Beleidsregels leerlingenvervoer 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;

 

gelezen het voorstel d.d. 4 april 2024, nummer Z/24/721350;

 

overwegende dat het leerlingenvervoer de volgende uitgangspunten kent:

  • leerlingen reizen zo zelfstandig mogelijk naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school;

  • niet de beperkingen, maar de mogelijkheden van de leerling en de ouder(s)/verzorger(s) staan centraal. Leerlingenvervoer draagt zo mogelijk bij aan de groei naar zelfstandigheid/zelfredzaamheid van leerlingen;

  • een zo goedkoop mogelijke passende voorziening;

  • stimuleren gebruik van fiets, openbaar vervoer en eigen auto.

 

overwegende dat voor de uitvoering van het leerlingenvervoer beleidsregels zijn vastgesteld;

 

gelet op de Verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Dalfsen 2022;

 

gelet op noodzakelijke aanpassingen in verband met systematiek drempelbedrag en autokostenvergoeding;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen “beleidsregels leerlingenvervoer 2024” en in te trekken “beleidsregels leerlingenvervoer 2023”

 

Artikel 1 Dichtstbijzijnde toegankelijke school

Voor de toekenning van een vergoeding wordt uitgegaan van de kosten van het vervoer naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school.

 

1.1 Afstand

Om voor een vergoeding in aanmerking te komen gelden er afstandscriteria:

  • voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs geldt een afstandsgrens van zes kilometer en;

  • voor een leerling met een ‘structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische handicap’ die een school voor regulier basis- of voortgezet onderwijs bezoekt, geldt geen afstandscriterium.

 

Voor het meten van de afstand wordt gebruik gemaakt van ANWB routeplanner (www.anwb.nl/verkeer/routeplanner). Bij vervoersmiddel wordt gekozen voor kortste afstand per fiets.

 

1.2 Onderwijssoorten

Op grond van de verordening leerlingenvervoer kennen wij de volgende onderwijssoorten:

  • basisonderwijs (openbaar en bijzonder);

  • speciale scholen voor basisonderwijs;

  • speciaal en voortgezet (speciaal) onderwijs (onderverdeeld in vier clusters zoals omschreven in de WEC).

 

Artikel 2 Soort vervoer/vergoeding

Bij de beoordeling van de aanvraag wordt aan de hand van onderstaand overzicht bepaald welk soort vervoer/vergoeding wordt toegekend:

 

  •  

  • BO 4 – 10 jaar

  • BO > 10 jaar

  • SBO 4 – 10 jaar

  • SBO > 10 jaar

  • SO

  • VSO

  • 6 – 10 km

  • Onder begeleiding

  • Fiets-

  • vergoeding

  • (alternatief openbaar vervoer (OV).

  •  

  • Zelfstandig

  • Fiets-

  • vergoeding

  • (alternatief OV)

  •  

  • Onder begeleiding

  • Fiets-

  • vergoeding

  • (alternatief OV/ vergoeding auto of aangepast vervoer (AV)

  •  

  • Zelfstandig

  • Fiets-

  • vergoeding

  • (alternatief OV, vergoeding auto of AV)

  •  

  • Onder begeleiding

  • Vergoeding auto

  • (alternatief (AV)

  • Zelfstandig

  • Fiets-

  • vergoeding (alternatief OV/ vergoeding auto of AV)

  • 10 – 15 km

  • Onder begeleiding

  • Fiets-

  • vergoeding

  • (alternatief OV/AV)

  •  

  • Zelfstandig

  • Fiets-

  • vergoeding

  • (alternatief OV)

  • (alternatief (in winter) vergoeding auto of AV)

  • Onder begeleiding

  • OV

  • (alternatief vergoeding auto of AV)

  • Zelfstandig

  • Fiets-vergoeding

  • (in winter vergoeding auto of AV)

  • (alternatief OV, vergoeding auto of AV)

  •  

  •  

  • Onder begeleiding

  • Vergoeding auto

  • (alternatief AV)

  • Zelfstandig

  • Fiets-

  • vergoeding (alternatief OV/ vergoeding auto of AV)

  • > 15 km

  • Onder begeleiding OV

  • (alternatief: vergoeding auto of AV)

  • Zelfstandig

  • Fietsvergoeding/OV

  • (alternatief: vergoeding auto of AV)

  • Onder begeleiding

  • OV

  • (alternatief: vergoeding auto of AV)

  • Zelfstandig

  • Fiets-

  • vergoeding

  • (alternatief OV/ vergoeding auto of AV)

  • Onder begeleiding

  • vergoeding auto

  • (alternatief AV)

  • Zelfstandig

  • Fiets-

  • vergoeding

  • (alternatief OV/ vergoeding auto of AV)

 

2.1 Eigen vervoer per fiets of openbaar vervoer

Uitgangspunt is eigen vervoer per fiets of openbaar vervoer.

