Havenverordening Dordrecht, tweede wijziging

De raad van de gemeente Dordrecht;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van datum; raadsstuk nummer;

 

gelet op de artikelen 147, 149 ven 156, derde lid van de Gemeentewet;

 

overwegende,

 

  • -

    dat het naar aanleiding van recente ontwikkelingen en nieuwe inzichten wenselijk is de Havenverordening Dordrecht op enkele punten aan te passen;

  • -

    de Havenverordening Dordrecht dient ter bevordering van een goed havenbeheer, daaronder begrepen het efficiënt gebruik, de veiligheid en het milieu van de haven en de omgeving van de haven, en de kwaliteit van de dienstverlening in de haven.

 

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de navolgende Havenverordening Dordrecht, tweede wijziging.

 

Artikel I

De Havenverordening Dordrecht wordt als volgt gewijzigd.

 

A.

Onder het tweede gedachtestreepje van de considerans wordt na “de ordening” ingevoegd “(efficiënt gebruik van de haven)’.

 

B.

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    in de begripsomschrijving “binnentankschip” wordt na “vloeibare lading” ingevoegd “of gas als bedoeld in het ADN”;

  • b.

    in de begripsomschrijving “controlelijst” wordt “gevaarlijke stoffen” vervangen door “vloeibare gevaarlijke of schadelijke stoffen”:

  • c.

    de begripsomschrijving “dienstverlenend schip” komt te luiden:

    dienstverlenend schip: elk schip dat betrokken is bij de vormen van dienstverlening aan schepen, die verband houden met:

    • a.

      het repareren of reinigen;

    • b.

      het schoonmaken, zowel open, gesloten als anderszins;

    • c.

      het brengen of halen van voorraden of scheepsonderdelen;

    • d.

      het inzamelen van scheepsafvalstoffen, of;

    • e.

      het inspecteren van de scheepshuid;

  • d.

    na de begripsomschrijving “dienstverlenend schip” wordt een nieuwe begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

    efficiënt gebruik van de haven: ordening

  • e.

    in de begripsomschrijving “IBC Code” wordt telkenmale voor “IMO” ingevoegd “de”;

  • f.

    in de begripsomschrijving “IGC Code” wordt telkenmale voor “IMO” ingevoegd “de”;

  • g.

    na de begripsomschrijving “inerte atmosfeer” wordt een nieuwe begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

    infrastructuur : het geheel van plaatsgebonden, duurzame investeringsgoederen voor het verkeer of vervoer van:

    a. personen en vracht, zoals waterwegen, bruggen, tunnels, kades, sluizen en (zee-) havens;

    b. bovengrondse masten en kabels voor elektriciteit en telecommunicatie, of;

    c. ondergrondse of onderzeese pijpleidingen voor water, gas en olie, rioleringen, kabels voor telecommunicatie e.d.;

  • h.

    de begripsomschrijving “inrichting” komt te vervallen;

  • i.

    na de begripsomschrijving “kapitein” wordt een nieuwe begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

    kwetsbare objecten: zeer kwetsbare gebouwen, kwetsbare gebouwen of locaties als bedoeld in bijlage VI van het (ontwerp) Besluit kwaliteit leefomgeving;

  • j.

    de begripsomschrijving “ladingresiduen” komt te luiden:

    - ladingresiduen: de restanten van lading die na het laden en lossen op het dek of in ruimen of tanks achterblijven, met inbegrip van overschotten of restanten die het gevolg zijn van morsen bij het laden en lossen, in natte of droge toestand of meegevoerd in waswater, en exclusief ladingstof dat na vegen op het dek achterblijft of stof op de buitenoppervlakken van het schip;

  • k.

    de begripsomschrijving “LNG” komt te vervallen;

  • l.

    de begripsomschrijving “LNG aangedreven schip” komt te vervallen;

  • m.

    de begripsomschrijving “LNG brandstof” komt te vervallen;

  • n.

    de begripsomschrijving “ontvangst van scheepsafval en ladingresiduen” komt te luiden:

    - ontvangst van scheepsafvalstoffen: de ontvangst van scheepsafvalstoffen door een vaste, drijvende of mobiele voorziening die is ingericht voor de ontvangst van scheepsafvalstoffen als omschreven in Richtlijn 2019/883/EG van het Europees Parlement en de Raad, of zoals nadien gewijzigd of herzien;

