Wijzigingsbesluit Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Maastricht 2019 - versie 1, inzake de gewijzigde richtlijn indicatiestelling huishoudelijke hulp per 15 april 2024

Het college van de gemeente Maastricht, conform het besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2024, nr. 2024.00981 inzake de invoering van een nieuwe richtlijn indicatiestelling hulp bij het huishouden per 15 april 2024.

 

Besluit vast te stellen de volgende wijziging van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Maastricht 2019 - versie 1

Artikel I Wijziging van Bijlage 3 Richtlijn indicatiestelling hulp bij het huishouden

Per 15 april 2024 treedt een nieuwe richtlijn indicatiestelling hulp bij het huishouden in werking. De nieuwe richtlijn is opgenomen als bijlage 3 van het besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Maastricht en vervangt de huidige richtlijn indicatiestelling hulp bij het huishouden.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking op 15 april 2024.

Artikel III Overgangsrecht

  • Tot datum inwerkingtreding geldt het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Maastricht 2019, versie 1, geldend van 06-02-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024.

  • Het nieuwe besluit treedt onmiddellijk in werking vanaf 15 april 2024.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders gemeente Maastricht in zijn vergadering van 26 maart 2024.

De Secretaris,

G.J.C. Kusters

De Burgemeester,

W.A.G. Hillenaar

Bijlage 3: Richtlijn indicatiestelling Hulp bij het huishouden (Vanaf 15 april 2024)

 

1. Inleiding

Deze bijlage bevat de beleidsregels voor de toekenning van de dienstverlening hulp bij het huishouden. Met het opnemen van deze beleidsregels in het besluit maatschappelijke ondersteuning geeft de gemeente aan wanneer en in welke mate hulp bij het huishouden aan de orde is.

 

De beleidsregels bieden slechts handvatten en geven slechts een indicatie over de omvang. Belangrijk is te onderstrepen dat in alle gevallen de individuele situatie van de cliënt het uitgangspunt is. De in deze richtlijn opgenomen tijdsnormeringen zijn daarom slechts indicatief.

 

Voor de onderbouwing van de maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden, maken we gebruik van de opzet en tijdsnormering van het Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning 2019 (bureau HHM). De tijdsnormeringen voor de het resultaat wasverzorging zijn – gelet op de jurisprudentie - ontleend aan de normering van het Centrum indicatiestelling Zorg (2006).

 

2. Gemiddelde cliëntsituatie

Het vertrekpunt is steeds een ‘gemiddelde cliëntsituatie’. Op basis van deze gemiddelde cliëntsituatie krijgen de normtijden een algemeen karakter en wordt voorkomen dat op alle mogelijk denkbare uitzonderingen apart beleid moet worden ontwikkeld. De gemiddelde cliëntsituatie is als volgt omschreven:

 

Gemiddelde cliëntsituatie:

 

  • Een huishouden met 1 of 2 volwassenen zonder thuiswonende kinderen;

  • Wonend in een zelfstandige huisvestingssituatie, gelijkvloers of met een trap;

  • Er zijn geen huisdieren aanwezig die extra inzet van ondersteuning vragen;

  • De cliënt kan de woning dagelijks op orde houden (bijvoorbeeld aanrecht afnemen, algemeen opruimen) zodat deze gereed is voor de schoonmaak;

  • De cliënt heeft geen mogelijkheden om zelf bij te dragen aan de activiteiten die moeten worden uitgevoerd;

  • Er is geen ondersteuning vanuit mantelzorgers, netwerk en vrijwilligers bij activiteiten die moeten worden uitgevoerd;

  • Er zijn geen beperkingen of belemmeringen aan de orde bij de cliënt die maken dat de woning extra vervuilt of dat de woning extra schoon moet zijn;

  • De woning heeft geen uitzonderlijke inrichting en is niet extra bewerkelijk of extra omvangrijk.

Niet iedere cliënt past in deze omschrijving van de gemiddelde cliëntsituatie. Voor cliënten waarbij de gemiddelde situatie niet van toepassing is, kunnen invloedsfactoren worden meegewogen. Deze staan in het normenkader als ‘meer inzet’ of ‘minder inzet’. Daarmee wordt voor iedere cliënt maatwerk gerealiseerd.

 

Let op dat de aanwezigheid van deze kenmerken niet automatisch leidt tot meer inzet. Het is steeds de vraag aan de toegang of een kenmerk leidt tot extra vervuiling of vraagt om een extra niveau van schoon, waardoor meer inzet nodig is.

 

 

Bij toepassing van het normenkader wordt een optelsom van de resultaatgebieden gemaakt waarbij de cliënt ondersteuning nodig heeft. Zo nodig wordt ‘meer inzet’ opgeteld en ‘minder inzet’ afgetrokken.

 

Het normenkader wordt op de volgende manier geïnterpreteerd:

 

  • De ondersteuningstijd zoals in het kader weergegeven bij de gemiddelde cliëntsituatie, betreft volledige professionele overname van alle activiteiten. Dit vormt de basis die voor de individuele cliënt op maat moet worden gemaakt.

  • Het betreft uren/minuten per week,

  • De professionele hulp verdeelt zelf de uit te voeren werkzaamheden en de beschikbaar gestelde uren in de tijd, uiteraard in overleg met de cliënt. Zo worden uiteindelijk alle activiteiten uit het ondersteuningsplan met de overeengekomen frequentie uitgevoerd (dus ook de activiteiten die niet elke week hoeven worden uitgevoerd). In paragraaf 4 is een overzicht opgenomen van de activiteiten en frequentie van uitvoering hiervan waarop het normenkader is gebaseerd.

  • Het normenkader betreft de voor de hulp beschikbare totale tijd. Het betreft dus geen instructietijd voor het uitvoeren van bepaalde activiteiten. In ieder huishouden, in iedere situatie, is sprake van net weer wat andere verdelingen van activiteiten en van de tijd die dit kost.

  • In het normenkader is naast de directe tijd ook indirecte tijd opgenomen. Dit is tijd die nodig is voor binnenkomen, afspraken maken, interactie met de cliënt en bijvoorbeeld het pakken en opruimen van schoonmaakmiddelen. Deze indirecte tijd is even noodzakelijk als de directe tijd om de beoogde resultaten te behalen.

  • De totale tijd die conform het normenkader beschikbaar wordt gesteld, zien wij als het jaarlijks aantal uren dat is te besteden ten behoeve van de te bereiken resultaten. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat deze totaaltijd toereikend is om te doen wat nodig is in de gemiddelde cliëntsituatie. Voorwaarde hiervoor is daarom dat goed onderzoek is gedaan naar de individuele situatie van de cliënt (keukentafelgesprek).

  • Met dit normenkader kan een verantwoord niveau van een schoon, opgeruimd en georganiseerd huishouden worden gerealiseerd. Aandachtspunt is dat persoonlijke opvattingen van cliënten of hulpen soms anders zijn dan waarop dit normenkader is gebaseerd. In deze is dan het normenkader leidend, omdat deze op basis van onderzoek bij en met vele cliënten en in afstemming met diverse deskundigen tot stand is gekomen.

3. Normkader in uren/minuten per week1

 

Normenkader: activiteiten en frequenties

 

 

 

Naar boven