2.1.a. eigen vervoer per fiets

Getoetst wordt of de leerling in staat is om zelfstandig of onder begeleiding met de fiets de school te bezoeken:

  • van kinderen vanaf 10 jaar verwachten wij dat zij oplopend tot en met groep 8 al dan niet onder begeleiding 15 kilometer kunnen fietsen. Dit wordt gezien als voorbereiding op het voortgezet (speciaal) onderwijs;

  • voor leerlingen van het voortgezet (speciaal) onderwijs wordt een tegemoetkoming in de kosten van het vervoer per fiets verstrekt. Pas als dit niet mogelijk is, komen zij in aanmerking voor een andere tegemoetkoming in de kosten van het vervoer.

Bij de beoordeling wordt in overweging genomen: de handicap van de leerling, de veiligheid van de route en de afstand. Indien nodig kan een medisch advies betrokken worden bij de beoordeling.

2.1.b. openbaar vervoer

Getoetst wordt of de leerling in staat is om zelfstandig of onder begeleiding met het openbaar vervoer te reizen. Bij de beoordeling wordt in overweging genomen: de handicap van de leerling, de veiligheid van de route en de afstand. Indien nodig kan een medisch advies betrokken worden bij de beoordeling.

2.2 Aangepast vervoer

Ouders/verzorgers komen in aanmerking voor een vergoeding van kosten van aangepast vervoer, indien:

  • 1.

    de reistijd met het openbaar vervoer meer bedraagt dan anderhalf uur en de reistijd met het aangepast vervoer tot 50% minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

  • 2.

    de leerling alleen onder begeleiding met het openbaar vervoer kan en met de begeleiding meer dan drie uur gemoeid is;

  • 3.

    openbaar vervoer tussen huis en school ontbreekt, tenzij de leerling zelf gebruik kan maken van het vervoer per fiets;

  • 4.

    de leerling, gelet op zijn geestelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van het openbaar vervoer gebruik te maken.

Ad 4. Ouders/verzorgers moeten in dit geval recente medische informatie (niet ouder dan twee jaar), diagnose(s) en verklaring(en) van een specialist/behandelend arts (niet de huisarts) en/of orthopedagoog/psycholoog/psychiater toe te voegen ter onderbouwing.

2.2.1 individueel vervoer

Uitgangspunt aangepast vervoer is gecombineerd vervoer met andere leerlingen. Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen kan een leerling tijdelijk individueel vervoerd moeten worden, waarbij voldaan moet zijn aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    er is een medische noodzaak;

  • b.

    voldoende begeleiding in gecombineerd vervoer is niet mogelijk en;

  • c.

    de leerling wordt de rest van de dag ook individueel begeleid.

2.3 Eigen vervoer

Daarnaast is het mogelijk, dat ouders/verzorgers in aanmerking komen voor een vergoeding als zij hun kind(eren) zelf wensen te vervoeren.

2.4 Vergoeding kosten vervoer

Bij vergoeding kosten vervoer wordt uitgegaan van 200 dagen per schooljaar en wordt de vergoeding berekend als volgt berekend:

  • vergoeding fiets: met als instelling ‘fiets’ en via de kortste route berekend;

  • vergoeding auto: met als instelling ‘auto’ en via de kortste route berekend.

 

Artikel 3 Drempelbedrag

Er wordt van ouders/verzorgers een drempelbedrag verlangd wanneer hun belastbaar verzamelinkomen over het peiljaar meer bedraagt dan de, door de VNG jaarlijks geïndexeerde, inkomensgrens. Voor het schooljaar 2024-2025 bedraagt de inkomensgrens € 29.700,00 (peiljaar 2022). De bijdrage is van toepassing bij bezoek aan een school voor basisonderwijs of een school voor speciaal basisonderwijs per leerling en is gebaseerd op de kosten van het openbaar vervoer. Hierbij zijn de kosten van het openbaar vervoer het gereduceerd tarief dat geldt voor personen van 4 t/m 11 jaar voor het reizen per ov-chipkaart twee keer per dag per bus gedurende 200 schooldagen over de drempelafstand van 6 kilometer. Dankzij steun vanuit het Rijk blijft dit ongewijzigd. Voor het schooljaar 2024-2025 betekent dit een bedrag van € 596,00 en is als volgt berekend: € 1,08 (landelijk basistarief) + (6 (drempelafstand van 6 kilometer) x € 0,196 (kilometertarief ov-chipkaart) = € 2,256. Jaarkosten: € 2,256 x 2 (ritten per dag) x 200 (aantal schooldagen per jaar) = € 902,40. Rekening houdend met kortingstarief van 4 t/m 11 jarigen van 34% wordt het drempelbedrag € 595,58 en afgerond € 596,00.

