Wijziging van de Verordening op de beplantingen in Leiderdorp 2018

De raad van de gemeente Leiderdorp;

 

gelezen het voorstel van 26 februari 2024, nr. Z/24/156493/350192;

 

gezien het advies van het Politiek Forum van 25 maart 2024;

 

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en de Verordening op de beplantingen in Leiderdorp 2018;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening tot wijziging van de Verordening op de beplantingen in Leiderdorp 2018

Artikel I Wijziging Verordening op de beplantingen in Leiderdorp 2018

De Verordening op de beplantingen in Leiderdorp 2018 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder a, komt te luiden:

    • a.

      beplanting: alle bomen, houtopstanden en overige al dan niet overblijvende gewassen, waaronder begrepen heesters, struiken, bloemen en planten;

  • B.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder b, komt te luiden:

    • b.

      bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag voor een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet.

  • C.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder c, komt te luiden:

    bomenfonds: het gemeentelijk fonds voor onderhoud en instandhouding van waardevolle bomen en houtopstanden;

  • D.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder h, komt te luiden:

    • h.

      compenserende maatregelen: herstellende maatregelen die de ten gevolge van een ruimtelijk project aangetaste beplanting binnen de uitvoeringstermijn van dat project weer in afdoende functionele staat brengen;

  • E.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder j, komt te luiden:

    • j.

      gemeentelijke boom of houtopstand: een boom of houtopstand in eigendom van de gemeente;

  • F.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder k, komt te luiden:

    • k.

      groentoets: een beoordeling voor alle beplantingen van de gevolgen van voorgenomen bouw-, aanleg- of projectwerkzaamheden, inclusief een plan van aanpak met mitigerende en compenserende maatregelen voor het tegengaan van negatieve effecten op het groen;

  • G.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder n, komt te luiden:

    • n.

      houtopstand: zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend;

  • H.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder r, komt te luiden:

    • r.

      kappen: het geheel of grotendeels bovengronds verwijderen van een boom;

  • I.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder t, komt te luiden:

    • t.

      Lijst met bijzonder waardevolle bomen en houtopstanden: een lijst met bomen en houtopstanden die een bijzondere waarde hebben voor de leefomgeving;

  • J.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder u, komt te luiden:

    • u.

      mitigerende maatregelen: ‘verzachtende’ maatregelen die in stand te houden bomen of houtopstanden beschermen tijdens de uitvoeringsfase van een ruimtelijk project;

  • K.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder v, komt te luiden:

    • v.

      particuliere boom of houtopstand: een boom of houtopstand in eigendom van een particulier, bijvoorbeeld een burger, stichting of vereniging, die niet vrij toegankelijk is;

  • L.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder x, komt te luiden:

    • x.

      rooien: het ondergronds verwijderen van de stobbe of wortelkluit van een boom of houtopstand;

  • M.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder y, komt te luiden:

    • y.

      ruimtelijke ontwikkeling: een bouwproject of herinrichtingsproject in afwijking van het geldende omgevingsplan, waarvoor een uitwerkings- of wijzigingsplan dan wel een buitenplanse omgevingsplanactiviteit noodzakelijk is;

  • N.

    Artikel 1 (Begripsbepalingen), eerste lid, onder bb, komt te luiden:

    • bb.

      waardevolle boom of houtopstand: een boom of houtopstand die is opgenomen in de Lijst met bijzonder waardevolle bomen en houtopstanden.

  • O.

    Artikel 2 (Toepassingsbereik), komt te luiden:

    • 1.

      Deze verordening is van toepassing op:

      • a.

        beplantingen die gelegen zijn binnen de bebouwde kom als bedoeld in artikel 4.1, onderdeel a, van de Wet natuurbescherming, zoals dat artikel luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, en:

      • b.

        houtopstanden die gelegen zijn buiten de bebouwde kom als bedoeld in artikel 4.1, onderdeel a, van de Wet natuurbescherming, voor zover het niet gaat om houtopstanden als bedoeld in artikel 4.1, onderdelen c, d, e en h, van de Wet natuurbescherming, zoals dat artikel luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • P.

    Artikel 4 (Aanwijzing waardevolle houtopstanden), titel, komt te luiden:

    Artikel 4 Aanwijzing waardevolle bomen en houtopstanden

  • Q.

    Artikel 4 (Aanwijzing waardevolle houtopstanden), eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Het college stelt ten minste elke vijf jaar een Lijst van bijzonder waardevolle bomen en houtopstanden vast. Voor de op de lijst opgenomen bomen en houtopstanden worden ten minste een omschrijving, de standplaats, het kadastrale perceelnummer, de zakelijk gerechtigden en de reden voor plaatsing op de lijst vermeld. Zo nodig wordt een kaart bijgevoegd met daarop aangeduid de beschermde boom of houtopstand.

  • R.

    Artikel 4 (Aanwijzing waardevolle houtopstanden), tweede lid, komt te luiden:

    • 2.