  • o.

    in de begripsomschrijving “ontvangstvoorziening” wordt “scheepsafval, overige schadelijke stoffen of restanten van schadelijke stoffen” vervangen door “scheepsafvalstoffen”;

  • p.

    na de begripsomschrijving “operationele ruimte” wordt een nieuwe begripsomschrijving ingevoegd, luidende:

    ordening: efficiënt gebruik van de haven;

  • q.

    de begripsomschrijving “passagiersschip” komt te luiden:

    passagiersschip: een binnenschip dat is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf personen buiten de bemanning;

  • r.

    in de begripsomschrijving “petroleumhaven” vervalt “vloeibare lading met uitzondering van schadelijke”;

  • s.

    in de begripsomschrijving “plaatsgebonden risico” wordt “inrichting” vervangen door “locatie”;

  • t.

    de begripsomschrijving “scheepsafval” komt te luiden:

    - scheepsafvalstoffen: al het afval van het schip, met inbegrip van ladingresiduen, dat tijdens de exploitatie van een zeeschip of tijdens laad-, los- en schoonmaakactiviteiten ontstaat en binnen het toepassingsgebied van de bijlagen I, II, IV, V en VI bij het MARPOL-verdrag valt, evenals passief opgevist afval;

  • u.

    de begripsomschrijving “scheepswerf” komt te vervallen

  • v.

    de begripsomschrijving “ventileren” komt te luiden:

    ventileren: het drogen van geopende ladingtanks of sloptanks van een tankschip naar de atmosfeer nadat deze zijn schoongemaakt waarbij de concentratie gevaarlijke gassen en dampen in het uitgeblazen mengsel op de plaats van uittreding:

    • a.

      niet meer dan 10% van de onderste explosie grens bedraagt, of

    • b.

      zich onder de grenswaarde bevindt, als bedoeld in artikel 4.3 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, voor stoffen als bedoeld in het ADN waarbij in kolom 18 van tabel C een giftigheidsmeter wordt vereist;

  • w.

    in de begripsomschrijving “werkschip” wordt “haveninfrastructuur” vervangen door “infrastructuur”;

  • x.

    de begripsomschrijving “woonconcentratie” komt te vervallen;

  • y.

    in de begripsomschrijving “zeetankschip” wordt na “vloeibare lading” ingevoegd “of gas als bedoeld in de IGC code”.

 

C.

Artikel 1.5 komt te luiden:

Artikel 1.5 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan aan een toestemming, aanwijzing of maatregel voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen zijn bedoeld ter bescherming van het belang of de belangen van de betreffende toestemming, aanwijzing of maatregel.

  • 2.

    Degene aan wie een toestemming, aanwijzing of maatregel is gegeven dan wel een maatregel is opgelegd, houdt zich aan de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen.

 

D.

In onderdeel b van artikel 1.6 vervalt “als” en wordt “de ordening” vervangen door “het efficiënt gebruik van de haven”.

 

E. Artikel 1.7, tweede lid, komt te luiden:

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan door het college de vergunning als bedoeld in artikel 8.1 of artikel 8.5 voor een afwijkende maximale geldigheidsduur worden verleend.

 

F.

In het tweede lid van artikel 1.9, onder a, wordt “de ordening” vervangen door “het efficiënt gebruik van de haven”.

 

G.

Artikel 3.2 komt te luiden:

Artikel 3.2 Aanwijzen gebieden en periodes ligplaatsnemen

  • 1.

    Het college kan gebieden aanwijzen waar:

    • a.

      bepaalde categorieën van schepen zich wel of niet mogen bevinden, daaronder begrepen het nemen van een ligplaats, of;

    • b.

      bepaalde activiteiten wel of niet zijn toegestaan.

  • 2.

    Het college kan in de aanwijzing periodes aangeven waarbinnen de aanwijzing van toepassing is.

 

H.

In onderdeel c van artikel 3.3 wordt “ordening” vervangen door “het efficiënt gebruik van de haven”.

 

I.

Het eerste lid van artikel 3.6 komt te luiden:

  • 1.

