Eerste Wijzigingsbesluit Mandaatregeling 2024 (24BW000055)

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam, ieder voor zover het diens bevoegdheid betreft;

 

gelet op de Gemeentewet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluiten vast te stellen:

 

de Eerste Wijzigingsbesluit Mandaatregeling 2024:

Artikel I  

 

A

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 2. Volmacht en machtiging

In deze regeling omvat het verlenen van mandaat ook het verlenen van:

 

a.

een volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen; en

 

b.

een machtiging om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die geen besluit en ook geen privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2. Volmacht en machtiging

In deze regeling ziet het verlenen van mandaat ook op het verlenen van:

 

a.

een volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen; en

 

b.

een machtiging om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die geen besluit en ook geen privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Toelichting op de wijziging

Tekstuele wijziging van het woord ‘omvat’ in ‘ziet op’. Het woord ‘omvat’ is juridisch gezien geen gelukkige keuze. Bedoelt is om aan te duiden dat waar in de mandaatregeling ‘mandaat’ staat, daaronder ook ‘volmacht’ en ‘machtiging’ wordt begrepen. Daarom is het beter om in artikel 2 ‘omvat’ te wijzigen in ‘ziet op’, om verwarring te voorkomen

 

B

Nr 34 van de BIJLAGE 1 NIET GEMANDATEERDE BEVOEGDHEDEN VAN HET COLLEGE / DE BURGEMEESTER komt te vervallen

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

BIJLAGE 1 NIET GEMANDATEERDE BEVOEGDHEDEN VAN HET COLLEGE / DE BURGEMEESTER

(Bijlage bij artikel 3, eerste lid, van de Mandaatregeling gemeente Schiedam 2024)

 

Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

 

Algemeen

 

1.

Het nemen van besluiten en voeren van correspondentie, gericht tot:

 

-

de gemeenteraad;

 

-

de Koning en andere leden van het Koninklijk huis;

 

-

de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

 

-

de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;

 

-

de vice-president van de Raad van State;

 

-

de president van de Algemene Rekenkamer;

 

-

de Nationale Ombudsman;

 

-

het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

 

-

enig bestuursorgaan van een provincie, waterschap of gemeente;

 

-

gemeenschappelijke regelingen;

 

voor zover geen sprake is van zaken met een routinematig karakter.

 

Publiekrecht

 

2.

Het doen van voorstellen aan de gemeenteraad.

 

3.

Het vaststellen van de Organisatieregeling.

 

4.

Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels.

 

5.

Het vaststellen van een andere inspraakprocedure voor een of meer beleidsvoornemens dan die is beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

6.

Het toepassing geven aan een hardheidsclausule.

 

7.

Het afwijken van een advies van een adviescommissie.

 

8.

Het nemen van besluiten over vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bestemd voor de gemeente zelf.

 

9.

Het vaststellen van een subsidieplafond en de wijze van verdeling ervan.

 

10.

Het verlenen van een subsidie die niet is gebaseerd op een wettelijk voorschrift, tenzij de begroting de subsidieontvanger en het maximale subsidiebedrag vermeldt.

 

11.

Het aanwijzen van een dienst als een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB).

 

12.

Het beslissen op een bezwaarschrift gericht tegen een besluit dat door het college, de burgemeester of de gemeentesecretaris/algemeen directeur is genomen of waarbij wordt afgeweken van het advies van de bezwaarschriftencommissie.

 

13.

Het beslissen op een verzoek om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter met betrekking tot een besluit dat door het college, de burgemeester of de gemeentesecretaris/algemeen directeur is genomen.

 

14.

Het afhandelen van een formele klacht over een gedraging van de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

 

15.

Het nemen van een besluit over een crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

 

16.

Het nemen van een besluit over inbewaringstelling op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

 

17.

Het nemen van een besluit op grond van de Wet tijdelijk huisverbod.

 

18.

Het ontzeggen van de bevoegdheid zwak-alcoholhoudende drank te verkopen voor een periode langer dan 6 weken.

 

19.

Het vaststellen van de grens en de naam van een of meer woonplaatsen en het verdelen hiervan in wijken en buurten.

 

20.

Het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

 

21.

Het vaststellen of intrekken van lig- en standplaatsen voor de basisregistratie adressen en gebouwen.

 

Privaatrecht

 

Aanbestedingen

 

22.