      De eigenaar van de op de lijst te plaatsen boom of houtopstand wordt van deze voorgenomen plaatsing zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis gesteld. Hij wordt in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze met betrekking tot de plaatsing op de lijst binnen vier weken na de datum van kennisgeving schriftelijk aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken. Bomen of houtopstanden waarvoor deze procedure loopt vallen onder het verbod van artikel 5, eerste lid, van deze Verordening.

  • S.

    Artikel 4 (Aanwijzing waardevolle houtopstanden), derde lid, komt te luiden:

    • 3.

      De criteria voor aanwijzing van bijzonder waardevolle bomen en houtopstanden zijn vastgesteld in bijlage 2 van het geldende Bomenbeleidsplan.

  • T.

    Artikel 4 (Aanwijzing waardevolle houtopstanden), zesde lid, komt te luiden:

    • 6.

      De eigenaar van een boom of houtopstand die op de lijst staat vermeld, is verplicht schriftelijk aan de gemeente melding te doen van het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van de boom of houtopstand anders dan door kap of velling op grond van een verleende vergunning. Deze mededeling dient te geschieden onmiddellijk na het geheel of gedeeltelijk tenietgaan.

  • U.

    Artikel 5 (Verbod vellen houtopstanden), titel, komt te luiden:

    Artikel 5 Verbod kappen bomen en vellen houtopstanden

  • V.

    Artikel 5 (Verbod vellen houtopstanden), eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag een boom te kappen of te doen kappen of een houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • W.

    Artikel 5 (Verbod vellen houtopstanden), tweede lid, komt te luiden:

    • 2.

      Het in het eerste lid opgenomen verbod geldt niet voor:

      • a.

        het kappen van een boom of het vellen van een houtopstand krachtens de Plantgezondheidswet;

      • b.

        het kappen van een boom of het vellen van een houtopstand op bevel van de burgemeester in het kader van een spoedeisend belang;

      • c.

        het knotten als noodzakelijke beheermaatregel bij knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen;

      • d.

        het dunnen, m.u.v. van bomen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, als beheermaatregel voor een boom of een houtopstand;

      • e.

        het kappen of vellen, niet zijnde voor een ruimtelijke ontwikkeling, van een particuliere boom of houtopstand die niet vermeld staat op de Lijst met bijzonder waardevolle bomen en houtopstanden als benoemd in artikel 4, eerste lid;

      • f.

        het kappen van een boom of het vellen van een houtopstand in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling waarvoor een groentoets met positieve eindconclusie is goedgekeurd door het bevoegd gezag.

  • X.

    Artikel 5 (Verbod vellen houtopstanden), derde lid, aanhef en onder a, komt te luiden:

    • 3.

      Een vergunning als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt, tenzij er sprake is van een boom of houtopstand op de Lijst met bijzonder waardevolle bomen en houtopstanden, na onderzoek, verleend indien:

      • a.

        voldaan wordt aan één of meer van de overlastcriteria zoals beschreven in het geldende Bomenbeleidsplan; of

  • Y.

    Artikel 6 (Groentoets), tweede lid, komt te luiden:

    • 2.

      Bij elke ruimtelijke ontwikkeling dient een quickscan ten behoeve van de groentoets te worden uitgevoerd, indien:

      • a.

        in het te ontwikkelen gebied en/of binnen een straal van 50 meter van de projectgrens beplantingen staan;

      • b.

        langs mogelijke aanrijroutes van bouwverkeer beplantingen staan;

      • c.

        er sprake is van bronbemaling binnen een straal van 1 kilometer rond het projectgebied.

  • Z.

    Artikel 6 (Groentoets), derde lid, komt te luiden:

    • 3.

      Indien uit de quickscan ten behoeve van de groentoets blijkt dat beplantingen negatief worden beïnvloed door de ruimtelijke ontwikkeling en/of werkzaamheden daaromtrent, dient een volledige groentoets te worden uitgevoerd.

  • AA.

    Artikel 7 (Vergunning: aanvraag, beslistermijn, besluit en geldigheidsduur), titel, komt te luiden:

    Artikel 7 (Vergunning: aanvraag, beslistermijn, besluit, inwerkingtreding en geldigheidsduur)

  • BB.

    Artikel 7 (Vergunning: aanvraag, beslistermijn, besluit en geldigheidsduur), eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Op de aanvraag van een vergunning, de beslistermijn, het besluit op de aanvraag en de inwerkingtreding zijn de Algemene wet bestuursrecht en de Omgevingswet van toepassing.

  • CC.

    Artikel 7 (Vergunning: aanvraag, beslistermijn, besluit en geldigheidsduur), tweede lid, komt te luiden:

    • 2.

      De vergunning tot kappen of vellen als bedoeld in deze verordening heeft een geldigheidsduur van één jaar. Deze termijn gaat in op het moment van inwerkingtreding van de verleende vergunning.

  • DD.

    Artikel 8 (Herplantplicht en overige voorschriften) komt te luiden:

    • 1.