    Een schip mag geen voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven gebruiken, als:

    • a.

      het aan de grond zit;

    • b.

      het gemeerd, ten anker of op spudpalen ligt;

    • c.

      de voortstuwers, boegschroeven of hekschroeven worden gebruikt om het schip tegen de kade of de oever aan te drukken, anders dan onmiddellijk voor het ontmeren of afmeren, of;

    • d.

      dit schade kan toebrengen aan de infrastructuur.

 

J.

In het eerste lid van artikel 3.7, onderdeel c, wordt “oever- of kadeverdedigingswerken” vervangen door “oeverbeschermingswerken”.

 

K.

De titel van artikel 3.8 komt te luiden: ”Artikel 3.8 Rechthebbenden”.

 

L.

In het tweede lid van artikel 3.10 wordt “Een zeeschip” vervangen door: De kapitein, de exploitant of de agent van een zeeschip.

 

M.

Aan het vierde lid van artikel 3.11 wordt na havenmeester toegevoegd “, tenzij het college in het besluit als bedoeld in het eerste lid anders bepaalt.”

 

N.

Artikel 3.12 wordt als volgt gewijzigd”

  • a.

    de aanduiding “1” voor het eerste lid vervalt en komt de aanhef te luiden; “Het college kan maatregelen opleggen ter bescherming van veiligheids- of milieubelangen dan wel het belang van een efficiënt beheer van de haven, aan een schip, als:”;

  • b.

    Het tweede lid komt te vervallen.

 

O.

Artikel 3.13 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    de aanhef komt te luiden: ‘Het is een ieder verboden voorzieningen of voorwerpen in, op, onder of boven water te plaatsen of aan te brengen, tenzij:”;

  • b.

    in onderdeel b komt “hebben” te vervallen.

 

P.

In het eerste lid van artikel 4.2 wordt “binnenschip” vervangen door het woord “schip”.

 

Q.

In artikel 4.3 wordt “de ordening” vervangen door “het efficiënt gebruik van de haven”.

 

R.

Het eerste lid van artikel 4.4 komt te luiden:

1. Een afgemeerd schip beschikt over een veilige toegang.

 

S.

Artikel 4.5 wordt als volgt gewijzigd;

  • a.

    in het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden" het schip ligplaats heeft op een locatie waar deze activiteiten zijn toegestaan";

  • b.

    in het eerste lid, onderdeel b, wordt “de werkzaamheden:” vervangen door “werkzaamheden:”;

  • c.

    in het eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 1° komt te luiden: “plaatsvinden binnen een periode van 7 x 24 uur na aanvang van de eerste werkzaamheden;”;

  • d.

    het derde en vierde lid komen te luiden:

    3. Het college kan brandstoffen, energiebronnen of hulpstoffen aanwijzen voor installaties waaraan aan boord van een schip geen werkzaamheden mogen worden verricht door eenieder, tenzij de werkzaamheden plaatsvinden op een locatie waar deze activiteiten zijn toegestaan.;

    4. Sloopwerkzaamheden aan een schip mogen alleen worden verricht, als het schip ligplaats heeft op een locatie waar deze activiteiten mogen worden uitgevoerd.

 

T.

Artikel 4.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    in het eerste lid komt “alleen ligplaats nemen of” te vervallen;

  • b.

    in het eerste lid, onderdeel c, wordt “een plan van aanpak” vervangen door “het plan van aanpak”.

 

U.

In artikel 4.8 wordt “scheepsafval en ladingresiduen” vervangen door “scheepsafvalstoffen”.

 

V.

In artikel 4.9 wordt telkenmale “scheepsafval en ladingresiduen” vervangen door “scheepsafvalstoffen”.

 

W

Artikel 4.10 komt te luiden:

Artikel 4.10 Vergunning mobiele ontgasvoorziening

  • 1.

    Een mobiele ontgasvoorziening mag alleen dampen van ladingrestanten van een tankschip ontvangen als zij beschikt over een vergunning van het college.

  • 2.

    Direct voorafgaand aan en direct na afloop van het gesloten schoonmaken van ladingtanks via een mobiele ontgasvoorziening wordt een melding gedaan aan de havenmeester, tenzij het schoonmaken plaatsvindt op een locatie waar deze activiteit is toegestaan.

 

X.

Artikel 4.11 komt te luiden:

  • 1.