Het vaststellen van een inkoopstrategie voor opdrachten vanaf € 1.000.000.

 

Overeenkomsten

 

23.

Het besluiten tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen en bestuursovereenkomsten.

 

24.

Het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten voor grondexploitaties.

 

25.

Het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten als:

 

a.

op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht;

 

b.

op grond van de Gemeentewet de raad vooraf in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen over de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente;

 

c.

de raad hierover om informatie heeft gevraagd.

 

26.

Het ondertekenen van overeenkomsten met een ander bestuursorgaan, als de wederpartij wordt vertegenwoordigd door een bestuurder, waarbij in dat geval de burgemeester een volmacht kan verlenen aan een wethouder.

 

Civiele procedures

 

27.

Het besluiten tot het instellen van hoger beroep of cassatie namens de gemeente in civiele procedures.

 

28.

Het besluiten over alternatieve geschillenbeslechting, voor zover afspraken daarover vooraf zijn vastgelegd.

 

29.

Het treffen van een schikking in een civiele procedure, als hiervoor geen financiële middelen op de begroting beschikbaar zijn.

 

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

 

30.

Het besluiten tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

 

31.

Het kwijtschelden, buiten invordering stellen of oninbaar verklaren van privaatrechtelijke vorderingen.

 

32.

Het besluiten tot de aanvaarding of afwijzing van erfstellingen, legaten en schenkingen, anders dan bedoeld in bijlage 4.

 

33.

Het besluit tot het doen van een schenking.

 

34.

Het besluit tot aankoop en verkoop van (gemeentelijk) vastgoed.

 

35.

Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.

 

36.

Het afgeven van garanties en borgstellingen.

 

37.

Het nemen van besluiten over het doen van beleggingen op de kapitaalmarkt.

 

Personeelsaangelegenheden

 

38.

Het vaststellen van (rechtspositionele) regelingen voor de ambtelijke organisatie.

 

39.

Het aangaan van de arbeidsovereenkomst met de gemeentesecretaris/algemeen directeur en overige besluiten over de rechtspositie van de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

 

40.

Het regelen van de vervanging van de gemeentesecretaris.

 

41.

Het aangaan van de arbeidsovereenkomst met de directeur en overige besluiten over de rechtspositie van de directeur.

 

42.

Het toevoegen van bronnen en doelen aan het Individueel Keuze Budget.

 

43.

Het aanwijzen van vakantiedagen als lokale feestdagen of verplichte sluitingsdagen.

 

44.

Het vaststellen van een sociaal statuut en een reglement over de werkwijze van het lokaal overleg.

 

Overige aangelegenheden

 

45.

Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

 

46.

Het benoemen van personen in adviesorganen van het college, met uitzondering van een tijdelijke adviescommissie voor nadeelcompensatie.

 

47.

Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, belast met de heffing van gemeentelijke belastingen.

 

48.

Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, belast met de invordering van gemeentelijke belastingen.

 

49.

Het aanwijzen van een functionaris gegevensbescherming (FG).

 

50.

Het aanwijzen van de gemeentearchivaris.

 

51.

Het vervangen van archiefbescheiden door reproducties, om de vervangen bescheiden te vernietigen.

BIJLAGE 1 NIET GEMANDATEERDE BEVOEGDHEDEN VAN HET COLLEGE / DE BURGEMEESTER

(Bijlage bij artikel 3, eerste lid, van de Mandaatregeling gemeente Schiedam 2024)

 

Bestuurlijk-Juridische aangelegenheden

 

Algemeen

 

1.

Het nemen van besluiten en voeren van correspondentie, gericht tot:

 

-

de gemeenteraad;

 

-

de Koning en andere leden van het Koninklijk huis;

 

-

de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

 

-

de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;

 

-

de vice-president van de Raad van State;

 

-

de president van de Algemene Rekenkamer;

 

-

de Nationale Ombudsman;

 

-

het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten;

 

-

enig bestuursorgaan van een provincie, waterschap of gemeente;

 

-

gemeenschappelijke regelingen;

 

voor zover geen sprake is van zaken met een routinematig karakter.

 

Publiekrecht

 

2.

Het doen van voorstellen aan de gemeenteraad.

 

3.

Het vaststellen van de Organisatieregeling.

 

4.

Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels.

 

5.

Het vaststellen van een andere inspraakprocedure voor een of meer beleidsvoornemens dan die is beschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

6.