      Het college verbindt aan een vergunning voor het kappen van een boom of het vellen van een houtopstand in ieder geval als voorschrift dat binnen een door het college te bepalen termijn en overeenkomstig door het college te geven aanwijzingen wordt herplant, tenzij zwaarwegende redenen zich daartegen verzetten.

    • 2.

      Het college kan bepalen dat herplant geschiedt met een boom of houtopstand die vergelijkbaar is met de gekapte boom of de gevelde houtopstand.

    • 3.

      Indien herplant niet in redelijkheid op hetzelfde perceel of in de directe omgeving kan geschieden, wordt in plaats van het in het eerste lid bedoelde voorschrift als voorschrift opgenomen dat de boom niet mag worden gekapt of de houtopstand niet mag worden geveld voordat een door het college te bepalen bedrag, dat gelijk is aan de herplantwaarde, in het gemeentelijk herplantfonds is gestort. Voordat het college een dergelijk voorschrift opneemt, dient door de aanvrager van de vergunning een taxatie van de herplantwaarde door een taxateur van bomen te worden overgelegd.

    • 4.

      Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen behoren aanwijzingen ter bescherming van in, op en rond de boom of houtopstand voorkomende flora en fauna.

    • 5.

      Het verbod in artikel 5 geldt ook voor bomen of houtopstanden die in het kader van het eerste lid van artikel 8 zijn aangeplant.

  • EE.

    Artikel 9 (Herplantplicht bij overtreding verbod), eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Indien een boom of houtopstand in strijd met een in deze verordening opgenomen verbod zonder vergunning is gekapt of geveld, legt het college de verplichting op dat binnen een door het college te bepalen termijn en overeenkomstig door het college te geven aanwijzingen, wordt herplant. Deze verplichting wordt opgelegd aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de boom of de houtopstand bevond, dan wel aan degene die de boom heeft gekapt dan wel doen kappen of de houtopstand heeft geveld dan wel heeft doen vellen.

  • FF.

    Artikel 10 (Gemeentelijk Herplantfonds), tweede lid, komt te luiden:

    • 2.

      In het door het college ingestelde Herplantfonds worden financiële bijdragen gestort:

      • a.

        door vergunninghouders ter uitvoering van een in de vergunning opgenomen voorschrift tot financiële compensatie van de met vergunning te kappen bomen of te vellen houtopstanden;

      • b.

        door rechthebbenden en/of overtreders nadat een boom of houtopstand waarop het verbod tot kappen of vellen van toepassing is, zonder vergunning is gekapt of geveld, en in het kader van handhavingsmaatregelen geen herplantplicht op het perceel kan worden opgelegd ter uitvoering van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom.

  • GG.

    Artikel 10 (Gemeentelijk Herplantfonds), derde lid, komt te luiden:

    • 3.

      De aan bomen of houtopstanden gelieerde gelden in het herplantfonds mogen worden gebruikt ten behoeve van de uitbreiding van het in de gemeente aanwezige openbare groen, waaronder bomen en houtopstanden.

  • HH.

    Artikel 10 (Gemeentelijk Herplantfonds), vierde lid, komt te luiden:

    • 4.

      Uitgangspunt bij besteding uit het herplantfonds is om de herplant te realiseren in het plantseizoen (periode november tot en met maart) volgend op het kappen van de boom of het vellen van de houtopstand.

       

      Het college van burgemeester en wethouders stelt elk jaar vóór 15 september een plantlijst vast, waarin wordt aangegeven wat het totaal aan ontvangen bedragen is, en waar de gemeente voornemens is bomen of houtopstanden vanuit het herplantfonds te planten.

       

      De raad wordt jaarlijks door het college geïnformeerd over de inkomsten en uitgaven van het herplantfonds.

  • II.

    Artikel 11 (Instandhoudingsplicht en aanschrijving), eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Wordt een boom of houtopstand in het voortbestaan ernstig bedreigd door menselijk handelen, dan kan het college aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de boom of houtopstand bevindt, dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van maatregelen bevoegd is, de last opleggen om:

      • a.

        een advies te laten opstellen door een boomtechnisch deskundige, waarin de gevolgen van het menselijk handelen voor de boom of houtopstand en mogelijke maatregelen worden weergegeven;

      • b.

        overeenkomstig de door het college te geven aanwijzingen en binnen een door het college te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

  • JJ.

    Artikel 14 (Overgangsbepaling), derde lid, komt te luiden:

    • 3.

      De “Lijst met bijzonder waardevolle bomen en houtopstanden (2006)” blijft van kracht totdat overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 1, een nieuwe “Lijst van bijzonder waardevolle bomen en houtopstanden” is vastgesteld.

Artikel II Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot wijziging van de Verordening op de beplantingen in Leiderdorp 2018.

Artikel III Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Leiderdorp op 8 april 2024,

de griffier,

mevrouw H.K.B. Fobler

de voorzitter,

mevrouw T.C.M. Struik

Naar boven