    Een tankschip mag haar ladingtanks of sloptanks leeg van de volgende stoffen alleen gesloten schoonmaken in geval sprake is van:

    • a.

      een gevaarlijke of schadelijke stof die ingevolge de IBC Code vervoerd moet worden in een tank met een aansluitmogelijkheid voor een dampretourleiding;

    • b.

      een gevaarlijke of schadelijke stof die ingevolge het ADN gesloten vervoerd moet worden;

    • c.

      een vloeistof als bedoeld in bijlage 1, of;

    • d.

      een vluchtige organische stof.

  • 2.

    Ladingtanks of sloptanks van een tankschip, leeg van andere stoffen als bedoeld in het eerste lid mogen open worden schoongemaakt op de daartoe door de havenmeester aangewezen locaties.

  • 3.

    Ladingtanks van een tankschip dat vloeibare gassen als bedoeld in het ADN of de IGC-code vervoert mogen alleen worden schoongemaakt als het schip op de ligplaats ligt:

    • a.

      op een locatie waar deze schoonmaakactiviteiten zijn toegestaan, en;

    • b.

      op deze locatie de restanten van de vloeibare gassen in ontvangst genomen worden.

  • 4.

    Het ventileren van ladingtanks of sloptanks van een tankschip, is alleen toegestaan op de daartoe door de havenmeester aangewezen locaties.

  • 5.

    Het tweede en derde lid gelden niet voor stoffen genoemd in bijlage 1.

  • 6.

    Het college kan regels stellen omtrent het beperken of verbieden van schoonmaken of ventileren buiten bedrijven indien de atmosferische of plaatselijke omstandigheden zodanig zijn dat door het vrijkomen van de betrokken stoffen gevaar, schade, stankhinder of hinder ontstaat of kan ontstaan.

  • 7.

    Voorafgaand aan het schoonmaken of ventileren wordt een melding gedaan aan de havenmeester.

 

Y.

In artikel 4.12 wordt “als laatste hebben bevat’ vervangen door “leeg daarvan zijn”.

 

Z.

Het eerste lid van artikel 4.13 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    in onderdeel c, wordt “scheepsafval en ladingresiduen” vervangen door “scheepsafvalstoffen”;

  • b.

    in onderdeel d wordt “inrichting” vervangen door “locatie”;

  • c.

    in onderdeel d wordt “werkzaamheden” vervangen door “activiteiten”.

 

AA.

Het eerste lid van artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    De titel van artikel 5.2 komt te luiden “Toegelaten schepen in de petroleumhaven”;

  • b.

    “haveninfrastructuur” wordt telkenmale vervangen door “infrastructuur”;

  • c.

    in onderdeel j komt “LNG-“ te vervallen.

 

BB.

In het eerste lid van artikel 5.3 wordt onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel d een onderdeel ingevoegd, luidende:

c. in het schip te roken, tenzij dit plaatsvindt in een ruimte (woning of dienstruimte) die niet rechtstreeks van buiten toegankelijk is, gesloten is, dan wel deze ruimte voldoet aan nationale of internationale wetgeving, of;.

 

CC.

Artikel 5.4 komt te luiden:

  • 1.

    Tankschepen waarvan de lading- of sloptanks gevaarlijke stoffen of residuen daarvan bevatten mogen zich alleen op een ligplaats bevinden in een petroleumhaven.

  • 2.

    Tankschepen mogen zich ook op ligplaatsen bevinden buiten een petroleumhaven als de lading- of sloptanks:

    • a.

      alleen gevaarlijke vloeistoffen met een uitsluitend brandbare eigenschap of residuen daarvan bevatten:

      1°. met een vlampunt van 55 graden Celsius of hoger;

      2°. een inerte atmosfeer bevatten;

      3°. maximaal 20% van de laagste explosiegrens brandbare dampen bevat en gesloten blijven, of;

    • b.

      alleen de in bijlage 3 genoemde stoffen of residuen daarvan bevatten of leeg daarvan zijn.

 

DD.

Artikel 5.5 komt te luiden:

In afwijking van artikel 5.4, eerste lid, mag een binnentankschip zich buiten een petroleumhaven op een ligplaats bevinden:

  • a.

    als kortstondig ligplaats wordt genomen:

    1°. op een aangewezen autoafzetplaats om een auto onmiddellijk af te zetten of aan boord te nemen;

    2°. op een locatie waar brandstof ingenomen wordt en dit is toegestaan;

    3°. bij een aangewezen plaats voor het onmiddellijk innemen van drinkwater, of;

  • b.

    als het schip een ontvangstvoorziening is dat ter plaatse uitsluitend wordt gebruikt ten behoeve van de ontvangst van scheepsafvalstoffen.