Het toepassing geven aan een hardheidsclausule.

 

7.

Het afwijken van een advies van een adviescommissie.

 

8.

Het nemen van besluiten over vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bestemd voor de gemeente zelf.

 

9.

Het vaststellen van een subsidieplafond en de wijze van verdeling ervan.

 

10.

Het verlenen van een subsidie die niet is gebaseerd op een wettelijk voorschrift, tenzij de begroting de subsidieontvanger en het maximale subsidiebedrag vermeldt.

 

11.

Het aanwijzen van een dienst als een Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB).

 

12.

Het beslissen op een bezwaarschrift gericht tegen een besluit dat door het college, de burgemeester of de gemeentesecretaris/algemeen directeur is genomen of waarbij wordt afgeweken van het advies van de bezwaarschriftencommissie.

 

13.

Het beslissen op een verzoek om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter met betrekking tot een besluit dat door het college, de burgemeester of de gemeentesecretaris/algemeen directeur is genomen.

 

14.

Het afhandelen van een formele klacht over een gedraging van de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

 

15.

Het nemen van een besluit over een crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

 

16.

Het nemen van een besluit over inbewaringstelling op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

 

17.

Het nemen van een besluit op grond van de Wet tijdelijk huisverbod.

 

18.

Het ontzeggen van de bevoegdheid zwak-alcoholhoudende drank te verkopen voor een periode langer dan 6 weken.

 

19.

Het vaststellen van de grens en de naam van een of meer woonplaatsen en het verdelen hiervan in wijken en buurten.

 

20.

Het toekennen van namen aan delen van de openbare ruimte en aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

 

21.

Het vaststellen of intrekken van lig- en standplaatsen voor de basisregistratie adressen en gebouwen.

 

Privaatrecht

 

Aanbestedingen

 

22.

Het vaststellen van een inkoopstrategie voor opdrachten vanaf € 1.000.000.

 

Overeenkomsten

 

23.

Het besluiten tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen en bestuursovereenkomsten.

 

24.

Het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten voor grondexploitaties.

 

25.

Het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten als:

 

a.

op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht;

 

b.

op grond van de Gemeentewet de raad vooraf in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen over de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente;

 

c.

de raad hierover om informatie heeft gevraagd.

 

26.

Het ondertekenen van overeenkomsten met een ander bestuursorgaan, als de wederpartij wordt vertegenwoordigd door een bestuurder, waarbij in dat geval de burgemeester een volmacht kan verlenen aan een wethouder.

 

Civiele procedures

 

27.

Het besluiten tot het instellen van hoger beroep of cassatie namens de gemeente in civiele procedures.

 

28.

Het besluiten over alternatieve geschillenbeslechting, voor zover afspraken daarover vooraf zijn vastgelegd.

 

29.

Het treffen van een schikking in een civiele procedure, als hiervoor geen financiële middelen op de begroting beschikbaar zijn.

 

Overige privaatrechtelijke rechtshandelingen

 

30.

Het besluiten tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

 

31.

Het kwijtschelden, buiten invordering stellen of oninbaar verklaren van privaatrechtelijke vorderingen.

 

32.

Het besluiten tot de aanvaarding of afwijzing van erfstellingen, legaten en schenkingen, anders dan bedoeld in bijlage 4.

 

33.

Het besluit tot het doen van een schenking.

 

34.

Vervallen

 

35.

Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.

 

36.

Het afgeven van garanties en borgstellingen.

 

37.

Het nemen van besluiten over het doen van beleggingen op de kapitaalmarkt.

 

Personeelsaangelegenheden

 

38.

Het vaststellen van (rechtspositionele) regelingen voor de ambtelijke organisatie.

 

39.

Het aangaan van de arbeidsovereenkomst met de gemeentesecretaris/algemeen directeur en overige besluiten over de rechtspositie van de gemeentesecretaris/algemeen directeur.

 

40.

Het regelen van de vervanging van de gemeentesecretaris.

 

41.

Het aangaan van de arbeidsovereenkomst met de directeur en overige besluiten over de rechtspositie van de directeur.

 

42.

Het toevoegen van bronnen en doelen aan het Individueel Keuze Budget.

 

43.

Het aanwijzen van vakantiedagen als lokale feestdagen of verplichte sluitingsdagen.

 

44.

