidige artikel 5:36 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft verbodsbepalingen voor incidentele asverstrooiing. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:65 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Het huidige artikel 5:37 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten geeft een verbodsbepaling omtrent incidentele asverstrooiing. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 2:66 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Door de overheveling van diverse artikelen van de Algemene plaatselijke verordening Dronten, al dan niet met (lichte) (technische) wijzigingen, naar de Verordening fysieke leefomgeving, zijn de strafbaarstellingen van die overgehevelde artikelen in de Algemene plaatselijke verordening Dronten overbodig geworden, omdat het huidige artikel 6:1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten dan, bij inwerkingtreding van deze verordening, verwijst naar vervallen artikelen. In de Verordening fysieke leefomgeving zijn de betreffende overgehevelde artikelen ook strafbaar gesteld.
Bijlage 1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten bevat de lijst waardevolle particuliere bomen 2016, waarnaar artikel 4:11, eerste lid, van de huidige Algemene plaatselijke verordening Dronten verwijst. Met artikel 1, onder DD van deze verordening komt dit artikel echter te vervallen, omdat de regels omtrent een omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand, en de daarbij behorende bomenlijst, bij inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving zijn geregeld in artikel 2:30 van deze verordening. Bijlage 1 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten is dan overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt bijlage 1 dan ook van de Algemene plaatselijke verordening Dronten.
Bijlage 2 van de Algemene plaatselijke verordening Dronten bevat een overzicht op welke artikelen de Lex Silencio Positivo van toepassing is en welke artikelen niet. Door de overheveling van diverse artikelen van de Algemene plaatselijke verordening Dronten, al dan niet met (lichte) (technische) wijzigingen, naar de Verordening fysieke leefomgeving, zijn diverse artikelen waarnaar de tabel verwijst bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving komen te vervallen. Met deze wijziging wordt daarom een overzicht gegeven van de artikelen die in de Algemene plaatselijke verordening Dronten blijven en die naar de Verordening fysieke leefomgeving zijn verplaatst zijn verwijderd.
In het huidige artikel 1, onder 1 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats 2019 staat de begripsbepaling van “verstrooiingsplaats”, terwijl dit begrip in de verordening verder niet terug komt. Met deze wijziging wordt dit begrip uit de begripsbepalingen verwijderd.
Het huidige artikel 3 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 geeft bepalingen omtrent de openingsstelling van de begraafplaats. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 6:1 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.
Het huidige artikel 9 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 geeft bepalingen omtrent de tijden van begraven en de asbezorging. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 6:2 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.
Het huidige artikel 21 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 geeft bepalingen omtrent niet-blijvende grafbeplanting. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 6:3 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.
Het huidige artikel 22 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 geeft bepalingen omtrent het verwijderen van grafbedekking na een bepaalde termijn. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 6:4 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens technische wijzigingen, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.
Met de overheveling van artikel 3 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 naar de Verordening fysieke leefomgeving is het na de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving niet meer nodig dat artikel 3 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 strafbaar is gesteld in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019. Dit artikel is namelijk komen te vervallen. Deze wijziging verwijderd daarom artikel 3 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019 uit artikel 28 van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats Dronten 2019.
Door de overheveling van bepalingen van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 naar de Verordening fysieke leefomgeving zijn diverse begripsbepalingen overbodig geworden, omdat deze na de invoering van de Verordening fysieke leefomgeving niet meer voorkomen in de tekst van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018. Deze begripsbepalingen zijn daarom verwijderd, om de tekst van de verordening wel overzichtelijk te houden. Het gaat om de begrippen: breekverbod (onder het huidige onderdeel b) en marktconforme kosten (onder het huidige onderdeel g). Tevens zijn enkele technische wijzigingen doorgevoerd.
Het huidige artikel 4 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 geeft bepalingen omtrent het instemmingsvereiste voorafgaande aan werkzaamheden. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 7:1 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018.
Het huidige artikel 5 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 geeft bepalingen omtrent aanvragen en meldingen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 7:2 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018.
Het huidige artikel 6 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 verwijst diverse malen naar artikel 4 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018. Met de invoering van de Verordening fysieke leefomgeving worden de bepalingen in artikel 4 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 echter geregeld in artikel 7:1 van de Verordening fysieke leefomgeving. Daarom regelt deze wijziging een juiste verwijzing naar artikel 7:1 van de Verordening fysieke leefomgeving. Tevens zijn enkele technische wijzigingen doorgevoerd.
Het huidige artikel 7 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 geeft bepalingen omtrent voorschriften die kunnen worden gegeven bij een instemmingsbesluit. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 7:3 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018.
Het huidige artikel 8 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 geeft bepalingen omtrent het (mede) gebruik van voorzieningen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 7:4 van die verordening geregeld. Dit artikel is, behoudens een technische wijziging, één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018.
Het huidige artikel 12 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 geeft bepalingen omtrent niet-openbare kabels en leidingen. Dit onderwerp wordt bij de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving in artikel 7:5 van die verordening geregeld. Dit artikel is één op één overgenomen. Daarmee is, na inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving, dit artikel in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018 overbodig geworden. Met deze wijziging vervalt het artikel dan ook in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Dronten 2018.
Met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving is de Marktverordening Dronten 2013 overbodig geworden. Alle artikelen zijn, met enkele technische wijzigingen, één op één overgenomen in deze verordening. Deze wijziging bewerkstelligt de intrekking van de Marktverordening Dronten 2013.
Met de inwerkingtreding van de Verordening fysieke leefomgeving is de Erfgoedverordening 2016 overbodig geworden. Alle artikelen zijn, behoudens technische wijzigingen, één op één overgenomen in deze verordening. Deze wijziging bewerkstelligt de intrekking van de Erfgoedverordening 2016.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-174375.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.