 

EE.

Artikel 5.6 komt te luiden:

  • 1.

    Als een zeetankschip, als bedoeld in artikel 5.4, tweede lid onderdeel a, subonderdelen 2° en 3°, zich op een ligplaats buiten een petroleumhaven bevindt:

    • a.

      wordt het door de havenmeester vastgestelde formulier ‘verklaring gasdeskundige’ afgegeven;

    • b.

      blijven ladingtanks of sloptanks gesloten, en;

    • c.

      vinden er geen handelingen met gevaarlijke stoffen plaats;

  • 2.

    Wanneer dit zeetankschip buiten een petroleumhaven ligplaats neemt, wordt dit vooraf gemeld aan de havenmeester.

 

FF.

Artikel 5.7 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    in het eerste lid, onderdeel a, komt “door een gasdeskundige” te vervallen;

  • b.

    in het eerste lid, onderdeel c, wordt na “brandbare vloeistoffen” ingevoegd “of residuen daarvan” en komt na “Celsius” te vervallen “of residuen”;

  • c.

    het eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

    d. er geen handelingen plaatsvinden met gevaarlijke stoffen, en;

  • d.

    het eerste lid, onderdeel e, komt te luiden;

    e. de tanks die niet direct aan laadruimen grenzen, en brandbare ladingresiduen bevatten, een inerte atmosfeer hebben, of een atmosfeer maximaal 20% van de laagste explosiegrens brandbare dampen bevat.

  • e.

    in het tweede lid wordt “gaat liggen” vervangen door “ligplaats neemt”.

 

 

GG.

In het eerste lid van artikel 6.2 wordt “inrichting” vervangen door “locatie waar de activiteit is toegestaan”.

 

 

HH.

Het eerste lid van artikel 6.3 komt te luiden:

  • 1.

    Tijdens de overslag tussen tankschepen onderling van de volgende vloeibare gevaarlijke stoffen:

    • a.

      een gevaarlijke of schadelijke stof die ingevolge de IBC Code vervoerd moet worden in een tank met een aansluitmogelijkheid voor een dampretourleiding;

    • b.

      een gevaarlijke of schadelijke stof die ingevolge het ADN gesloten vervoerd moet worden;

    • c.

      een vloeistof als bedoeld in bijlage 1, of;

    • d.

      een vluchtige organische stof;

      wordt gebruik gemaakt van een:

      1°. tussen betrokken ladingtanks aangesloten dampretourleiding, of;

      2°. ontgasvoorziening op zodanige wijze dat er geen dan wel zo min mogelijk emissie naar de atmosfeer plaatsvindt buiten de kaders zoals aangegeven in de vergunning van de ontgasvoorziening.

 

II.

In de titel van het artikel 6.4 komt “als bedoeld in de IGC Code of het ADN” te vervallen.

 

JJ.

In artikel 7.1 wordt telkenmale “een woonconcentratie” vervangen door “kwetsbare objecten”.

 

KK.

In de titel van paragraaf 8 wordt na “bunkeren” ingevoegd “, en debunkeren”.

 

LL.

Artikel 8.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    de titel komt te luiden “Bunkeren en debunkeren”

  • b.

    het eerste lid komt te luiden:

    Het college kan brandstoffen of energiebronnen aanwijzen die door eenieder alleen met een vergunning van het college gebunkerd of gedebunkerd mogen worden.;

  • c.

    in het vierde lid wordt “inrichting waar die bunkeractiviteit mag worden uitgevoerd” vervangen door “bedrijf waar die activiteiten zijn toegestaan.”;

  • d.

    het vijfde lid komt te luiden:

    5. Het college kan brandstoffen of energiebronnen die één of meerdere eigenschappen van een gevaarlijke stof bevatten aanwijzen waarbij gelijktijdige activiteiten met het bunkeren of debunkeren van deze brandstoffen of energiebronnen zijn toegestaan.