Het vaststellen van een sociaal statuut en een reglement over de werkwijze van het lokaal overleg.

 

Overige aangelegenheden

 

45.

Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente in bestuurs- en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

 

46.

Het benoemen van personen in adviesorganen van het college, met uitzondering van een tijdelijke adviescommissie voor nadeelcompensatie.

 

47.

Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, belast met de heffing van gemeentelijke belastingen.

 

48.

Het aanwijzen van een gemeenteambtenaar, belast met de invordering van gemeentelijke belastingen.

 

49.

Het aanwijzen van een functionaris gegevensbescherming (FG).

 

50.

Het aanwijzen van de gemeentearchivaris.

 

51.

Het vervangen van archiefbescheiden door reproducties, om de vervangen bescheiden te vernietigen.

Toelichting op de wijziging

De uitzondering onder punt 34 in Bijlage 1 van de Mandaatregeling 2024 is initieel opgenomen in aanvulling op de beperking van punt 24.

Deze uitzondering op de mandaten is in de praktijk te vergaand gebleken. Het gaat immers over alle aan- en verkoop van gemeentelijke vastgoed, dus ook snippergroen, uitruil van (onderdelen van) onroerende zaken, etc. Ook blijkt de uitzondering verwarring te veroorzaken omdat het begrip ”vastgoed” niet duidelijk is.

Deze vergaande beperking is niet de bedoeling geweest. Immers de reeds gemandateerde bevoegdheden, zoals omschreven in 27.2 van het oude Mandaatregister, zouden ook ingevolge de nieuwe structuur (omgekeerde) mandaatregeling gelijk blijven. Dit is door de uitzondering van punt 34 niet meer het geval. De uitzondering in 34 is naast die van 24 -inclusief de extra toelichting zoals deze is voorgesteld onder D van dit besluit- ook niet meer nodig. Als de uitzondering 34 komt te vervallen, dan is het voor de mandateerde functionarissen wel weer, zoals voorheen, mogelijk om te besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke (rechts)handelingen, waaronder het sluiten van overeenkomsten, t.a.v. gemeentelijk vastgoed, ter uitvoering van de reeds door het college zelf gesloten grondexploitatie-/anterieure overeenkomsten (conform uitzondering 24 van de Bijlage 1).

 

C

De toelichting op artikel 14 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Artikel 14. Intrekking oude regeling

 

De in dit artikel genoemde besluiten worden ingetrokken. Bij volmacht van 1 november 2013 heeft de burgemeester de vertegenwoordiging in en buiten rechte (op grond van artikel 171 van de Gemeentewet en Titel 3.3 van het Burgerlijk Wetboek), voor zover het betreft het passeren van notariële akten en aangelegenheden behorend tot het werkterrein van het organisatieonderdeel Vastgoed, grondbeleid & ondersteuning, opgedragen aan de specifiek in die volmacht genoemde medewerkers. Deze volmacht wordt niet ingetrokken en blijft van kracht.

Artikel 14. Intrekking oude regeling

 

De in dit artikel genoemde besluiten worden ingetrokken. Bij volmacht van 04 juli 2023 (23UIT03700) heeft de burgemeester de vertegenwoordiging in en buiten rechte (op grond van artikel 171 van de Gemeentewet en Titel 3.3 van het Burgerlijk Wetboek), voor zover het betreft het passeren van notariële akten en aangelegenheden behorend tot het werkterrein van het Team Vastgoed en Grondzaken, opgedragen aan de specifiek in die volmacht genoemde medewerkers. Deze volmacht wordt niet ingetrokken en blijft van kracht. Deze volmacht wordt overigens periodiek vernieuwd.

Toelichting op de wijziging

In de Toelichting op artikel 14 werd abusievelijk niet verwezen naar de meest recente, op het moment van besluitvorming geldende volmacht. Dat wordt hiermee hersteld. Ter verduidelijk is ook opgenomen de betreffende volmacht periodiek wordt gewijzigd.

 

D

Aan de Toelichting, voor wat betreft Bijlage 1, wordt een toelichting op nr 24 toegevoegd

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Bijlagen

 

Hieronder is een toelichting opgenomen bij de bijlage(n) waarvoor dat relevant is.

 

Bijlage 1

 

In deze bijlage staan de bevoegdheden die van mandaat zijn uitgezonderd. Dit houdt in dat het college en de burgemeester zelf deze bevoegdheden blijven uitoefenen. De meeste bevoegdheden spreken voor zich. Enkele bevoegdheden worden hieronder toegelicht.