Voor het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs geldt het drempelbedrag voor maximaal één kind per gezin. De genoemde drempelbedragen zijn op jaarbasis.

Indien ouders/verzorgers aangeven dat hun belastbaar gezinsinkomen in het peiljaar hoger ligt dan de inkomensgrens zijn zij niet verplicht een kopie van het definitieve aanslagbiljet inkomstenbelasting of een inkomensverklaring (voorheen IB 60 verklaring) aan ons over te leggen. Indien ouders/verzorgers aangeven dat hun belastbaar gezinsinkomen in het peiljaar lager ligt dan de inkomensgrens zijn zij verplicht een kopie van één van bovengenoemde documenten aan ons over te leggen.

 

Artikel 4 Aanvullende draagkrachtafhankelijke bijdrage

Indien de te bezoeken school op meer dan 20 kilometer van de woning ligt en het belastbaar gezinsinkomen van de ouders/verzorgers over het peiljaar meer bedraagt dan de inkomensgrens, moeten zij een aanvullende draagkrachtafhankelijke bijdrage betalen. Als die situatie zich voordoet, wordt het belastbaar gezinsinkomen opgevraagd.

 

Artikel 5 Kilometervergoeding fiets en auto

Voor het eigen vervoer wordt bij de autovergoeding uitgegaan van de maximaal fiscaal toegestane onbelaste autovergoeding en is € 0,23 per kilometer. Voor de fiets blijft de huidige vergoeding van € 0,09 per kilometer van kracht en wordt uitgekeerd voor de kilometers die de leerling aflegt.

 

Artikel 6 Eenmalige fietsvergoeding

Een leerling fietst naar school. Als extra stimulans wordt na ondertekening verklaring, naast de reguliere fietsvergoeding, een eenmalige extra vergoeding toegekend. Deze eenmalige extra vergoeding is € 500 bij een afstand tot 10 kilometer en € 1.000 bij een afstand van meer dan 10 kilometer.

 

Artikel 7 Afwijken van bepalingen en gevallen waarin de regeling niet voorziet

In het leerlingenvervoer zal zich een aantal concrete gevallen voordoen, waarin de verordening niet voorziet. Te denken valt onder andere aan:

  • varianten van het combinatievervoer (bijvoorbeeld aangepast plus openbaar vervoer);

  • gemeenschappelijke afspraken met andere gemeenten;

  • varianten in het gebruik van eigen vervoer.

Indien het gaat om individuele aanvragen worden deze op de gebruikelijke wijze afgehandeld.

 

In de hardheidsclausule is bepaald dat het college in bijzondere gevallen voor het vervoer naar het onderwijs ten gunste van de ouders kan afwijken van de bepalingen in de verordening. Voorbeelden hiervan zijn als:

  • sprake is van groepsvervoer, georganiseerd door de ouders, en het college een daarop geënte bekostiging wil betalen;

  • sprake is van een voor het kind onaanvaardbare onderwijsinhoudelijke dan wel onhoudbare praktische situatie op de dichtstbij gelegen toegankelijke school. Indien daarvan sprake is - de bewijslast daarvan ligt bij de ouders - kan bekostiging volgen van de kosten van vervoer naar een verder gelegen toegankelijke school;

  • een leerling fietst of met het openbaar vervoer naar school gaat. Om de zelfredzaamheid en het fietsen en het openbaar vervoer te stimuleren, wordt in deze gevallen geen drempelbedrag in rekening gebracht;

  • ouders/verzorgers het kind/kinderen naar school brengt/brengen. Om het eigen vervoer en grotere betrokkenheid van ouders/verzorgers bij de school te stimuleren, wordt in deze gevallen geen drempelbedrag in rekening gebracht

 

Artikel 8 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als “beleidsregels leerlingenvervoer 2024”;

  • 2.

    De “beleidsregels leerlingenvervoer 2023” in werking getreden op 15 april 2023 wordt bij de inwerkingtreding van deze regeling ingetrokken;

  • 3.

    Deze regeling treedt op 1 augustus 2024 in werking.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen in haar vergadering van 16 april 2024.

Het college voornoemd,

de burgemeester, de gemeentesecretaris / algemeen directeur

drs. E. van Lente H.J. van der Woude

Naar boven