 

MM

Het derde lid van artikel 8.3 wordt als volgt gewijzigd:

  • a.

    in de eerste zin wordt na “ kunnen” de tekst “onder andere” ingevoegd;

  • b.

    in onderdeel b, wordt “, inclusief” vervangen door “alsmede, “;

  • c.

    onder vervanging van “; en” aan het slot van onderdeel d door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door “; en” wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

    f. de onderwerpen als bedoeld in artikel 8.2, tweede lid.

 

NN.

Artikel 8.4 komt te luiden:

Artikel 8.4 Regels schepen langszij bij bunkeren

Het college kan brandstoffen en energiebronnen aanwijzen waarbij beperkingen gelden aan het aantal, de locatie en het type schepen dat mag afmeren langszij een schip dat gebunkerd of gedebunkerd wordt met deze brandstoffen of energiebronnen.

 

OO.

Artikel 8.5 komt te luiden:

 

Artikel 8.5 Hulpstoffen Check tekst verordening

  • 1.

    Het college kan hulpstoffen aanwijzen die door eenieder alleen met een vergunning van het college gebunkerd of gedebunkerd mogen worden.;

  • 2.

    Het college kan gebieden of ligplaatsen aanwijzen waar:

    • a.

      hulpstoffen niet van of aan boord van een schip worden gebracht;

    • b.

      hulpstoffen wel van of aan boord van een schip worden gebracht;

    • c.

      alleen bepaalde hulpstoffen van en aan boord van schepen mogen worden gebracht.

  • 3.

    Een vergunning is niet nodig als het van of aan boord van schepen brengen van hulpstoffen plaatsvindt op een locatie waar de activiteiten zijn toegestaan.

 

PP.

  • a.

    In het derde lid van artikel 8.6 wordt na “de vergunning kunnen” de tekst “onder meer” ingevoegd.

  • b.

    In het derde lid van artikel 8.6, onderdeel b, wordt “inclusief” vervangen door “alsmede”.

 

QQ.

Artikel 8.7 komt te luiden:

Artikel 8.7 Controlelijst (de)bunkeren en aan boord brengen hulpstoffen

  • 1.

    Het college kan controlelijsten voor het bunkeren of het debunkeren of voor het van of aan boord brengen van hulpstoffen vaststellen.

  • 2.

    Het college kan brandstoffen, energiebronnen en hulpstoffen alsmede categorieën van schepen aanwijzen waarbij voor het bunkeren of het debunkeren hiervan een controlelijst geldt.

  • 3.

    Een controlelijst wordt door de bij het bunkeren of het debunkeren betrokken partijen ingevuld, nageleefd en tot ten minste 24 uur na het beëindigen van het bunkeren of het debunkeren aan boord van de betrokken schepen gehouden.

 

RR.

Artikel 8.8 komt te luiden:

Artikel 8.8 Tekens

  • 1.

    Het college kan brandstoffen of energiebronnen aanwijzen waarvoor tijdens het bunkeren of debunkeren een door het college te bepalen teken geldt.

  • 2.

    Het college kan voor elk van de aangewezen brandstoffen als bedoeld in het eerste lid een minimale passeerafstand voor schepen ten opzichte van de bunkeractiviteit vaststellen.

 

SS.

Aan paragraaf 8 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 8.9 Meldingen

Het college kan brandstoffen, energiebronnen of hulpstoffen aanwijzen waarvoor meldingen moeten worden gedaan aan de havenmeester voorafgaand en bij beëindiging van het bunkeren, debunkeren of aan of van boord brengen van hulpstoffen:

  • a.

    door of namens de houder van de bunkervergunning, of;

  • b.

    indien er geen houder van de bunkervergunning is door de verantwoordelijke van het te bunkeren schip.

 

Artikel II

In Bijlage 2 als bedoeld in artikel 7.1 van de Havenverordening Dordrecht wordt “woonconcentraties” vervangen door “kwetsbare objecten”

 

Artikel III

Na bijlage 2 wordt de volgende bijlage 3 ingevoegd met de titel Bijlage 3, als bedoeld in artikel 5.4 van de Havenverordening Dordrecht'.

 

Artikel IV

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het digitale gemeenteblad.

 

Artikel V

Dit wijzigingsbesluit kan worden aangehaald als Havenverordening Dordrecht, tweede wijziging.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2023.

De griffier, De voorzitter,

A.E.T. Wepster, A.W. Kolff

Naar boven