 

Nummer 1

 

Onder dit nummer is geregeld dat het nemen van besluiten en voeren van correspondentie, gericht tot bepaalde (bestuurs)organen, blijft voorbehouden aan het college en de burgemeester. Zaken met een routinematig karakter vallen hier niet onder. Bij ‘routinematig’ kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het doen van een aanvraag om subsidie of vergunning bij een andere overheid, samenwerking met ketenpartners bij de behandeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning (incl. gebruikmaking van het wettelijk adviesrecht) of contact met Bureau Nationale ombudsman over de behandeling van een specifieke klacht. Uiteraard gelden de voorwaarden en instructies uit de artikelen 8 tot en met 10 in dat geval onverkort. Bovendien bestaat er, zoals in de algemene toelichting al is opgemerkt, geen verplichting van een mandaat gebruik te maken. Een kwestie kan altijd voor besluitvorming worden voorgelegd aan het college of de burgemeester.

 

Nummer 10

 

Hier wordt de bevoegdheid tot het verlenen van een buitenwettelijke subsidie uitgezonderd van mandaat. Het gaat dan om een subsidie die alvast wordt verleend vooruitlopend op het vaststellen van een formele subsidieregeling. Of om een incidentele subsidie die buiten bestaande subsidieregelingen valt, bijvoorbeeld een subsidie voor de viering van een jubileum van een vereniging of een eenmalige startsubsidie. Gelet op de aard van de subsidie hoort het college zelf over de toekenning hiervan te beslissen.

 

Nummer 14

 

De bevoegdheid een formele klacht over de gemeentesecretaris af te handelen wordt niet gemandateerd. Een dergelijke klacht wordt afgehandeld door de burgemeester. Dit is geregeld in het Klachtenprotocol gemeente Schiedam 2024 (hierna: Klachtenprotocol). In het Klachtenprotocol is verder bepaald dat een klacht over de burgemeester wordt afgehandeld door de gemeentesecretaris of één van de wethouders. Betreft de klacht een wethouder, dan handelt één van de andere wethouders of de burgemeester de klacht af. Verwezen wordt verder naar artikel 2.7 van het Klachtenprotocol.

 

Nummers 47 t/m 50

 

De bevoegdheid de hier genoemde functionarissen aan te wijzen blijft bij het college. Soms worden bij of krachtens de wet bevoegdheden toegekend aan een bepaalde functie. Om deze bevoegdheden uit te kunnen oefenen, moet de functionaris formeel worden aangewezen. Dit aanwijzingsbesluit staat los van de arbeidsovereenkomst met betrokkene. De arbeidsovereenkomst heeft betrekking op de arbeidsrelatie, het aanwijzingsbesluit zorgt ervoor dat de functionaris de bevoegdheden die uit de functie voortvloeien kan uitoefenen. Voor de personele bevoegdheden gelden de reguliere hiërarchische lijnen.

Bijlagen

 

Hieronder is een toelichting opgenomen bij de bijlage(n) waarvoor dat relevant is.

 

Bijlage 1

 

In deze bijlage staan de bevoegdheden die van mandaat zijn uitgezonderd. Dit houdt in dat het college en de burgemeester zelf deze bevoegdheden blijven uitoefenen. De meeste bevoegdheden spreken voor zich. Enkele bevoegdheden worden hieronder toegelicht.

 

Nummer 1

 

Onder dit nummer is geregeld dat het nemen van besluiten en voeren van correspondentie, gericht tot bepaalde (bestuurs)organen, blijft voorbehouden aan het college en de burgemeester. Zaken met een routinematig karakter vallen hier niet onder. Bij ‘routinematig’ kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het doen van een aanvraag om subsidie of vergunning bij een andere overheid, samenwerking met ketenpartners bij de behandeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning (incl. gebruikmaking van het wettelijk adviesrecht) of contact met Bureau Nationale ombudsman over de behandeling van een specifieke klacht. Uiteraard gelden de voorwaarden en instructies uit de artikelen 8 tot en met 10 in dat geval onverkort. Bovendien bestaat er, zoals in de algemene toelichting al is opgemerkt, geen verplichting van een mandaat gebruik te maken. Een kwestie kan altijd voor besluitvorming worden voorgelegd aan het college of de burgemeester.

