Vaststelling bestemmingsplan “Bebouwde kom ’s-Heer Hendrikskinderen”

Burgemeester en wethouders van Goes maken op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad het bestemmingsplan “Bebouwde kom ’s-Heer Hendrikskinderen” op 14 maart 2024 heeft vastgesteld.

Het nieuwe bestemmingsplan voor ’s-Heer Hendrikskinderen is een zogeheten beheersmatig bestemmingsplan. Dit betekent dat hierin de bestaande situatie in beeld is gebracht en dat er geen sprake is van nieuwe ontwikkelingen. Het nieuwe bestemmingsplan heeft betrekking op de kern ’s‑Heer Hendrikskinderen en vervangt de huidige, deels verouderde, bestemmingsplannen in het gebied.

Ten opzichte van het ontwerp is het bestemmingsplan bij de vaststelling gewijzigd. Het gaat om de volgende wijzigingen:

  • 1.

    De bestemming van de gronden aan de voorkant en de zijkant van het horecapand Nieuwe Rijksweg 21 te ’s-Heer Hendrikskinderen die in gebruik zijn als terras en niet-openbaar parkeerterrein is gewijzigd van “Verkeer” in “Horeca”.

  • 2.

    In de toelichting op het bestemmingsplan is een verwijzing opgenomen naar de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Zeeland en zijn de waardevolle boerderijen nader aangeduid.

  • 3.

    De dubbelbestemming “Waarde – Archeologie -2”, die onvolledig was opgenomen in het ontwerp, is uitgebreid. De toelichting is op dit punt verduidelijkt.

Het raadsbesluit en het vastgestelde bestemmingsplan liggen met ingang van 18 april tot en met 29 mei 2024 gedurende zes weken ter inzage. De stukken zijn digitaal te raadplegen via www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=NL.IMRO.0664.BPHH09-VG99. Digitaal inzien kan, indien nodig, ook in het Stadskantoor, M.A. de Ruijterlaan 2 te Goes.

Met ingang van 18 april 2024 kunnen belanghebbenden gedurende zes weken beroep tegen het bestemmingsplan instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage. Het bestemmingsplan treedt in werking daags na afloop van de beroepstermijn, tenzij bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening, zoals bedoeld in artikel 8.4 van de Wet ruimtelijke ordening, is gedaan. Als een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, treedt het bestemmingsplan pas in werking nadat op het verzoek is beslist.

Naar boven