Verkeersbesluit laadpunten elektrische voertuigen 2024-04

Datum besluit: 11 april 2024

Zaaknummer: 4134976

 

Het beleid voor de gemeente Arnhem op het gebied van energietransitie is vastgelegd in de het Programma New Energy made in Arnhem en verder uitgewerkt in het Uitvoeringskader elektrisch laden in Arnhem. In het uitvoeringskader wordt ingegaan op de aanpak die Arnhem kiest om op tijd voldoende laadvoorzieningen voor elektrische auto’s in de stad te realiseren.

 

De gemeente Arnhem heeft een concessie op de markt gebracht voor het plaatsen van laadpalen in de openbare ruimte. De exploitant die deze concessie gegund kreeg, heeft met de gemeente Arnhem een overeenkomst afgesloten om voor eigen rekening elektrische laadpunten in Arnhem te realiseren, op plaatsen die:

  • openbaar toegankelijk zijn;

  • uitsluitend voor het laden van elektrische voertuigen gebruikt kunnen worden;

  • proactief geplaatst worden of door inwoners aangevraagd zijn.

 

De gemeente Arnhem stelde een aantal randvoorwaarden op waaraan het plaatsen van elektrische laadpunten in de gemeente Arnhem moet voldoen:

  • de laadpunten worden voorzien van groene stroom;

  • de laadpunten worden verwijderd indien blijkt dat de ontwikkeling van schoon vervoer anders vorm gaat krijgen;

  • laadpunten worden zoveel mogelijk geclusterd.

Met de aanbieder van de laadpunten is een overeenkomst afgesloten, waarin deze randvoorwaarden worden vastgelegd.

 

Belangenafweging artikel 2 Wegenverkeerswet 1994 (WvW)

De in onderstaand verkeersbesluit genoemde verkeersmaatregelen strekken tot de volgende in artikel 2 van de WvW genoemde belangen:

  • Het voorkomen of beperken van de door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade, alsmede de gevolgen voor het milieu.

 

Het aanwijzen van parkeerplaatsen ten behoeve van het laden van elektrische voertuigen zou, omdat dit ten koste gaat van (vergunningen)parkeerplaatsen, als in strijd met het belang van het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer kunnen worden gezien. Wij zijn van mening dat er sprake is van een geringe mate van vrijheidsbeperking en dat de algemene belangen die met dit besluit gediend zijn, zoals het verminderen van schadelijke gevolgen voor het milieu en de beïnvloeding van het mobiliteitsgedrag, zwaarder wegen. Daarnaast wil de gemeente Arnhem rekening houden met de te verwachten snelle groei van de elektrische mobiliteit. Daarom reserveren wij bij elke laadvoorzieningen direct twee parkeerplaatsen. We zijn ons ervan bewust dat dit nu nog nodig is, maar later (als er veel meer elektrische auto’s zijn dan auto’s met een verbrandingsmotor) achterwege kan blijven.

 

Bij het bepalen van de locatie voor het aanwijzen van een parkeerplaats voor het laden van elektrische voertuigen hebben we onder andere de volgende omstandigheden meegenomen:

  • er zijn geen onacceptabele gevolgen voor de parkeerdruk in de omgeving;

  • zij ligt op acceptabele loopafstand voor de gebruikers of aanvrager;

  • zij past goed in het bestaande netwerk van oplaadpunten;

  • alternatieve locaties voldoen minder goed aan de criteria;

  • de laadpunten worden gecombineerd in centraal gelegen laadpleinen, waardoor de druk op de openbare ruimte geminimaliseerd wordt.

 

Zienswijzen

Een ieder is in de gelegenheid gesteld om over het voornemen tot het reserveren van deze parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische auto’s zijn zienswijze kenbaar te maken. De kenbaar gemaakte zienswijzen richten zich op de voorgenomen locaties aan de Halévystraat en de Franckstraat. Deze locaties worden heroverwogen en worden daarom niet in dit verkeersbesluit meegenomen.

 

Genoemde wegen zijn in beheer bij de gemeente Arnhem.