 

Nummer 10

 

Hier wordt de bevoegdheid tot het verlenen van een buitenwettelijke subsidie uitgezonderd van mandaat. Het gaat dan om een subsidie die alvast wordt verleend vooruitlopend op het vaststellen van een formele subsidieregeling. Of om een incidentele subsidie die buiten bestaande subsidieregelingen valt, bijvoorbeeld een subsidie voor de viering van een jubileum van een vereniging of een eenmalige startsubsidie. Gelet op de aard van de subsidie hoort het college zelf over de toekenning hiervan te beslissen.

 

Nummer 14

 

De bevoegdheid een formele klacht over de gemeentesecretaris af te handelen wordt niet gemandateerd. Een dergelijke klacht wordt afgehandeld door de burgemeester. Dit is geregeld in het Klachtenprotocol gemeente Schiedam 2024 (hierna: Klachtenprotocol). In het Klachtenprotocol is verder bepaald dat een klacht over de burgemeester wordt afgehandeld door de gemeentesecretaris of één van de wethouders. Betreft de klacht een wethouder, dan handelt één van de andere wethouders of de burgemeester de klacht af. Verwezen wordt verder naar artikel 2.7 van het Klachtenprotocol.

 

Nummer 24

De onder nummer 24 opgenomen uitzondering ziet op de bevoegdheid om te beslissen tot het aangaan van overeenkomsten voor grondexploitaties (thans Omgevingswet) en het vastleggen van afspraken tussen de gemeente en vastgoedontwikkelaars over kwaliteit, programmering (‘anterieure overeenkomsten’, ingevolge art. 13.13 Omgevingswet). De beslissing tot het aangaan van dergelijke overeenkomsten is, zoals ook al werd bepaald in het oude Mandaatregister onder 27.2, niet gemandateerd. Dit in verband met het financiële en bestuurlijke karakter. Op die manier stelt het college zelf de kaders vast, waarbinnen de grondexploitaties plaatsvinden.

Echter het beslissen tot het verrichten van (rechts)handelingen ter uitvoering –en binnen de door het college gestelde kaders- van de door het college gesloten grondexploitatieovereenkomsten of anterieure overeenkomsten en binnen de in artikel 9 van deze mandaatregeling vastgestelde financiële kaders- zoals: 

-Sluiten overeenkomsten inzake aan- en verkoop van volle eigendommen;

-Sluiten van overeenkomsten inzake aan- en verkoop van bloot eigendom van met erfpacht belaste percelen;

-Sluiten van overeenkomsten inzake de verkoop van reststroken groen in samenhang met verkoop bloot eigendom van met erfpacht belaste percelen

, is wel gemandateerd.

 

Nummers 47 t/m 50

 

De bevoegdheid de hier genoemde functionarissen aan te wijzen blijft bij het college. Soms worden bij of krachtens de wet bevoegdheden toegekend aan een bepaalde functie. Om deze bevoegdheden uit te kunnen oefenen, moet de functionaris formeel worden aangewezen. Dit aanwijzingsbesluit staat los van de arbeidsovereenkomst met betrokkene. De arbeidsovereenkomst heeft betrekking op de arbeidsrelatie, het aanwijzingsbesluit zorgt ervoor dat de functionaris de bevoegdheden die uit de functie voortvloeien kan uitoefenen. Voor de personele bevoegdheden gelden de reguliere hiërarchische lijnen.

Toelichting op de wijziging

Deze toevoeging in de Toelichting is opgenomen ter verduidelijking van wat er wordt verstaan onder ‘grondexploitatieovereenkomsten’. Door deze toevoeging wordt duidelijk gemaakt dat het college zelf besluit tot de kaders van de grondexploitatie in de grondexploitatie- en anterieure overeenkomsten. Die beslissingsbevoegdheid is niet gemandateerd. De beslissing tot het verrichten van rechtshandelingen ter uitvoering van deze de grondexploitatie- en anterieure overeenkomsten, waaronder aan en verkoop van onroerende zaken, zijn wel gemandateerd, binnen de door de grondexploitatie- en anterieure overeenkomsten en artikel 9 gestelde kaders.

 

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam in zijn vergadering van 2 april 2024.

de secretaris,

C.E. Bos

de burgemeester,

mr. H.M. Bergmann

Naar boven