 

Ingevolge artikel 24 van het BABW heeft er overleg plaatsgevonden met een door de Korpschef van Politie gemandateerde verkeersadviseur van de eenheid Oost Nederland. Die kan instemmen met dit verkeersbesluit.

 

Op grond van het voorgaande komen wij tot het volgende besluit.

 

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;

 

gelet op:

  • artikel 2 en artikel 18, eerste lid, onderdeel d van de WvW 1994;

  • het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

  • het bepaalde in de artikelen 12, 15 en 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

 

b e s l u i t:

 

  • 1.

    door het plaatsen van borden overeenkomstig model E8c van bijlage 1 van het RVV 1990, op de volgende locatie(s) in Arnhem twee naast elkaar gelegen parkeerplaatsen aan te wijzen die alleen zijn bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen:

  • GOR-RP-23-5361 Johan de Wittlaan 39;

  • GOR-RP-23-5623 Castorstraat 62;

  • GOR-RP-23-5355 Regiment Pioniers 26;

  • GOR-RP-23-5332 Mr. J.M. de Kempenaersingel 5;

  • GOR-RP-23-5321 Bernhardlaan 5;

  • GOR-RP-23-5315 Beeldhouwerstraat 27 A;

  • GOR-RP-23-5269 Heuvelmaat 1;

  • GOR-RP-23-5266 Kazerneplein 2;

  • GOR-RP-23-5265 Verlengde Hoflaan 119- 2;

  • GOR-RP-23-5264 Verlengde Hoflaan 119- 2;

  • GOR-RP-24-5759 Laan van Presikhaaf 298;

  • GOR-RP-23-5672 Oudenboschstraat 60;

  • GOR-RP-23-5668 Willem van Kleeflaan 17;

  • GOR-RP-23-5660 Slochterenweg 29;

  • GOR-RP-24-5830 Orionsingel 206;

  • GOR-RP-23-5669 Jacob Marislaan 82;

  • GOR-RP-23-5359 Leimuidenplaats 128;

  • GOR-RP-23-5272 Amerstraat 239;

  • GOR-RP-23-5271 Beatrixstraat 2;

  • GOR-RP-23-5262 Willem van Kleeflaan 9;

  • GOR-RP-23-5062 Vosdijk 28;

  • GOR-RP-23-5061 Van Maerlantstraat 2;

  • GOR-RP-23-5060 Van Maerlantstraat 2;

  • GOR-RP-23-5058 Nijhoffstraat 100;

  • GOR-RP-23-4654 Oranjestraat 4;

  • GOR-RP-23-3697 Jacob Marislaan 84;

  • GOR-RP-24-5841 Koudekerkepad 14;

  • GOR-RP-24-5839 Rietgrachtstraat 62;

  • GOR-RP-24-5837 Hillegomweg 74;

  • GOR-RP-24-5858 Grondelstraat 48;

  • GOR-RP-24-5853 Neerlandstuinstraat 17;

  • GOR-RP-24-5852 Bauerstraat 39- 1;

  • GOR-RP-23-5706 Lange Wal 3;

  • GOR-RP-23-3999 Rosendaalseweg 692;

  • GOR-RP-23-3896 Bothaplein 6;

  • GOR-RP-24-5871 Hunnenveld 15;

  • GOR-RP-23-5652 Watermuntstraat 77;

  • GOR-RP-24-5897 Charley Bosveldhof 37;

  • GOR-RP-24-5890 Emily Brontësingel 86.

 

Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,

namens het college,

 

P.J.G.M. van Hoof

Hoofd van de afdeling Vergunning en Handhaving

 

Als u het met deze beslissing niet eens bent, kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop deze beslissing is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Uw bezwaarschrift moet u motiveren en ondertekenen en sturen naar:

 

Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem

Postbus 9200

6800 HA Arnhem

 

Als u de werking van dit besluit daarnaast wilt laten opschorten kunt u de rechter verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening stuurt u in tweevoud naar:

 

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland

Afdeling bestuursrecht

Walburgstraat 2-4

Postbus 9030

6800 EM Arnhem

 

Naar boven